1990-04 De Remigiuskerk en haar muurschilderingen

Schilderingen aan de linkerkant (toegevoegd door redactie)

Dan is er nog de groep schilderingen links van het choor, in de oude doopkapel, althans het lagere plafond en de aanwezigheid vlakbij de sacristie wijzen in de richting dat dit vroeger de doopkapel geweest is. Hier zou dan ook het stenen doopvont hebben gestaan dat nu in het Rijksmuseum in Enschede staat.
Bij de verschillende verbouwingen van de Remigiuskerk in de loop der tijden is onder andere de noorderzijbeuk vergroot. Dat blijkt uit het feit dat nu de oostelijke muur kennelijk geplaatst is tegen de steunbeer van de voormalige buitenmuur. Hier zijn twee muurschilderingen aanwezig, die beide zo’n overeenstemming van tekening en techniek vertonen, dat ze zeker van één schilder afkomstig zijn en tegelijk zodanig van de schilderingen in het choor verschillen, dat het wel een andere schilder moet zijn geweest. Het ontstaan wordt geschat op het jaar 1410. De rechter voorstelling behelst Sint Margriet of Margaretha, gekleed in een blauwe schoudermantel. De houding van deze figuur is sierlijk. Ze houdt met beide handen een kruis vast, een hand raakt nog net het oor van de draak die aan de rechterzijde ligt en verpletterd wordt. Rechts van haar is afgebeeld Sint Agatha of Sint Brigitta, hetgeen niet zo goed geslaagd is. Als de schildering beter bewaard was gebleven dan zouden we kunnen zien dat haar rechterhand uit de sluier tevoorschijn komt en een tang vasthoudt, zij is dan ook de patrones tegen de kiespijn. Beide schilderingen zijn 2 m hoog en 1.45 m breed. Links van de twee vrouwfiguren is de aanbidding van de wijzen of drie koningen uitgebeeld. Wat opvalt is dat de schilder de figuren op een tegelvloer heeft geplaatst die perspectivisch niet juist is en zeer schuin naar boven schijnt te lopen.
Hierop staan Maria met het kind en de drie koningen afgebeeld. De figuren vullen zo geheel het vlak dat er nog maar weinig ruimte voor de achtergrond overbleef. Dan wil ik nog de hoop uitspreken dat de schilderingen in de kerk blijvend kunnen worden beschermd en dat de, nog onbekende schilderingen, kunnen worden blootgelegd opdat de volle rijkdom van dit cultuur historische werk in onze kerk zal worden bewaard voor de komende geslachten.
G. H. Verhaere

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *