1992-04 Gedenkboekje Opening Veemarktterrein – 1928

Het instellen der veertiende markt, heeft hierna spoedig plaats. Als het raadslid Kelholt in de vergadering van 30 April 1905 te kennen geeft, dat de jaarmarkten moeten worden uitgebreid, wordt daarop reeds in de vergadering van 5 October 1905 een adres van de Marktvereeniging behandeld, waarin verzocht wordt een markt in te stellen op den laatsten woensdag in de maand Augustus. De raad gaat er mede accoord en met ingang van 1 Januari 1906 is deze markt ingevoerd. (Goedgekeurd door Ged. St. bij besluit van 6 Nov. 1905).
De twee laatste markten ( 15e en 16e) zijn betrekkelijk kort geleden ingesteld. De meesten herinneren zich nog wel de behandeling in de Raad. In de vergadering van 15 Mei 1925 werd het adres van de Marktvereeniging behandeld, om een markt in te voeren op den laatsten Woensdag in September en den laatsten Woensdag in October, terwijl tevens verzocht werd om jaarmarkten die op een Israëlitischen feestdag mochten vallen een week later te doen houden. Zooals het vroeger bij het instellen van een nieuwe markt ging, gebeurde het nu niet meer. Ofschoon de Raad, met uitzondering van een lid, zich kon vereenigen met de uitbreiding, werden bij Ged. Staten verschillende bezwaren door de Gemeentebesturen van Zelhem en Wisch ingebracht.
Nadat deze bezwaren door den Raad – over de Marktvereeniging – weerlegd waren, meenden Ged. Staten nog niet terstond hunne goedkeuring aan het raadsbesluit te kunnen hechten. Zij meenden nog eerst het advies te moeten inwinnen van de Kamers van Koophandel en Fabrieken voor Salland en Arnhem. Een half jaar later, in de vergadering van 25 November 1925, wordt het reeds vroeger genomen besluit weder behandeld en na rekening gehouden hebbende met de verschillende opmerkingen, wordt thans door den Raad een besluit als volgt genomen:

1. een markt in te stellen op den tweeden Woensdag in September en den laatsten Woensdag in October;
2. de jaarmarkt van Woensdag voor Pinksteren wordt voortaan gehouden op den derden Woensdag in Mei;
3. de jaarmarkt van den tweeden Woensdag in de maand Juni, voortaan te houden op den derden Woensdag in de maand Juni;
4. om de jaarmarkten die mochten samenvallen met Israëlitisch feestdagen een week later te doen houden.
(Goedgekeurd door Ged. Staten dd. 2 dec. 1925. no. 36).

Lees verder op pagina 12