1992-04 Gedenkboekje Opening Veemarktterrein – 1928

Ofschoon de markten dit jaar 270 jaar bestaan, geloof ik voor mij, dat reeds veel vroeger markt werd gehouden. In de geschiedenis ziet men dit dikwijls. Bijvoorbeeld een stad, kreeg eerst geruimen tijd na haar ontstaan een z.g. “stadsbrief”, waarbij haar bestaan als stad “officieel” werd erkend. Zoo ook zal het gegaan zijn met de markt te Hengelo. En dan is m.i. de St. Michielsmarkt, maar veeleer de kermismarkt de eerste geweest. Wanneer men weet waaraan de kermissen haar ontstaan te danken hebben is dit vermoeden zeker gewettigd. Daarbij komt nog, dat Hengelo in 1152 reeds een parochiekerk had, terwijl wij met vrij grote zekerheid kunnen aannemen, dat ongeveer in 963 er een kerk of minstens een kapel te Hengelo gebouwd is.
Zou dan ruim 600 jaar later in Hengelo nog geen kermis bekend geweest zijn? Dit is niet aan te nemen. Men heeft nog geen bewijs voor deze vermoedens gevonden, doch het zou mij niet verwonderen, wanneer dit te eeniger tijd aan het licht werd gebracht. Ook een andere vraag dringt zich in dit geval naar voren; o.m. “Wat is de oorzaak van het ontstaan dier markten?” Een vraag, waarop nog met veel minder zekerheid het antwoord kan gegeven worden. Ik voor mij geloof, dat de ligging van Hengelo hieraan debet is. Immers Hengelo ligt juist in het midden van den Gelderschen Achterhoek op den rand van het gemengd diluvium en den vruchtbaren rivierklei. De bewoners van de zandstreken en die van den kleigrond ontmoetten hier elkander en de ruilhandel, die in die eeuwen een groote rol speelde, zal hier evenals elders een markt hebben doen ontstaan. De legende, dat oudtijds de “castreur” in Hengelo gewoond zou hebben en dit tot het ontstaan der markt aanleiding heeft gegeven, ga ik met den heer Langeler stilzwijgend voorbij.

Wel lijkt het mij meer aannemelijker dat de bevolking het initiatief heeft genomen. Ook uit den octrooibrief blijkt dit. Andere markten elders ingesteld in ongeveer denzelfden tijd, zijn geheel en al verdwenen of lijden thans een kwijnend bestaan. Ook uit het vervolg van mijn opstel zal men bemerken, dat de bevolking telkens om nieuwe markten vroeg. Zij heeft met die markten meegeleefd in het verleden, laten we hopen, dat ze dit nog meer in de toekomst zal doen !

Lees verder op pagina 6