1995-04 Tramwegmaatschappij “De Graafschap”

Vader van de schrijver. Foto J.Wuestenenk

Tijdens de eerste wereldoorlog ging het zeer slecht met de TMDG. Door slecht onderhoud, en mede door geldgebrek bleef het onderhoud aan materiaal ver achter, zo ver zelfs dat eigen loc’s in de remise bleven staan en men de locomotieven moest inhuren bij andere maatschappijen. Zo werd van de Z.E. (Zutphen-Emmerik) de loc. No 8 (Zeddam) en de No 9 (Baak) gehuurd. En van de Gelderse Stoomtram Maatschappij de No 1 (Doetinchem) en de No ll (Velp). Verandering van de leiding van de werkplaats bracht een langzame verbetering. In 1917 liepen de verliezen zo hoog op, dat men er over dacht de exploitatie te staken, de lijn op te breken en alles voor schrootprijzen te verkopen. De schrootprijzen lagen in die oorlogstijd zo ongekend hoog dat men hiervan de schulden had kunnen betalen. De streek en de vervoerders boden heftig tegenstand zodat men besloot toch te blijven rijden. Uitkomsten van de exploitatie werden in 1922 gaandeweg beter. De goederendienst werd uitgebreid met 20 goederenwagons. De TMDG had hiervoor zelf geen geld. Ze werden door de vervoerders gekocht en weer verhuurd aan de TMDG. Op 20 maart 1923 wist de TMDG tijdens publieke verkoop in Apeldoorn beslag te leggen op het rollend materieel van de gemeentetram van Apeldoorn. Dit wegens opheffing van de tramdienst Apeldoorn – Het Loo.
Het bestond uit:
2 motorrijtuigen, 1 “tracteur” (motortrekker), en 2 paardetram rijtuigen.
Alles voor de prijs van f2500,-.

De beide motorwagens zijn in de werkplaats te Hengelo omgebouwd. En zo werd de motortram op 20 sept. 1923 in dienst gesteld voor personen vervoer. Alleen op marktdagen bleef de stoomtram nog rijden. Op het emplacement te Hengelo werd een draaischijf aangelegd. De motortrams waren maar vanaf een balkon te bedienen. Ook in Zutphen werd aan het eind van de lijn een draaischijf aangelegd. De motortrekker werd omgebouwd tot motorgoederenwagen. Op de dag van de indienststelling, 15 Nov. 1924 kwam deze wagen in botsing met een stoomloc, en werd zo zwaar beschadigd dat herstel niet meer mogelijk was. Einde motorgoederentram. De 2 motorwagens die het personen vervoer onderhielden waren aan revisie toe. Maar helaas ontbraken de onderdelen en kwam er zo ook een eind aan deze vorm van passagiersvervoer. De stoomtram nam de dienst weer over. De beide motorwagens werden verkocht aan de Gelderse Westfaalse Stoomtram Maatschappij, te Lichtenvoorde. In 1924 werd er in Zutphen een vrachtauto dienst geopend, van Hengelo naar Zutphen. 2 jaar later werd deze doorgetrokken naar Doetinchem. Bij de TMDG doet op 15 maart 1926 de bus haar intrede. De lijn Zutphen – Vorden – Hengelo – Velswijk – Zelhem – Doetinchem wordt geopend. In 1927 wordt de dienst gestaakt wegens geringe belangstelling. De busdienst Zutphen – Vorden – Ruurlo – Groenlo – Winterswijk wordt in 1933 geopend, maar al in1934 ingekrompen tot Ruurlo i.v.m. ongunstige resultaten. Doorgetrokken naar Groenlo wordt hij weer in 1936 en 1938 weer naar Winterswijk. Aan het goederenvervoer per tram kwam plotseling een eind. Zonder voorkennis had de gemeente Zutphen op 17 juli 1938 een deel van de rails opgebroken, i.v.m. werkzaamheden aan een brug. Deze zaak is nog wel behandeld door de rechtbank, maar tot een uitspraak is het nooit gekomen. De Gelderse TramwegMaatschappij heeft op 9 maart 1939 de Tramweg Maatschappij de Graafschap overgenomen. In Juli datzelfde jaar is men begonnen met het opbreken van de lijn. De uiteindelijke opheffing van de TMDG. vond plaats op 20 augustus 1954.
Jan Wuestenenk. Hengelo (Gld.) 1995.

Bronvermelding:
Stoomtrams in Gelderland H.G.Hesselink. Uitgever Wijt te Rotterdam.
De geschiedenis Der Stoomtramwegen in den Achterhoek. Door J.J.B.Vellekoop te Leidsendam. Jubileumboeken der GTM 70-75 en 80 jaar.
En al de aantekeningen en de verhalen van mijn vader Johan Wuestenenk die ruim 41 jaar bij de tram gewerkt heeft.

Graafschapbode dec. 1923 ECAL: Beeldbank