1996-01 Het ‘Draayershuis’ en zijn bewoners

Omstreeks 1830 vertrekt Koldewey, de oude Hoogelogt kan het werk niet meer aan. Zoals zoveel ambachtslieden houdt hij er ook een klein boerenbedrijfje op na. Een oplossing wordt gevonden. Zijn oudste dochter Grada (uit zijn eerste huwelijk) woont in het Deldensebroek onder Vorden. Ze is daar getrouwd met Hendrik Geurtsen. Hun gezin bewoont daar een klein pachtboerderijtje, ‘De Heurne’ genaamd. Er wordt overeengekomen dat dochter en schoonzoon er bij in komen wonen. Als ze de oude man “an zien ende wilt brengen” krijgen zij het ‘Draayershuis’. Zo gezegd, zo gedaan, Met “Sunte Peter 1830” trekt de familie Geurtsen naar Hengelo. Een maandje later laat Jan Willem Hoogelogt bij notaris Gallee in Vorden zijn testament opmaken ten gunste van zijn dochter en schoonzoon. Het is er ineens een hele drukte geworden op het ‘Draayershuis’. Het echtpaar Geurtsen heet vier kinderen, dan is er nog de dienstmeid en “in de kamer” woont de wever Der Harmsen.

Op 12 juni 1833 wordt er nog een kind geboren. Garrit Jan (mijn overgrootvader) is een nakomertje, zijn jongste broertje is al zes jaar oud. Anderhalf jaar later stert opa Hoogelogt, de oude wieldraaier op een leeftijd van ruim 75 jaar. In de ‘Memories van Successie’ (opgemaakt na overlijden om vast te stellen of er successierechten betaald moeten worden), wordt het ‘Draayershuis’ als volgt omschreven:
“Eene woning en schuurtje met hof en bouwland in het Gooi onder Hengelo, waard f 600, =”.
Er wonen nu alleen nog maar Geurtsen’s in het huis nummer 111. De kinderen groeien op, ze gaan in betrekking en komen af en toe weer even terug op het nest. Hendrik Geurtsen is nu de bouwman en wordt daarbij geholpen door zijn jongste zoon Garrit Jan. Ben, broer van Garrit Jan, is klompenmaker en oefent dat ambacht thuis uit. Van hem heeft hij het vak geleerd, want na zijn trouwen in 1862 noemt hij zich klompenmaker.

Na hun huwelijk wonen ze nog even op het ‘Draayershuis’, daarna verhuizen ze naar Zelhem. Nadat Hendrik Geurtsen en zijn vrouw Grada Hogelogt zijn overleden, komt Garrit Jan met zijn gezin terug naar het Gooi. Een broer en twee zussen, allemaal ongetrouwd, wonen nu op het boerderijtje dat ze in gemeenschap bezitten. In hun vaders testament staat het zo beschreven:
“Het bouwplaatsjen Draayershuis onder Hengelo gelegen, gekadastreerd sectie H nummers 615, 616, 617, 618 en 619, groot een bunder en veertig roeden”.
Garrit Jan komt natuurlijk in aanmerking om de boel te zijner tijd over te nemen, of anders een van zijn kinderen. Maar zoals zo vaak loopt het geheel anders. In 1872 overlijdt hij, pas 38 jaar oud. Zijn weduwe vertrekt met de kinderen weer naar Zelhem, terwijl de drie vrijgezellen achterblijven op hun ‘Draayershuis’. Van de drie oudjes is er in 1884 één overleden, de beide anderen zoeken een verzorgde oude dag bij hun oomzegger Bernardus Geurtsen. Hij is de oudste zoon van Garrit Jan. Door de oude mensen “an het ende te helpen” kon hij ook “an de gange kommen”. Op 20 oktober 1886 vertrekken ze uit het ‘Draayershuis’ op de Keijenborg, naar Zelhem. Op 17 december 1886 laat de familie Bolk uit Hummelo zich in het bevolkingsregister inschrijven als de nieuwe bewoners. Sinds die tijd wordt de boerderij ook wel ‘De Bolk’ genoemd. De heer Zents, de tegenwoordige eigenaar, kan dit bevestigen. Zijn grootmoeder heette Bolk. In het boerderij- en veldnamenboek van Hengelo, op kaart 26A is de plaats echter nog steeds te vinden onder de naam ‘De Draaier’. We weten nu dus dat die draaier niemand anders is dan Jan Willem Hoogelogt, geboren te Groenlo op 21 februari 1759.

Eddy Geurtsen, Hengelo

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *