1997-04 Hengelo Gld.: Augustaldaburg?

Lees meer over de verklaring voor de naam 'Hengelo'.

Een andere naam voor Hengelo zou ‘Augustaldaburg’ geweest kunnen zijn. Koning Hendrik III schonk namelijk in 1046 aan de bisschop van Utrecht een graafschap in Hamaland. De grenzen van dat graafschap liepen volgens de schenkingsakte o.a. van Westervlier (bij het Overijsselse Diepenheim) over Augustaldaburg en vandaar door het bos naar Steenderen. Tussen Augustaldaburg en Steenderen was een bos, waar de grens van het oude graafschap Zutphen doorheen liep. De naam ‘Steenrewold’ (= Steenderense wald of bos) wordt al in 996 in de stukken genoemd.
In een uitgave van de ‘Vereniging Gelre tot geoefening van Gelderse geschiedenis, oudheidkunde en recht’ wordt in de delen I en V het bovengenoemde ‘Augustaldaburg’ gesitueerd in de huidige gemeente Hengelo Gelderland. Daarbij wordt de veronderstelling uitgesproken, dat de naam ‘Augustaldaburg’ in de loop der jaren verbasterd zou kunnen zijn in ‘Hengelo’. De situering van ‘August-Aldaburg’, genoemd in die akte uit 1046, wordt in de bijdragen tot de geschiedenis van Overijssel door Doorninck echter gesitueerd het in Twente gelegen kerspel Markelo, met de aanduiding: latere naam, Oldenhof of de Oldenhave. Die laatste opvatting lijkt ondergetekende meer voor de hand liggend dan die, vermeld in de uitgave van Gelre. Dat betekent dat er geen naamsverbastering heeft plaats gevonden en dat Hengelo altijd (ongeveer) dezelfde naam heeft gedragen.
Let ook op het verschil in schrijfwijze in de Gelderse en in de Overijsselse bijdragen, naar aanleiding van dezelfde uit 1046 stammende akte!

b. TOEVOEGING “HET GOOII”

In oude stukken kan men dikwijls bij de naam Hengelo de toevoeging: ‘op ’t Gooij’ aantreffen. Enkele voorbeelden zijn:

* 1 In 1255 verkoopt graaf Herman van Loen aan graaf Otto van Gelre: ‘iurisdictionem (=rechtspraak) quam habui(t) aput Selehem et Hengelo super Goie’.

* ln 1376 gaf graaf Reinald I aan de Johanniters twee kerken, namelijk die te Spankeren en die te ‘Hengelo up den Goye’.

* In 1424 is er een leenakte van het goed Brunrinck, gelegen ‘opden Ghoei in den kirspel van Hengloe’.

* In 1378 is er een leenakte van het goed ‘Menyngh gelegen tot Hengel op den Goye’.

De toevoeging ‘op ’t Gooi’ komt eveneens dikwijls voor bij de plaatsnaam Zelhem. Een der buurtschappen der huidige gemeente Hengelo heet nog ‘het Gooi’. Daarvan werd later het dorp Keyenborg afgesplitst.

Door historici wordt aangenomen, dat de vroegere naam ‘op het Gooi’, en varianten daarvan, een benaming is geweest voor een streek die ongeveer het grondgebied van de huidige gemeenten Hengelo en Zelhem omvatte. Mogelijk is dat zelfs een afzonderlijke heerlijkheid geweest.

Lees verder op pagina 3