In de oorlog moest opa zelf, wat er nog te krijgen was, ophalen. Dit gebeurde met de transportfiets. Soms moest hij naar Gendringen, Ulft en Terborg. Henk vertelde dat in de oorlog opa een vat met 300 liter petroleum had begraven in de grond. Door de schaarste was er bijna geen petroleum of andere brandstof te verkrijgen. In noodgevallen zoals bijv. bij een bevalling moest er toch verlichting zijn. Dr. Dwars gaf dan aan de patiënt een briefje met zijn handtekening voor 1 of 2 liter petroleum, dit werd overhandigd aan van der Mond en vervolgens uit het vat getapt. Zo was er toch brandstof voor de lamp. Wat een tijd!
In de jaren vijftig nam Henk de zaak over. Menigeen heeft hem zien rijden met het tankwagentje. Per dag werden de boodschappenboekjes opgehaald uit de verschillende buurtschappen en indien mogelijk dezelfde dag nog bezorgd. Vertrouwen was er bij zijn klanten. Bij afwezigheid wist Henk de sleutel te liggen en werden de boodschappen keurig op het aanrecht afgeleverd en in de zomer zelfs in de koelkast gezet. Op zondagen werd er na de kerkdienst door klanten vaak kofñe bij hun gedronken en nog wat laatste boodschappen meegenomen. Geen probleem, het was een gezellige tijd aldus Henk. Wie ‘s avonds nog een krat bier nodig had, bij van der Mond kon dat. Zolang ze nog niet in bed lagen stonden ze altijd met hun diensten klaar. De kinderen van Henk en Annie zijn ook zo opgevoed. Voor een praatje bij de ijskist was ook altijd tijd. Henk zit nog vol met oude verhalen waar wij ongetwijfeld nog op terug zullen komen.
Een gebeurtenis in de jaren zeventig wil ik u niet onthouden n.l. het uitbranden van de tankwagen in Keijenborg aan de Molenweg. Op dat moment bevatte de tank 800 liter huisbrandpetroleum. Het gebeurde bij de kleuterschool en de kinderen kregen door de brand vrijaf. De bestuurder Corrie Seesing kon zich tijdig in veiligheid stellen.
De wagen was een brandende fakkel. De brandweer van Hengelo bleef niets anders over dan de belendende percelen en aangrenzende kleuterschool nat te houden.