2017-03 Hengelo en de conscriptie

De overige mannen op de lijst zijn puur “voor hun nummer” opgekomen, allemaal rond hun 20e levensjaar. Zoals Jan Willem Bruggeman, geboren op 6 juni 1791 en op 11 december 1812 als fuselier opgenomen in het 124e R.I. van Linie. Het is hem slecht vergaan, want al op 6 februari 1813 is hij overleden in het hospitaal van Abbeville. In nog geen twee maanden tijd heeft hij bijna 500 kilometer moeten overbruggen, marcherend onder winterse omstandigheden. Misschien dat deze grote inspanning mede oorzaak is geweest voor zijn snelle overlijden. Harmen Jebbink, die gelijk met Jan Willem Bruggeman opkwam en ook als fuselier in hetzelfde bataljon werd ingedeeld, liet het niet zover komen. Hij deserteerde in 1813… Bernardus Hogelogt werd, samen met zijn tweelingzus Engelberta, geboren in 1792 in het Draaiershuis op het Gooi (vader Jan Wilhelm Hogelogt was wieldraaier). Ook Bernardus moest voor Napoleon in dienst treden. Hij zou in oktober 1813 overlijden in het marinehospitaal van La Rochelle, op ruim 1000 kilometer afstand van zijn geboortegrond. Ten tijde van zijn overlijden was Napoleon al verslagen, de eerste kozakken hadden bij de achtervolging van het verslagen leger de Nederlandse grens al overschreden. De overlijdensakte van Bernardus werd naar Nederland gestuurd. Ondanks alle chaos die ontstond door de Franse nederlaag, kwam de akte toch in Nederland aan, maar jammer genoeg in het Overijsselse Hengelo (ook toen al…). Pas in het voorjaar van 1814 kwam de overlijdensakte van Bernardus Hogelogt aan in Hengelo en kon de familie op de hoogte gesteld worden van dit treurige overlijden. Van generatie op generatie zou dit verhaal worden doorverteld.