2018-04 Thuis bij Lenie Wissink
Uit De Olde Kaste 2018-04
Auteur: Rob Mullink
Aangeschoven aan de keukentafel van Lenie Wissink (Blom) van het vroegere Café Blom te Hengelo Gld. Lenie is geboren in 1945 aan de Olde Kasteweg te Keijenborg. Het gezin bestond uit 9 kinderen. Moeder ging hoofdzakelijk over de boerderij en vader Herman over de Olde Kaste (molen en winkel en bakkerij), bijgestaan door Tante Daatje en Tante Gonda. Hein Eringhfeld was hier meer dan 30 jaar de bakker.
De familie Wissink had ook grond in de Dunsborg en alle kinderen moesten helpen bij het knollen plukken en hooi schudden op het land. Op een warme dag hadden de gezusters, bij een van deze bezigheden wat kleding uitgedaan in verband met de zinderende hitte. Het was maar even, of daar kwam vader Herman aangefietst en vertelde dat dit dus echt niet de bedoeling was. Hij was hiervan op de hoogte gesteld door een buurman. De zusters werden toen flink in de gaten gehouden.
Als 13jarig meisje ging Lenie al in de weekenden en vrije dagen naar Tante Marie en Ome Herman (Café Ma Besselink, de Waag) om te helpen. Marie Besselink was de zuster van Herman Wissink en familie van de bekende zanger Jos Besselink.
Marie en Herman hadden geen kinderen. Het was in Hengelo een bekende kroeg. Het was een gemoedelijke tijd. Vele vaste stamgasten die er een borreltje kwamen drinken. Onder het genot van dat borreltje werden er vele “spannende” verhalen verteld. Er werd wat afgekletst in de kroeg. Niet ieder verhaal berustte op waarheid. Er werd regelmatig wat bij verzonnen om het spannender te maken. Het café stond tegenover De Waag bij de Coöperatie.
Daar werden de varkens gewogen. Bij het kopen van een liter jenever kreeg men een borrel cadeau. De bekende paardenmarkten werden erg druk bezocht. Alle kroegen in Hengelo zaten dan stampvol. Menig borreltje werd er dan gedronken. De paardenkooplui kwamen uit heel Nederland, zelfs vanuit Groningen. Lenie’s zussen en ook nichtjes werden dan ingezet om iedere bezoeker te kunnen bedienen. Het was een super gezellige tijd, maar je moest ook hard werken. Zo was er ook een klant, die hem al goed had “ingenomen” en avances maakte naar een van de bediensters. Hij werd door de dames genegeerd waarna hij vervolgens naar de naast gelegen kerk strompelde en op de knieën ging en smeekte: “O, God gun mien toch een van disse mooie derns”. Zijn wens ging echter niet in vervulling.
Tussen de middag kwamen vaak de slagers van slagerij De Roos binnen. Even gezellig samen zijn. Maar na een tijdje kwam Derk De Roos binnen en zei: “Kom wi-j mot weer an het slachten“. “Nee” was het antwoord. Het was nog veel te gezellig, waarna Derk weer vertrok. Even later belde hij Marie met de mededeling :“Geef ze maar een liter jenever mee”, dan komen ze wel. Binnen 10 minuten was iedere slager weer op de werkplek en ging het slachten weer door en kregen ze af en toe een borreltje tussendoor.
In 1965 (binnen het jaar) zijn Ome Herman en Tante Marie overleden. Lenie werd de nieuwe eigenaresse van het café. Een hele verantwoordelijkheid op zo‘n jonge leeftijd. Maar ze kon het aan en hield van aanpakken.
Ongeveer in 1967 nam de eerste discotheek van Hengelo, “De Snor” zijn intrek in het pand. Veel mensen kunnen zich die tijd nog goed voor de geest halen. Heftig. Voor de jeugd uit Hengelo, en omstreken een geweldige uitgaansgelegenheid. Lange haren, hippe kleding en opvallende bromfietsen. Later, na een verbouwing kwamen er 22 Turkse mannen wonen die allemaal werkzaam waren bi] de Vredestein in Doetinchem. Ze werkten in ploegen en werden door een speciale bus naar hun werk vervoerd. In 1968 trouwde Lenie met Jan Blom. Hij was werkzaam bij slagerij van den Akker. Het jaar daarop 1969, werd het naastgelegen pand Jolij door Lenie en Jan aangekocht. De voormalige kroeg De Waag werd toen verkocht. De nieuwe kroeg “Café Blom” was geboren.
Lenie vertelde nog een leuk verhaal, dat haar twee zonen via het hakblok in de keuken naar de muur waren geklommen. Daar hing het jachtgeweer van Jan. Het wapen werd er afgehaald en met de woorden “pang, pang, pang” gingen ze luidkeels door het café. Er was echter een cafébezoeker die hiervan zo schrok dat hij zich moest verschonen van angst. Hij dacht dat er echte patronen in het geweer zaten. Later werd hier nog smakelijk om gelachen.
Elke avond kwam de politie controleren of de sluitingstijden werden nageleefd. Ze kregen dan een bat gehakt van Lenie. Zo vroeg een van de caféklanten of de agent er even bij kwam zitten. Dat wilde hij wel. Hem werd een glaasje fris aangeboden. Maar na een paar minuten werd hij toch overgehaald om een cognacje te nemen. Maar van een kwam twee, en het einde was zoek. Hij viel spontaan van de kruk, stomdronken. Dit was geen probleem bij Café Blom. Jan stapte in het politiebusje en de agent werd keurig naar huis gebracht. Het busje werd geparkeerd bij het bureau en de sleutels door de brievenbus van de agent gedaan. Alles was netjes opgelost. De agent schaamde zich dat hem dit was overkomen maar was de familie Blom dan ook zeer dankbaar voor deze oplossing. In 1990 werd de zaak verkocht aan Toon ten Barge (De Egelantier). Bekend bij iedereen.