2019-03 De koster vertelt

Vanaf die tijd werden ook de rouwdiensten steeds vaker gehouden in een zaal en veelal hadden deze plaats in zaal Bruggink (hoek Raadhuisstraat-Banninkstraat). Op de dag van de begrafenis werd de overledene van huis overgebracht naar deze zaal, waar dan ook de rouwdienst werd gehouden en daarna vond de begrafenis plaats. Na de begrafenis had men in de zaal dan ook de koffietafel. Toen in 1969 “Ons Huis” werd geopend, werden praktisch alle begrafenissen daar gehouden. Bij een R.K. overledene werd vroeger vanaf de dag van overlijden tot aan de dag van de begrafenis elke avond om 19.00 uur een gebedsdienst gehouden, waarbij op de laatste avond voor de begrafenis een Avondmis plaats had. De H. Mis in de kerk tijdens de begrafenis was altijd om 9.30 uur. Tegenwoordig is alleen op de avond voor de begrafenis een Avondwake en is de aanvang van de uitvaartmis veelal om 10.30 uur. Ook werd vroeger altijd door de pastoor de plek aangewezen waar de overledene begraven moest worden. Onder pastoor Reckers is dit veranderd en wordt de plaats bepaald door de grafdelver, eventueel in overleg met de familie. 
Wanneer vroeger iemand was overleden, werden de luiken voor de ramen gesloten, werd de klok stil gezet en over de spiegel werd een laken, c.q. een doek gehangen. Ook had elk huis een z.g. ‘lijkweg’ – dit was de weg waarlangs de begrafenisstoet zich begaf naar de begraafplaats. Ondanks dat in latere jaren de wegen werden verhard en de lijkweg nog via een zandweg liep, werd deze zandweg toch nog gebruikt, ook bij regenachtig weer. Tegenwoordig bij eventuele opbaringen thuis wordt bij de overbrenging naar kerk of “Ons Huis” nog zoveel mogelijk gebruik gemaakt van deze lijkweg.
Tot eind jaren zestig was het in Hengelo nog de gewoonte dat, wanneer een bekend iemand in het dorp was overleden, dit huis aan huis werd aangezegd. Tot midden jaren vijftig gebeurde dit door de “aanspreker” mondeling, maar daarnaast werd dit gedaan met huis aan huis een overlijdenskaartje af te geven. Hierop stond de naam van de overledene, zijn ouderdom, dag en plaats van de begrafenis en de ondertekening van de familie. Zo midden jaren zestig werden er wel 400 adressen bezocht. Door de vele importmensen had het later ook weinig zin, want vaak hoorde je de opmerking: “Ik ken die man of vrouw niet eens”.

Begrafenis Gravin Dumonceau Bron: De Graafschap-bode 3 februari 1935
  
     

Hengelo(G.) heeft heden woensdagmiddag ter eeuwige ruste gelegd een van zijner meest hooggeachte en in alle kringen der bevolking zeer beminde medeburgeres, t.w. de bewoonster van Huize “t Regelink”, gravin Du Monceau, douairière H. N. Baron Schimmelpenninck v. d. Oye. De dood van deze nobele vrouwe, die als weldoenster der armen tot in wijde omgeving in de gemeente Hengelo (G.), maar, ook anderszins als krachtige steun van vele en velerlei nuttige instellingen de algeheele hoogachting en warme sympathie genoot van een ieder, betekent voor Hengelo een zwaar en droef verlies. Velen zullen de thans ontslapene ten zeerste missen en de droefheid over haar verscheiden drukte dezen morgen haar stempel op geheel het dorp, waar nagenoeg de geheele bevolking zich had opgemaakt voor het brengen van een laatsten groet bij haar plechtige uitvaart.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *