2020-04 Achter het koren gaat een kleine synagoge schuil (2)

De jongste zoon van Salomon 1850 – 1931 heette net als zijn vader Salomon. Hij is beter bekend als Sally Salomon en had een winkel aan de Spalstraat tegenover het deftige huis van de notaris. Hij verkocht schoolartikelen en gaf een serie ansichtkaarten uit van Hengelo en omgeving. Op één van die kaarten is de winkel te zien. Later vestigde Sally zich met zijn tweede vrouw Klara Engers aan de Kerkstraat 5. Hij had er een winkeltje in garen en band dat Klara na zijn dood in 1931 heeft voortgezet.

In het voorjaar van 1943 vonden op allerlei plaatsen in de Achterhoek razzia’s plaats. Het waren vaak bejaarden en hoogbejaarden die bij eerdere razzia’s om duistere redenen waren overgeslagen. Klara was één van hen. W.J.M. Hermans noemt haar een oude Joodse dame.
Ze ging naar Vught. Dat was een concentratiekamp. Honger. Koude. Afranselingen. Angst. Ze heeft er zo veel doorstaan dat ze, nadat ze voor verder transport naar het oosten in Westerbork was gebracht, daar aan de gevolgen van de ontberingen overleed. Zo eindigt het verhaal van een oude grafsteen uit 1859.

Ik ben er gaan kijken.
Daar bij het huis aan de Kerkstraat waar Klara heeft gewoond. Er is daar niets meer dat aan haar herinnert. Wat een vreemd gevoel dat er niets meer is.

Een schoolschriftje uit de winkel van Sally Fortuin
Het moet wel uit zijn winkeltje komen. Dat schoolschriftje. Ik vond het in het archief in Zutphen. Van het leven van het Hengelose sjoeltje is dit het enige dat ons nog rest. In het schrift werd bijgehouden wie er dienst hadden gehad op de dag na het Loofhuttenfeest. Op die dag wordt Simchat Thora gevierd oftewel Vreugde der Wet. Op dit feest wordt de lezing van de vijf Boeken van Mozes – de eerste vijf Bijbelboeken – afgesloten en wordt weer van voren af aan begonnen. Dat feest wordt gevierd met een vrolijke rondgang door de synagoge met de Thorarol in de armen. De chazan Thora leest het laatste gedeelte en de chazan Beresjiet begint opnieuw met het eerste hoofdstuk van Genesis.

Jacob Jacobs was in 1881 de chazan Thora en Herman Windmuller de chazan Beresjiet. Op zo’n dag was het feest in de Hengelose sjoel.

De synagoge van Hengelo is uit het straatbeeld verdwenen. Niets rest er van de Joodse gemeente dan een monument aan de Synagogestraat zoals dit deel van de Hofstraat nu heet. In al zijn bescheidenheid is het een mooi monument. Maar het staat niet daar waar ooit de deuren van de sjoel open gingen als op sabbathavond de dienst voorbij was.

Achterin het schriftje staan nog wat notities over belangrijke gebeurtenissen. Zo lezen we dat koningin Wilhelmina in 1924 op bezoek was in Hengelo. Ook de joodse gemeente was van de partij. Twee meisjes van A. Meijers boden haar bloemen aan. Het moeten Rosa en Nanny zijn geweest. Beiden overleefden de oorlog. Net als hun broer Jaap Meijers. ln 1925 moet er een nieuw hekwerk komen rond de begraafplaats. Er worden bomen verkocht en er komen bijdragen binnen. In 1926 worden in Hengelo de marktdagen acht dagen verzet omwille van de joodse feestdagen en in 1927 wordt het Joodse badhuis – het rituele bad ook wel het mikwe genoemd – in orde gebracht. Het is mogelijk gemaakt door giften uit de gemeente waaronder vijftig gulden van Philip Philips, de slager aan de Raadhuisstraat.

Allemaal namen.
In het schriftje worden allerlei namen genoemd en zo aan de vergetelheid ontrukt. Abraham Jacobs. Aron Meijers. Lion Meijers. Wijn Philips. Louis Philips. Abraham Philips. Jacob Philips. Jacob Jacobs. Herman Windmuller. Sallo Fortuin. Simon Jacobs. Graag vertel ik in het volgende artikel meer over enkele van deze families.

Lees verder op pagina 6