OORLOGSHERINNERINGEN – deel 2

Deel 2 - 7 persoonlijke verhalen uit het boek dat door onze vereniging is uitgebracht ter gelegenheid van de 50-jarige herinnering aan de bevrijding. Er zijn nu 5 verhalen beschikbaar.

De reden dat het gezin van Hoogstraten moest onderduiken was dat er een bericht richting de burgemeester was gekomen van “we krijgen je wel”. Dat had te maken met het feit, dat hij geen toestemming gaf tot inzage in het bevolkingsregister. Hij had dit verduisterd. Zo kwam de familie van Hoogstraten naar Veldhoek, dat wil zeggen zijn vrouw en drie dochters. Hij zelf was al eerder ondergedoken in Zieuwent. De twee zonen van de familie van Hoogstraten waren er niet bij. Zoon Henk was in Almen ondergedoken en zoon Jan was naar ik me kan herinneren ondergedoken in het westen van het land. Zo komen we dan weer op het punt, waar ons gevraagd werd of wij een onderduiker konden herbergen want burgemeester van Hoogstraten voelde zich totaal niet op zijn gemak. Er waren veel, heel veel onderduikers in Zieuwent en hij wilde daar weg. Zo kwam hij bij ons. Zijn vrouw en drie dochters waren zoals gezegd, bij het gezin van het schoolhoofd in Veldhoek. De jongste van de kinderen, dochter Erna, kwam geregeld met haar fietsje langs de heg haar vader opzoeken. Als het vroeg in de morgen was kroop ze ook wel bij haar vader in bed. Ook de andere familieleden kwamen wel eens langs. Het was wintertijd en dus was er in het schemerdonker genoeg tijd om ongezien bij de boerderij te komen, de afstand dwars door de weilanden was maar kort. Wegbrengen in het donker deed mijn man dan weer. Natuurlijk mocht dit alles geen argwaan wekken bij de buren. Af ent oe bleef zijn vrouw ook wel slapen. Tijdens deze bezoekjes vertelde zij hem het laatste nieuws over hun zoon Henk, die ondertussen door de Duitsers in Almen was opgepakt en in Zutphen gevangen gehouden werd. De Duitsers sloegen hem, zodat hij hierdoor aan één oor doof was geworden. Ze wilden weten waar zijn vader was.

Ondanks de spanning hebben wij toch ook een gezellige tijd met hem gehad. Hij had in het verleden al eens een wereldreis gemaakt en heeft ons op de lange winteravonden hierover veel verteld. Ook las hij ons boeken voor.Tijdens het verblijf bij ons hadden we iemand gevonden die een overall kon maken voor hem. Natuurlijk konden we deze man niet vertellen, dat het een overall moest worden voor een uitermate lang persoon.Toen de overall klaar was, paste hij natuurlijk dan ook niet. Ik moest er met veel kunst en vliegwerk iets bij aan broddelen.
De burgemeester was wel bang dat men hem zou ontdekken en zou oppakken. Maar als het dan ’s avonds donker was, ging hij wel eens mee met ons naar buiten. Gekleed in zijn overall en een pet op keek hij dan naar de lichtkogels en de zoeklichten. In de periode dat hij bij ons was, zat hij altijd in de woonkeuken en hield dan nauwlettend de omgeving in de gaten. Mijn man had een ingewikkelde constructie bedacht. Wanneer er bezoekers naderden, ging er een lampje branden in de woonkeuken. Ondertussen was de burgemeester dan al verdwenen in zijn slaapkamer. Onze oudste dochter die 5 jaar was, had al gauw in de gaten wat de bedoeling was en kwam ook al snel aangerend om “oom uit Hengel” te waarschuwen dat er iemand was.

F. van Hoogstraten – burgemeester van Hengelo

Het prachtigste vond ik als onze buurman Nijland binnen kwam. Hij had nog een radio achtergehouden en hield ook ons zo op de hoogte hoe het verloop van de oorlog was. Buurman Nijland praatte nogal hard en zodoende kon onze “onderduiker” alles letterlijk volgen. Mocht onze buurman te lang blijven kletsen, dan ging mijn schoonmoeder heel onopvallend via de deel hem een paar nieuwe kooltjes vuur in de stoof brengen, zodat hij zich hier wat aan verwarmen kon. Zo ging de tijd voorbij, maar ongeveer half maart kwam er een alarmerend bericht van zoon Henk. Het was geschreven op w.c.-papier en zo uit de gevangenis gesmokkeld. De mishandelingen werden zo erg, dat hij niet wist of hij kon blijven zwijgen. Om die reden moest onze “onderduiker” naar een ander adres worden gebracht. Na enig beraad besloot mijn schoonvader richting Zieuwent te gaan om te informeren bij meneer pastoor. Diezelfde avond gingen ze samen op pad naar de R.K. kerk in Zieuwent. Volgens afspraak met meneer pastoor mocht mijn schoonvader onze “onderduiker” daar achterlaten en zou iemand anders hem nu een schuilplaats bieden. Alleen mijn schoonvader heeft geweten waar dit nieuwe onderduikadres was. Tot op de dag van vandaag is dit voor ons nog steeds onbekend. Ondertussen had mijn man mevrouw van Hoogstraten en de dochters met paard en wagen naar de familie Egging van “de Hoogeweide” in Vorden gebracht. Diezelfde week zag zoon Henk kans om te vluchten. Hij kwam bij ons. Een paar dagen later bereikte ons het bericht dat er twee medegevangenen van Henk (Sprokkereef en Telkamp, verzetsmensen) waren gefusilleerd. Uiteraard was dit voor Henk een schokkend bericht. Ondertussen is het dan l april 1945 geworden, de dag dat wij hier werden bevrijd. Vader Visschers is toen weer richting Zieuwent gegaan om de burgemeester op te halen. Hij was nog steeds erg bang want langs deze weg waren veel Canadezen maar ook nog Duitsers. Hij en zijn zoon Henk zijn nog een aantal dagen bij ons geweest. Wanneer de familie weer herenigd is en wanneer ze naar Hengelo Gld zijn verhuisd weet ik niet meer, maar onze vriendschap heeft geduurd tot aan de dood van de burgemeester en zijn vrouw. Ze zijn allebei in Lunteren begraven.

J. Visschers – Groot Nuelend

Lees verder op pagina 11