OORLOGSHERINNERINGEN – deel 1

Deel 1 - 11 persoonlijke verhalen uit het boek dat door onze vereniging is uitgebracht ter gelegenheid van de 50-jarige herinnering aan de bevrijding. Er zijn nu 5 verhalen beschikbaar.

In de avond van 8 april 1943 vonden er wederom zware luchtgevech ten plaats tussen Engelse en Duitse bommenwerpers. Daarbij werden de boerderijen van Jansen op Els en Besselink in de Reigersvoort getroffen. Het echtpaar Jansen-Willemsen dat amper op bed lag, kon zich ternauwernood het leven redden. Hun boerderij werd door brandende fosforbommen getroffen en ging geheel in vlammen op. De boerderij had net een opknapbeurt achter de rug. Het huis was van een nieuw dak voorzien, er waren nieuwe varkenshokken aangebracht en de nog lemen deel was juist verhard. Uitgerekend die dag had de heer Jansen, als afsluiting van de verbouwingswerkzaamheden, de grond rond het huis wat geëgaliseerd. Het erf om de woning lag bezaaid met bommen. De volgende ochtend telde de politie maar liefst 28 bommen.
Ook is op diezelfde avond een kippenhok bij Klooken op Els in vlammen opgegaan.
Op 30 juli l943 werden twee Duitse jachtbommenwerpers neerge schoten. Beide toestellen werden volledig vernield. Een toestel kwam neer in de buurtschap Noordink en de andere in De Dunsborg bij de woning van de familie Reugebrink. Dit toestel kwam totaal versplinterd op de grond terecht. Van de piloot die het vliegtuig bestuurde, werden slechts enkele lichaamsdelen waaronder een hand teruggevonden.

Evacuatie
Half oktober 1944 kwamen de eerste evacués uit de Betuwe en de Liemers naar Keijenborg. Mensen met paard en kar, met handkarren, met kinderwagens, soms met niets. Het patronaatsgebouw (tegenwoordige dorpshuis) werd een doorgangshuis voor geëvacueerden. Ze konden er eten en drinken en eventueel overnachten. Een groot aantal mensen stond voor hen klaar. Er moest stro komen. Karrevrachten werden aangevoerd. Ieder gaf wat hij kon. Vervolgens werden deze mensen ingekwartierd. Vier, vijf maar soms zelfs twaalf personen in een huisgezin er bij; dat kon allemaal in die tijd. In het patronaatsgebouw kookte men eten, fornuispotten vol. Soms voor twee à driehonderd mensen die er ’s middags kwamen eten. Dan moest er weer eens een varken klandestien worden geslacht, want met zo’n mensenmassa was zo’n dier snel verdwenen.
Steeds opnieuw kwamen er bedroefde groepen mensen door het dorp. Zodra ze een dorsmachine hoorden, stonden ze in rijen hun beurt af te wachten. Rogge werd in die dagen in kleine pakjes van een of twee pond per persoon verkocht. Daar liet men zich vervolgens bij de bakker brood van bakken. Op ’t Kervel werd een noodziekenhuis ingericht, voor de zieken en ouden van dagen der evacués. Pater Frans de Vrught zorgde daar tijdelijk voor de noodzakelijke geestelijke bagage.

Slachtoffers
Tegelijk met het bombardement op Doetinchem en Zelhem op 21 maart 1945 vielen als slachtoffers de Keijenborgse parochianen Wessels uit Zelhem en Lamers en zijn dochtertje Riek uit de Velswijk. Nauwelijks enige dagen later werd een dochtertje van de familie Polman uit Zevenaar, geëvacueerd in de Velswijk, dodelijk getroffen door een schot vanuit een laagvliegende bommenwerper.

Droefenis bij de bevrijding
Eerste paasdag, l april 1945, de dag van de bevrijding, werd voor Keijenborg een dag van verdriet om nooit te vergeten. In het dorp waren nog een aantal Duitse militairen aanwezig om de munitie welke was opgeslagen in het gebouw van de A.B.T.B. te bewaken. Toen de eerste Engelse tank in zicht kwam, namen de moffen de benen op één man na. Die liet daarop het gebouw van de A.B.T.B. in de lucht vliegen en kwam daarbij ook zelf om het leven. Heel de bevolking werd rond half drie opgeschrikt door de hevige ontploffing. Niemand van de omwonenden was vooraf gewaarschuwd. De gevolgen waren verschrikkelijk. De woning van de zaakvoerder, de heer van Uum, werd totaal weggeblazen, evenals de woning van het echtpaar Willemsen welke achter de Boerenbond stond. Een groot aantal woningen in de omgeving werd beschadigd. Mevrouw van Uum-van Ditshuizen met dochter Thea en zoon Johannes werden onder de puinhopen bedolven en verloren daarbij het leven. Ook mevrouw Seesing-Salemink, haar l5-jarige broer Leo Salemink die op het moment van de ontploffing in Keijenborg logeerde en mevrouw Ankersmit-Kuipers kwamen bij de ontploffing om het leven. De feiten geven we maar in het kort weer, want waarom zouden we wonden, die langzaam maar zeker helen, maar nooit helemaal zullen genezen, opnieuw openscheuren. Deze huisgezinnen hebben een zware tol betaald tijdens de bevrijding en onwillekeurig zullen de gedachten van de nabestaanden nog dikwijls teruggaan naar deze vreselijke dagen.

Detonator waarmee de A.B.T.B. werd opgeblazen

Lees verder op pagina 15