OORLOGSHERINNERINGEN – deel 1

Deel 1 - 11 persoonlijke verhalen uit het boek dat door onze vereniging is uitgebracht ter gelegenheid van de 50-jarige herinnering aan de bevrijding. Er zijn nu 5 verhalen beschikbaar.

Dat het zo lang goed is gegaan met de onderduikers op Het Kervel, heeft volgens mij te maken met een van de gasten: mevrouw van Asperen met haar zoontje Basje. Ze was getrouwd met een voorname SS-officier. Ze wist wat er zich op Het Kervel afspeelde. Sterker nog, ze hielp met alles mee en heeft er nooit iets van gezegd.

Zo af en toe kwam meneer van Asperen op verlof. Marietje stond doodsangsten uit als die van Asperen kwam. Een grote auto met lijfwachten erin en veel geweren. Wat had ze een ontzag voor die man. Hij had boven de keuken een eigen kamer. Marietje vond het verschrikkelijk als ze die kamer moest schoonmaken. Overal hingen foto’s van Hitler, van Himmler, enz. Waarschijnlijk is er op Het Kervel nooit echt gezocht, omdat de Duitsers niet konden geloven dat er Joden zaten op het verlofadres van de SS-er van Asperen. Later is mevrouw van Asperen komen te wonen in het grote oude huis aan de Ruurloseweg (waar nu schilder Harmsen woont). Het werd 1944. Het Kervel werd voller en voller. Zo kwam er een kostschool bij uit Arnhem: Klein Warnsborn. De heer en mevrouw van Aalten kwamen met dertig à veertig kinderen en een aantal onderwijzers naar Hengelo. De Duitsers hadden Klein Warnsborn geconfisceerd en de kostschool werd naar Het Kervel gestuurd. De school is tot na de oorlog op Het Kervel gebleven.

En toch ging het mis. Op het Kervel woonden al geruime tijd drie lokettisten van de spoorwegen uit Utrecht. Zij moesten onderduiken vanwege de spoorwegstaking. De Graaf had nogal schik met de meisjes. En in het begin hadden de meisjes ook schik met hem. Als mevrouw de Graaf in de zomer ’s middags een dutje ging doen in de hangmat in de tuin, hielp de Graaf haar. Hij hing de hangmat echter zo hoog, dat ze er zonder zijn hulp niet uit kon komen: “Aaltje wees maar niet bang, dat je je verslaapt. Ik kom je straks wel halen.” Het is niet te geloven, dat ze het niet in de gaten had, maar het is echt waar. Marietje kreeg dan de boodschap, dat hij de middag verder niet gestoord wilde worden.

De Janplezier van Het Kervel

Een van die meiden kreeg echter verkering met een SS-er en ik denk dat de zaak zo verraden is. Helemaal zeker weet je nooit. Van de overval zelf heb ik niets vernomen. Ik sliep en ben niet wakker geworden. Ook die nacht werd er weer gelucht, maar toen stond de Landwacht al verdekt opgesteld rond Het Kervel. Toen de onderduikers naar buiten kwamen, zijn ze onmiddellijk opgepakt. Ongeveer tien personen, waaronder Samuel en Kareltje Jacobs en de kinderen van Blooker. Ook een aantal studenten zijn opgepakt, waaronder Rob van de Garden. De andere onderduikers zijn in de kelder gebleven. Men zegt dat de Graaf het luik gesloten heeft en door een raam is weggevlucht. ’s Morgens ben ik gewoon met mijn fietsje naar het werk gegaan in Zutphen. Toen Marietje echter, nadat ik weg was, naar Het Kervel ging, zag ze dat alle deuren wijd openstonden. Niemand was er te bekennen, het was helemaal stil. Zij naar de kelder en daar hoorde ze op het kelderluik bonzen: “Marietje laat ons er gauw uit. Marietje waar is deze gebleven, waar is die gebleven?” Alles kwam de kelder uit. Marietje heeft me toen uit Zutphen teruggeroepen. Iedereen is toen weggegaan. Het schouwspel was heel vreemd. De meeste onderduikers liepen weg naar een nieuw schuiladres zonder dat ze elkaar eigenlijk gedag gezegd hebben. Mevrouw Koster vertrok alleen richting Hilderink. Ze heeft het niet overleefd. Ik zie meneer en mevrouw van Eick nog zo de laan uitlopen. Ze hebben geluk gehad naar ik later hoorde, maar we hebben ze nooit weer gezien.

Lees verder op pagina 10