1991-03 Herinneringen aan de St. Bernardusschool

Uit De Olde Kaste 1991-03

Auteur: oud-leerlinge

1991-03 Herinneringen aan de St. Bernardusschool

Herinneringen
1 april 1937.
Het is de eerste schooldag voor een nieuwe groep van 37 leerlingen. De meesten worden door de ouders gebracht. Het is een hele belevenis voor kinderen achter die grote schooldeur te verdwijnen, want de jeugd van toen was meestal nog niet van huis geweest op zesjarige leeftijd; hoogstens hadden enkelen al een jaartje de kleuterschool bezocht.






Jujfrouw Hilderink wees ons een plaatsje aan de kapstok waar we onze jassen op konden hangen, ook kreeg ieder een klompenhokje toegewezen, want de klompen mochten in de klas niet aan. Zo kwamen we dan voor ’t eerst in de schoolbank terecht. Het waren nog van die ouderwetse, met rechte rugleuningen, een “ingebouwd” inktpotje op het schrijfvlak voor ons. De eerste weken moesten we met een potlood schrijven, maar toen kregen we een echte kroontjespen met inkt. Hiervoor werd van thuis een eigen gemaakte inktlap meegebracht. Lezen leerden we van een groot leesbord dat voor in de klas werd opgehangen en waarvan ieder het aap roos zeef muur enz. denk ik nog wel op kan dreunen. Voor de rekenles stond er een levensgroot telraam met grote houten kralen.
De meisjes kregen ook handwerkles. Daarvoor kreeg men een tolletje witte katoen met een paar breinaalden en de steken voor de eerste pannelap werden opgezet. Ik kan me nog voorstellen hoe muurvast en stijf ik de steken op de naald had staan! Als het eindelijk klaar was haakte de juffrouw er een gekleurd randje omheen en vol trots namen we ons eerste werkstuk mee naar huis.
In de derde klas kwamen we bij een meester terecht. Voor ons leerjaar was dat de heer J. Dickman. We maakten hiervoor ook een overstapje naar de andere zijde van de gang, de kant van “de kapper”. Van de meester kan ik me nog herinneren dat hij vrijdagsmiddags een half uur voor de school uitging voorlas uit een dikke ingebonden jaargang van “Het kleuterblaadje”. Het was een langdurig vervolgverhaal en ’t heette: “de brandstichter van de boerderíj”. Enorm spannend was het, vooral als op een beetje donkere winter míddagen de lamp er ook nog bij aan mocht. Dat vond ik wel zo’n beetje het toppunt van gezellígheid. De grote kachel stond lekker te snorren in de hoek. Een groot scherm stond daar omheen waar we ’s winters ook onze sokken op mochten drogen of warmen. Als het had gesneeuwd werd er op het voorste schoolplein een lange glijbaan gemaakt die doorliep tot over de weg naar de kant van de sloot. Ik meen dat het Gerard Mullínk was die daar ook een keer zijn been heeft gebroken. De onderwijzer die “eerste hulp” verleende spalkte zijn botten toen met een paar grote meterlatten die werden gebruikt om op het bord te tekenen.
Op het achterste schoolplein dat voor de meisjes was bestemd, vloog de bal geregeld over het gaas op het land van Schatten. Ofschoon het verboden was kropen we door een gat dat constant in de afrastering zat, om de bal weer tussen de knollen of de rogge te halen. De jongens speelden op het voorste schoolplein, en daar ging het er meestal wat wilder aan toe. Een ruzie werd soms met de klompen uitgevochten, zodat die wel eens door de lucht vlogen en kletterend op de stenen terecht kwamen zodat de stukken eraf vlogen. Menige jongen liep dan ook met een blikken bandje om zijn klompen om de gebarsten bovenkap weer aan elkaar te houden. Het was een gouden tijd voor de klompenmakerij! ’s Winters, maar ook in de zomer, konden kinderen die van ver kwamen, en dat waren er heel wat, tussen de middag overblijven. Sommigen hadden een trommeltje dat je op de rug kon hangen, om hun roggebrood met spek in mee te nemen. De meesten moesten het echter doen met een eigen gemaakt ”buultje” waarin het twaalfuurtje zat verpakt in krantepapier.

Ofschoon wordt beweerd dat drukinkt schadelijk is, heb ik toch nooit gehoord dat iemand aan deze simpele verpakking is bezweken. Waren er kinderen die er soms wat minder florissant uitzagen dan werd er schoolmelk verstrekt, en in tegenstelling tot nu werd die gratis aangeboden.
Feesten werden er ook gevierd op school. Als een onderwijzer of onderwijzeres jarig was werden de avond te voren de slingers door de klas gehangen en de borden volgeschreven in prachtige sierletters met: “Lang zal hij’ (of zij) leven! De dag werd dan verder feestelijk doorgebracht met voorlezen, tekenen of een vertoning van lichtbeelden. Wat in dat televisieloze tijdperk al een heel gebeuren was! Was een leerling zelf jarig dan mocht men voor in de klas staan en werd er voor de jarige gezongen. Men kreeg dan ook een heiligenprentje, die men dan in het kerkboek kon leggen. Had je ook nog de moed om bij de onderwijzer van een andere klas aan te kloppen en heel bescheiden te vertellen dat je jarig was, dan kreeg je ook van die een plaatje, zodat je ’s avonds met een hele verzameling naar huis kon gaan. Het St. Nicolaasfeest werd door de hele school gezamenlijk gevierd in het oude parochiehuis. Na afloop kreeg ieder een zakje met chocolade- en suikerbeestjes, borstplaatjes en speculaasjes. In die tijd een vorstelijke traktatie! Zo verliepen geleidelijk onze schooljaren. In de hoogste klassen was meester Hoenderboom de man van de zangles. De liedjes die we leerden werden er voor ’t hele leven “ingeheid”. Een goed voorbeeld hiervan is het koortje dat hij nu bij de jubileumviering in een mum van tijd bij elkaar wist te trommelen. Zonder meer kon de draad van vijftig jaar geleden weer worden opgevat, en werd er verder gezongen. Ik hoorde iemand opmerken: “het lijkt wel of er geen halve eeuw tussenbeide zit”, dat we hier voor het laatst zongen, maar het is net of we gisteren nog met hem “Op de blanke top der duinen” stonden! Zo werd er ook in de andere vakken goed en degelijk onderwijs gegeven, waarbij de katholieke levensvisie steeds op de voorgrond stond. Ik denk zelfs dat het denken en handelen van de generatie van ons, vijftigers, nog steeds grotendeels bepaald wordt door hetgeen ons op jeugdige leeftijd op de St. Bernardusschool aan levensnormen- en waarden werd bijgebracht. De tijden veranderen, en wij met hen. Kinderen van deze tijd bevolken nu onze school, en ongetwijfeld worden ook aan hen de beste zorgen gewijd. Daarom zou ik bij een mijlpaal als deze de wens uitspreken dat zij later met evenveel plezier en genoegen op hun lagere schooltijd kunnen terug zien als een oud-leerlinge van de St. Bernardusschool.
Jubileumboek 75 jaar St. Bernardusschool Keyenborg, oktober 1982.