De Joodse Gemeente van Hengelo Gld

In het najaar van 2020 hield Henk Teeuwen een lezing over de Joodse gemeente van Hengelo Gld. De titel van de lezing luidde ‘Achter het koren gaat een kleine synagoge schuil’. De lezing is in verband met de beperkingen vanwege de heersende coronapandemie op video opgenomen. U kunt de video op onze website bekijken.
Tijdens zijn werk als Hervormd predikant had Henk Teeuwen belangstelling voor de Joodse achtergrond van de Evangeliën en ontplooide activiteiten in het kader van Kerk & Israël.

Na zijn pensioen kwam hij terug in de Achterhoek en verdiepte zich in de geschiedenis van het Achterhoekse jodendom. Naast artikelen over de Joodse gemeente van Borculo, Vorden en Hengelo Gld schreef hij het boekje ‘Joods erfgoed in de Gelderse Achterhoek, een routebeschrijving‘.

Ook de geschreven portretten van Joodse families in Hengelo Gld bij deze wandelroute zijn van zijn hand.

 

MyMaps toelichting

Met het deurtje linksboven kunt u de toelichtingen openen of sluiten. Klikken op één van de ‘Davidsterren’ icoontjes opent ook de bijbehorende toelichting.
In de rechter bovenhoek kunt u een grotere kaart weergeven.

Hier onder treft u elf adressen aan waar voor de oorlog Joodse families woonden. Vierendertig bewoners van deze adressen zijn omgebracht in één van de vele vernietigingskampen. We geven van elk van deze families een naam en een portret. Volgens Joodse tradities ben je immers pas echt vergeten als je naam niet meer genoemd wordt.

Vordenseweg 8

Jacob Philips, Erna Böninger, Louis en Jennie  Bron www.geni.com

JACOB PHILIPS EN ERNA BÖNINGER

Vier kleine portretten op de site van Joods Monument.

 

Jacob had een goede naam en dus werd hem door het Opperrabbinaat de functie van sjocheet toevertrouwd. Hij moest toezicht houden op het kosjere slachten. Hij was zo betrouwbaar, dat hij, zelfs toen zijn vader Louis Philips in de fout ging, daarvan melding deed aan de rabbijn!

Erna kwam uit Mülheim an der Ruhr. Het is jammer dat we van haar eigenlijk niets weten.

Jacob lag ziek op bed, toen op 8 oktober 1941 een overvalwagen verscheen in Hengelo. Hij moest mee en zou tenslotte in de steengroeve van Mauthausen op 17 oktober een vreselijke dood sterven.

Erna kwam met de twee kinderen Louis en Jennie in april 1943 in kamp Vught terecht. Vandaar is het met het beruchte kindertransport naar Sobibor gegaan. Een trein met 3017 mensen waaronder 1145 kinderen. Op 11 juni 1943 wachtte hen in Sobibor het einde.

In het begin van de oorlog woonden Jaap Meijers met zijn vrouw Jeanette Spier eveneens aan de Vordenseweg 8. Jaap en Jeanette zouden ergens in Twente onderduiken. Jeanette werd opgepakt maar Jaap ontkwam.

Jeanette Spier vond de dood toen ze met enkele anderen op vliegveld Twente op 27 september 1944 werd gefusilleerd.

KERKSTRAAT 5

Het winkeltje van Sally Fortuin links op de foto gemaakt na 1903 - foto archief ECAL

KLARA FORTUIN-ENGERS

Een ‘oude Joodse dame’ werd ze wel genoemd. Eenentachtig was ze, toen bekend werd gemaakt, dat alle Joden uit de provincie zich op uiterlijk 10 april 1943 moesten melden. Het was de derde razzia bedoeld om de laatste Joden uit de Nederlandse samenleving te verwijderen.Op een zomerdag in 1861 deed Izaäk Engers in Winschoten aangifte van de geboorte van zijn dochtertje Klara. Haar zuster Betje zou ooit in het huwelijk treden met Salomon Fortuin. Salomon werd in het dagelijks leven Sally genoemd. Na haar vroege dood nam Klaartje haar plaats in en trouwde met de weduwnaar.

 

Sally had een winkeltje aan de Spalstraat waar je alles krijgen kon. De kinderen van Hengelo kochten er hun schriften en hun griffeldoos. Maar hij verkocht ook een serie mooie ansichtkaarten. Eén daarvan bewaart de herinnering aan hoe het was. Later woonden Klaartje en Salomon aan de Kerkstraat, waar Klaartje na de dood van haar man een winkeltje had in garen en band.
Eenentachtig was ze toen ze aankwam op het perron van Vught. De verschrikking van het kamp was haar te veel. Overgebracht naar het Durchgangslager Westerbork overleed ze daar op 27 april 1943 nog geen drie weken nadat de oude Joodse dame het eens zo mooie Hengelo verlaten had.

SPALSTRAAT 19

Foto H.G. Teeuwen

ABRAHAM PHILIPS

Henriette Philips – de Winter werd 83 jaar. Abraham Philips liet op haar steen liefderijke woorden schrijven. Hier rust Jette. Moge haar rustplaats heerlijk zijn.

Grafsteen Henrietta Philips – één van de stenen die in 1965 werden overgebracht naar de Joodse begraafplaats in Zutphen toen de Joodse begraafplaats in Hengelo Gld moest worden ontruimd.

Henriëtte Philips – de Winter werd 83 jaar. Abraham Philips liet op haar steen liefderijke woorden schrijven : Hier rust Jette. Moge haar rustplaats heerlijk zijn.

Dit zijn woorden ontleend aan de profetie van Jesaja, een visioen van vrede. Dan zal een zuigeling argeloos kunnen spelen bij het hol van een adder en de rustplaats van de vredevorst zal heerlijk zijn.

Abraham dacht aan de komst van de Messias, toen hij zijn vrouw naar het graf bracht. Maar Abraham zou zelf nooit een graf krijgen. Op 30 april 1943 werd hij met vele anderen in Sobibor de trein uitgedreven om de dood tegemoet te gaan.

Abraham Philips woonde aan de Spalstraat op nummer 19. Vaak zal hij vanuit zijn huis getuige zijn geweest van de druk bezochte paardenmarkt. Het verhaal gaat dat Abraham handelde in van alles en nog wat. Lompen, geiten, kalveren, koloniale waren.

Abraham Philips was een vrome Jood. Hij vroeg de kinderen in de buurt om op sabbathavond bij hem het licht aan te doen.

Regelmatig werd bij hem thuis gelernd. Dat komt van het Jiddische woord lernen. Dan kwamen leden van de Joodse gemeente bijeen om zich aan de studie te wijden van Talmoed en Thora.

Hij was 85 jaar toen hij werd vermoord.

SPALSTRAAT 9

Bandjes met de firmanaam Fa. A. Jacobs Foto H.G. Teeuwen Archief ECAL

SAMUEL JACOBS EN LEENTJE FRANKENHUIS

Op heel wat hemden van Hengelose boeren kon je ze vinden – bandjes waarop Fa. A. Jacobs Hengelo Gld geschreven stond.

De firma Jacobs was een begrip. Ooit gingen Samuel en zijn halfbroer Emanuel verder met de bloeiende manufacturenzaak van Abraham Jacobs. Ze gingen de boer op om boeren en boerinnen de maat te nemen. De vrouwen naaiden de pakken en de jurken. Samuel trouwde met Leentje Frankenhuis.

In het jodendom wordt het sterven omgeven met vrome gebruiken. Leden van de Gemiloeth Chassadim zorgen ervoor dat in dagen van rouw alles in goede orde verloopt. Aan deze liefderijke zorg heeft Leentje zich gewijd. Samuel was ondertussen penningmeester van de Joodse gemeente en voorzanger in de sjoel.
Samuel en Leentje hadden twee kinderen. Karel en Edith.

Moeder en dochter zouden de oorlog overleven. Vader en zoon echter niet.

Samuel vond op 27 oktober 1941 in Mauthausen de dood en de dertienjarige Karel werd opgepakt toen verraden werd dat de leden van de familie Jacobs ondergedoken zaten in de kelders van het Kervel.
Karel komt tenslotte in Westerbork terecht. Er zijn brieven bewaard gebleven. Dapper schrijft hij dat het hem “uitstekend gaat. Ik heb hier al aardig wat vriendjes, maar verder niets”. Toen Karel op 6 september 1944 naar de gaskamer van Auschwitz ging, had hij ‘verder niets’.

SPALSTRAAT 7

Bestuur Bevordering Marktwezen 1928 rechts staande Emanuel Jacobs - Foto archief ECAL

EMANUEL JACOBS EN KITTY HILLESUM

Een foto uit 1928. Staande rechts de korte gestalte van Emanuel Jacobs.

Emanuel was met zijn broer Samuel eigenaar van de bloeiende manufacturenzaak aan de Spalstraat. Voorzitter van de Joodse gemeente. Vertegenwoordiger van de Joodse Raad. Bestuurslid van de ‘Vereniging tot bevordering van het marktwezen’. Vandaar de foto.

Kitty Hillesum was uit een vooraanstaande familie in Deventer waartoe ook Etty Hillesum behoorde die om haar oorlogsdagboek grote bekendheid kreeg. Emanuel en Kitty hadden twee kinderen. Hetty en Philip Uri.
Moeder en dochter zouden de oorlog overleven. Vader en zoon echter niet.

Philip Uri wilde naar Palestina. Dus volgde hij een landbouwopleiding in Laag Keppel. Op de beruchte achtste oktober 1941 kwam hij thuis onwetend dat de overvalwagen klaar stond. Zijn jonge leven eindigde op 30 oktober 1941 in de steengroeve van Mauthausen.

Emanuel zou met de overgebleven leden van de familie onderduiken op het Kervel. Op 27 april 1944 kwam de nacht van het verraad. Kitty en Hetty ontkwamen. Emanuel niet. Op 22 mei 1944 werd hij in Auschwitz vermoord.

In het huis van Emanuel verbleef ook zijn oude stiefmoeder Etje Jacobs – de Groot met haar zuster Jane Krukziener – de Groot.
Beiden zouden in weerwil van hun hoge leeftijd in kamp Vught terechtkomen. Vandaar gingen zij via Westerbork op transport en vonden in Sobibor de dood. Etje op 30 april 1943 en Jane op 14 mei 1943.

VEEMARKTSTRAAT 4

Uit De Graafschapsbode : De opening van de nieuwe veemarkt op de achtergrond Veemarkt 4 Foto archief H.M. en E, Somsen - Lieverdink

JANS, BERTHA EN RACHEL PHILIPS EN JACOB PHILIPS

Ooit werd op een dag in 1928 de nieuwe veemarkt feestelijk in gebruik genomen.
De hoofdrol was een aan Joods jongetje dat de burgemeester de schaar mocht overhandigen waarmee deze het lint doorknipte. Philip Uri Jacobs heette hij. Hij was de zoon van Emanuel en Kitty Jacobs – Van Hillesum.

Voor de nieuwe veemarkt had de oude slagerij van Samuel Philips het veld moeten ruimen, maar de gemeente Hengelo bood de drie dochters van de slager een nieuwe woning aan die er nog altijd staat.

De veemarkt van weleer is verdwenen en ook de herinnering aan de drie roodharige zusters zoals Jans, Bertha en Rachel in Hengelo werden genoemd. Ze hadden inderdaad knalrood haar en stonden erom bekend dat ze onderlinge meningsverschillen met het nodige temperament wisten te beslechten.

Rachel was de jongste van de drie. Ze had een onecht kind. Jacob heette hij. Hij deed in Hengelo volop mee en was gezien al was het maar door zijn sportieve prestaties.

Toen kwam het bevel dat ook de Achterhoekse Joden zich moesten melden voor Vught.  Jans zou de schrikwekkende werkelijkheid van dit kamp niet overleven. Bertha en Rachel vonden zoals zo veel anderen uit de Achterhoek op 14 mei 1943 in Sobibor de dood. Ook Jacob zou er op 23 juli 1943 worden vermoord.

RUURLOSEWEG 6

Foto: ECAL

LOUIS PHILIPS EN BILLA BAER

De bordjes ‘Voor Joden verboden’ waren inmiddels overal te lezen.

Kinderen mocht niet naar openbare scholen. Joden mochten geen markten bezoeken en het verhaal ging in dat najaar van 1941 dat in Twente honderd Joodse mannen waren opgepakt en naar een kamp waren gestuurd. Ver weg. Mauthausen.

 

Op 8 oktober 1941 stopt een overvalwagen aan de Ruurloseweg. Drie zoons van Louis Philips en Billa Baer worden ruw de wagen ingedreven en nog drie anderen ondergaan hetzelfde lot. Nog lang is in Hengelo verteld van de oude Louis en Billa die jammerend op straat stonden. Kort daarna verschenen er zes doodstijdingen. Mauthausen. De twee bejaarde mensen bleven achter met hun dochter Mina.

Louis was slachter. Kosjer volgens de voorschriften zoals het een vrome Jood betaamt. Hij handelde er nog wat bij in lompen en oude metalen. Mina zorgde voor haar ouders en zong in het koor van de Zangvereniging Excelsior.
Toen de oproep voor Vught kwam, moest Mina met haar ouders haar geliefde Hengelo verlaten, waar haar voorgeslacht al zo lang een mooi bestaan gevonden had.

Louis Philips en Billa Baer werden op 14 mei 1943 in Sobibor vermoord.
Mina vond een maand later op 11 juni 1943 de dood.

RUURLOSEWEG 10

Foto via USC Shoah Foundation

LEVIE MEIJERS EN JETTA BAMBERG

Eén van de gevolgen van de Holocaust is de vernietiging van fotoalbums. Maar het familieportret van Levie Meijers en Jetta Bamberg is gelukkig bewaard gebleven.
De mannen boven van links naar rechts Leo, Herman en Elie Meijers. Vervolgens in het midden Jacob en de ouders Jetta Bamberg en Levi Meijers en geheel rechts staande Lowieke.

Van hun vijf zonen overleefde Elie de oorlog. Op hoge leeftijd heeft hij verteld van zijn leven. In het gezin heerste een sfeer van harmonie en er werd thuis veel gezongen. Vader Levie was dan ook voorzanger in de Hengelose sjoel.
Levie was uit een oud Achterhoeks geslacht afkomstig uit de vrome Joodse gemeenschap van Borculo. Hij was manufacturier en kon je alles vertellen over de kwaliteit van lappen stof en had een keur aan knopen, garen en band in zijn assortiment.

Jetta Bamberg kwam uit Wisch. Ze groeide op in de schaduw van de mooie synagoge van Terborg tot Levie Meijers zijn oog op haar liet vallen.

Als de oorlog uitbreekt, woont alleen Lowieke nog thuis. Hij is gehandicapt. Zijn lichaam is klein en zijn hoofd is groot. Gearresteerd bij de eerste razzia op 8 oktober 1941 is Lowieke één van de eersten die in Mauthausen omgekomen is.

Levie en Jetta proberen nog onder te duiken. Maar in Amsterdam worden zij opgepakt en op 16 juli 1943 vinden zij in Sobibor de dood.

RUURLOSEWEG 12

Joodse Begraafplaats Hengelo Gld getekend door Agnes van de Brandeler rond 1960. Foto www.oudhengelo.nl

SIMON PHILIPS EN JULIA COHEN

Aan de Ruurloseweg werden in de dertiger jaren nieuwe huizen gebouwd. In één daarvan ging Simon Philips wonen met zijn bruid Julia Cohen. In 1939 werd hun zoontje geboren. Zij noemden hem Louis naar zijn grootvader.

Julia Cohen was lid van de vereniging ‘Gemiloeth Chassadim’. De leden van deze Joodse vereniging hebben tot taak de doden de laatste eer te bewijzen door hen ritueel te reinigen en hen in het doodskleed te kleden. Deze laatste zorg is omgeven met tal van vrome gebruiken die diep in het jodendom geworteld zijn.
Het is een dienst van barmhartigheid die geheel belangeloos aan de gestorvene wordt bewezen. In het gewone leven was Julia verpleegster.

Simon was één van de zes Hengelose Joden die in Mauthausen de dood vond. Het was op 17 oktober 1941. Julia bleef achter met de kleine Louis.

Louis was amper vier jaar oud toen de Joden zich melden moesten in kamp Vught. Zo verliet het kind met zijn moeder de vertrouwde wereld van Hengelo om er nooit meer terug te keren.

Het transport dat hem met zijn moeder naar Sobibor bracht, telde 3017 mensen waaronder 1145 kinderen en Louis was één van hen die daar op 11 juni 1943 werden vermoord.

RUURLOSEWEG 18

Foto Joods Monument - Nederlandse Rode Kruis

ALEXANDER COHEN EN SARA JACOBS

Ooit verliet Alexander Cohen het verre Delfzijl om de hand te vragen van Sara Jacobs. Sara was de dochter van Abraham Jacobs die een gerenommeerde kledingzaak had aan de Spalstraat. Een vrome Joodse familie waarvan de leden allerlei functies bekleedden in de kleine dorpskille van Hengelo.

Alexander Cohen zou nooit een graf krijgen. Op 9 juli 1943 vond hij immers met Sara en Hans – de jongste van hun drie zoons – de dood in Sobibor waar het ook hen niet gegeven was om maar iets van een spoor na te laten.
Hun oudste zoon Frits woonde in Nijkerk voordat hij op 11 juni 1943 in Sobibor werd vermoord. Hun tweede zoon Abram werd in Utrecht gearresteerd en vond op 6 januari 1943 in Auschwitz de dood. De jongemannen waren respectievelijk 20 en 19 jaar.

Had Alexander ooit een graf gekregen, dan zouden op de steen twee handen zijn afgebeeld.

Het zijn handen die de priesterzegen geven. Alexander Cohen was immers uit een geslacht van priesters dat teruggaat tot op Bijbelse tijden.

Alexander maakte zijn afkomst waar door in de Joodse gemeenschap allerlei verantwoordelijkheden op zich te nemen. Zo bekleedde hij een functie in de Joodsche Raad en vertegenwoordigde hij de Joodse gemeente van Hengelo Gld naar buiten. Ook was hij actief in het Joods maatschappelijk werk.

Van hun jongste zoon Hans is een klein portret bewaard. Een spoor van een jongen die zestien jaar oud was, toen hij in Sobibor de trein verliet.

REGELINKSTRAAT 15

Zangconcours Excelsior 1932. Staande laatste rij eerste van rechts Jaap Meijer  Foto archief ECAL

ARON MEIJERS EN REBECCA JACOBS

Aron handelde in van alles en nog wat en iedereen kende hem en hij iedereen. Hij had een naaimachine. Als de zakken waarin de boeren hun graan moesten bergen, stuk waren, haalde Aron die op en bracht ze heel weer terug.

Rebecca was een nicht van Max en Broer Jacobs van de manufacturenwinkel in de Spalstraat. Hun vaders waren broers. Een oud geslacht in Hengelo.

ARON MEIJERS EN REBECCA JACOBS – REGELINKSTRAAT 15

Aron handelde in van alles en nog wat en iedereen kende hem en hij iedereen. Hij had een naaimachine. Als de zakken waarin de boeren hun graan moesten bergen, stuk waren, haalde Aron die op en bracht ze heel weer terug.

Rebecca was een nicht van Max en Broer Jacobs van de manufacturenwinkel in de Spalstraat. Hun vaders waren broers. Een oud geslacht in Hengelo.
Vier kinderen hadden ze die er wezen mochten. Leo en Jaap speelden voetbal bij PAX waar Jaap berucht was om zijn harde schoten. Ook was Jaap lid van de zangvereniging Excelsior. Op de foto staat hij rechts boven met de handen in de zij.

Rosa zou in het huwelijk treden met Meijer Groen de geliefde voorzitter van de Joodse gemeente van Zutphen. Nanny was iemand die, zelfs toen ze ondergedoken zat, de moed had verzetswerk te doen. Jaap, Rosa en Nanny wisten de oorlog te overleven.
Anders was het met Leo en zijn verloofde Alie Frankenhuis. Ze probeerden naar Zwitserland te vluchten. Onderweg werden ze verraden. Hun lichamen werden in Voerendaal op 25 april 1943 gevonden in een droge put.

Ook Aron en Rebecca probeerden te ontkomen. Op 2 mei 1943 werden ze echter in Markelo gearresteerd. Op 14 mei 1943 vonden ze in Sobibor de dood.

Je bent alleen vergeten als je naam is vergeten

Joods Monument

Het Joods monument

Het Joods monument (opgericht 1979) stond oorspronkelijk aan de overkant van de straat, het huidige Synagogestraat 2. Toen de woning daar in 1966 werd gebouwd zijn er in de bodem nog restanten gevonden van een bad, een belangrijk onderdeel in het reinigingsritueel van het jodendom.
Na de oorlog hield de Joodse gemeente in Hengelo op te bestaan, 34 Joden zijn in de oorlog omgebracht, slechts enkelen keerden terug. In 1947 werd het pand voor fl. 2.000,- verkocht aan de gemeente Hengelo. In 1960 is het pand aan de toenmalige Korte Hofstraat afgebroken en werd de straatnaam gewijzigd in Synagogestraat.
Jaap Hulshoff bouwde in 1958 een woning op Synagogestraat 4. Jaap was als raadslid zeer betrokken bij de Hengelose gemeenschap en nam in de zeventiger jaren samen met de dames Lubbers en Wolbert het initiatief voor het oprichten van een Joodse gedenksteen. Het ontwerp was van Alfons Wolbert, architect in Hengelo. Dit ontwerp is op zijn kantoor uitgetekend door Herman Lubbers. De vader van Herman, Jan Lubbers, was aannemer aan de Schoolstraat. In zijn werkplaats maakte Jan de stenen op maat en bouwde het monument.

Bekijk de bouwtekening

Bekijk de bouwvergunning

De tekst op het monument:
Ter gedachtenis (in het Hebreeuws)

HIER STOND DE SYNAGOGE VAN DE  JOODSE GEMEENTE

In 2020 was het 75 jaar geleden dat vernietigingskamp Auschwitz werd bevrijd. Ter herinnering aan de in de oorlog omgebrachte Joden, Roma en Sinti, is in Rotterdam een tijdelijke lichtmonument Levenslicht geplaatst.
Een ontwerp van Daan Roosegaarde. https://www.youtube.com/watch?v=Rveo7OmQYcw

Vervolgens zijn deze stenen van het tijdelijk monument, verspreid over de verschillende gemeenten in Nederland. Bronckhorst heeft haar stenen geplaatst bij het Joods monument.

Bij het monument is een fototegel geplaatst, onderdeel van de fototegelroute door het dorp.
Zie de pagina ‘Fototegelroute’ op deze website.

De onthulling gebeurde in 1979 door Hentje Lubbers-Lubbers, onder toeziend oog van Jaap Hulshoff. In 2005 is het monument naar de overkant van de straat verplaatst. Foto archief T. Teunissen

Mevrouw Geertsema spreekt de aanwezigen toe.
Van L naar R: Mevr. Geertsma,  mevr. Lubbers-Lubbers, man met hoed?, Dhr. Groot Roessink, mevr. Roos Meijers, Dhr. Verhoeff, mevr. Nanny Meijers, Dhr. Cornelissen
Dhr. Wolbert, mevr. Wolbert, vrouw met wit haar?, Dhr. Nölle Wolsink.
Foto archief T. Teunissen

DE JOODSE BEGRAAFPLAATS VAN HENGELO GLD

Joodse Begraafplaats Hengelo Gld
getekend door Agnes van den Brandeler ± 1960

Ooit was in Hengelo Gld één van de oudste Joodse begraafplaatsen van de Achterhoek te vinden. Op de eerste september van het jaar 1789 wezen de Mark – en Kerkmeesters en de geërfden aan de Joodse gemeente een stukje grond toe om haar doden te begraven.

Een hoekjen grond in de Heyde tusschen de Haytenkmaat en Varselschen Enk op de scheydinge van de Dunsborger mark opgemeten zijnde 36 roeden

Ruim anderhalve eeuw lang zouden op deze afgelegen plek aan de Kloosterweg de Hengelose Joden hun gestorvenen begraven.

De grafstenen werden zo geplaatst dat ze als het ware uitzagen naar de opgaande zon. Naar het oosten. Naar Jeruzalem. Want daar zal ooit aan het einde der tijden de Messias komen als stralend middelpunt van het Koninkrijk van God aldus de gelovige verwachting van het jodendom.

Al die stenen droegen namen die ons terug plaatsen in de tijd waarin in Hengelo Gld Joodse families in vrede leefden en werkten. Philips. Fortuin. Böninger. De Winter. Engers. Jacobs. Koppel. Windmuller. Hirsch. Wijler. De Groot. Meijers.

Hier en daar stond slechts een enkel paaltje om de stille herinnering te bewaren aan hem of haar die er een laatste rustplaats vond.

De oudste steen die bewaard is gebleven is die van Salomon Jacob Fortuin uit 1859 met prachtig grafschrift.

Hier rust een sieraad van zijn gemeente die God vreesde
Vroomheid en oprechtheid waren zijn lofzang
Zijn nagedachtenis zij tot zegen

De jongste steen is die van Jaap Meijers uit 1957.

Jacob Meijers en zijn eerste vrouw Jeanette Spier doken in de oorlog onder. Ze werden beiden verraden. Jaap kon vluchten. Jeanette werd gearresteerd en met enkele anderen overgebracht naar het vliegveld Twente te Enschede waar zij kort daarna werden gefusilleerd en begraven. Het was op 1 september 1944.

Jeanette is herbegraven op de Joodse begraafplaats van Hengelo Gld. Op haar graf kwam een paaltje te staan.

Jaap ontkwam en hertrouwde na de oorlog met Clara van Leeuwen. Twee kinderen kregen zij. Leo en Edith. Jaap overleed op jonge leeftijd. Hij werd 45 jaar. Uit correspondentie van de Joodse gemeente blijkt, dat de begrafenis van Jaap Meijers vanuit de Hengelose dorpsgemeenschap met veel goede zorg werd omgeven.

De aanleg van een waterwingebied vereist in 1965 de ontruiming van de Joodse begraafplaats. De graven worden onder rabbinaal toezicht ontruimd en verplaatst naar de Joodse begraafplaats te Zutphen. Zestien kleine paaltjes en zeventien grafstenen.

Zo ging het allerlaatste verloren dat in Hengelo nog herinnerde aan het leven van een bloeiende dorpskille ergens in het hart van de Achterhoek.

Van de zestien kleine paaltjes is er één dat zonder woorden herinnert aan het levensverhaal van een jonge vrouw. Zij was het die op 1 september 1944 op het vliegveld Twente werd gefusilleerd. Jeanette Spier was haar naam. Ze werd 37 jaar.

Henk G. Teeuwen

DE SYNAGOGE VAN HENGELO GLD

De synagoge van Hengelo Gld
getekend door Agnes van den Brandeler ± 1955

Het gebeurde in de zomer van het oorlogsjaar 1941 overal in ons land.
Duitsers en NSB’ers drongen de Joodse bedehuizen binnen en sloegen alles kort en klein. Het gebeurde ook in Hengelo Gld. Het interieur van de synagoge aan de Korte Hofstraat werd vernield en de kostbare Thorarollen werden in brand gestoken.

Daags daarna kwamen de Hengelose Joden de schade opnemen. Ze vonden een geschonden Thorarol terug in de ravage. Zoals gebruikelijk in het jodendom om te handelen met heilige boeken die om welke reden dan ook onbruikbaar geworden zijn, droegen zij de boekrol naar de Joodse begraafplaats aan de Kloosterweg om deze daar te begraven. Een droeve laatste tocht.

Hoe anders was het op die achtentwintigste juni van het jaar 1882.
De Joodse gemeente van Hengelo Gld wijdde op die dag de nieuwe synagoge aan de Korte Hofstraat in.

Het stond in de Zutphense Courant. Om twaalf uur nam de plechtigheid een aanvang. Voorop gingen de dragers der heilige wetsrollen, gevolgd door acht sierlijk geklede bruidjes, terwijl de muziek zich liet hooren.

Na de zeven gebruikelijke omgangen, voorafgegaan door bloemenstrooisters, sprak de opperrabbijn over een tekst uit het Bijbelboek Zacharia.

Juicht en verblijdt u, gij dochters Sions,
want zie, Ik kom en zal in het midden van u wonen.

Vanaf die dag was de synagoge aan de Hofstraat het kloppend hart van de Joodse gemeente van Hengelo Gld. Op sabbath gingen de deuren open van de Heilige Arke. Daarin stonden de boekrollen met de heilige teksten van Mozes en de Profeten. Hier vonden de vele grote feesten plaats die het jodendom rijk is.

In de synagoge bevond zich ook het Joodse badhuis.

Het bad – het mikwe – is de plaats waar de rituele reinigingen plaats vinden. Joodse vrouwen lieten zich na de maandstonde onderdopen onder het uitspreken van gewijde teksten waarin de Allerhoogste geprezen wordt die ons het leven geeft.

Geheel links de synagoge met de halfronde ramen.

De synagoge van Hengelo Gld stond niet ergens achteraf maar als het ware tegen het dorpscentrum aangeleund. In de schaduw van de oude Remigiuskerk. Op de foto uit 1925 is dat goed te zien.

Aan de Synagogestraat herinnert een monument aan de dagen van weleer. Het staat tegenover de plaats waar de synagoge heeft gestaan.

In de oorlog werd de synagoge gebruikt om Joodse eigendommen op te slaan. Na de oorlog restte een gebouw in deplorabele toestand. In 1960 werd het gebouw dat ooit de kleine sjoel van de Hengelose Joden was, afgebroken.

Afgezien van het monument is er niets meer dat herinnert aan het bestaan van die kleine bloeiende Joodse gemeenschap van Hengelo Gld. Het zijn verhalen van de Joodse families die deze plek hebben liefgehad, die de herinnering levend houden aan hoe het hier ooit was.

Henk G. Teeuwen