1992-02 Vacantie buiten (bij fam. Heerink)

Uit de Olde Kaste 1992-02

Auteur: N. Grijzenhout Ede

Vacantie buiten

Herinneringen aan de zomervacanties van dhr. N. Grijzenhout bij de fam. H.J. Heerink in de Dunsborg in de jaren 1929, 1930 en 1931.


Wakker worden in de bedstee. Het begon met één kraaiende haan, waarna spoedig in de hele buurtschap hanengekraai was te horen. Vervolgens deed ook nog de pauw van oom Hendrik Jan een duit in het zakje met z’n gekrijs. Vanuit mijn bedstee hoorde ik de kippen, de koeien, de varkens en het vogelgezang rondom. De hele schepping is één orkest als je goed luistert. De hond begint te blaffen tegen de poes. Zoek dit alles eens op in je Amsterdamse bovenkamer. Even later hoor je ook de mensen, klompengeklots, gerinkel van de melkemmers. Daags tevoren de melkbussen heel secuur schoongemaakt en geschuurd; ’t moest glimmen, netjes zijn. Daarna stonden de kinderen op. Wassen, aankleden en dan de broodmaaltijd. Het hele gezin aan tafel en een heerlijk zacht gekookt eitje toe. In de loop van de ochtend kwam een opgeschoten jongeman met een melkwagen de melk ophalen. Ik meen (Hendrik?) Momberg. Hij was heel sterk en handig. Met een zwaai kwamen de melkbussen op de wagen terecht zonder dat er gemorst werd. Ik vroeg hem hoe hij wist welke bussen van wie zijn. Hij wees naar het nummer 468 op een glimmend koperen plaatje op de bus. Dat is het nummer van oom Hendrik Jan en iedereen in de buurt heeft zo zijn eigen nummer. Wat deze jongen ook goed kon was paard mennen. Het huis van Heerink stond op een driesprong. Het was ‘t laatste huis aan die weg. Vlak voor het huis kwamen de wagensporen bij elkaar.

De melkwagen moest daar draaien. Netjes draaide hij de lange kar met melkbussen door het karrespoor. Ik keek daar altijd vol bewondering naar. Verder ging hij dan de buurt door naar de zuivelfabriek. In de loop van de ochtend werden de lege bussen weer terug gebracht om weer schoongemaakt en opgeschuurd te worden. Soms was er een lijst bij met vetgehalte en reinheid. Ook herinner ik me een (jaar)boekje, waarin alle adressen met het aantal stuks vee van de leden in stonden en nog meer gegevens.
Met het oog op de hitte werd op zaterdagavond de melk ook opgehaald, omdat zondags niet werd opgehaald. Soms ging de melk in de koelbak. De Graafschapbode werd drie keer in de week samen met de andere post gebracht. Als er post was, kwam de postbode ook op de andere dagen aanbrengen. Een enkele keer was er voor mij ook een brief bij. Want een postzegel voor een brief kostte 5 ct. en voor een ansichtkaart 11/2 ct. Dat was toen een heel bedrag. De kaarten die ik terugstuurde, zijn in de loop der tijd zoekgeraakt. Die hadden toen geen waarde. Ik denk nog wei eens aan de afbeeldingen van de Olde Kaste, paarden, markten, stoomtrammen waar ik in heb gezeten en het tramstation met het terrein erachter. Een stukje nostalgie. Maar ook naar de krant keken wij uit om het kinderverhaal: “Bobbie in het circusland”. De postbode kwam vroeg of Iaat, al naar gelang de hoeveelheid post of bakken koffie die hij onderweg op kon. Hij was tevens de verteller van de laatste nieuwtjes en vele andere verhalen. Een andere verhalenverteller was Derk Hakken, die met Koos het zwarte paard in de drukke tijd kwam helpen ploegen en oogsten. Helaas ben ik deze verhalen vergeten.