1993-04 Holbewoners

Uit De Olde Kaste 1993-04

Auteur: Wim Luimes

Holbewoners


Hanna Koenders met haar onafscheidelijke pijp (Foto: G.W. Luimes)

De vrouw die U op de foto ziet werd in de volksmond Hanne (ook wel Anne) Koenders genoemd.
Dit kwam omdat zij samenwoonde met Willem Koenders, geboren 05-12-1875 te Zevenaar.
Haar echte naam heb ik tot nu toe niet kunnen achterhalen.


















Willem Koenders werkte in Duitsland tijdens de oorlog 1914-1918 als sjouwer. In die jaren verloor hij het licht uit een oog. In Duitsland was het waar Willem en Hanne elkaar leerden kennen. Doordat de oorlogssituatie in Duitsland steeds verslechterde, vluchtten ze naar Nederland, samen met de moeder van Hanne. Het waren zigeunerinnen, wat op de foto duidelijk waarneembaar is.
Na her en der rondgezworven te hebben in het Achterhoekse land, o.a. in de Heidehoek onder
Zelhem, trokken ze richting Hengelo. Daar kwamen ze in de Noordink terecht bij de familie Mombarg, waar ze op een stuk land ‘n soort tent mochten bouwen. In die tent werd wat stro neergelegd. Na enige tijd verplaatsten ze de tent enkele honderden meters verderop. Dat heeft zo een paar jaar geduurd. Dat het wonen in een tent geen pretje was moge blijken uit het feit dat de oude vrouw, de moeder van Hanne, tijdens strenge vorst met haar haren zat vastgevroren aan de dekens.
Ze verhuisden eerst naar een stuk bos nabij de familie Berendsen aan de Heideweversweg en vervolgens naar de Weversplas, nabij het Wossinkbos. Daar werd een gat in de grond gegraven met een wal er om heen. De wal werd afgedekt met een zeil. Op deze manier was het beter uit te houden. Men woonde immers warmer dan boven de grond. Om in het levensonderhoud te voorzien werd van alles ondernomen. Zo ging Hanne regelmatig met een Fox-hondje op pad om egels te vangen. Deze egels (stekkelvarkens) werden vervolgens geroosterd of in de zuurkool meegekookt.

Ook de buren leverden hen egels. Voor de melk hadden ze een geit. Als dit dier aan het eten was, werd het soms een bril opgezet. Volgens Hanne kon de geit dan beter zien wat ze at.

Hanne had de eigenschap helderziend te zijn en ooit had ze eens in een circus gewerkt. Ze ventte met negotie van deur tot deur. Willem maakte dikwijls ‘wörsters” (borstels van lange heide) en manden welke hij vervolgens verkocht. Willem ging ook als dagloner werken, o.a. bij boeren op het land. Hij hielp met dorsen of houtzagen. Als er bij een boer werd geslacht, kreeg hij soms wat vlees mee. Willem was een grote stoere kerel die van aanpakken wist. Door de winkeliers uit het dorp werd hen af en toe eten en kleding toegeschoven. Het toenmalige hoofd van de Christelijke School, de heer van der Lugt, ondernam veel om deze mensen te helpen. Door de gemeente werd op een gegeven moment de ondergrondse woning vervangen door een houten noodwoning. Deze kwam op dezelfde plaats te staan. Vrij kort daarop is de moeder van Hanne overleden.
Als Willem en Hanne uitgingen, bijvoorbeeld naar de paardemarkt, dan schuurde hij zijn klompen mooi wit en Hanne maakte het haar zwart met schoensmeer. Als het regende dan liepen er zwarte druppels over haar gezicht. Dat Hanne graag een pijp rookte blijkt wel uit de foto’s. Dikwijls kwamen kinderen uit nieuwsgierigheid een glaasje water vragen. Meestal viel dat in goede aarde, maar als het teveel gebeurde, werden de kinderen weggejaagd.


Hanna Koenders voor haar noodwoning (Foto: G.W. Luimes)

Na verloop van tijd kwam Willem in het bezit van paard en wagen. Dit was vanzelfsprekend een grote vooruitgang. Zo konden ze over grotere afstanden hun spullen verkopen. Al met al hebben deze mensen geen al te rooskleurig bestaan gekend. Waarschijnlijk is Hanna rond 1940 in de noodwoning in de Dunsborg overleden.

Willem woonde vanaf 21-02-1941 in Maria Postel te Keijenborg waar hij op 11-10-1945 is overleden en aldaar begraven. Mochten er lezers zijn die meer over deze mensen weten te vertellen, dan zou ik dat graag vernemen.
Wim Luimes,
Sarinkkamp 78,
Hengelo.
Tel. 2227.