2012-04 De huisslachting

Lees hoe huisslachter Hein Aalberts vroeger aan huis slachtte.

Uit de Olde Kaste 2012-04

Auteur: Hein Aalberts

De huisslachting van een varken in november 1963 bij Harmsen (de Gespel) door M.Aalberts (keurmeester)

De huisslachting

Dit is een beschrijving over hoe het vroeger ging wanneer de mensen een varken of koe wilden laten slachten als huisslachting.


Men ging eerst naar de huisslachter om af te spreken wanneer hij er tijd voor had. De gemeente was verdeeld in wijken. Bekveld bijvoorbeeld mocht op dinsdag en de Noordink op woensdag en het Dorp op zaterdag. Voor Varssel en de Veldhoek, de Keijenborg en Dunsborg waren er andere dagen om op te slachten.
Er waren meerdere huisslachters. Daarna ging men naar het gemeentehuis om aan te geven en te betalen. Men kreeg dan een bon. De gemeenteambtenaar, vroeger mijnheer de Vries en later Veenhuis en Grootenhuis, gaf het door aan de keurmeester. Deze kwam dan eerst voor de levende keuring. Het dier werd dan gemerkt, een koe met een grote G met blauwe inkt en een varken met een tatoeëerhamer met een G die je later in rode stipjes in het zwoerd terug kon zien.

Nadat de keurmeester was geweest kwam de huisslachter op die bepaalde dag en werd er geslacht, het varken op de leer en de koe aan de balken. Meestal zette men het geslachte dier onder stroom (schrikdraad apparaat), zodat de honden en de katten ervan afbleven. De dag daarop kwam de keurmeester weer om het geslachte dier te keuren. Als het goed was en er waren geen afwijkingen, dan werd het dier gestempeld met goedkeuringsmerken. De vrouwen konden dan alvast beginnen met de darmen en maag schoon te maken en bij de koeien de pens voor rolpens. De blaas was voor defoekkepot.
’s Avonds kwam de buurt om het vet te priezen. Dan kwam de slachter weer om het dier af te snijden, uit te benen en verder te verwerken. De poten, oren en staart van het varken waren voor in de snert. Er werd worst, balkenbrij, bloedbrood en hoofdkaas gemaakt.Vlees werd geweckt en gezouten en later werd het gezouten vlees, de worsten en het spek in de wimme (wieme) gehangen en gedroogd. Soepbotten werden bewaard om bouillon van te trekken; het vet was om uit te bakken, de kaantjes at men op het brood. Later liet men de dieren elders slachten en ging het vlees in de diepvries. Zo bleef het huis schoon.

Hein Aalberts

De laatste huisslachting bij Lamers aan de Wolsinkweg op de Keijenburg, gekeurd door H. Aalberts