Uit de Reclame 11 januari 1947
Met een schone lei
Zo, we zijn dan weer begonnen
Met een nieuwe, schone lei.
Ieder kan nu weer gaan schrijven,
Want de griffel ligt er bij.
Iedereen heeft zo zijn wensen
En verlangens, groot of klein.
Niemand zal ‘t ons kwalijk nemen.
Daar wij toch „slechts” mensen zijn.
Maar als we d’ oude lei bekijken.
Vóór ze weer wordt neergelegd,
Merkt men toch: van al die wensen
Komt heel weinig vaak terecht.
Op de lei van de regering,
Daar komt bovenaan te staan:
Eerst een sluitende begroting
Het tekort moet van de baan!
Bij ‘t bezien van al die nullen
Raakt de huisvrouw van de kook,
En zegt zachtjes: geen tekort meer ?
Op mijn leitje staat dat óók.
Meer deviezen — schrijft de bankman
Met grote letters op zijn lei.
Minder zwendel — zegt een ander,
En hij slaakt een zucht er bij.
Méér van dit en dat wat minder
Dit omhoog en dat omlaag!
Komt dat alles tot vervulling?
‘t Blijft voor u en mij een vraag.
Als wij allemaal maar willen,
Komen wij er heus wel door.
Maar zet bovenaan uw leitje:
‘k Zet m’n beste beentje voor!