Reclame 4 jan. 1947

Balans van 1946
Laten naastenliefde en gerechtigheid geen openstaande posten in uw kasboek blijven. (Nolet)
Met een zwaar vermoeid gebaar
Neemt, voor ’t laatst, het Oude Jaar
Het lijvig boekdeel van zijn leven,
’t Welk hij bijgehouden heeft —
En, terwijl zijn hand nog beeft,
Wordt het laatste blad beschreven.

De balans moet opgemaakt,
Want zijn stervensstonde naakt.
Aanstonds moet hij ’t overdragen.
Menig openstaande post
Moet nog worden ingelost,
Vóór het boek wordt dichtgeslagen.

Zie eens aan de debet kant!
Spanje ; angst; geschonden land ;
Armoe ; honger ; nood en lijden ;
Deportaties ; waanzin ; haat —
En met diep bedroefd gelaat
Kijkt hij naar de creditzijde.

Wel, staat daar dit ene woord:
Vrede . . . ? Is hij nu aan ’t woord ?
Kan hij ’t laatste cijfer schrijven?
’t Boek wordt weer terneer gelegd —
Hij gaat sterven en hij zegt:
D’ openstaande posten . . . blijven

Nieuws voor boer en boerderij
Het zal de tuinders interesseren dat het Bedrijfschap voor Groenten en Fruit het teeltplan 1947 enigszins heeft gewijzigd. Deze wijziging houdt in, dat thans ook het telen van een nacultuur na vroege aardappelen op een bijzondere tuinbouwteeltvergunning is toegestaan. Als nacultuur mogen alle daarvoor in aanmerking komende producten worden geteeld, uitgezonderd sla, spinazie en andijvie. Aanvragen voor bijzondere vergunningen kunnen tot 1 Febr. a.s. worden ingediend bij den P.V.C., Velperweg 55 te Arnhem. Aan telers wordt – mede in hun eigen belang om moeilijkheden te voorkomen – nogmaals onder de aandacht gebracht, dat zij de hoeveelheid rogge en/of haver, waarvoor zij een aanslag hebben ontvangen volledig moeten leveren. Wat betreft de producten tarwe, gerst, peulvruchten, enz., hiervan moet de gehele opbrengst op de dorsbrief worden vermeld. Hoeveelheden welke ingevolge toewijzing eigen oogst mogen worden behouden, mogen onder geen enkele voorwaarde op het op de dorsbrief als gedorst genoteerd staande kwantum in mindering zijn gebracht.

Reclame 11 januari 1947

ERFHUIS
Notaris W. H. van Ballegooijen de Jong te Hengelo (Gld) verkoopt publiek op donderdag 30 januari 1947, om 2 uur precies, ten huize van den heer G. Dijkman op “Kinderkamp” in de Noordink te Hengelo (Gld) voor de Erven van Mej. H. J.B.Breuijel (of Bruil). Diverse meubilaire of andere goederen als tafel, klok, kasten, ledikant, stoelen, fornuis, kachel, tinnen borden, aardewerk, wandborden, koperen kannen, keukengerei, bietensnijder, kuikenkachel, melkgereedschap, mest, paard, koe, pink, gans, 10 kippen en haan en wat verder ten verkoop wordt aangeboden. Te bezichtigen 1 uur voor de verkoop.

Met schone lei
Zo, we zijn dan weer begonnen
Met een nieuwe, schone lei.
Ieder kan nu weer gaan schrijven,
Want de griffel ligt er bij.

Iedereen heeft zo zijn wensen
En verlangens, groot of klein.
Niemand zal ’t ons kwalijk nemen.
Daar wij toch „slechts” mensen zijn.

Maar als we d’ oude lei bekijken.
Vóór ze weer wordt neergelegd,
Merkt men toch: van al die wensen
Komt heel weinig vaak terecht.

Op de lei van de regering,
Daar komt bovenaan te staan:
Eerst een sluitende begroting
Het tekort moet van de baan!

Bij ’t bezien van al die nullen
Raakt de huisvrouw van de kook,
En zegt zachtjes: geen tekort meer ?
Op mijn leitje staat dat óók.

Meer deviezen — schrijft de bankman
Met grote letters op zijn lei.
Minder zwendel — zegt een ander,
En hij slaakt een zucht er bij.

Méér van dit en dat wat minder
Dit omhoog en dat omlaag!
Komt dat alles tot vervulling?
’t Blijft voor u en mij een vraag.

Als wij allemaal maar willen,
Komen wij er heus wel door.
Maar zet bovenaan uw leitje:
‘k Zet m’n beste beentje voor!

Voedselvoorziening en landbouwaangelegenheden
Over bovengenoemd onderwerp sprak Dinsdagavond in de zaal Demming Ir W. Kooy, voedselcommissaris voor Gelderland, voor de leden der afd. van de G.M.v.L. Van de vele regeringsmaatregelen betreffende de voedselvoorziening zijn er reeds vele opgeheven, aldus spreker en ook veel nog bestaande hebben eigenlijk hun betekenis verloren, doch die voor de vleesvoorziening zullen nog wel geruime tijd blijven bestaan, daar onze vleespositie er in de komende tijd nog lang niet rooskleurig uitziet. Voor 1947 zal een vee levering van 120 kg per jaar worden opgelegd voor rundvee. Van een voorlopige aanslag van l Sept. tot l Mei van 180 kg hoopt de regering echter geen gebruik te maken. Het voornaamste vleestekort zit bij de varkens. De burgerbevolking consumeert thans nog slechts een vijfde deel van hetgeen er voor de oorlog werd gebruikt. Twee wegen kan men inslaan om weer op het oude peil te komen, n.l. invoer van vlees, wat echter op grote moeilijkheden stuit met deviezen, en ook kan de eigen vleesvoorziening worden opgevoerd door de varkensfokkerij geheel vrij te geven. Dit laatste heeft weer het bezwaar, dat de fokkerij zich gaat verplaatsen naar de grote bedrijven, daar die over meer voer beschikken, wat geenszins de bedoeling is. Men behoeft er echter niet op te rekenen, dat nog dit jaar de distributie van vlees zal worden opgeheven. De boeren zijn met ingang van heden weer een stapje verder doordat de levering der varkens thans rechtstreeks aan de vleeswarenfabrieken zal plaats hebben. Er kan nu ter plaatse worden geslacht, het gewichtsverlies wordt minder en men behoeft niet langer dan een week op uitbetaling te wachten. Het is thans nog niet veroorloofd, de toewijzing voor fokzeugen op te heffen en ook werden weer de geleidbiljetten en vervoerbewijzen voor biggen ingevoerd, daar er zeer veel biggen clandestien naar de grote steden verdwenen. Aangaande de graanpositie van eigen oogst, welke in het afgelopen jaar goed is geweest, meent de regering toch dit jaar zuinig te moeten zijn, want in 1946 is aan broodgraan l miljoen ton en aan veevoeder zelfs nog meer moeten worden ingevoerd. Wat de prijzen van het ingeleverde graan betreft, meende spreker te kunnen zeggen, dat deze iets lager zullen worden dan het vorig jaar. De kunstmesttoewijzing zal verhoogd worden. De fosforhoudende en waarschijnlijk ook de stikstofhoudende zullen vrij komen, doch met de kali staat het er nog niet zo gunstig voor. Wat de aardappelen betreft, zal er waarschijnlijk inventarisatie worden gehouden, daar de regering moeilijkheden voorziet. De export is daarom voorlopig stopgezet en een beperking er van als veevoeder opgelegd. Spreker behandelde vervolgens nog diverse andere landbouwproblemen terwijl hij daarna nog een aantal gestelde vragen beantwoordde.

Kerstmis aan boord van de „Willem Barendsz”
De speciale verslaggever aan boord van de „Willem Barendsz” seint ons: Kerstmis aan de Zuidpool! De telegrammen uit Holland hebben ons ervan verwittigd, dat het hard vriest in het vaderland, maar hier is het ongetwijfeld kouder. In elk geval: de temperatuur voor de echt-Hollandse Kerststemming is er wel! Het sneeuwt en er raast een gierende wind. Dan doet het goed om binnen te zijn en wie van de bemanning verlangt er niet naar? Reeds vroeg in de avond – eigenlijk laat in de middag – werd het werk „neergelegd”, maar de messrooms, die we voor deze gelegenheid feestelijk hebben versierd, laten niet toe, dat we allen tegelijk bijeenkomen. We moeten het in ploegen doen. Aan de broederlijke stemming die er heerst, doet het niets af, dat de dominee er niet is. We hopen, dat hij in Kaapstad al zover hersteld is, dat hij zijn zegenrijk werk daar kan voortzetten. Maar, wat nu op de „Willem Barendsz” ? Jan Strijbos neemt de taak van Ds Wriesters over. Hij spreekt een wijdingswoord en doet het met gevoel en overtuiging. Hij leest in onze harten, als wij – natuurlijk denken aan thuis. Onze gedachten gaan ook uit naar de nabestaanden van onzen vriend Kuiper, die bij het ongeluk van de „Walrus” te Kaapstad om het leven is gekomen. Donkelaar en Hoogenkamp zijn er betrekkelijk goed afgekomen, maar moesten toch in het ziekenhuis worden opgenomen. We zenden hun een Kerstgroet. In de messroom wordt het al voller en de temperatuur stijgt. Buiten is het ijzig koud. Hier wordt de warme wijn rondgediend en worden sinaasappelen uitgedeeld. Er wordt accordeon gespeeld, afgewisseld door orgelmuziek. De stoere zeelui wisselen geen woord, als de wijdingsmuziek door het zaaltje ruist. De tongen komen echter weer los, als Strijbos één zijner films vertoont en de binnengekomen Kersttelegrammen worden uitgereikt. Het hoogtepunt van deze Kerstviering is de verrassing van de vele Kerstpakketjes, die onbekenden ons hebben gezonden. Soms is het alsof er een vergissing in het spel is, want een gracieuze hand heeft op een velletje postpapier geschreven, dat „ik bij jullie terugkeer wat bananen zou willen hebben”. Maar bananen groeien er nu eenmaal niet aan de Zuidpool. Het is aandoenlijk de briefjes van de onbekende geefsters te lezen, zo vol belangstelling zijn zij voor ons wel en wee. „Ik ben 19 en jij?” schrijft er één. „Ik houd van alle zeelui” lees ik in sierlijk handschrift op een ander velletje. Al die onbekende geefsters danken wij allemaal recht hartelijk. Juist te middernacht wordt onze Kerstviering gestoord. De sirene loeit. Dat is het teken, dat weer een walvis door de slipway aan boord getrokken wordt. Nu is het met de rust gedaan. Toch hebben we nog even tijd om den kok op onze handen te dragen in letterlijke en figuurlijke zin, want hij heeft gezorgd, dat we vandaag op Kerstdag kip, plumpudding en likeur kregen! Kerstmis op de „Willem Barendsz” zullen we nooit vergeten!

Clandestien vervoer van eieren
Ondanks het verbod tot het vervoeren van eieren zonder geleidebiljet, waagt hier en daar nog wel eens iemand clandestien het begeerde kippenproduct in kleine of grote hoeveelheden te transporteren, in de hoop daarbij niet opgemerkt te worden door de controleurs van de C.C.D. Dat deze hoop veelal ijdel is, ontdekte een wielrijder, die in de buurt van Ittervoort met twee tassen vol eieren controleurs van de C.C.D. ontmoette. De wielrijder negeerde het stopteken en reed zo hard hij kon door, terwijl hij zijn tassen wegwierp, blijkbaar om zich de controleurs daardoor van het lijf te houden. De eieren bleken goed verpakt, want bij deze hardhandige manoeuvre sneuvelden er slechts 54 van de 226. De wielrijder is ontkomen. De omgeving van Barneveld bleek voor de controle een vruchtbaar arbeidsveld. Tegen 7 clandestiene eierenvervoerders werd proces-verbaal opgemaakt. Hierbij werden partijen van 1800 en 3600 eieren in beslag genomen. In totaal was de oogst in beslag genomen eieren in Barneveld 8045. In de buurt van Nijmegen reed een automobilist, na van de C.C.D. een stopteken te hebben gekregen, met grote snelheid door. De achtervolgende controleurs vonden den vluchteling spoedig in een zijweg terug, waar hij juist een kist met 500 eieren achter een heg verstopt had. Twee personen werden in verzekerde bewaring gesteld en de auto en de eieren werden in beslag genomen.

Huizen van aluminium
De particuliere industrie in Amerika werkt plannen uit voor de constructie van aluminium huizen. Vijf getransformeerde vliegtuigfabrieken zullen in de naaste toekomst de productie van deze huizen aan de lopende band beginnen. Men hoopt volgend jaar op z’n minst 100.000 huizen af te leveren.

Uit de Reclame edities 1947

Braakhekke

Kelderman

Luesink

Wuestenenk melkzevengaas

Wullink peppels

Lebbink hamermolen

Regelink

Luesink worstmachine

Menting schapenram

Wat veurbi’j geet en wat blif, Derk van den Döker, Stevord

U.V.V., Derksen, Boenink, Stegeman, Henk Oldenhave, Rietman, Berendsen, Onstenk, Limbeek, Woerts, Heerink, Elsman, Pelskamp, Hoekman

Mangelmolen, Bosman

Oranje-commissie, Koninginnefeest

 

J. Meijers, konijnenvellen, bunzings

Reclame 18 Jan. 1947

Verstand en Gevoel
Op initiatief van ds van Nie, Ned. Herv. predikant te Hogeveen, is men bezig contact te leggen tussen de oud-illegalen en de principiële S.S.-ers uit het kamp te Vught. Men wil nagaan of het mogelijk is elkaar te naderen en in de toekomst samen te werken. (Krantenbericht)

Is het mogelijk, wat men voorstaat:
In plaats van haten sympathie?
Kan het zijn, dat zo iets doorgaat?
Is ’t wellicht een utopie?

Kan men zo gauw reeds vergeten,
Wat ons toen werd aangedaan?
Moeten wij hen „broeders” heten?
Kunnen wij tesamen gaan ?

Zij die land en volk verrieden,
Aan den moorder van ons land,
Moeten wij de hand thans bieden?
Neen! zo zegt thans ons verstand.

Immer zal men blijven haten,
Die als verrader tot ons kwam;
Die met bommen en granaten
Leed bracht over Rotterdam.

Wraak aan Hitler’s satellieten;
Weg met zijn vervloekte geest!
Die op eigen broeders schoten,
Zijn nooit waarlijk mens geweest.

Nimmer zal men kunnen leven
Met een moordenaar en dief.
Maar er staat toch ook geschreven:
Hebt uw ergsten vijand lief!

Zijn we dan den Man vergeten,
Die ons zo is voorgegaan?
Moet men hen tóch broeders heten?
Kunnen wij tesamen gaan ? !

De bespuiting van bessen tegen de spruitvreter
Doordat gedurende de oorlogsjaren de bessen in de meeste fruitcentra niet of niet geregeld met vruchtboomcarbolineum zijn bespoten, heeft de bessenspruitvreter zich plaatselijk tamelijk vermeerderd. In verband hiermede raadt de Plantenziektenkundige Dienst aan, de aandacht aan bestrijding van de spruitvreter te besteden. De bestrijding kan zeer goed geschieden door een bespuiting met vruchtboomcarbolineum ter sterkte van 7’/2 u°- Aangezien de spruit vreterrupsjes zich reeds in Februari in de knoppen invreten en dan niet meer met bestrijdingsmiddelen zijn te bereiken, dient de bespuiting met vruchtboomcarbolineum te geschieden in de tweede helft van Januari. In deze periode is het carbolineum ook werkzaam tegen verschillende andere, voor bessen schadelijke insecten, waaronder bladluizen en bessenspanrupsen. Kleurstoffen zijn eveneens tegen de spruitvreter werkzaam, doch haaf werkzaamheid tegen andere parasieten is in Januari vaak onvoldoende. Om deze reden wordt aan het gebruik van vruchtboomcarbolineum ter bestrijding van de spruitvreter de voorkeur gegeven. Om goede resultaten te bereiken, is het nodig de struiken aan alle zijden krachtig en overvloedig te bespuiten.

Reclame 25 Jan. 1947

Vorst of Dooi (gedicht)
Wij hebben in ons kleine landje
Steeds een wonderlijk klimaat.
Elke dag is men nieuwsgierig
Hoe de barometer staat.

’s Morgens blijkt het hard te sneeuwen;
’s Middags vriest het dat het kraakt.
Wijl des avonds weer de regen
Straten tot rivieren maakt.

Groningen meldt prachtig vriesweer
En de Bilt meldt harde wind,
Terwijl in Limburg weer een poesje
Behaaglijk in het zonlicht spint.

In Assen kan men schaatsenrijden,
Zijn de banen glad en mooi.
Wijl een wedstrijd in Noord-Holland
Afgelast wordt wegens dooi.

Het kan vriezen; het kan dooien
Meldt het daag’lijks weerbericht,
Daar ons. land precies in ’t midden
Van een soort depressie ligt.

Het kan vriezen het kan dooien;
En de Bilt heeft daarop kijk.
En op deze wijze krijgt men
In de Bilt nog steeds gelijk!

„Ereschuld en Dankbaarheid”
Vrijdagavond werd in het feestgebouw „Concordia” een propaganda bijeenkomst belegd door de plaatselijke afd. van het comité „Ereschuld en Dankbaarheid”. De heer Kroes uit Haarlem, propagandist van het landelijk comité, hield een toespraak, waarin hij naar voren bracht de grote noden, waarin vele nagelaten betrekkingen verkeren van hen die in Mei 1940 de eerste stoot van den vijand opvingen en zodoende hun leven lieten of als zwaar invalide huiswaarts keerden. Spreker liet duidelijk uitkomen dat de Staat in eerste instantie de verzorging van de weduwen en wezen op zich dient te nemen, maar daarnaast wees hij op de ereplicht en de dankbaarheid, die wij als Nederlanders moeten hebben ten opzichte van de nabestaanden, die nog steeds elke dag gebukt gaan onder het grote offer dat de oorlog van hen heeft gevraagd.

Verkoudheid moet verdwijnen
In het Nationale Instituut voor Hygiëne in de nabijheid van Washington, werken 125 medici van de Amerikaanse Dienst van Gezondheid aan het probleem een afdoend middel tegen verkoudheid te vinden. De heren zijn nog al bescheiden. Als het meevalt, zullen ze in vijf jaar hun doel hebben bereikt. Geen wonder, dat in dit onderzoek enorme geldmiddelen worden belegd, want volgens de nieuwste statistieken gaan per jaar 80 miljoen arbeidsdagen door verkoudheid verloren. Dit betekent, dat iedere dag een minimum van 250.000 arbeiders enkel en alleen in verband met hun verkoudheid thuis moeten blijven. Wij zelf zijn niet zo optimistisch wat een volledige oplossing van het verkoudheidsvraagstuk betreft. Het is n.l. voor een zeer groot gedeelte een wonings-, een hygiëne- en een dieet vraagstuk. Of men leeft zeer primitief, b.v. zoals de Eskimo’s, die niet in contact zijn met de blanken of in overeenstemming met de nieuwe inzichten op het gebied van woning, hygiëne en voeding. Geen enkel wondermiddeltje zou bij de „cultuurmensen” de verkoudheid kunnen uitroeien.

U vraagt — wij antwoorden!
Wist gij, gemeentearbeiders, dat het ons zeer spijt, dat ge ons noodzaakt te antwoorden op Uw ingezonden stukje? Wist gij, dat, wanneer ge kaatst ook de bal moet verwachten ? Nu dan : 1e. hetgeen ge zegt over de 3 arbeiders en de 2 kruiwagens staat geheel buiten onze belangensfeer. We hebben niet gevraagd wat U ten dienste stond en met hoeveel mensen U was! We hebben enkel en alleen „geconstateerd”, dat er op zeer onvoldoende wijze gestrooid is! Gij behoeft U er zich bij ons niet over te verontschuldigen. Gij behoort als goede arbeiders zélf bij de verantwoordelijke personen aan te kloppen en Uw klachten kenbaar te maken, indien deze gegrond zijn ! Wij, burgers, staan daar buiten. 2e. dacht ge soms, dat wij er bij bleven staan, als ge aan ’t strooien zijt, om te zien of ge de gehele straat wel strooit? Dat is het werk van een opzichter — indien die er tenminste is. — 3e. hetgeen ge zegt over de regen om 11 uur, is onzin. Waarom zullen we de ongestrooide wegen opnoemen ? Ge kent ze alle! Ze waren om 12 uur spiegelglad ! Ge hebt toch zeker óók wel eens gehoord van „opvriezen” nietwaar? 4e. hetgeen ge zegt over de verlichting op een vroeger uur is al even dwaas! Als we goed lezen moeten we uit die regel opmaken, dat er niet eerder begonnen kon worden wegens de verlichting! Een straat is o.i. anders nog al gauw te zien! 5e. hetgeen ge zegt over „voldoende onderzoek” en „het wenden tot het gemeentebestuur” is dwaasheid! Wij, burgers, constateren dat ons inziens iets niet in orde is. Vervolgens kunnen we wensen, onze hoop uitspreken, dat er verandering komt in zo’n geval. Maar, gemeentearbeiders, ge kunt van ons toch niet verlangen dat wij om andere, moderne hulpmiddelen vragen? Indien we dat mondeling zouden doen, gemeentearbeiders, dan zou er een extra loket moeten komen voor de vele vragers ! ! Zouden we het schriftelijk doen, dan zouden de gemeenteambtenaren nóg méér overbelast worden ! Neen, gemeentearbeiders, dergelijke kleine dingen vallen onder de directe verantwoordelijkheid van dié persoon(en), die met de organisatie en juiste uitvoering ervan belast is (zijn)! Wij onzerzijds geloven dat er nu over het „zand” genoeg stof is opgewaaid ! Hopelijk komt er enige verbetering. Jammer alleen, dat gij, gemeentearbeiders, er nogal stof van in de ogen hebt gekregen, zodat ge het eerste stukje niet goed hebt kunnen lezen en dus ook niet hebt begrepen! L. A. J. Witteveen.

Reclame 1 februari 1947

Weer wonderen (gedicht)
In een zitting van de Sovjet-academie van Wetenschappen werd verklaard, dat het, met behulp van de atoomenergie mogelijk was, invloed op het weer uit te oefenen. (Krantenbericht)

Ik heb weer eens iets nieuws gelezen:
Rusland zal de eerste weten,
Die natuur aan banden legt!
Men kan nu de Biltse heren
Rustigjes gaan pensionneren
‘t Komt zónder hen nu ook terecht.

Door de splitsing der atomen,
Kan ik reeds bij voorbaat dromen
Van verlof met zonneschijn.
In Maart komt men je straks vertellen
Ga ’t pension maar vast bestellen
September zal vast zonnig zijn!

U hoeft niet meer bang te wezen
In Januari kan men lezen,
Wat voor weer men strakjes maakt.
Iedereen krijgt nu het zijne:
’s Winters zal de zon gaan schijnen
’s Zomers vriest het dat het kraakt.

Later hoef je naar de heren
Even maar te tel’foneren:
„Luister eventjes meneer
Is het heus nu wel verantwoord
‘k Wil in Juli graag naar Zandvoort.
Zorgt U voor wat zonnig weer?”

Men leest straks per advertentie,
Als oneerlijke concurrentie
Van d’ Enkhuizer Almanak:
Acht Augustus zal het gieten;
Blijf dan thuis wat Zwarte Pieten,
Rustig en op Uw gemak.

En m’n likdoorn,
die bij prutweer Stak en jeukte,
heeft geen nut meer;
Laat ik nu verdwijnen — gauw!
Maar één ding kan ‘k U vertellen:
Men kan U toch nooit voorspellen
d’ Onweersbuien van je vrouw.

Structuur van de grond
De afd. Hengelo-Vorden van de B.O.G. hield in de zaal Demming een druk bezochte bijeenkomst, waarin de heer Scharringa, hoofdassistent van de landbouwvoorlichtingsdienst een lezing hield over de structuur van de grond en de organische bemesting. Wat de structuur is, zegt spreker, is moeilijk te omschrijven. Ze is gunstig of ongunstig. In de bovenste aardlaag van ongeveer 15 cm speelt zich een rijk leven af van bacteriën, schimmels en kleine organismen, veel meer dan men zou vermoeden. De kleinste aarddeeltjes voegen zich aaneen tot vlokjes, waartussen de holten zich vullen met water en lucht. Er ontstaat de z.g.n. kruimelstructuur, die we zien als een klein weefsel met een grote activiteit van kleine wezens. Door telkens de oogst van het land te verwijderen, waardoor de grond onbedekt wordt, wijzigt de structuur zich in ongunstige zin. De bewerking van de grond en de bemesting zijn noodzakelijk om het leven weer op gang te brengen. Oorspronkelijk gebruikte men alleen stalmest. Later verviel men in de fout uitsluitend kunstmest te gebruiken. Thans bevindt men zich het beste bij een oordeelkundige toepassing van beide. De bewerking bestaat in het beploegen van de grond. Dat mag niet dieper gaan dan 18 cm. Wat daar beneden ligt is de ploegzool, die te hard is voor de wortels om er in door te dringen. Daarom moet ze af en toe los worden gemaakt, waarbij er voor gezorgd moet worden, dat deze grond niet in de bouwvoor komt. Men gebruikt hiervoor een „ondergronder” of een soort gelijk werktuig, dat aan een gewone ploeg kan worden bevestigd. Nadat spreker nog verschillende aanwijzingen had gegeven omtrent de tijd van ploegen in het voor- en najaar op klei- en zandgrond, werd een aantal lantaarnplaatjes vertoond, waarbij de structuur van de bodem, alsmede de constructie van verschillende ploegen met ondergronders aanschouwelijk werden voorgesteld en besproken.

Reclame 8 februari 1947

Zilveren vogel (gedicht)
Hoeveel malen na de oorlog
Heeft reeds in de krant gestaan,
Dat een stoere zilveren vogel
Weer verloren is gegaan.

Sneller, sneller, altijd sneller —
Is de eis van het verkeer;
Weinig blijkt er thans onmoog’lijk:
Afstanden bestaan niet meer.

Amsterdam — de Nieuwe Wereld,
In een razend snelle vlucht,
Ziet het klein en nietig Mensdom
Heer en meester van de lucht.

’t Vliegtuig, eerst een machtig wapen
In de strijd op ’t continent,
Wordt voor landen en voor volken
’n Prachtig vredesinstrument.

Vele malen heeft het vliegtuig
In de nood reeds hulp gebracht.
Door het vliegtuig hebben mensen
Thans een ongekende macht.

Maar dan plots is ’t of een stem roept:
„Aan Uw kunnen is een grens.
Wat ge ook bereikt moogt hebben,
Ge zijt en blijft een nietig mens”.

Kadervergadering Bond voor Staatspensionering
Zaterdagmiddag werd te Deventer een kadervergadering gehouden van de Bond voor Staatspensionering, die zeer druk was bezocht. Ruim 50 afdelingen uit Gelderland en Overijssel waren op deze bijeenkomst vertegenwoordigd. De algemeen voorzitter van de Bond, de heer G. van Roekei uit Deventer, hield een inleiding over de noodregeling ouderdomsvoorziening van Minister Drees. Hij vertolkte de grote waardering, die er bestaat bij de ruim 100.000 bij de Bond aangesloten staatsburgers voor deze sociale maatregel, die in niet geringe mate tegemoet komt aan de nood in het leven van meer dan een half miljoen ouden van dagen, die thans in kommervolle omstandigheden verkeren. Deze maatregel is volgens spreker een stap in de goede richting, maar het feit, dat de uitkering voor een volledig levensonderhoud onvoldoende is, zodat voor velen nog aanvullende steun nodig zal blijken, zal voor de Staatspensionneerders aanleiding zijn om op verschillende punten van deze tijdelijke ouderdomsvoorziening wijziging te vragen. Spreker wees er tenslotte op, dat deze voorziening als een voorlopige regeling moet worden beschouwd en wel als een overbruggingsuitkering, in afwachting van de totstandkoming ener definitieve voorziening door middel van verplichte verzekering.
De Bond voor Staatspensionering blijft, volgens spreker, zijn eis voor premievrij staatspensioen onverzwakt handhaven, met welke stelling de talrijke aanwezigen zich geheel verenigden. Aan het einde der vergadering werd medegedeeld, dat zowel in Gelderland als Overijssel na de bevrijding zeer vele nieuwe afdelingen waren opgericht en het ledental met enige duizenden mannen en vrouwen van verschillende godsdienstige en politieke richting was toegenomen. De afd. Hengelo (Gld) telt momenteel 110 leden. Dat is een mooi getal maar het kan toch veel meer worden. Helpt de Bond in haar strijd voor een behoorlijke ouderdomsvoorziening door U op te geven als lid. De contributie is zó laag gesteld dat deze voor niemand een bezwaar kan zijn, n.l. slechts f 1.- per jaar. Geeft U op bij een der bestuursleden of den secretaris G. Langwerden, Ruurlose weg 46.

Reclame 15 februari 1947

De kolenslag (gedicht)
Aan de werkers uit de mijnen
Thans een extra lied gewijd.
Wat die kerels daar presteerden
Is voorwaar geen kleinigheid.

U, die Zondag naar uw kachel
Of uw uitgedoofde haard,
Met door kou betraande ogen
Af en toe eens hebt gestaard,

Werd door deze grote actie
Weer verwarmd en weer gesterkt;
Want de kerels uit de mijnen
Hebben Zondag doorgewerkt.

Daar heeft men de nood begrepen,
En ze zijn aan ’t werk gegaan.
Want die zwarte jongens hebben
Méér zelfs dan hun plicht gedaan.

Naar het Noorden en het Westen
Reed een lange treinenrij —
Ja, als er een volk in nood is.
Is de spoorwegman er bij!

Eens heeft iemand tandenknarsend
Op den spoorwegman gevloekt.
Eenmaal heeft die stoere spoorman
Een waarlijk groot succes geboekt.

Duitsland wilde treinen hebben —
Treinen, treinen, als maar meer;
Maar de mannen van de spoorweg
Legden hun gereedschap neer.

Waar nu Nederland in kou zit,
Staan de werkers weer gereed.
Kunnen wij wel ooit beseffen,
Wat men voor ons allen deed ?

Goed zo, kompels – goed zo, spoorman!
Geloof me, deze daad bewijst,
Dank zij jullie pracht-prestatie,
Dat ons Nederland herrijst!

Zal men zich in de Achterhoek gaan toeleggen op tuinbouw ?
In café Winkelman hield voor de leden en belangstellenden van de telersvereniging Hengelo en Omstreken de heer J. W. te Veldhuis, assistent rijkstuinbouwconsulent uit Lochem een lezing. De kleine boer ziet in, dat zijn bedrijfje alleen van de landbouw niet kan bestaan en moet zich dan ook toeleggen op het meer intensief gebruiken van zijn grond, zodat reeds bij 1.50 a 2 ha een lonend bestaan mogelijk wordt. Zij willen zich dan ook toeleggen op het telen van pootgoed, klein fruit, rode en zwarte bessen met onderbeplanting van aardbeien en het kweken van groenten. Spreker gaf een uitvoerige uitleg over het bestrijden van veel voorkomende ziekten, zoals koolwortelvlieg en knolvoet en het verbouwen van witlof en asperges. De aanleg van een aspergebed is vrij kostbaar en eerst na 2 jaar heeft men een opbrengst hiervan, hoewel men dan ook 15 a 20 jaar hiervan kan trekken. Veel belangstelling bestond in de vergadering voor het kweken van witlof en de verbouw van doperwten. Besloten werd door de leden om dit jaar 4—5 ha witlof op contract te telen en 2—3 ha erwten met nateelt van koolsoorten. Vele vragen werden nog door den heer Te Veldhuis beantwoord, voordat de voorzitter der vereniging de vergadering sloot.

Na de tocht (gedicht)
Wij hebben allemaal geluisterd
Naar het radioverslag
Van ’t grootse Friese sportfeest,
Van jongstleden Zaterdag.

Grote koppen in de kranten
Meldden ons het heldenfeit:
Bosman komt als overwinnaar
In ruim 10 uur uit de strijd !

Ik ben dol op schaatsenrijden,
‘k Vind het haast de mooiste sport
Maar ‘k geloof, dat niet zo’n wedstrijd
Vrees’lijk overdreven wordt.

Met bevroren ledematen
Kwam een deel der rijders aan.
Velen konden aan het einde
Niet meer op hun benen staan.

Sporten moet geen spotten worden
Met gezondheid en zo meer;
Men moet sporten om te sporten,
Niet uitsluitend om de eer.

Sporten houdt je spieren lenig
Houdt de mensen vief en fit.
”t Is dus niet: er uit te halen
Wat er in je body zit.

Vaak heelt men te veel aan spieren,
Maar aan hersenen te kort.
Niets is mooier toch dan sporten
Mits het maar geen waanzin wordt.

Streven naar minder overheidsbemoeiing met de voedselvoorziening
Echter mede afhankelijk van de internationale voedselpositie Hoezeer het ook wenselijk moet worden geacht om, waar mogelijk, de overheidsbemoeiingen met de voedselvoorziening te beëindigen, in deze kon niet zo ver worden gegaan als oorspronkelijk werd gehoopt. Liet het zich aanvankelijk aanzien dat de voedselpositie, althans internationaal gezien, binnen niet te lange tijd aanzienlijk zou verbeteren, naderhand bleken deze verwachtingen niet te worden bewaarheid, aldus deelt de Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening, de heer S. L. Mansholt, aan de Eerste Kamer der Staten-Generaal in zijn memorie van antwoord inzake de begroting van zijn departement en het Landbouw Crisisfonds mede. Opnieuw, aldus gaat de memorie voort, moesten verschillende regelingen worden getroffen om de zekerheid te verkrijgen, dat een belangrijk deel van de binnenlandse productie ter beschikking van de distributie zou komen. Ook het beleid ten aanzien van de lonen en de prijzen bracht in sommige gevallen mede, dat daar, waar uit hoofde van de voorziening een regeling wellicht niet nodig ware geweest, deze toch moest worden getroffen om het prijspeil der betreffende voedingsproducten afdoende te kunnen beheersen. Eveneens moet met het opheffen van de distributie van bepaalde artikelen, naar de practijk heeft bewezen, grote voorzichtigheid worden betracht. De behoefte, welke bij vrije verkoop zal blijken, is dikwijls zeer moeilijk te bepalen, daar veelal na opheffing van de distributie in de regel de vraag naar het vrije product sterk blijkt toe te nemen, doordat men dat gaat gebruiken ter aanvulling of vervanging van nog gerantsoeneerde artikelen. Zou b.v. de brooddistributie worden opgeheven, dan zou er bij de huidige schaarste aan veevoeder stellig een neiging bestaan om brood, daarvoor bestemd meel of bloem aan het vee te vervoederen, waardoor de vraag op ontoelaatbare wijze zou stijgen en de voedselvoorziening van de bevolking in gevaar zou worden gebracht. De Minister kan overigens de verzekering geven, dat zijn streven er steeds op gericht is, de overheidsbemoeiingen met de voedselvoorziening, daar waar zulks enigszins mogelijk is, te beëindigen.

Reclame 22 februari 1947

Een nieuwe telg
Op eens deed een klok een vreugdelied horen,
We luist’ren verrast en blikken omhoog;
Dan ontplooit zich, heel langzaam, een vlag van een toren
En danken wij blij met een traan in het oog.

Er is in ons land een prinsesje geboren!
Deez’ juichende klanken doortrillen de lucht.
De wind voert ze mee — dat ieder het hore,
Over steden en land, naar het kleinste gehucht.

In deze voor Neêrland zo heug’lijke stonden,
Nu voelen wij innig en vaster de band:
Oranje en Neêrland, steeds hechter verbonden,
Tot zegen en heil van der vaderen land.

Ziet, uit de huizen daar wapp’ren de vanen,
Van rood, wit en blauw, met de wimpel eraan.
Kan ooit een volk zich gelukkiger wanen ?
Kan ooit een volk onze vreugde verstaan ?

Laat, juichende stemmen, het vreugdelied horen!
Omhoog nu de vlag, want Neêrland viert feest !
Dit machtig gevoel is ons allen beschoren,
Want wij zijn nog nooit zó gelukkig geweest!

Kolenschaarste
Tengevolge der kolenschaarste zijn ingaande Maandag j.l. verschillende scholen gesloten.

Bonnen voor zieken 14 dagen geldig
Het C.D.K. deelt mede, dat in de op 13 Febr. j.l. gepubliceerde bonnenlijst voor het eerst ook de geldig verklaarde bonnummers der ten behoeve van zieken uitgereikte kaarten ME, MF en MG zijn opgenomen. Zoals bekend ontvingen zieken tot dusverre rantsoenbonnen, welke een betrekkelijk lange geldigheidsduur hadden. Men moet er rekening mee houden, dat de om de andere week van bovengenoemde kaarten aan te wijzen bonnen ook slechts 14 dagen geldig blijven.

Een onzer Hengelose jongens, als soldaat in Indonesië
zond ons bijgaande eerste brief van een serie die hij ons heeft toegezegd voor ons blad. Het valt niet mee, om weer te geven wat er in iemand omgaat, wanneer hij voor de eerste keer — en dan als soldaat — voet aan wal zet op Java. Eerst krijg je een rommelige indruk van het geheel. Je mist de bekende Hollandse helderheid dadelijk. Immers, onverschillig waar je in ons eigen landje komt, dadelijk valt je de helderheid en reinheid der bevolking op. Dat is in Indië anders. Toen wij van onze „Tegelberg” afstapten, zeulend onder de zware plunjezak, ging een geheel nieuwe wereld voor ons open. Wij werden op vrachtwagens geladen en langs de wegen van Priok en Batavia snorden wij voort naar onze eerste standplaats Meester Cornelis. Complex: Berenlaan.
Welke soldaat van de 7 December-devisie kent niet de huizen aan de Berenlaan te Meester Cornelis? Daar werden we wegwijs in onze nieuwe omgeving. Je zag met verbazing naar de hoge klapperbomen, die je zo dikwijls op foto’s gezien had. Nu had je ze echt voor je. En de Chinese toko’s je eerst beschouwd had als vieze onzindelijke zaakjes, werden al weldra tot een pleisterplaats voor de dorstigen. Immers, daar kreeg je stroop met ijs, wat een ware verkwikking is in de tropische hitte.
De toko-houder aan de overkant van ons gebouw deed weldra goede zaken en stond onder de jongens al gauw bekend onder de populaire naam van „Ome Willem”. Het kwam zelfs zo ver, dat Ome Willem wel mee de rimboe in wilde trekken om ons steeds van limonade te voorzien. Doch dat is natuurlijk afgeketst, het zou te veel moeilijkheden medebrengen. Op 18 November zijn we verder getrokken. In colonne — door de A. A. T. vervoerder — zijn we verhuisd naar onze huidige standplaats. Hoog op onze wagens raasden we over de slechte Indische weggetjes. De inlandse kinderen staken bij wijze van groet hun duim in de hoogte, onder luid geroep van „oké” en „rokko” (roken). Dat zelfs in dit land, waar de geurige tabak toch groeit, nog gebrek aan rookartikelen bestaat, is niet te snappen. Maar een feit is, dat elke inlander een „Players” of „Gold Flake” nog wel degelijk op prijs stelt. Na een holder-de-bolder-tocht van een paar uren kwamen we in onze nieuwe woonplaats, prachtig gelegen temidden van bamboebossen, afgewisseld door sawah’s. Je zag karbouwen door de modder plensen, terwijl de boeren met hun reusachtig grote hoeden er achteraan zeulden. In de verte de toppen van de Salak en de Gedeh, welke laatste weer neiging tot werken begint te vertonen. In zulke ogenblikken zie je inderdaad de overweldigende schoonheid van het landschap. Aan de ene kant van de weg de zacht-glooiende sawah’s met het jonge groen van de pas uitgepote rijst, als een beeld van de zich herstellende landbouw ; aan de andere kant in de diepte de woeste kali, die zich een weg baant naar de zee.
We werden gelegerd in huizen, veelal samengesteld uit riet en bamboe. Het is niet bepaald een luxe, zo’n huis, maar het is waterdicht en luchtig. En van de kou heb je hier gelukkig geen last, al kan het ’s morgens toch behoorlijk fris zijn. Als je tegen half zes ’s morgens je blik met water uit de put omhoog haalt (pompen of kranen zijn onbekend), kan je het kippenvel op je armen komen te staan. Maar voor een Hollander is zoiets nog wel eens lekker. Tegen half zeven blaast „Kokkie” voor het eten en wordt de broodmaaltijd met hete thee naar (binnen gespeeld. Daarna gaat de dagtaak beginnen. Dat is voor iedereen lang niet hetzelfde. De chauffeurs zorg „rijklaar” zijn. n dat de wagens blijven lopen en steeds De monteurs — altijd even vet en smerig — zorgen dat eventuele mankementen worden de kanonniers (wij zijn de veld!) hersteld . Van een gedeelte m er doen, weet :t de kanonnen aan het prutsen (wat ze k nog steeds niet) en een ander gedeelte gaat op patrouille. Trouwens, van die patrouilles is niemand vrijgesteld, tenzij de zieken. Onze commandant is van mening (en terecht), dat iedereen in staat moet zijn om patrouilledienst te doen. De volgende keer zullen we eens met zo’n patrouille op pad gaan. Is wel eens interessant die te volgen. Het is nu half elf en dus bedtijd. Ik zal maar weer eens op mijn brancard gaan liggen met de klamboe (muskietennet) over me heen. Als je dat ding niet had, was je hier ongelukkig, want dan had je ’s morgens minstens 50 muggesteken op je body. Welterusten en tot de volgende keer !
G. L., korp. 2e kl. artillerie

Reclame 1 maart 1947

URK ontzet (gedicht)
Als een heel klein stukje Noordpool
Ligt daar Urk in ijs en sneeuw.
Door de kille vrieslucht vliegt er
Even een verdwaalde meeuw.

Koning Winter zwaait z’n scepter
En regeert met strenge hand;
En zijn Oostenwinden waaien
Gierend over ’t Urker-land.

’t Is of Koning Winter uitroept:
„’t Is mijn kracht, die hier regeert.”
Door zijn macht’ge vuisten wordt
’t Urker-land geïsoleerd.

Koude kwam de mens bedreigen;
Urk zat zonder meel en brood.
Maar wanneer een dorp in nood is,
Dan wordt ’t kleine Neêrland groot!

Handen gaan dan uit de mouwen;
Iedereen kent dan zijn plicht.
Auto’s worden volgeladen
Dan wordt er iets groots verricht.

Over spiegelgladde dijken
Rijden auto’s, volgeladen,
’t Zijn die stoere, sterke kerels,
Die een ander helpen gaan.

Met gevaar voor eigen leven
Rijdt men daar door sneeuw en ijs.
Nederland bezit nog kerels
Deze tocht is het bewijs!

Voorkoming van afkeuring van met vis e.d. gemeste slachtvarkens
De Stichting Centraal Bureau Slachtveeverzekeringen te Utrecht schrijft ons: Het is in de praktijk gebleken, dat slachtvarkens, die zijn gemest met vis, vismeel en etensresten waarin zich visafval bevindt, door de keuringsdiensten na slachting voor de consumptie worden afgekeurd of voorwaardelijk goedgekeurd, op grond van reuk en smaak. Na afkeuring worden deze dieren naar de destructor verwezen. Op deze wijze gaat dit vlees voor de consumptie verloren. De hierdoor ontstane schade betekent een verliespost voor den leverancier van deze varkens, daar de verzekering dergelijke schade niet vergoedt. De schade kan worden voorkomen, indien zes weken vóór aflevering en slachting der dieren ander voedsel, dat geen visbestanddelen bevat, wordt toegediend. Hierdoor bespaart men zich zelf een geldelijk verlies en wordt geen vlees aan de voedselvoorziening onttrokken.

Reclame 8 maart 1947

Kou-perikelen (gedicht)
„’t Blijft maar koud, hè ?” zegt de kapper,
„Wat een vrees’lijk winterweer.”
Met de zeep nog in m’n oren,
„Knik ik rustig: „Ja meneer.”

De juffrouw, die de krant komt brengen,
Zegt: „Wat vreselijk, die kou.”
Och, wat kon ik anders zeggen?
Met een hoofdknik: „Ja juffrouw.”

Op kantoor, daar loopt de chef dan
Bibberend wat heen en weer.
„Wat een winter — wat een winter!”
‘k Zeg deemoedig: „Ja meneer.”

De typiste grijpt haar poeder,
Want haar neusje ziet zo blauw.
Klappertandend zegt ze: „Koud, hè?”
En dan ik weer: „Ja juffrouw.”

Als ik ’s avonds thuis kom, hoor ik
Dat de haard niet branden wou.
„Ga den kolenman gauw bellen !”
‘k Zeg deemoedig: „Zeker vrouw.”

‘k Krijg hem eind’lijk aan het toestel,
Maar hij legt al gauw weer neer.
Op mijn vraag: „Hebt u nog kolen?”
Zegt hij brommend: „Nee meneer.”

Maar geloof me, beste mensen,
Eenmaal komt de lente weer.
Eenmaal moet het tóch gaan dooien ;
Heus mevrouwtje — heus meneer!

Raadsvergadering
Donderdag 27 Febr. werd een raadsvergadering gehouden waarin alle leden tegenwoordig waren. Na opening door den burgemeester werd mededeling gedaan van een door B. en W. namens de ingezetenen verzonden telegram van gelukwens bij de geboorte der prinses en van de daarvoor ontvangen dankbetuiging. Verder was ingekomen het door Gedep. Staten goedgekeurde besluit tot het aangaan van kasgeldleningen in 1947 tot een totaal bedrag van ten hoogste f 125.000. Verbouw r.k. centrale school voor v.g.l.o. te Gooi. Het bestuur van genoemde school, die gevestigd is in het daartoe door de gemeente in bruikleen gegeven gebouw der opgeheven o.l. school in de wijk Gooi, heeft verzocht aan dat gebouw enige noodzakelijke verbeteringen aan te brengen, door de op de schoollokalen uitkomende w.c.’s te vervangen door vrij van die lokalen staande gelegenheden. De kosten hiervan zullen £4000 bedragen. De heer Harwig erkent volkomen het recht van het schoolbestuur, deze verbetering te vragen, doch is van oordeel dat een dergelijke verbetering niet minder urgent is voor de o.l. school in het dorp. Ook in deze school komen de w.c.’s in de lokalen uit, wat spreker, hoewel de toestand iets gunstiger is, toch onhoudbaar vindt. De eis van gelijkstelling tussen openbaar en bijz. onderwijs brengt mee, dat de openbare scholen niet bij de bijzondere worden achtergesteld. De wet verlangt voortdurende aandacht van de overheid voor het onderwijs en daarom zal spreker het op prijs stellen, dat B. en W. deze aangelegenheid in overweging nemen, opdat ook deze school in overeenstemming worde gebracht met de eisen van de tijd. De heer Tijdink steunt den heer Harwig hierin en vraagt of de verbouw van de school te Gooi werkelijk f 4000 moet kosten. Dit lijkt hem abnormaal hoog, waarop de voorz. antwoordt, dat de architect een gespecificeerde begroting heeft opgemaakt. Het voorstel wordt zonder stemming aangenomen.

Gemeenschappelijke regeling schoolartsendienst kring Borculo
Herinnerend aan een in de raadsvergadering van 22 Dec. 1939 genomen besluit tot deelneming aan een eventueel, op initiatief van Ged. Staten, op te richten gemeenschappelijke dienst voor geneeskundig school toezicht, delen B. en W. de raad mede, dat blijkens bericht van Ged. Staten de organisatie van kringschoolartsendiensten in deze provincie thans zover gevorderd is, dat een kring zal kunnen worden gevormd, waartoe behalve Hengelo zullen behoren de gemeenten Borculo, Laren, Neede, Ruurlo, Zelhem en Vorden. De ontwerpregeling is dezer dagen in een bijeenkomst van vertegenwoordigers der verschillende gemeenten besproken en goedgekeurd en zal thans door de raden dier gemeente moeten worden vastgesteld, waartoe B. en W. het voorstel doen. Zij wijzen er in hun voorstel op, dat toetreding tot deze regeling een meer doeltreffend geneeskundig toezicht op de scholen zal bevorderen, terwijl de kosten die voor deze gemeente op f 520 per jaar worden geraamd, belangrijk lager zullen zijn, dan het bedrag dat aan de thans hier bestaande regeling wordt ten koste gelegd. De kosten zullen door rijk, provincie en gemeente ieder voor ‘/s worden gedragen, terwijl het aandeel der gemeenten over de aangesloten gemeenten naar verhouding van het zielental wordt omgeslagen. Na enige bespreking wordt het voorstel zonder stemming aangenomen.

Verhuring woning bij de O.L. school te Gooi
Deze woning wordt opnieuw voor de tijd van een jaar verhuurd aan den tegenwoordigen bewoner, voor f 2.75 per week.

Rondvraag
De heer Ruesink dringt aan op het opruimen van de sneeuw op de straatweg van de Veermansweg naar de weg naar Steenderen. In tegenstelling met de meeste andere wegen is deze weg niet gesleept. De heer Tijdink acht het gewenst, nu de klantenbinding van brandstoffenhandelaren is opgeheven, in het vervolg weder de verschillende handelaren in de gelegenheid te stellen op de levering in te schrijven. De voorz. wil hiermee wel rekening houden, maar wijst er op, dat inschrijving moeilijk zal zijn, nu het nog niet mogelijk is de brandstof te kopen waaraan men de voorkeur geeft. De heer Tijdink informeert naar de toestand van de brandspuiten en de brandputten en zou het betreuren, dat bij een grote brand niet voldoende zou kunnen worden opgetreden bij gebrek aan doeltreffend materiaal. De voorz. zegt dat het plan voor het maken van enige nieuwe brandputten in een gevorderd stadium is. Een dezer putten zal te Keyenburg komen, terwijl aldaar waarschijnlijk nog een tweede put zal worden aangebracht nabij het gebouw van de A.B.T.B, en de fabriek van de firma Seesing. De heer Tijdink vraagt of het niet mogelijk is bij de opruiming van sneeuw de arbeiders die wegens vorstverlet werkloos zijn, in te schakelen. De voorz. zegt, dat reeds is overwogen, met het Arbeidsbureau te bespreken, of het mogelijk is, deze arbeiders te werk te stellen. Hij gelooft echter niet dat men hen kan verplichten, terwijl ook het verschaffen van schoppen een probleem is. De heer Tijdink vindt, dat hier een buitengewoon geval aanwezig is. Hij zou het toejuichen, als de arbeiders bereid zouden zijn iets nuttigs te doen voor de vergoeding die ze ontvangen. De heer Harwig zou de overbruggingsuitkering die de uitgevroren arbeiders genieten en die 80 % van het loon bedraagt, met 20 % willen aanvullen, zodat ze voor het sneeuwruimen een normaal loon zouden ontvangen. Spreker komt terug op hetgeen hij heeft gezegd met betrekking tot de o.l. school in het dorp en vraagt of B. en W. bereid zijn deze zaak te overwegen en met een voorstel tot verbetering te komen. De voorz. zegt dit toe en zegt dat in verband hiermee ook de verbetering van het gymnastieklokaal onder de ogen kan worden gezien. De heer Luesink herinnert, dat de heer Tijdink onlangs het vorderen van woningruimte ter sprake heeft gebracht. Spr, meent echter dat dit niet de juiste weg is. Het is hem bekend, dat sommige particulieren bereid zijn, hun woningen zodanig te verbouwen, dat daarin meer dan één gezin gehuisvest kan worden, als hun vrijheid wordt gelaten in het kiezen van hun medebewoners. Hij zou een poging willen doen, om langs deze weg de woningnood enigszins te verminderen. Slaagt deze poging niet, dan zou tot vordering kunnen worden overgegaan. Men zou b.v. tot l Juli a.s. de gelegenheid kunnen geven, woningen op te geven die voor bedoelde verandering in aanmerking komen. De heer Tijdink verwacht hiervan weinig resultaat. De heer Harwig zou er prijs op stellen, dat wethouder Luesink in de huisvestingscommissie zitting nam. Daardoor zou de commissie in geregeld contact staan met B. en W. De heer Tijdink gevoelt hier eveneens veel voor. De heer Bobbink acht het gewenst, dat de voorz. weder in het bezit wordt gesteld van een ambtsketen, ter vervanging van het exemplaar dat tijdens het n.s.b. bestuur is zoekgeraakt. De heer Harwig stelt voor, het presentiegeld over 1946 voor zover nodig beschikbaar te stellen, om den voorz. daarvoor een nieuwe ambtsketen aan te bieden. De voorz. acht dit niet nodig. Voor dit doel kan een post op de begroting worden uitgetrokken. Ook beschikt hij over een bedrag, dat hem door familie van een hier gevallen piloot is aangeboden voor het aankopen van een artikel ten behoeve der gemeente. Hierna sluiting.

Reclame 15 maart 1947

De zendtijd beperkt (gedicht)
Radio, wat is dat nou?
Komt dat óók al door de kou,
Dat je nu blijft zwijgen ?
Ik heb in de krant gezien,
Men kan pas om kwart voor tien
Iets te horen krijgen.

Nu geen ochtendgymnastiek
Zelfs geen prettige muziek.
Klinkt meer in m’n oren.
Zwijg niet langer, radio —
Weerbericht, ik mis je zo —
Laat je gauw weer horen !

Als ik jou had afgezet,
Kon ‘k me in m’n warme bed.
Lekker toe gaan dekken.
‘k Heb me nooit in jou vergist,
Daar ik altijd zeker wist,
Dat jij me weer zou wekken.

Maar nu geef je geen gehoor.
En ik slaap nu rustig door,
Ook al is dat lekker.
Eén keer kwam ik reeds te laat?
je begrijpt, dat dit niet gaat,
Want jij was m’n wekker.

‘k Weet, je hebt geen kolen meer
Maar kom toch maar spoedig weer.
En verbreek het zwijgen,
‘k Zit er zelf niet warm meer bij,
Maar als ’t moet, kun jij van mij
Wel twee briketten krijgen.

Nummerbewijzen
Tengevolge van oorlogshandelingen in Sept. 1944 zijn o.m. ten Provinciehuize te Arnhem ook de registers vermeldende de afgegeven nummerbewijzen voor motorvoertuigen M 63016 tot en met 64000 verloren gegaan. Houders van een nummerbewijs met een dezer nummers kunnen hiervan ter secretarie mededeling doen. Dienstplicht. Voor de lichtingen 1941, 1942, 1943 en 1948 zijn in deze gemeente resp. 39, 38, 47 en 53 personen ingeschreven. Voor de lichtingen 1941 t/m 1943 bestaat het voornemen — tenzij de omstandigheden zich belangrijk zullen wijzigen — geen algemene keuring te houden. Enkele categorieën, als b.v. studerenden voor arts, tandarts, apotheker of ingenieur, of deze studie reeds hebben volbracht, zullen tot gewoon dienstplichtige worden bestemd. Verreweg het grootste gedeelte van deze lichtingen zal derhalve tot buitengewoon dienstplichtige worden bestemd. De keuring van de dienstplichtigen der lichting 1948 zal een aanvang nemen dadelijk of althans kort nadat de keuring voor de lichting 1944 zal zijn geëindigd.

Opheffing G.O.I.W.
De afd. Hengelo (Gld) van de G.O.I.W. besloot tot opheffing. Er was een groot batig saldo. Ruim f 1300.— werd ter beschikking gesteld van het comité voor oprichting van een oorlogsmonument in deze gemeente. De leden zullen de band niet geheel verliezen, daar vrijwel allen lid zijn van de Stichting 1940-1945.

Sneeuwruimen
Wegens de langdurige vorst zijn verschillende personen niet in staat hun gewone werkzaamheden te verrichten. Ongeveer 120 personen zijn daardoor opgenomen in de vorstverletregeling. Door den burgemeester werd een beroep op hen gedaan, zich vrijwillig beschikbaar te stellen om de wegen weer begaanbaar te maken. Ruim 60 personen gaven aan deze oproep gehoor en hebben in samenwerking met de gemeentearbeiders de sneeuw op de vitale punten van het dorp vlot geruimd. Een woord van lof komt hen zeer zeker toe, alsmede aan wethouder Melgers, welke zich op verzoek van den burgemeester dadelijk beschikbaar stelde om het een en ander een vlot verloop te doen hebben.

De Doorbraak
Onmiddellijk na de oorlog was er een sterke drang naar vernieuwing. Alles moest anders en beter. Er moest samenwerking – eenheid – komen, ook op politiek gebied. De schotjes moesten opgeruimd worden. Men verwachtte de „doorbraak”. Nog geen twee jaar na de bevrijding is er van het vernieuwingsideaal maar weinig over. Het is zo moeilijk, om met vallen en opstaan nieuwe wegen te vinden. De samenwerking tussen mensen van verschillende overtuiging en levenshouding was niet gemakkelijk, en de krachten van het verleden waren zo sterk. Zo zakte het grootste deel van ons volk weer in het oude uitgesleten maar zo vertrouwde pad. Een pad dat saai en vervelend, maar ook zo erg gemakkelijk is. De oude partijen keerden onverzwakt terug en verklaarden de doorbraak voor mislukt. Intussen was er een leidende groep in Nederland, die duidelijk besefte, dat dit oude pad naar de ondergang voeren moest. Onder de bedreiging van het Russisch communisme en het Amerikaans kapitalisme moeten we uit deze na-oorlogse ruïne een nieuwe maatschappij opbouwen en een stervende cultuur tot nieuw leven brengen. Dit is onmogelijk, als er niet een geestelijke grondslag is, die door de overgrote meerderheid van ons volk aanvaard wordt. In de Partij van de Arbeid is naar deze grondslag gezocht\ deze partij heeft zich tot taak gesteld, de doorbraak te verwezenlijken. Terwijl men hier echter overtuigd was van de noodzaak van grotere politieke eenheid, wist men ook, dat het onmogelijk en noodlottig zou zijn, wanneer men dit volk tot politieke eenheidsworst trachtte te malen. Men heeft in de P.v.d.A. gezocht naar een manier waarbij ieder, uitgaande van zijn eigen levensbeschouwing, tot een zoveel mogelijk gelijke politieke mening komt. Binnen de partij stichtte men daartoe werkverbanden voor Humanisten, Protestanten en Katholieken, waarin de leden zich bezinnen kunnen op het verband tussen de practische politiek en hun diepste overtuiging. Zo heeft men een weg gevonden naar grotere eenheid, terwijl toch ieder ruim kan ademen, omdat hij de politiek in volledige harmonie weet met zijn heiligste beginselen. Intussen moest een berg van misverstanden en wantrouwen – erfenis uit de vooroorlogse tijd – worden opgeruimd. Maar voor hen die aan dit werk deelnamen was het een openbaring, toen ze zagen, welke mogelijkheden plotseling openlagen. De eenheid op politiek gebied was een feit. De P.v.d.A. – die de partij van de ontbinding genoemd was – bleek een hechtere eenheid, dan menige andere partij. Bovendien zal het voortdurende principiële contact een zeer waardevolle bijdrage leveren tot de geestelijke verdieping van ons volk. Al betreft het dus nog maar een kleine groep, in beginsel is de doorbraak een feit. En zij, die deze weg naar een vruchtbare samenwerking het eerst betreden hebben, zullen niet rusten, voor heel vooruitstrevend Nederland hen volgt. Op 20 Mrt belegt het Katholiek Werkverband in de P.v.d.A. in Lichtenvoorde een bijeenkomst voor de Geld. Achterhoek. Geert Ruygers – een van de katholieke pioniers van de doorbraak – zal daar spreken over hetgeen reeds bereikt is, en over het vele dat nog bereikt moet worden. B. Brus – A 316 – Lichtenvoorde

Reclame 22 maart 1947

Brieven uit Indonesië (2). De Patrouille
Met een ruk schrik ik wakker…. Er is geschuifel in mijn kamer. Door de open deur zie ik een gestalte afgetekend tegen de hemel. Meteen zie ik aan de pet, die deze draagt, dat het één van onze eigen jongens moet zijn. Toch om hem te tonen, dat ik op mijn qui-vive ben, roep ik: „Berhenti” (halt). „Ja, ja, goed volk, wachtcommandant” klinkt het uit de duisternis terug, „’t Is half vier, om vier uur aantreden bij het wachtlokaal voor de nachtpatrouille”, vervolgt de stem onverstoorbaar. Met een grom geef ik antwoord. Dat is waar ook, gisteravond had ik aanzegging gekregen om met de nachtpatrouille uit te rukken. Hoe kunnen ze toch zo honds zijn, denk ik bij mezelf, terwijl ik het muskietennet wegschuif, om een mens zo uit zijn dromen te halen. Ondertussen heb ik de lamp aangestoken, en me aangekleed, Wassen is er vannacht niet bij, want je breekt de benen als je naar die mandiput moet. Even het geweer controleren, houders nazien en vullen, patroonband omhangen en dan stap ik de Indise nacht in. Het is nu heerlijk buiten. De duizenden insecten maken een sjirpend geluid, waarvan je oren na vijf minuten al gaan tuiten. Verder is het stil, geen zuchtje voel je om je oren. Hier en daar zie je in de andere kwartieren nog licht, waar anderen zich gereed maken voor de nachtelijke tocht. Er staan al enkelen bij het wachtlokaal. Om vier uur precies stelt de patrouille van twaalf man zich op, achter elkaar. Op gedempte toon geeft de kapitein het commando „Voorwaarts mars” en langzaam, zonder al te veel gerucht te maken, zet de kleine troep zich in beweging. Voorop de sergeant van de K.N.I.L., die al een heel ervaren patrouillist is. Hij heeft immers vanaf de Jappen-capitulatie al gepatrouilleerd. Ook de binnenlanden van Celebes zijn voor hem niet vreemd meer. Buiten het kamp wordt het opletten. Het is een voortdurend loeren tussen het struikgewas en in de hoge klappers. Een enkele keer wordt halt gehouden, wanneer iemand iets verdachts meent te bespeuren. Zo trekken we een paar uur. Tegen zes uur steken we de kali links van de weg’ over en gaan de echte „rimboe” in. We willen tegen half zeven, als de zon opgaat, in de dichtstbijzijnde kampong zijn. Dat wekt daar het meeste opzien, als de inlanders reeds bij hun ontwaken „Belanda’s” in hun woonplaats zien. Over glibberige sawah-dijkjes gaat het verder. Zo nu en dan hoor je een plons en een gedempte vloek, als er één zo gelukkig is geweest van het dijkje af te schieten en met één voet in de glibberige sawah-modder belandt. Daar is het kampong-gebied. Afgesloten door een hek van bamboe liggen daar de huisjes, Ze zijn gebouwd van billik, een soort gevlochten riet. Hier en daar kringelt een rookwolkje door een openstaande deur. We zijn juist-op tijd. De bevolking is net bezig te ontwaken. Doch nauwelijks zijn we de eerste huisjes voorbij, of daar komt alles naar buiten, en staan ze met verwonderde ogen te staren naar het kleine troepje blanke mensen, die hun vroege morgenrust al komen verstoren. Langzaam trekken we er doorheen. „Op deze tijd moet je er net zijn”, zegt onze K.N.I.L.-gids. „Als er nou verkeerde elementen tussen zitten, voelen die zich toch niet veilig en gaan wel weer verderop, omdat ze zien, dat de soldaten hier kort in de buurt zitten.” Na een kwartier komen we op een open plaats waar besloten wordt rust te houden en ons ontbijt te nuttigen. ,Aan beide kanten van deze plek wordt een wacht geplaatst en allen gaan op de hurken in het natte gras zitten om te eten. Als wacht heb je nou een prachtig vergezicht. Over de bijna eindeloze vlakte van sawah’s hangt een waas van dampen. In de verte zie je nevels over Java’s blauwe bergen hangen, die straks plaats zullen maken voor de verzengende zonnestralen. Dan zal alles weer fel groen zijn. Dan trekt de karbouw weer moeizaam zijn ploeg door de modder, terwijl de tani (boer) er langzaam achteraan zeult. Hij zal zijn werk doen alsof hij niet beseft hoe zijn prachtige land momenteel in de belangstelling staat van bijna heel de wereld. Als hij maar zijn padi op tijd kan oogsten en ze aan den man brengen, is hij tevreden. Over de dijkjes sukkelen nu de inlanders met hun pikolans (draagstokken) waaraan de zware manden met vruchten hangen. Ananas, manggi’s, pisangs, manden vol, worden op deze manier naar de pasars gesleept. Ongelooflijk handig zijn ze er mee. Ik word afgelost. Nou een paar sneden brood met corned-baef naar binnen gespeeld, en verder gaat het weer, langs een omweg naar ons kamp terug. We passeren nog een kampong, waar we over een kleine kali moeten. Alleen een bamboe-stok ligt erover. Hij zwiept vervaarlijk als onze KNIL-man als eerste de overtocht waagt. De eerste drie komen goed aan de overkant. Dan onze kapitein. Hij is nogal dik en zwaar. Ik verbijt mijn lachen al, als ik zie wat er komen gaat. En jawel, twee passen op de zwiepende „brug”, en onze „rooie” zeilt naar onderen. Moordgezicht. Met een plons verdwijnt het gevaarte half onder water. Ik zie het ingehouden lachen der anderen. En in plaats dat hij nou dadelijk naar de andere kant loopt, gaat hij ook weer terug. We hebben hem maar even een handje geholpen en hij is dan ook veilig en wel aan de andere kant gekomen. De rest kwam er nogal vlot over. „Het is meer „jongleurswerk”, zuchtte kappie. Nog drie kwartier en we zijn weer binnen. Voor de rest van de morgen behoeven we niets meer te doen dan ons op te knappen en te gaan maffen. G. L., korp. II Artillerie.

Plaatselijk nieuws
Door bemiddeling van de plaatselijke afdeling van het U.V.V. werd aan de gezinnen Geurtzen en Oostendarp een door Prinses Juliana toebereid baby-pakket uitgereikt. Behalve de nuttige inhoud bevatte het ook een persoonlijke gelukwens van Hare Koninklijke Hoogheid.

Reclame 29 maart 1947

’t Werd lente (gedicht)
‘k Heb me heerlijk laten koest’ren
Door de eerste lentezon,
Ik had bijna zelfs vergeten,
Dat ze nog zó schijnen kon.

Al de sneeuw was plots verdwenen,
Alle goten liepen weer.
En op de café-terrassen
Zette men de stoeltjes neer.

‘k Keek eens in m’n portefeuille .
Vond er nog een zilverbon.
Met een lekker kopje koffie
Zat ik heerlijk in de zon.

Het is net of koude zorgen
Met de sneeuw gelijk verdwijnt.
En ik hoop maar, dat in Moskou
Ook diezelfde zon wat schijnt.

Als die warme lentezon daar
Óok wat warmte heeft gebracht,
Wordt de koude douche van Truman
Daar een beetje door verzacht.

Het ijs, dat wordt er door gebroken
En men reikt elkaar de hand.
Voor ieder gaat de zon dan schijnen;
Komt er ook iets goeds- tot stand.

Nieuws in het kort
Het einde van de chaos?
Op l Mei a.s. zal de z.g. nieuwe schrijfwijze der Ned. taal ook in de officiële regeringsstukken en bij examens verplicht zijn.

De eersten gediskwalificeerd
Officieel is van de Hoorn uit ter Aar, die als vijfde aankwam, tot winnaar van de Elfstedentocht verklaard.

Ernstig ongeluk
Drie arbeiders werden aan het strand te Hoek van Holland gedood, toen zij een draad, waaraan een landmijn bleek gevestigd, wilden verwijderen.

Op non-actief
Bij beschikking van den minister van oorlog is aan den majoor J. N. Breunisse, den oudleider der Vierdaagse, ongevraagd eervol ontslag verleend uit de militaire dienst.

Voor de „kleintjes
16 Mei a.s. zal het vliegveld „Ypenburg” officieel als vliegveld voor de z.g. kleine luchtvaart worden geopend.

Aan de „wandel”
De Nederlandse tinbaggermolen “Kalmoa” is tengevolge van een storm in de haven van Falmouth (Cornwall) op drift geraakt, op de kust gelopen en later weer vlot geraakt,

Die goede Hollanders, toch!
Uit de in de silo’s aanwezige voorraad heeft de Nederlandse regering aan Frankrijk 4000 ton tarwe geleend.

De Taylors in ons land
De filmsterren Robert Taylor en zijn vrouw Barbara Stanwijk kwamen in Amsterdam aan en brachten natuurlijk een bezoek aan . . . Volendam.

Voor ons behouden
Het landgoed „Ulenpas” bij Keppel is bij besluit van den minister van O. K. en W. gerangschikt onder de Natuurschoonwet 1928.

Het kan verkeren
De Rotterdamse P.R.A. heeft de presidente van de bond „Holland-Canada”, in de illegaliteit bekend als „Tante Bertha”, gearresteerd.

Reclame 5 april 1947

Pasen (gedicht)
Wat komt ge bij de doden zoeken?
Uw Heiland is reeds opgestaan.
Aanschouwt het graf en zie deez’ doeken;
Gaat heen; Hij is u voorgegaan.

O, nietig mens, kom tot bezinning;
Wat blijft ge bij dit graf nog staan ?
Niet aan de dood is d’overwinning
Het nieuwe morgenlicht breekt baan.

En zo is dan de dood verslagen;
Het licht breekt door de duisternis.
Dit is het God’lijk welbehagen,
Hetwelk ook nu nog merkbaar is.

Zo is er dan ten eeuw’gen dage,
Het Licht van Zijn Herrijzenis.

Nederland koopt mais van Argentinië
Het wereld-tekort aan granen maakt het moeilijk in de behoeften van ons land aan brood- en voedergranen te voorzien. Het is dan ook van groot belang, dat de heer Ir A. H. Boerma, Regeringscommissaris voor de buitenlandse agrarise aangelegenheden, die in opdracht van den Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening Zuid-Amerikaanse landen heeft bezocht, er in geslaagd is voor ons land van de Argentijnse regering belangrijke hoeveelheden graan aan te kopen,

Nieuws voor boer en boerderij
Voor de periode van 8 April tot 5 Juli 1947 is een nieuw schema van de overnamemarkten voor slachtvee vastgesteld. Hierin zijn de gewijzigde marktdagen i.v.m. Pasen, Hemelvaartsdag, Pinksteren en Nationalen feestdag opgenomen. Belanghebbenden wijzen wij erop, dat op de bekende plaatsen in het district aanplakbiljetten zijn aangebracht, waarop de marktplaatsen en data voorkomen. Vezelbindtouw. Geregistreerden, die oogst 1947 met de graanmaaier -zelfbinder willen binden, dienen er rekening mede te houden, dat hun aanvrage vezelbindtouw uiterlijk l Mei a.s. bij den Plaatselijken Bureauhouder moet zijn ingediend. Aanvragen, welke na deze datum worden ontvangen, kunnen niet meer worden behandeld. Binderdoek. Zij die voor het maaien van den oogst 1947 gebruik zullen maken van een graanmaaier-zelfbinder en hiervoor nieuw binderdoek nodig hebben, dienen dit voor 12 April a.s. aan den P.B.H, op te geven. Deze opgave is uitsluitend bestemd om een overzicht te verkrijgen van de behoefte. Het binderdoek wordt in de handel gebracht in breedten van 122, 128, 138 en 140 cm. Behalve het aantal vierkante meters, moet ook de gewenste breedte worden opgegeven. De P.B.H, van district 38, G. W. Weenink

Er is weer verf
voor onderhoudswerk Woningen en gebouwen (geen metselwerk) kunnen weer worden geschilderd. -In verband met het feit, dat aan schilders tijdelijk niet de benodigde grondstoffen konden worden toegewezen was het onmogelijk tot nu toe onderhoudswerken te doen uitvoeren. Thans is hierin verandering gekomen. De rantsoenbonnen voor oliehoudende verf, genummerd B l tot en met B 35.000 geven n.l., met ingang van l Maart 1947, recht op de aankoop van grondverf en/of blanke lak en/of in rauwe lijnolie gemalen kleurpasta, in totaal een hoeveelheid van 10 kg niet teboven gaande. Deze bonnen hebben een geldigheidsduur van twee maanden.

Reclame 12 april 1947

Gedicht
In ons klein – geplunderd landje
Is van alles nog te kort.
Is misschien ook dat de oorzaak,
Dat er zo gezwendeld wordt?

Bonnenzwendel, smokkelfeiten –
Men heeft blijkbaar niets geleerd.
De kleine man legt weer het loodje
En de poen-hans profiteert.

’t Gaat de grote smokkelheren
Hier in Nederland naar wens.
’t Vleesrantsoen gaat naar beneden;
Koeien over Neêrlands grens.

Zelfs een Belgisch burgemeester
Bleek een onverwacht gevaar,
Want die hoge plaatsbekleder
Bleek een ras-echt smokkelaar.

Laat de werkman blijven ploet’ren;
’t Zet geen zoden aan de dijk –
Maar in tijd van enk’le dagen,
Steelt de zwendelaar zich rijk.

’t Vee gaat over onze grenzen;
De smokkelaar kan alles doen.
Want voor hem bestaan geen grenzen –
Ook geen grenzen van fatsoen!

De kansen van Emigratie
Men schrijft ons van deskundige zijde: Er bestaat in ons land een grote emigratiedrang, al is de wilde lust tot vertrekken, welke zich na de oorlog openbaarde, aan het verminderen. In de eerste tijd wenste een ontstellend groot aantal Nederlanders het land te verlaten. Deze drang was een reactie op het doorstane leed gedurende de oorlogsjaren, soms gepaard met vrees voor de toekomst en geschokt vertrouwen in de mogelijkheid tot herstel van normale verhoudingen in ons zwaar getroffen werelddeel. Deze wilde treklust is aan het luwen, Men begint bij de adspirant-emigranten weer de oude geest te ontmoeten van hen, die met volle ernst en erkenning van de bezwaren en grote moeilijkheden, welke bij emigratie worden ondervonden,’ de plannen tot verbetering van hjun positie, en vooral van die van hun kinderen, willen uitvoeren. Laten treklustigen echter wel bedenken, dat emigratie een grote stap betekent, en dat het vreemde land geen luilekkerland is! Overal wordt de strijd om het bestaan gestreden en om te slagen moet men bezield zijn met grote ernst en doorzettingsvermogen. Men moet zich kunnen aanpassen aan totaal andere toestanden en gewoonten. Het is voorts van betekenis, dat men zich laat voorlichten en leiden door, de daartoe door de regering ingestelde Stichting Landverhuizing Nederland en door de overige erkende organisaties. Men zij voorzichtig met het zich aansluiten bij de talrijke particuliere verenigingen, die de laatste tijd zijn opgericht. Zij beloven veel en laten belangrijke sommen storten, zonder dat er een redelijk vooruitzicht bestaat, dat hun plannen tot uitvoering komen. Laat U zich ook niet verleiden tot critiek op de overheid door de mededeling, dat zij geen medewerking aan emigratie verleend. Dit is een ongegrond verwijt. Als thans weinig of geen berichten komen omtrent kansen van onze landgenoten, is dit te wijten aan moeilijkheden, welke nog bestaan. Het is voor een buitenstaander moeilijk te realiseren, welke grote moeilijkheden bij dit werk worden ondervonden. Het aantal landen, dat emigranten toelaat en waar de verhoudingen voldoende perspectieven bieden voor den Nederlander, is gering. Het scheepsvervoer is nog zeer beperkt, terwijl de deviezenpositie van ons land niet toelaat, dat belangrijke bedragen aan buitenlandse geldmiddelen ter beschikking van emigranten worden gesteld. Dat overigens de regering een open oog heeft voor het vraagstuk van de emigratie, moge blijken uit de belangrijke geldmiddelen welke beschikbaar zijn gesteld om de toestanden en mogelijkheden in het buitenland te bestuderen en de emigratie voor te bereiden. In Frankrijk, Zuid-Afrika en Brazilië zijn imigratie attaché’s verbonden aan de Nederlandse diplomatieke posten, terwijl in Canada, Argentinië, tevens voor de omringende landen Australië en Nieuw Zeeland, de landbouw-attaché’s zich met dit werk belasten. Deze functionarissen stellen een onderzoek in naar de kansen van de Nederlanders in die landen en zenden regelmatig daarover rapporten in, alsook omtrent de wijze, waarop de emigratie dient te geschieden. In het algemeen is in de wereld vraag naar land- en tuinbouwers en geschoold vakpersoneel. Geen of weinig kansen hebben; ongeschoolde krachten, onderwijzers, administratief personeel en academisch gevormden. Zolang men niet de nationaliteit van het betrokken land bezit, hetgeen in de regel eerst na vijf jaren onderbroken verblijf mogelijk is, is plaatsing in overheidsdienst vrijwel uitgesloten. In het bijzonder bestaan mogelijkheden voor boerenzoons, die hier te lande geen bedrijf kunnen krijgen en die bereid zijn in de vreemde voorlopig in loondienst te werken. Daarvoor bestaan thans vooral kansen in Canada en Australië, terwijl in Argentinië vraag is naar gehuwde boeren, zonder of met één of twee kinderen. Aanmelding daarvoor kan geschieden bij de Stichting Landverhuizing Nederland, Lange Voorhout 20, Den Haag en bij dé drie centrale landbouworganisaties. Aan geschoolde, vakkundige krachten in de overige bedrijfstakken is in vele landen grote vraag. De behoefte aan deze arbeidskrachten in ons land is echter eveneens groot, vooral voor de wederopbouw en herstel van het bedrijfsleven. De lust tot emigratie onder hen is ook zeer groot. Het is daarom nodig gebleken, aan het vertrek van hen, die hier dringend nodig zijn, voorlopig beperkingen op te leggen. Zodra de positie op de arbeidsmarkt dit veroorlooft, zullen deze beperkingen worden opgeheven. Dit jaar zal de emigratie nog niet van grote omvang zijn. De vooruitzichten voor de komende jaren zijn echter meer hoopvol, mits de economische omstandigheden zich niet ten ongunste wijzigen. Men kan er echter van verzekerd zijn, dat alles in het werk zal worden gesteld, de emigratie in goede banen te leiden.

Paard op hol
Dinsdagavond sloeg de ponny van den hr Riefel op hol. De heer F. Jansen, welke met zijn paard en wagen juist van de tegenovergestelde richting kwam aanrijden, trachtte, door zijn wagen dwars op de weg te plaatsen, -de ponny met dresseerkar tot staan te brengen. Zijn eigen paard schrok van deze maneuver en sloeg eveneens op hol waardoor de hr Jansen kwam te vallen en zich ernstig bezeerde. Door omstanders werd hij hierna naar zijn woning vervoerd.

Reclame 19 april 1947

Gold-rush (gedicht)
Op de Veluwe werd goud gevonden
Opgeschrikt door krantberichten
Had ik gouden droomgezichten
En de kolder in de kop
Zijn het daar dan ook geen staven,
Als een dolle ben ‘k gaan graven
Met een grote kolenschop.
M’n boven- en m’n overburen
Stonden lachende te gluren
Naar m’n druk en dol gedoe.
Maar ik wist natuurlijk beter –
Groef een gat van zeven meter –
Voelde me gekraakt en moe.
Want, nietwaar, je kunt nooit weten;
Ik vergat m’n thee en – – ’t eten.
Liet me zelfs volkomen koud.

‘k Transpireerde tot m’n kruintje
En ik hoopte, dat mijn tuintje
Ook zo’n schat bevat van goud.
Het werd donker – – het werd later
En de kuil kwam vol met water – – –
Met een zeer bedroefd gezicht,
Met een neus, waar ’n druppel aanhing
En een laatste krachtsinspanning
Gooide ik de kuil weer dicht

Deze moeite deed me leren,
Zo iets nooit meer te proberen,
Want ik heb toch altijd pech.
‘k Zou het toch maar op gaan potten
En mijn tuintje leek ten slotte:
Op de – – – – „Nieuwe waterweg”.

Nieuwe prijzen voor chocolade
De Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening heeft nieuwe prijzen voor chocolade goedgekeurd. De prijs van geïmporteerde cacaobonen, waarop oorspronkelijk de verbruikersprijs hier te lande was gebaseerd, is den laatsten tijd met meer dan 100% gestegen. Desondanks wordt de verbruikersprijs van cacaopoeder gehandhaafd. De chocolade-artikelen moeten daarentegen duurder worden. De reep van 8 cent kost nu 10 cent; de gevulde reep van 8 cent: 9 cent. Chocolade aan stukjes kost voortaan 35 cent, gevulde stukjes (bonbons enz.) 32 cent, en los strooisel 22 cent per 100 gram. Voorts zullen ook bij deze nieuwe prijsregeling voor een beperkt deel van de productie speciale kwaliteitsartikelen tegen hogere prijzen mogen worden verkocht en wel chocolade aan stukjes voor ten hoogste 50 cent en bonbons voor ten hoogste 60 cent per ons. In dit geval moeten de artikelen echter verpakt worden verkocht met vermelding van de prijs en van de naam van den fabrikant op de verpakking. Bovenstaande prijzen zijn vastgesteld in de prijzenverordening Cacao- en Chocoladeproducten 1947, van het Bedrijfschap voor Granen, Zaden en Peulvruchten, welke is afgekondigd in het Voedselvoorzieningsblad no.24 van 11 April 1947.

Reclame 26 april 1947

Nieuws in het kort
De Kamer op excursie:
Ongeveer 60 Leden der Tweede Kamer zullen 2 Mei a.s. een excursie door die Wieringermeer maken, teneinde zich op de hoogte te stellen van de moeilijkheden bij de wederopbouw.

Onze vloot uitgebreid:
Op de marine werf te Chatliain beeft Luitenant-admiraal’ Helfrich in naam der Koningin de „Beachy Head” va/n de Royal Navy onder de naam Hr. Ms. „Vulkaan” overgenomen.

Tóch geknipt:
J. Kloosterboer, groente-expediteur uit St. Pancras, een der hoofdfiguren in de grote spionage- affaire in Noord-Holland en Groningen — in Augustus verleden jaar uit de strafgevangenis ,in Scheveningen ontsnapt — is in België gearresteerd.

Zestig jaar in Nederland:
Hemelvaartsdag zal het zestig jaar ‘geleden zijn, dat de Bloed- en Vuurvlag van het Leger des Heils in ons land werd ontplooid.

„De Ontmoeting”:
Tijdens een lunch in het Amstelhotel te Amsterdam, waaraan de auteurs aanzaten, die aan de prijsvraag voor de boekenweek hadden deelgenomen, werd ‘bekend gemaakt, dat Anton Gooien de schrijver was van de „Ontmoeting”.

Vrij voor eigen rekening:
De centrale werkgevers-organisaties hebben er geen bezwaar tegen op 1 Mei vrij te geven, mits de arbeiders deze vrije dag als snipperdag opnemen.

Ernstige tegenslag:
ln de afgelopen strenge winter is 25 % van het aantal bijenvolken gestorven.

Reclame 3 mei 1947

Jubilea op de Hengelose paardenmarkt
Op de zeer druk bezochte paardenmarkt, de z.g. Meimarkt, welke hedenmorgen werd gehouden, werd enigszins officieel herdacht, dat de zeer bekende paardenhandelaren Hoogland uit Zeddam 40 jaar en Binsbergen uit Lochem 25 jaar deze markt geregeld bezochten. Dit feit gaf de burgemeester aanleiding om vergezeld van het bestuur van de Marktvereniging en de marktmeester, namens het gemeentebestuur deze heren met dit jubileum te complimenteren in de zaal van de heer Leemreis, voor wiens café zij hun vaste standplaats hebben. De burgemeester zei o.m., onder het aanbieden van een feestdronk, dat het gemeentebestuur natuurlijk ten zeerste hun belangstelling voor de paardenmarkten alhier die bijna 300 jaar bestaan, apprecieert. Aanvankelijk werd gevreesd dat door de gedwongen stopzetting van de vrije paardenmarkten tijdens de bezetting de markt hier haar terugslag in zou ondervinden, maar gelukkig is dit niet het geval geweest. In 1946 werden zelfs het recordaantal van ruim 7000 paarden aangevoerd, zodat gebleken is, dat zowel aanvoerders als kooplieden hier op de Hengelose markt gaarne komen. Ook de heer Walgemoed, secretaris van de marktvereniging, sprak beide jubilarissen nog met een kort woord van gelukwens toe. Hij sprak de hoop uit, dat beiden het vergund zou mogen zijn de Hengelose paardenmarkt nog vele jaren te bezoeken en er goede zaken te doen. De heren Binsbergen en Hoogland en ook diens zoon verhaalden tot slot nog enkele aardige episoden uit hun veeljarige ondervinding, waarna men nog enige tijd gezellig bijeen bleef.

Afscheidsmiddag van de gemeente-ontvanger
Vrijdagmiddag kwamen in de trouwzaal Burgemeester, Wethouder, Secretaris, het secretariepersoneel en verdere genodigden bijeen om officieel afscheid te nemen van de heer Ruesink als gemeente-ontvanger wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. De trouwzaal was feestelijk aangekleed door de vele bloemen en planten, welke al direct een feestelijke stemming wisten op te wekken. De heer Ruesink werd door de heer Kuipers per auto van zijn woning gehaald en door de burgemeester bij het binnentreden van de trouwzaal verwelkomt. De burgemeester roemde in zijn speech de nauwgezetheid en het plichtsbesef van de scheidende ontvanger. Hoewel hij niet gedurende de ‘ 28 jaren dat de heer Ruesink ontvanger is geweest, steeds het voorrecht had genoten door deze aan het eind van elke maand te worden betaald, omdat hij pas van 1937 in Hengelo (Gld) was, toch was gedurende deze 10 jaren steeds een prettige samenwerking tussen het College van B. en W. en de ontvanger aanwezig geweest. Spreker haalde herinneringen op uit de beginjaren toen de kascontrole nog door B. en W. geschiedde. Na het gebruik van enige verversingen kreeg de gemeentesecretaris het woord, welke in een gevoelvolle en tevens geestige speech de scheidende functionaris toesprak. Spreker ging wat dieper in op de vele veranderingen welke zich gedurende de ambtsperiode van de heer Ruesink hadden voltrokken. Hij schetste de geweldige toename van de financiële voorschriften waaraan een gemeente -ontvanger tegenwoordig moet voldoen. Spreker roemde ook de accuratesse waarmee de heer Ruesink steeds zijn taak had verricht. Namens Burgemeester, Wethouder en ambtenaren werd hierna de heer Ruesink een standaardwerk over de Landbouw aangeboden. De secretaris betrok in zijn dankwoord tot de heer Ruesink ook diens zuster Mejuffrouw Ruesink, welke hem steeds zo trouw had bijgestaan en waaraan ook het gemeentebestuur de prettigste herinneringen behoudt. Hij bood hierna mejuffrouw Ruesink een prachtige azalea aan. Hierna kreeg een der ambtenaren, welke het langst met de ontvanger had samengewerkt, de heer Morsink het woord. Deze was door de lange jaren dat hij de heer Ruesink gekend had, in staat enkele komische voorvallen op te halen. Aan het slot van zijn speech verzocht hij de aanwezigen een afscheidslied, door onbekende rijmelaars gemaakt, te zingen op de wijs van het Hengelose Volkslied. Door de geestige inhoud sloeg dit zeer in en werd dit lied deze middag nog vele malen gezongen. De heer Westerbeek van Eerten wist met zijn harmonica de stemming er in te houden en menig voorbijganger langs het gemeentehuis, zal zich afgevraagd hebben, wat daar wel te doen zou zijn. De heer Ruesink dankte aan het slot van deze gezellige middag voor de steun welke hij gedurende zijn ambtsperiode steeds van allen had mogen ontvangen en zei diep getroffen te zijn door de gevoelige woorden welke hedenmiddag waren gesproken.

„Nou, tabeh dan!”
klonk het een vijftien jaren geleden vol valse romantiek. Die tijd is, gelukkig, voorbij. We gaan niet naar Indië om een ongelukkige liefde te vergeten of om van het alternatief „Indië” of „galg en rad” het minst pijnlijke te kiezen. We gaan naar Indië, omdat het Vaderland onze hulp daarginds, nodig -heeft. Dat schept verplichtingen van het volk ten opzichte van zijn soldaten en de NIWIN is er om die verplichtingen gestalte te geven. Bij die bemiddelaarsrol hoeft de NIWIN echter meer nodig; dan vriendelijke belangstelling alken. Die ‘belangstelling .moet uitgroeien tot waardering en die waardering tot daadwerkelijke steun. Om aan het doel en de werkwijze van de NIWIN grotere bekendheid te geven en daardoor de verzorging van onze jongens in Indië des te intensiever Ie doen zijn, ‘belegt het Landelijk Comité van de grote provinciale bijeenkomsten, waartoe, behalve de Burgermeesters uit de betreffende provincie, vertegenwoordigers van alle organisaties, die werkzaam zijn voor die jongens overzee, en afgevaardigden .van de plaatselijke NIWIN Comité’s worden uitgenodigd. Op 2 Mei a.s. wordt een dergelijke .bijeenkomst gehouden voor de provincie Gelderland, en wel te Arnhem in Musis Sacrum, aanvangende om 2 uur, welke zal u den geopend door Arnhem’s Burgemeester, de heer Ch. G. Matzer. Na het zakelijke gedeelte, waarvan men hoopt, dat een vruchtbare gedachtewisseling er het gevolg van zal zijn, is het programma gewijd aan de vertoning van -enige leger- en marine films en het optreden van vooraanstaande artiesten, die binnenkort in NlWIN-verband naar Indië zullen vertrekken voor een tournee bij de soldaten; wij noemen de violist Jo Juda en het cabaretgezelschap van Rol) Milton.

1947 – Het oude liedje
’t Wordt gelukkig weer vooroorlogs in ons kleine koninkrijk: Want er ligt weer kool te rotten In het dorpje Langendijk.
Gooi de boel maar op de mesthoop Met blijmoedigheid van geest. Het is net of ’t kleine Neêrland Nooit in oorlog is geweest.
‘k Zal het wel weer niet begrijpen, ‘k Ben daarvoor te excentriek. En ik ben geen ingewijde In regeringspolitiek.
’t Zal aan mij natuurlijk liggen, Dat ‘k de zaken fout bezie. Wie geeft mij een tiental lessen In geleid’ economie. ?

Als ‘k die cursus goed gevolgd heb, Stel ‘k mij zeker candidaat; Waarna ik op mijn beurt dan weer, De spinazie rotten laat,
Als men mij dan aan gaat vallen, Och, dan zoek ik wel mijn troost, ‘k Ga dan met regeringsopdracht In een vliegtuig naar de Oost,
Zó ver zal ’t wel nimmer komen. Als burgerman doe ik mijn plicht; En als burger vind ‘k ’t schande, Dat er kool te rotten ligt!

Een buitenkansje is ’t geld dat U terugkrijgt op Uw kolenbon — daar had U vast niet opgerekend! Wilt U daarmede (of met een deel er van) de N.I.W.I.N. blijde maken, dan kunt U dat afdragen bij Mevrouw van Hoogstraten, afd.-Voorzitsters, of in een bus in de burgemeesterskamer ten gemeentehuize. Gun de N.I.W.I.N. ook een buitenkansje.

Premiekeuring
Op de Woensdag gehouden premiekeuring van Shetlandse Ponny’s, werden in het stamboek opgenomen de 4-jarige merrie en de 3-jarige hengst van G, Kremer, tevens goedgekeurd voor dekking en een 3-jarige merrie van B. Blom. Voor onze jongens. Ouders, verloofden, vrouwen van militairen in Indië, nu kunt U onze jongens verrassen door een „gesproken” brief aan hun te zenden. Ook Muziek-,v Zang- en andere verenigingen kunnen dit doen voor hun leden, die in Indië zijn. Hoezeer zoo’n gramofoonplaat op prijs wordt gesteld, bewijst de volgende zin uit een der brieven van een soldaat over zee: „Een Niwinpakket is mooi, doch voor ons is één zo’n „gesproken” brief méér dan 10 Niwinpakketten”. Het geluidtechnisch Bureau J. van Wijk te Apeldoorn verzorgt de opname van „gesproken” brieven ten behoeve van de Ned. militairen in Indie. De U.V.V. heeft nu in haar laatste vergadering besloten, dit bureau te verzoeken Zaterdag 31 Januari ’s avonds 8 uur in Concordia een contactavond te houden. Op deze avond, wordt geheel kosteloos, een demonstratie gegeven van „gesproken brieven”. Op Maandagavond 2 Febr. zal er dan gelegenheid zijn voor opname van zo’n „gesproken” brief, een ieder, die dat wenst, kan dan een gramofoonplaat (prijs plm. f 4.— verzendkosten inbegrepen) per Luchtpost naar Indië zenden, de plaat is dus binnen 14 dagen op de plaats van bestemming.

Marktbericht
Op de heden gehouden markt waren 215 paarden aangevoerd en 19 biggen. Prijzen: Werkpaarden 700 tot 850 gld., betere soorten boven notering, enters 300 tot 500 gld. Handel levendig Biggen 30 tot 45 gld. per stuk. Handel zeer levendig. De markt was druk bezocht.

Door het samenvallen in één jaar van het Regeringsjubileum van H.M. de KONINGIN, de BESCHERMVROUWE VAN HET K.N.G.V. en het tachtigjarig bestaan van dit Verbond heeft het K.N.G.V. voor dit jubeljaar meerdere en extra grote demonstratie’s op touw gezet. Eerstens het 29e Bondsfeest vanwege het Jubileum „Jubelfeest” genoemd met Pinksteren te Arnhem, en tijdens de feesten ter ere van het REGERINGSJUBILEUM nog een viertal grote feesten in Groningen, Enschede, Tilburg en den Haag. Op Zaterdag 18 October 1947 werd. in Arnhems Stadhuis de Regelings-Commissie geïnstalleerd. De K.N.G.V. Bondsvoorzitter de Graaf opende de officiële bijeenkomst met een dankwoord aan het gemeentebestuur, hier gepersonifieerd in de Wethouder van Onderwijs en Lichamelijke Opvoeding. Hij memoreerde dat de overheid in Arnhem zo medeleeft met het Bondsfeest, een bewijs dat de lichamelijke opvoeding goed staat aangeschreven en deelde mede, dat de Raad een crediet van f 12500.— heeft gememoreerd. Wethouder Bronkhorst voor het gemeentebestuur het woord voerend liet terdege uitkomen dat de autoriteiten in Arnhem het verschil begrepen tussen lichamelijke opvoeding en sport. De vlotte wijze — waarop de gemeenteraad besloot tot verlening van crediet is vleiend voor het K.N.G.-Verbond. Ook economise redenen voerden tot dat besluit, maar de indirecte waarden van de Bondsfeesten zijn zelfs niet te schatten, want alle deelnemers (sters) worden propagandist voor de Gelderse hoofdstad. Spreker hoopte dat Arnhem ook in die zin Bondsstad zal worden, dat het Bondsgebouw zal herbergen. Van Directeur tot jongste bediende staat de gemeente achter de Bondsfeesten, ook omdat het turnen het toppunt is van de Lichamelijke opvoeding en het^evens geen uitwassen betoont. Zo gaat dan het a.s, Jubelfeest zich reien in de kring van zijn 28^| >organgers. Op de fraaie Sonsbeekweide zullen de V /nnasten opnieuw demonstreren voor de lichamelijke N/blksopvoeding. Het Verbond, een der mooiste organisaties in ons Vaderland zal getuigenis afleggen van het werkprogramma in dienst van het Nederlandse, volk,

Brieven uit Indonesië
In mijn vorige stukjes heb ik U Batavia laten zien. Nu zullen we eens een kijkje gaan nemen hoe alles draait. In een zaak staat doorgaans een Hollander of Chinees aan ’t hoofd. De werkmensen (koelie’s) bestaan a)ien uit inlanders, deze mensen verdienen niet veel, d.w.z. in onze ogen. Ze verdienen f l per dag maar dan is ’t werk ook van een ongeschoolde. Een koeli die een beetje meer geschoold is, maar nog niet helemaal tot de geschoolden behoort verdient zo f 2 tot f 2’/a per dag, ejen geschoolde koeli, die een goede leiding kan geven > verdient zo f 4 tot f 5 per dag. Een vakman zoalaj monteur of iets dergelijks verdient f 7 tot f % per,gag. Waarom heeft een geheel ongeschoolde maar f l per dag, als men even een kijkje kon komen nemen hoe de arbeid hier gaat, dan zouden jullie allen raar opkijken. Zo is er b.v. een karweitje op te knappen wat wij in Holland met 3 man zouden doen, dat hier deze mensen met 9 man aanpakken en dan nog langzaam maar zeker op de lorrie of wagen. De werkkrachteije/an deze mensen zijn niet groot. Dit zal veelal ook liggen aan het zware klimaat en aan deze hitte. De (tijd) toestand kan ook misschien enigszins de oorzaak zijn van dit lome werk. Nog steeds is ’t oppassen geblazen en uitkijken, want zo praten zij mooi met je heen en de volgende dag kunnen ze je wel dood kijken. Een inlander vergeet niet makkelijk als hem iets gedaan wordt, als hij ’t werkelijk verdient geef hem genipt slaag, daar trekt hij zich niets van aan, maar ojppelükkig als je hem bestraft buiten zijn schuld, Man moet je degelijk oppassen of je krijgt een mellpf kris in je’rug. Deze mensen moeten straf aangepakt worden, maar op een eerlijke manier.  Dan nog iets over de wegen. De wegen in de stad zijn goed, maar buiten de stad is het niets. Zelf heb ik op een weg gereden buiten Batavia. Deze weg is maar 4 mijl (7 km.) lang, maar er zitten veel gaten in en deze gaten gaan zelfs tot een diepte van ’n 1/2 meter. Dit is zo Batavia. De volgende keer hoop ik u nog iets meer te vertellen over ons Indië. Ik sluit thans en hoop dat deze korte brieven U allen een goed inzicht geven over onzeOost en dat U allen kunt begrijpen in welke toestand wij hier leven. Tot volgende brief. Sold. Ie klas E. Ankersmit.

Reclame 10 mei 1947

Linea-recta (gedicht)
Zo — we kunnen weer naar ’t Zuiden
Met die goeie ouwe spoor;
Overstappen is niet nodig,
We rijden weer aan een stuk door.

Toen ons kleine land bevrijd was,
Pakte ook de spoor weer aan.
Men begreep, dat juist de spoorman
Dubbel zo hard aan ’t werk moest gaan.

Overal verwoeste lijnen
Weg was ’t rollend materiaal.
Twee jaar vroeger was ons land als
Een geplukte kip zo kaal.

Weggevoerd aan goederenwagens
Was ruim negentig procent.
Maar nu zou eerst spoedig blijken,
Wat men kan en wat men kent!

Neêrlands beste koppen werkten,
Hebben zich weer echt geweerd,
Nieuwe wagens gingen rijden;
Bruggen zijn gerestaureerd.

Noord en Zuid direct bereikbaar,
Zoals het in de spoorgids staat.
Gelukgewenst, hoor stoere spoorlui,
Met dit prachtig resultaat!

Duitschers zijn duur:
Van het einde van de oorlog af tot en met 1946 beliep de waarde van de door Amerika aan Duitsland verstrekte hulp in de vorm van voedsel en andere voorraden in totaal bijna 500 miljoen dollar.

Advertentie! In voorraad!
Turfstrooisel (fijn), Carbolineum, Koolteer en Creoline. Deze week ontvangen we een wagon turf, bestel hiervan tijdig. Ook kunt u harde turf bestellen, die we deze zomer leveren. Eerstdaags worden er weer kolenbonnen geldig, lever deze direct in, wij hebben Eierkolen en Cokes in voorraad. Antraciet verwachten we spoedig. B. J. LEBBINK

Een plastic praatje:
De productie van plastic heeft een grote omvang .gekregen. Dat bleek onlangs op een tentoonstelling, die onder auspiciën van de Britse Plastic Federatie werd gehouden. Meer dan 500 afzonderlijke producten, variërende van boordknoopjes tot plastic badkamers toe, werden hier geëxposeerd. Men zag er o.m. plastic eierdopjes, gootstenen, wiegen, ontbijtserviezen, gordijnen, kleren, sieraden, stoelen, tafels, etalagepoppen, deurknoppen, radiokasten, (kunsttanden en chirurgische instrumenten. Het nieuwe materiaal heeft zijn ‘bruikbaarheid op verschillend gebied bewezen. Niet alleen is ‘goedkoop – wat in dezen tijd een belangrijke factor is – maar het is ook practisch. Plastics zijn sterk, licht en hygiënisch — zij zijn bestand tegen chemicaliën en ze geleiden electriciteit. Br bestaat geen ander materiaal, dat al deze voordelen bezit. Ten slotte, het oog wil ook wat hebben! Plastics zien er aantrekkelijk uit.

Reclame 17 mei 1947

Uit de kou? (gedicht)
Voor de tóch weer komende winter werden 12 eenheden brandstof beschikbaar gesteld. Wij laten een enthousiaste trampassagiere aan het woord.

„Heeft u dat bericht gelezen ?
Het stond Maandag in de krant.
Nou, als dat eens waar zou wezen,
Mens, dan was ik uit de brand !

Ik heb wat een kou geleden ;
’t Was niet uit te houden meer.
Ik had hele dikke hielen
En m’n winterteen deed zeer.

Nee, het was haast niet te harden.
’t Leek de Noordpool bij me, heus !
Heel de winter was ‘k verkouden,
Hingen druppels aan m’n neus.

Ja, misschien zult u wel denken :
Nou, die juf is ook niet fris ;
Ze prakkizeert al over kolen —
Nu het volop lente is.

Maar ik ben toch niet de een’ge !
’t Heeft toch in de krant gestaan ?
En die kolenheren komen
Toch ook niet met smoesjes aan !

Ik ben werk’lijk in m’n nopjes;
’t Is toch ook wel „kasjuweel”.
Twaalf mud — mensen hoe bestaat ’t,
‘k Kreeg een brok haast in m’n keel.’

Maar m’n man, dat is zo’n kouwe —
Afijn, u kent hem wel misschien —
Toen ‘k ‘m dat bericht liet lezen, Zei-die:
,,’k Moet ze eerst nog zien!”

Nou, wat zegt u van zó’n antwoord —
Vindt u dat niet vrees’lijk flauw ?
Lieve tijd, hier is mijn halte –
Nou, het beste hoor, juffrouw !

Raadsverslag Hengelo (Gld)
In de Woensdag onder voorzitterschap van burg. van Hoogstraten gehouden raadsverg. vond de beëdiging plaats van het in de plaats van den heer B. J. Melgers benoemde lid, de heer M. W. H. Weverink. De voorz. verwelkomde hem en hoopte dat hij belangen van de gehele gemeente zou behartigen en niet die alleen van Keyenburg. Vervolgens werd met 10 stemmen tot wethouder benoemd de hr J. H. Tijdink. Deze nam de benoeming aan en zal trachten het vertrouwen van de raad te winnen, en zeggende dat hij niet uit een misplaatst eergevoel deze functie aanvaardt, maar dit doet in het belang van de handel, de middenstand en de boerenbevolking. De voorzitter verheugde zich over deze benoeming, en de heer Tijdink zal ervaren dat er steeds een prettige geest heerst, waarbij de politiek niet op de voorgrond wordt geschoven. De heer Tijdink heeft met de voorzitter van „Keyenburg’s Belang” en met het kerkbestuur gesproken over het terrein van de woningbouw. Wat het eerste onderhoud betreft, heeft spreker niet de indruk gekregen, dat daarvan veel succes is te verwachten. Met het kerkbestuur valt vermoedelijk wel te praten en daarom gevoelt spreker ervoor met dit bestuur in onderhandeling te treden. Mocht ook dit overleg niet tot een resultaat leiden, dan zullen B. en W. wel naar omstandigheden weten te handelen, zulks naar aanleiding der notulen van de vorige vergadering. Ingekomen was de koninklijk goedgekeurde verordening op de hondenbelasting. B. en W. hebben met de Insp. van het Veeartsenijkundig staatstoezicht overleg gepleegd over de vervulling van de vacature van keuringsveearts. Deze heeft in overweging gegeven, zo mogelijk met de gemeente Zutphen een overeenkomst te sluiten, volgens welke de vleeskeuringsdienst door het gemeenteslachthuis van die gemeente zal worden uitgevoerd. Aan deze raad hebben B. en W. intussen gehoor gegeven; het resultaat zal zo spoedig mogelijk ter kennis van de raad komen. De heer Weenink is van mening, dat een regeling met Zutphen duurder zal uitkomen en acht het dan ook gewenst een oproeping voor een eigen keuringsveearts te plaatsen. Het door de voorzitter geopperde bezwaar, dat zich waarschijnlijk voor deze functie, die niet met een particuliere practijk verbonden kan worden, geen gegadigden zullen aanmelden en dat voor een dergelijk ambtenaar geen woonruimte beschikbaar zal zijn, acht spreker van minder belang. Een jonge dierenarts zal vermoedelijk wel te krijgen zijn en in de behoefte aan woning zou wel op een of andere wijze zijn te voorzien. De heer Harwig meent, dat de heer Weenink de zaak te optimistisch ziet; spreker zou de heer Weenink in de huisvestingscommissie wensen, opdat deze van zijn optimistische zienswijze zou kunnen profiteren. Wat de woningvoorziening betreft, acht spreker het noodzakelijk, dat deze zaak krachtig wordt aangepakt. De heer Tijdink informeert bij de rondvraag opnieuw naar de stand van de woningbouwplannen. In verschillende omliggende gemeentes is men reeds met de bouw begonnen. Is het niet mogelijk tot aanbesteding over te gaan? De heer Harwig zegt dat de schoenfabriek van de firma Jansen dringend behoefte heeft aan vaklieden. Deze fabriek wordt geleidelijk een industrie van betekenis voor Hengelo. Harmsen de smid, ziet uit naar een woning voor een vakman op het gebied van de vervaardiging van een onderdeel voor landbouwmachines, waarmee dit bedrijf zich op grote schaal zal bezig houden. Spreker complimenteerde Tijdink met zijn benoeming als weth. die voor de belangen der Hengelose gemeenschap zal opkomen. De heer Tijdink dankt de heef Harwig voor zijn woorden. Hij wil deze overhevelen op de voorz., in deze zin, dat hij deze dankbaar is, dat hij enigszins over zijn bezwaar tegen woningvordering is heengestapt. Wanneer het gemeentebestuur niet op zijn qui vive is, aldus spreker, zal het geen drie maanden duren of alle minder draagkrachtige gezinnen in de gemeente zullen op straat staan. Het moet niet zover komen, dat huiseigenaren hun huurders willekeurig uit hun woningen gaan zetten. Spreker noemt dit een schreeuwend schandaal. Het verheugt spreker dat de burgemeester niet is teruggedeinsd voor vordering, al betrof deze dan ook een noodgeval. De indruk moet niet worden gewekt, dat men uit de weg gaat voor bedreigingen van een advocaat, hij moge dan De Jong, Dijstra, Koning of hoe dan ook heten. Hét is nu de derde maal in enkele weken, dat zich een noodgeval voordoet en het is de plicht van het gemeentebestuur op te komen voor de belangen van hen die bescherming nodig hebben. De voorz. betreurt, dat sommige huiseigenaren zo weinig sociaal gevoel blijken te bezitten, dat ze er geen bezwaar in zien, gezinnen op straat te zetten. Daarom heeft spreker niet geaarzeld, voor deze gezinnen woonruimte te vorderen en hij zal dit blijven doen. ondanks het feit, dat velen, die ruimte over hebben, beweren, niets beschikbaar te kunnen stellen. De heer Tijdink geeft zijn misnoegen te kennen over het feit, dat, toen spreker onlangs ten postkantore een gesprek had met de heer Harwig, iemand hem toevoegde: „zijn jullie weer bezig met het verdelen van woningen? Tijdink dat is geen werk voor jou”. Spreker heeft geantwoord, dat de tijd lang voorbij is, waarin een winkelier zijn mond niet kon opendoen, omdat hij een zaak had. Spreker kan geen onrecht verdragen en zal zich daartegen verzetten, ook al zal hij daardoor klanten moeten missen, hoe gaarne hij die ook behoudt. De voorz. zegt, dat hij zich bewust was, toen hij hulp vroeg bij de regeling der woningverdeling, een ondankbare taak op de schouders der commissieleden te leggen. Tot nu toe zijn naar hij meent geen onrechtvaardigheden begaan. De heer Harwig meent, dat het nodig zal zijn met vordering door te gaan, nu blijkt, dat vrijwillig geen woonruimte beschikbaar wordt gesteld. De heer Stegerman dringt aan op het aankopen van stenen voor het herstellen van straatwegen, nu deze weer vrij zijn. De heer Harwig bepleit nogmaals het verwijderen van de tramrails uit de Raadhuisstr. en Spalstr., waarop de voorz. mededeelt, dat de architect bezig is met het vragen van prijsopgaaf. Ook vraagt de heer Harwig maatregelen ter voorziening in het gebrek aan personeel op de secretarie ter voorkoming van verdere achterstand in de administratie. De voorz. zegt dat dit geremd wordt door de onvoldoende salariëring. Nu dezer dagen echter meer definitieve richtlijnen hierover zijn ontvangen, koestert spreker de hoop, dat binnen niet al te langen tijd het personeel zal kunnen worden aangevuld. De heer Hiddink zegt dat het denkbeeld van de heer Stegeman zijn volle sympathie heeft. Spreker geeft in overweging, na te graan of misschien verharding van verschillende in slechte staat verkerende weggedeelten mogelijk is, eventueel met geldelijke bijdragen van belanghebbenden, evenals dit voorheen wel is geschied. De voorz. zegt. dat uit verharding, de noodzaak van onderhoud voortvloeit. De gemeente is financieel niet vrij in haar bewegingen. De heer Hiddink pleit voor verbetering van de zg. Banninkstraat in ‘het Nóordink. Langs deze weg, hoewel feitelijk doodlopend, is tamelijk veel verkeer, maar hij is zeer smal en alleen door verharding in betere toestand te brengen. De heer Tijdink adviseert de heer Hiddink, deze aangelegenheid met belanghebbenden te bespreken. Als deze willen meewerken zal er misschien iets te bereiken zijn, De heer Weenink gelooft niet dat voor verbetering van dit onbelangrijke wegje goedkeuring verkregen zal worden. Het zou verstandiger zijn, eerst de Baaksedijk en de Riefelderdijk in orde te maken. Deze wegen zijn even slecht, zo niet slechter. Ook verharding van de Zelhemseweg is van veel belang. De heer Otten is van oordeel, -dat wanneer belanghebbenden een bijdrage van 50 a 60 % aanbieden, zulk een aanbod ernstige overweging waard is De heer Harwig stelt voor ter gelegenheid van de Turndag die hier op Hemelvaartsdag zal worden gehouden, een medaille beschikbaar te stellen voor de marswedstrijd, waaraan alle groepen zullen deelnemen. Nadat de voorz. heeft opgemerkt, dat voor het uitgeven van gelden voor dit doel machtiging van Gedep. Staten vereist is in verband met de noodlijdendheid der gemeente, worden B. en W. gemachtigd een bedrag van f 25,— beschikbaar te stellen, onder voorbehoud van goedkeuring,

Heidebrand
Op het terrein gelegen achter het Joodse kerkhof is een heidebrand ontstaan. Door snel ingrijpen van de gemeentopzichter en arbeiders werd voorkomen dat niet meer dan 3 ha afbrandde. Op hetzelfde perceel herhaalde zich deze brand en kon voorkomen worden dat niet meer dan 70 m2 verloren ging. De commandant van de bosbrandweer, de heer Luesink, heeft last gegeven bij het bedoelde perceel brandwachten te plaatsen.

De Landbouw roept de Jeugd
De Nederlandse Jeugdgemeenschap schrijft ons: Sinds het tijdstip van de bevrijding’ is er in Nederland veel veranderd en verbeterd. Hoewel ons voedsel nog voor een groot deel is gedistribueerd, zijn er grote prestaties verricht in de agrarische sector. Hierbij den’ke men slechts aan het weer in cultuur brengen van de geïnundeerde gronden, waarvan verreweg het •grootste ‘gedeelte in 1946 weer een bevredigende oogst leverde. Velen denken, dat de Nederlandse landbouw thans al normaal kan produceren. Zij beseffen echter niet, dat de productie wordt geremd door een tekort aan arbeidskrachten. De voedselproductie is van zó groot belang, dat deze moeilijkheid moet worden overwonnen, temeer daar land- en tuinbouwproducten vóór de oorlog één van de belangrijkste posten waren op de Nederlandse uitvoerbalans. De waarde van deze producten bedroeg een ‘derde van de totale Nederlandse export, die ruim één miljard gulden bedroeg. Pootaardappelen vormden een belangrijk contingent van de agrarische uitvoer. Zij zijn het „Zaad” voor de volgende .oogst en meer dan driemaal zoo duur als consumptieaardappelen. De opbrengst van een veld pootaardappelen is echter veel minder dan wanneer op zoo’n perceel consumptieaardappelen zouden zijn uitgezet. Bovendien valt de oogsttijd zeer ongunstig. Pootaardappelen moeten namelijk worden gerooid in een tijd, waarin ook andere producten binnengehaald moeten worden. De vraag naar pootaardappelen in het buitenland is zeer groot. Landen zoals België, Frankrijk. ltalië, Zuid-Slavië en zelfs Egypte vragen om Nederlandse poot aardappelen. Aan deze vraag moet indien enigszins mogelijk, worden voldaan. Wordt vervolgd.

Reclame 24 mei 1947

Groente Te veel? (gedicht)
De groente wordt weer doorgedraaid;
Wij zijn wel te benijden.
Het lijkt gelukkig al weer
Op voorologs „goede tijden”.

Dat eens ons west’lijk Nederland,
De suikerbiet moest eten.
Dat zijn we nu na twee jaar tijd,
Gelukkig weer vergeten.

We denken nog met dankbaarheid
Aan ’t Rode Kruis in Zweden.
Maar praat er ons niet verder van,
Dat is al lang geleden.

Rabarber gaat nu bij de mest,
Geen domme daad – een wijze.
Dan maakt men hier in Nederland,
Zodoende goede prijzen.

Spinazie is er ook teveel,
Vooruit dus, voor de koeien,
En zo wordt weer vernietigd, wat
De goede God liet groeien.

Na twee jaar opbouw zijn er dus,
Vooroorlogs „goede tijden”.
Alleen met dit verschil, dat nu
Miljoenen honger lijden

Brieven uit Indonesië (3)
Met verlof naar Bandoeng.
Als een soldaat bij een groot-Majoor wordt geroepen, is er meestal iets niet in orde. Toen het mij dan ook zo verging, was het eerste wat ik mij afvroeg : ,,Wat zou ik hebben uitgehaald?” Maar toen we bij hem binnenstapten en stuk voor stuk model in de houding sprongen, zagen we het wel, dat het met overtredingen zo’n vaart niet had gelopen. „Mannen, deze week kunnen er van ons zes man naar Bandoeng naar het verlofcentrum ,,De Rustende Strijder”, en nu had ik jullie daarvoor uitgekozen, tenminste als jullie willen!” Het klonk als een donderslag bij heldere hemel. Wat een buitenkansje. Dat het dan ook grif geaccepteerd werd, behoeft geen betoog, Er eens een week helemaal uit te zijn! Je kende zoiets niet meer. Verlof dat was immers een woord, dat alleen in Holland voorkwam. En dan hoe vaker hoe liever. De volgende avond om 5 uur werden we per eigen wagen weggebracht naar Polonia (vlak bij Batavia), waar de Staf van onze Brigade gelegerd is. En vandaar zijn we ’s avonds om 7 uur weer vertrokken (nu in een convooi), naar Tjibinong, dat even voor Buitenzorg ligt. Het is onnodig, hier een relaas te geven van de reis op die gammele drietonner over de wegen, waar de gaten van de Jappen-tanks nog in zitten. Genoeg zij, dat we ’s avonds bestoven en moe te Tjibinong aankwamen, vanwaar we dienzelfde nacht om half vier verder zouden reizen. Die nacht in Tjibinong zullen we niet licht vergeten. Op dat moment wensten we, dat we maar thuis gebleven waren. We moesten „slapen” in een legertent. Maar dat is toch niet erg, zult u zeggen. Neen, dat is zeker niet erg, maar als je met een deken om in het natte gras moet kruipen, terwijl geen klamboe je beschermt tegen de muskieten, dan is het wel erg. We waren dan ook blij toen het sein: „Opbreken” klonk en we weer in de auto konden kruipen. Niemand van ons had geslapen. Full-speed suisden we daarop door de stad Buitenzorg. Vanaf de hooggelegen weg zag men twinkelende lichtjes in de benedenstad. Door de Chinese buurt en dan het open terrein in. Hier, waar de huizen geen bescherming meer boden, voelde je dat het aanmerkelijk kouder was geworden. De weg steeg voortdurend. Na een half uur zaten we gewoon te rillen. De gascape’s werden voor de dag gehaald en aangetrokken. Ondanks dat hadden we het kippenvel op onze armen. Langzamerhand begon het lichter te worden. Als slakken kropen onze auto’s tegen de steile hellingen. Je zag de contouren van de machtige bergen in de omgeving, die anders slechts vanuit een wazig blauwe verte kunnen worden waargenomen. En toen de zon opkwam, zag je de omgeving in al haar grootheid. Ravijnen, waarvan je de bodem bijna niet kon zien. Aan de overzijde de wanden van de Gedeh, waartegen de sawah-plateau’s als geplakt zaten. De motoren gierden nog eens een hoogte op en de top van de Poentjak (een zijtak van de Gedeh) was bereikt. Wat een werk moet het geweest zijn een dergelijke weg aan te leggen. Hulde aan de Hollandse pioniers, die dit volbrachten. Ondertussen kronkelden we alweer naar beneden en bereikten na een uur het stadje Tjiandoer, waar werd gerust. Hier werden enige boterhammen verorberd en om elf uur werd weer gestart in de richting Bandoeng. De rest van de reis verliep behoorlijk vlot, zodat we tegen 2 uur de verlofstad bereikten, nadat we eerst nog Tjimahi gepasseerd waren. De rustende strijder. Een heerlijk oord voor de mannen, die na 7 maanden bijna niets dan rimboe gezien te hebben, hier eens konden bekomen. Want Bandoeng is de meest Europese stad van het verre Oosten. Wat een heerlijk gevoel was het, die buitenwijken te zien met op zijn Hollands gebouwde woningen. Het doet denken aan Apeldoorn. Ruim en open. Alles helder en schoon. Geen bedelaars die de hele dag om een kamp heen zwerven. Geen brancard waar je op slapen moest, maar een heerlijk bed met lakens en een dikke kapokmatras. Geen klamboe nodig tegen de lastige muskieten. Na ons opgefrist te hebben, zijn we eens lekker gaan, eten (ook Hollands!) en daarna zijn we de stad eens ingewandeld. Overal zag je lichtreclames, gezellige etalages met een overvloed van spullen (duur !!). Restaurants, café’s en hotels. Hier en daar dansmuziek! Het deed je haast overdadig aan: zo van een militaire buitenpost neergezet te worden in één van de mooiste steden van ons Indië. We zijn eens gezellig met zijn drieën in een cafetje gaan zitten en hebben een lekker flesje limonade gedronken. Wat een weelde zoiets. G. L. Korp. II-Artillerie.

Brooduitdeling bij de Muldersfluite op Hemelvaartsdag
Doordat het brood nog steeds ,.op de bon” is, kon ook dit jaar helaas het ’traditionele wegen van roggebroden op de „Muldersfluit” niet plaats hebben, Allerminst werd dit vermoed dat dit aloude gebruik twee jaar na de bevrijding nog niet weer kon plaats vinden. Evenals vorige jaren werd door diverse accijns verplichtingen de waarde van het anders te leveren roggebrood in geld gestort, zodat de Ned. Herv. Diac. van Hengelo en Zelhem en de R.K. armbesturen van Hengelo en Keyenborg er geen schade van ondervonden Het is te hopen dat men het volgend jaar weer als vanouds het traditionele broodwegingen zal kunnen gadeslaan.

Reclame 31 mei 1947

Wij worden geteld (gedicht)
Zo straks op 31 Mei,
Dan telt men u,
Dan telt men mij,
Voor ’t eerst na vele jaren.
Dan zwermt er door het hele land,
Papier en potlood in de hand,
Een leger ambtenaren.

Ondanks de schaarste aan papier,
Krijgt u een lijvig formulier
Met allerhande vragen :
Waar u geboren bent, wanneer,
Of u een dame bent of heer,
Nog jong of oud van dagen.

De vader, hoofd van het gezin,
Vult heel precies de namen in
Van vrouwlief en de peuters.
Hij haalt het trouwboek er nog bij
En voor securiteit telt hij
Nog even gauw zijn kleuters.

Als alle mensen zijn geteld,
En in de boeken staan vermeld,
Dus, als ze alles weten,
Dan, is ’t gebeurd, geloof me, hoor,
Er wordt geen enkel mens meer door
De fiscus nog vergeten.

In Juli en Augustus de bonnenlijst eenmaal in de twee weken
Teneinde de winkeliers in de gelegenheid te stellen hun zaken enige tijd voor vacantie te sluiten zal van 6 Juli t/m 30 Augustus a.s. in plaats van iedere week éénmaal per H dagen een bonnenlijst worden gepubliceerd. De bonnen, welke normaliter verdeeld over twee weken worden aangewezen, zullen dan in één lijst bekend worden gemaakt. In de tijdstippen, waarop de detaillisten de bonnen bij de distributiediensten moeten inleveren, wordt geen wijziging gebracht. Detaillisten, die dus hun zaak wegens vacantie willen sluiten, dienen maatregelen te nemen om op de voor hen vastgestelde dagen de bonnen te doen inleveren. Het publiek moet er rekening mede houden, dat het als gevolg van deze regeling een week eerder de beschikking krijgt over de artikelen, welke gewoonlijk in de tweede week worden aangewezen. Aan het einde van de periode, waarvoor deze regeling geldt, zal men echter een week langer moeten wachten. De bonaanwijzing voor tabak valt niet onder deze regeling. Deze zal telkens normaal in de tweede week plaats vinden.

Plaatselijk nieuws Genootschap tot Onderlinge Waarborg van Runderen
Op Dinsdag j.l. vergaderde genoemd comité in Hotel Langeler. De voorzitter de heer T. C. van Soest opende de vergadering, waarna de administrateur D. J. Walgemoed verslag uitbracht van de rekening en verantwoording over het afgelopen boekjaar. Hieraan ontlenen wij het volgende: De ontvangsten bedroegen f 6680.54 en de uitgaven f 5694.35 zodat de meerdere ontvangsten bedroegen f 986.19. In het afgelopen jaar werden er 15 koeien uitbetaald voor f 5230. —, terwijl hiervoor ontvangen werd f 1213.11. Het aantal ‘deelnemers bedraagt thans 269, die tezamen 783 koeien verzekerd hebben voor f 259875.—.De boeken en bescheiden werden door de heren A. W. Enzerink en D. Walgemoed nagezien en in orde bevonden. Besloten werd om over het eerste halfjaar een half procent premie te heffen.

10 geboden voor de 12e volkstelling
1. Ontvangt de teller welwillend. Hij komt niet voor zichzelf, doch in het algemeen belang.
2. Verstrekt de door de teller over uw woning gevraagde inlichtingen zo nauwkeurig mogelijk. Deze inlichtingen zijn niet bestemd voor woningvordering of inkwartiering doch als grondslag voor algemene verbetering der volkshuisvesting in ons land.
3. Bewaart de door de teller voor u en uw gezinsleden afgegeven telformulieren zorgvuldig en laat ze niet vuil worden.
4. Vult de formulieren duidelijk leesbaar in.
5. Raadpleegt bij de invulling de toelichting, welke op de binnenzijde van de gezinsomslag bij iedere vraag is gegeven.
6. Verzuimt vooral niet de aard van uw beroep nauwkeurig te vermelden, alsmede aard, naam en adres van het bedrijf waarin gij werkzaam zijt.
7. Zorgt, dat de ingevulde formulieren gereed liggen, zodat de teller niet behoeft te wachten, wanneer hij ze terug komt halen.
8. Vraagt de teller raad indien u twijfelt of uw beantwoording van bepaalde vragen wel juist is.
9. Luistert op Zaterdag 31 Mei naar de radiouitzending van kwart voor acht tot kwart over acht over beide zenders. Dan zal een gemeenschappelijke invulling der formulieren plaats vinden.
10. Beseft, dat deze 12e Volkstelling een lands- en volksbelang is van de eerste orde. Werkt dus mee om haar te doen slagen.


Brieven uit Indonesië (4)
Terugblik. 2 Mei 1946. Op alle grote stations in Nederland ziet men jongelui met handkoffertjes. Er heerst een geest onder allen, die men onder de gewone reizigers niet aantreft. Zij zoeken elkaar en vragen: „Waar moet jij naar toe?” En als ze er één treffen, die naar dezelfde plaats moet, wordt de kennismaking verstevigd. Wat is er dan toch aan de hand? Wel, de eerste dienstplichtigen na de bevrijding moeten opkomen om weer een leger te gaan vormen. Extra treinen zijn ingelast naar alle delen van het land, waar kazernes gevestigd zijn. Deze dag komen al deze gebouwen weer vol te zitten met jonge kerels, die nu in de naaste toekomst het weerbare deel van ons volk gaan vormen. Enkele weken later treft ge ze weer op de stations, maar nu allen in uniform gestoken, terwijl ze voor de eerste keer met verlof gaan. Het beeld in de treinen is weer bijna vooroorlogs, al is nu dan het vroegere uniform vervangen door khaki Engelse of Canadese kleding. Ze ploffen neer in de coupé’s op de houten banken met de zucht: „Die hebben we weer gehaald.” En dan denken ze aan de stralende gezichten van Vader, Moeder en Meisje, die hen straks zullen zien als soldaat. Om zo door eigen woonplaats te flaneren, terwijl de kleding bewijst, dat ze in die paar weken „militair” zijn worden. Maar zijn ze weer terug van verlof, dan wordt er weer aangepakt. De training gaat verder. Ze leren schieten, carrier-rijden, handgranaten gooien. Waarom toch dit alles en waarom toch zo’n snelle opleiding? En het antwoord staat in de dagorder van de generaal; om klaar te zijn, voor een moeilijke, doch grootse taak in het verre Oosten . . . .”

2 Mei 1947; Ergens in een kamponghuisje op een buitenpost zien we hem weer. Hij, die een jaar geleden opkwam om kennis te maken met het soldatenleven. Op zijn door de tropenzon gebruind gezicht komt een glimlach bij de herinnering aan het afgelopen jaar. Er is veel gebeurd. Meer dan een half jaar zit hij nu in de Oost. En dan denkt hij terug aan de woorden van de dagorde; „Een moeilijke, doch grootse taak in het verre Oosten”. Moeilijk? Ja ! Moeilijk voor allen, omdat zij alles wat hun dierbaar was moesten achter laten. Moeilijk voor degenen, die een vrouw en één of meer kinderen achterlieten, en het nu zonder steun van man of vader moeten stellen. Moeilijk voor degenen die hadden gedacht om daadwerkelijk te kunnen voortgaan met het scheppen van een eigen levenspositie. Moeilijk ook voor degenen, die achterbleven, daar zij vaak hun liefste bezit, in man, zoon of verloofde zagen vertrekken naar den vreemde, waar ontelbare gevaren hun zouden wachten. Moeilijk, ja hard en wreed, was het voor degenen, die achterbleven, toen zij, na slechts enkele maanden van afwezigheid, het bericht ontvingen, dat hun geliefde zijn leven had moeten geven bij de uitoefening van plicht. Laten wij in eerbied hen gedenken, die het grootste offer brachten, dat van hen gevraagd kan worden. Maar stond er in de dagorder ook niet woord : groots ? Is dit woord dan ijdel gebruikt ? Neen, zeer zeker niet lezer(es). Want overal in dit mooie land, waar de Nederlandse soldaat komt, herstelt zich het normale leven. De boer spant zijn karbouw weer voor de ploeg en bebouwt weer zijn sawah’s die straks zijn rijke rijstoogst zal opleveren. De rubberfabrieken, beginnen weer te draaien en zullen aanstonds weer de producten afleveren op de wereldmarkt, waar nog zulke grote tekorten gedekt zullen moeten worden. De irrigatie-werken worden hersteld, de wegen weer berijdbaar gemaakt. De vrouwen batikken weer hun wereldberoemde sarongs. Zij verrichten hun werk weer met ambitie, omdat zij weten, dat er nu weer hoop is voor de toekomst. Groots ook voor ons ? Ja! Omdat wij het mogen zijn, aan wie het gegeven is mede te werken aan dit herstel. Wie zo de taak van de soldaat in Indië ziet, zal toe moeten geven, dat -het toch niet „voor niets” is, dat wij hier naar toe moesten gaan. Tot volgende keer. G. L. Korp. II Artillerie.

Reclame 7 juni 1947

Het grote geschenk (gedicht)
Dat is ook een vriend’lijkheidje,
Uncle Sam geeft ons maar zo,
Zonder blikken, zonder blozen,
Bijna een miljard cadeau

Of cadeau is ’t ware woord niet,
Uncle Sam scheldt het ons kwijt,
Zo gezegd van: „Laat maat zitten . . .
Het is maar een kleinigheid”.

Maar wanneer ik zelf een keertje,
Goede zaken heb gedaan,
Zeg ik tot m’n vrouw en kind’ren:
,,Geef je spaarpot nou eens aan.

Vader heeft vandaag iets extra’s,
Met het zakendoen verdiend.
Ieder krijgt een kleinigheidje,
Zo houd ik iedereen tot vriend.

‘k Had gehoopt, dat de minister,
Ook het zelfde wel zou doen.
Al was het maar een aardigheidje:
Elk een dubbel rookrantsoen!

’t Zou toch heus zo gek niet wezen,
Na dit prachtige cadeau,
Toen ik thuiskwam lag er echter,
Weer een aanslag op ’t bureau.

Ja, ik kan mij best begrijpen,
De minister is wel blij.
Amerika mag vriend’lijk wezen,
Er is voor mij geen kwartje bij!

De coloradokever

In de Rubriek ten behoeve van de Landbouw, verzorgd in samenwerking met de Afdeling Voorlichting van het Ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening, heeft Dr C. J. Briejèr, Hoofd van de Plantenziektenkundige Dienst, een radiovoordracht gehouden over de coloradokever en de noodzaak tot intensieve bestrijding ervan uiteengezet. De coloradokever is een ongewoon kwaadaardige plaag. Hij is taai, vraatzuchtig, plant zich snel voort en verspreidt zich eveneens snel. Een afstand van 100 tot 150 K.M. wordt gemakkelijk door hem afgelegd. Als wij die kevers op onze stranden ongemoeid lieten, dan zouden ze naar onze aardappelen velden vliegen en eieren gaan leggen, elk vele honderden. Uit die eieren komen larven, die de planten kaal vreten. Wanneer die larven volwassen zijn, kruipen ze in de grond en verpoppen zich daar. Na korte tijd kruipt uit die pop weer een nieuwe kever. Zo’n cyclus noemt men een generatie. In warmere streken komen er drie van zulke generaties voor in één jaar; dit betekent, dat zich uit een paar kevers in het voorjaar, gedurende de zomer circa 27 miljoen nieuwe kunnen vormen ! In ons land is er meestal maar één generatie maar het is zeer wel mogelijk, dat het insect zich aan ons klimaat zal aanpassen, zodat er zich twee generaties zullen ontwikkelen. Een keverpaar heeft dan per zomer circa 100.000 nakomelingen. Dat is zowat 1000 miljoen uit die 20,000, die onlangs aan ons strand aanspoelden. Het spreekt vanzelf, dat landen, waar de kever nog of slechts sporadisch voorkomt, alles doen om hem eruit te houden. Tot de daarvoor door die landen getroffen maatregelen behoort beperking of verbod van de import van land- en tuinbouwartikelen uit landen waar de kever wél voorkomt. Op deze wijze werd onze groenten export naar Engeland dit voorjaar ernstig getroffen. Zo vreet de kever niet alleen aan onze aardappelen, maar ook aan onze deviezen. Als wij het insect hier niet hadden, dan konden wij wél exporteren. En om weer tot dit doel te geraken, is er slechts één middel, de plaag krachtig en zo afdoend mogelijk bestrijden. Het ligt in het voornemen, de bestrijding, zoals in de voorafgaande jaren toegepast, nog belangrijk te versterken. De bestrijding is bij de wet verplicht. Indien men aardappelplanten met coloradokever heeft, moet men deze insecten vernietigen. Doet men dit niet, dan wordt proces-verbaal opgemaakt en voert de Plantenziektenkundige Dienst de bestrijding uit op kosten van de nalatige, wat alles met elkaar stellig duurder zal uitkomen, dan wanneer U het zelf doet. Het is zelfs verboden levende coloradokevers in zijn bezit te hebben. Loop nooit met een lucifersdoosje met van die beesten rond om ze aan vrienden of kennissen te laten zien. Als één zo’n beest ontsnapt zitten we weer met een haard van honderden larven. Neem een watje, gedrenkt in benzine en drukt dit op de kevers. Ze gaan dan dood en U kunt ze net zoo goed demonstreren. Voor scholen en dergelijke stelt de Plantenziektenkündïgen Dienst te Wageningen opzetmateriaal beschikbaar. Voor het gehele land bestaat de verplichting tot bestrijding. De verplichte bespuitingen moeten geschieden op door de Plantenziektenkundige Dienst aangegeven data. De eerste bespuiting in dit jaar moet tussen 2 en 12 Juni worden verricht.

Wat wil de NIWIN? (Nationale Inspanning Welzijnsverzorging Indië)
Geen liefdadigheid maar vervulling van een nationale plicht.
Toen het parlement na. ernstig beraad het besluit van de regering goedkeurde om in het belang van Nederland en Indië troepen naar de overzeese gebiedsdelen uit te zenden, aanvaardde ons volk daarmee de zware verplichting, de uitgezonden militairen op te nemen in de sfeer van zijn daadwerkelijke belangstelling. Allerwege werd deze plicht verstaan en als paddestoelen schoten comité’s en acties uit de grond. Ondanks het vele goede werk, dat werd verricht, bleek al spoedig een zekere coördinatie noodzakelijk, en als consequentie daarvan ontstond in September 1946 de NI WIN, de Nationale Inspanning Welzijnsverzorging Indië, waarvan Z.K.H. Prins Bernhard bereid bleek het voorzitterschap op zich te nemen. De taak van de NIWIN werd door de minister-president Dr. Beel in zijn radiorede van 14 September 1946 duidelijk omschreven als: ,,De Welzijnsverzorging in de ruimste zin des woords van alle militairen in Indië en van de burgers, die aldaar onder soortgelijke omstandigheden leven”. Bij de oprichting van de NIWIN heeft van stonde af aan de bedoeling voorgezeten om het zwaartepunt van de acties te verleggen naar plaatselijke NIWIN-Comité’s, die ten getale van ongeveer 400 vrijwel het gehele land bestrijken. Want de NIWIN — wil zij waarlijk nationaal zijn — moet het gehele volk bereiken. De acties welke naar buiten uiting geven aan het daadwerkelijk meeleven met de mannen over zee, moeten stuk voor stuk haar noodzakelijke steun vinden in de grootste steden zowel als in de kleinste gehuchten van ons land. Eerst dan zal men kunnen spreken van een handdruk naar overzee van een volk aan zijn zonen, militairen en burgers zonder onderscheid van rang of stand, van godsdienstige of politieke overtuiging. De NIWIN is een nationale inspanning van een geheel volk, en uit die hoofde vertrouwd zij dan ook op de onmisbare hulp van alle landgenoten bij het vervullen van haar opdracht, die géén liefdadigheid, maar nationale plicht inhoudt. „Oké, wij leven mee met de jongens overzee!”

Reclame 14 juni 1947

Nederland handelt (gedicht)

Nederland In ruil voor hout levert Nederland o.a. textiel aan Finland. (Krantenbericht)

Men ging met wat Finse heren,
Aangenaam aan ’t confereren,
Die niet waagt, die ook niet wint ,
Men deelde aan die heren mede,
Welke grote moeilijkheden,
Nederland nog ondervindt.

Hoe er hier, wat toch te gek is.
Nog een groot papiergebrek is,
Wat weer komt door ’t houttekort.
Want het zou toch vrees’lijk wezen,
Als ons land niet meer kon lezen,
Hoe er hier.. . . gezwendeld wordt.

Gelukkig maar, de Finnen zouden,
Uit hun grote Finse wouden,
Hout gaan leev’ren aan ons land.
Als we ’t zelf maar komen halen,
En dan moeten we ’t betalen,
Indien moog’lijk, a contant.

Nu, de heren konden kiezen,
Neêrland heeft nog als deviezen,
’t Goede Nederlands product.
En na heel veel confereren,
Is het aan de acht’bre heren
Tóch gelukkig nog gelukt.

Wij gaan met textiel betalen;
Daarvoor krijgt men hout en palen,
Bent u niet geweldig blij?
Straks loopt er het Fins papaatje
Keurig met een C&A’tje —
U loopt er. … als Adam bij.

Nieuws in het kort

Ter herdenking
Onder grote belangstelling is te Gemert een door de beeldhouwer Charles Eyk ontworpen monument ter herdenking van gevallen militairen en burgers onthuld.

Naar eigen haven
De Russische autoriteiten hebben thans de eerste groep van 37 Nederlandse schepen, die zich nog in de Sovjet-zone van Duitsland bevinden, vrijgegeven.

Per electrische trein
1 October a.s. hoopt men de eerste electrische trein van den Haag, via Utrecht, naar Arnhem te kunnen laten rijden.

Toch niet potig genoeg
Aan de Zuiderstraat te Helmond is een kuiken met vier poten en drie vleugeltjes geboren; het diertje stierf na enige uren.

De grootste van Europa
In Zandvoort zullen van 12 Juni af dagelijks 1200 mensen vertier kunnen zoeken in een enorme danstent op de boulevard.

Gezinshereniging
Op 26 Aug. a.s. zal het m.s. Johan van Oldebarneveldt met 1300 vrouwen en kinderen naar Indonesië vertrekken.

In Juli opkomen
Enige duizenden jongelieden van de lichting 1944 zullen vermoedelijk voor het meerendeel in Juli a.s. moeten opkomen.

Klokken Peter veroordeeld
Tegen Peter Meulenberg, die de Duitsers assisteerde bij hun kerkklokkenroof en daarbij in 2 jaar tijds bijna een miljoen gulden „verdiende”, werd 20 jaar gevangenisstraf gevraagd.

Vergunning bosbessenpluk
„Huize Zelle” Het plukken van bosbessen op het terrein ,van Huize Zelle zal dit jaar alléén mogen geschieden op vergunning. Iedere plukker dient in het bezit te zijn van een weekkaart, ingaande des Maandags van iedere week. Deze kaarten zijn te verkrijgen bij de jachtopziener op Huize Zelle. De kosten bedragen f 1.50 en afdracht op elke kaart van 1 k.g. bosbessen te leveren op Huize Zelle.

Reclame 21 juni 1947


Woningbouw Hengelo (Gld)
Aannemers in de gemeente Hengelo (Gld) worden hierbij uitgenodigd uiterlijk 28 Juni a.s., 12 uur, ter secretarie in te zenden prijsopgaaf voor het bouwen van:
8 woningen te Hengelo (dorp)
4  te Keyenburg
2  te Varssel
Bestek en voorwaarden ter secretarie verkrijgbaar van 23 Juni af, voor f5.— waarvan bij inlevering f 3.— wordt terugbetaald. Hengelo (Gld), 18 Juni 1947, Het gemeentebestuur.

Nieuws voor boer en boerderij
Het verkopen/kopen van te velde staande granen, zaden en peulvruchten is verboden. Van deze regel kan slechts in hoge uitzonderingsgevallen worden afgeweken, n.l. wanneer de geregistreerde niet in staat is het te velde staande gewas zelf te oogsten en/of op te slaan. Is dit het geval dan móet hij zich tot zijn P.B.H, wenden en aldaar een aanvraagformulier invullen. Slechts indien aan de navolgende voorwaarden wordt voldaan, zal ontheffing van het verbod worden gegeven. De verkoper moet positief niet in staat zijn het gewas te oogsten en/of op te slaan. Dit wordt zeer critisch beoordeeld. Wil de verkoper in percelen verkopen, dan moet ieder perceel minstens 1 ha groot zijn. Aanvragen tot verkoop moeten vóór 1 Aug. 1947 zijn ingediend bij de P.B.H, onder wiens werkgebied de verkoper ressorteert. Verkopers die oogst 1946 zonder toestemming verkochten of andere verplichtingen niet nakwamen, worden in principe uitgeschakeld. Bij verkoop van meerdere te velde staande gewassen of bij verkoop in percelen, moet door de verkoper voor ieder te verkopen gewas of perceel een afzonderlijk formulier worden ingevuld. De koper moet bonafide en zelf teler van graangewassen zijn. De koper moet zelf het gewas kunnen oogsten. Zij, die voor oogst 1946 hun leveringsverplichtingen niet zijn nagekomen ontvangen onder geen voorwaarde toestemming tot koop. Is de verkoopprijs te hoog, dan wordt geen toestemming tot verkoop verleend. Verkoop en koop worden geacht dan pas tot stand te zijn gekomen, wanneer verkoper en koper in het bezit zijn van de schriftelijke ontheffing van het verbod, afgegeven door de betreffende P.B.H. Publieke verkoop kan niet eerder plaatsvinden, alvorens de verkoper van zijn P.B.H, heeft vernomen, dat hij toestemming tot verkoop zal verkrijgen. Bij publieke verkoop wordt door de notaris het voorbehoud gemaakt, dat de koop slechts doorgang vindt, indien de P.B.H, van de koper van oordeel is dat de koper bonafide en teler van graangewassen is. De kopers zijn verplicht, rekening houdend met de gestelde bepalingen, de gehele opbrengst van de gekochte percelen te leveren aan de daarvoor aangewezen instanties. De P.V.C, behoudt zich het recht voor dorscontróle te doen plaatsvinden. Meerdere inlichtingen zijn te verkrijgen bij de Plaatselijke Bureauhouder.

Wering en verdelging van de coloradokever.
Over de verbreiding van de Coloradokever in Nederland merkt de Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening in zijn nota aan de Tweede Kamer naar aanleiding van het verslag dier Kamer over het wetsontwerp tot wering en verdelging van de coloradokever op, dat het insect vrij veelvuldig voorkomt langs de Nederlandse zuidgrens, langs de oostgrens, met uitzondering van het noordelijkste deel, en meer landinwaarts vrij talrijk in gedeelten van de provinciën Noord-Brabant, Gelderland en Overijssel. In het Zuiden zijn er plaatsen waar bijna op ieder aardappelveld de coloradokever kan worden gevonden, waaraan de toestand bezuiden onze landsgrens niet vreemd is. Sporadisch is het insect nog in de provinciën Groningen, Friesland. Noordholland en het vaste land van Zuidholland en een gedeelte van Utrecht. De aanwezigheid van de coloradokever vormt een gevaar zowel voor onze zo belangrijke teelt van consumptie- en pootaardappelen als voor onze export van agrarische producten in het algemeen.

28 juni 1947


Allemaal op de fiets (gedicht)
Ha! We kunnen weer gaan fietsen,
Door ons mooie Nederland,
Want ik las: we krijgen spoedig,
Allemaal een nieuwe band.

Onze banden-fabrikatie,
Is vooroorlogs, zo u weet,
Fijn, dat nu de distributie,
Ons een keertje niet vergeet.

Meestal wordt van alle dingen,
Die ons landje fabriceert,
Ter verkrijging van deviezen,
’t Grootste deel ge-exporteerd.

‘k vind het van de hoge heren,
Werkelijk een wijs besluit,
Want we kunnen nu weer fietsen,
En we gaan dus weer vooruit!

Als ze nu maar niet gaan smok’len,
Is mijn hartelijke wens,
Anders brengen ze op hun velgen,
Hun eigen banden naar de grens.

De distributie zal wel zorgen,
Dat u ’t stalen ros bestijgt,
U moet dan alleen nog kijken,
Dat u gauw een rijwiel krijgt.

Koopt nog geen zg. spijsolie 
Er is onlangs een voorinleveringsbon bekend gemaakt voor spijsolie, dit zal tot gevolg hebben, dat de detaillisten binnenkort weer met deze olie zullen worden bevoorraad. Thans is dit nog niet het geval. Daar er kortgeleden een soort paraffine-olie zonder bon in de handel bleek te zijn gekomen, die bij nader onderzoek een voor menselijke consumptie niet eens onschuldig, en t.g.t. op de bon bij zijn bonafide winkelier betrekt / en deze olie behoorlijk als zodanig aangeduid is. Het tijdstip, waarop de aflevering kan beginnen, zal nog nader worden bekend gemaakt.

De noodregeling-DREES
De tweede ronde voor het Staatspensioen
Nu het wetsontwerp-Drees, inzake de noodregeling ouderdomsvoorziening door beide kamers zonder hoofdelijke stemming is aangenomen, willen wij als Staatspensioneerders hierbij een ogenblik Uw aandacht bepalen, omdat wij dit mogen beschouwen als het winnen van de tweede ronde in onze strijd tegen oud-en-arm. Het is een 50-tal jaren geleden dat de grote staatsman Dr. A. Kuyper in zijn „Proeve van pensioenregeling” schreef: „Wie van God kracht ontvangt om te arbeiden, en, op wat wijze ook, in gezonde dagen degelijk gearbeid heeft, is geen ongelukkige of schuldige, die van een aalmoes moet gaan leven. Hij moet leven van zijn loon, al de dagen zijns levens. En schoot dat loon te kort, dan is billijke, redelijke grond aanwezig, om hetgeen hij te weinig ontving, hem op andere wijze te vergoeden. Dit is dan geen aalmoes, maar nabetaling van loon.” Het was ook in die dagen dat de Bond voor Staatspensionnering werd opgericht, die, zoals art. l van haar statuten zegt: „beoogt het tot stand komen ener wet, waarbij aan alle Nederlandse mannen en vrouwen krachtens hun Nederlandschap op een nader bij bedoelde wet aan te geven leeftijd, recht wordt toegekend op een gelijk staatspensioen zonder premiebetaling, de kosten te vinden uit de opbrengst van belastingen naar draagkracht.” De aanvankelijk kleine bond zette op een krachtige wijze “haar strijd in tegen oud – en – arm. Haar ledental groeide gestadig, maar de strijd was zwaar, en het leek vaak een vechten tegen windmolens. De politieke kopstukken deden vóór de verkiezingen vaak de schoonste beloften, maar eenmaal in de kamer gekozen, werden die al spoedig weer vergeten. Zo duurde het 19 jaren eer het eerste stukje ,,staatspensioen voor iedereen” werd bereikt. Het was op 9 Dec. 1919 dat aan de toenmalige oudjes van 65 jaar en ouder, die er behoefte aan hadden, het recht werd toegekend van een staatspensioen van f 3. —. De eerste ronde in onze strijd was gewonnen. Dit kleine stukje staatspensioen was een zegen voor tienduizenden oudjes die na een leven van harde arbeid op hun oude dag toch aan de armoede waren overgeleverd, en het bezorgde velen een blijde levensavond. Het begin was er. Met nieuwe geestdrift werd de strijd voortgezet. De regering had de kans geopend voor ieder om door een wekelijkse premiebetaling zich in de toekomst ook een dergelijk pensioen te verzekeren. Ja, de kans was er, maar de mogelijkheden ontbraken. De eerste jaren na de eerste wereldoorlog, een tijd van hoogconjuctuur, ging het nog al, maar toen naderhand de crisis kwam en de lonen en prijzen tot een schrikbarend laag peil daalden was het voor het overgrote deel vrijwillig verzekerden ten enenmale onmogelijk langer hun premie te betalen, en daarmede was de V.O.V. een fiasco geworden; juist zoals de Bond het had voorzien. De tweede wereldoorlog kwam, en daarmede ook een tijd van bezinning in regeringskringen. In Londen werd door de Ned. regering de commissie van Rhijn benoemd, die zich bezig hield met het vraagstuk van „de sociale zekerheid van de wieg tot het graf”. Na de bevrijding nam de minister van sociale zaken, W. Drees, het vraagstuk ter hand. En zo kwam zijn noodregeling tot stand, die straks op 1 Oct. in werking zal treden, Naar schatting verkeren op het ogenblik een 500.000 ouden van dagen in kommervolle omstandigheden, en zal de uitkering die hun straks verstrekt wordt, weder een lichtstraal brengen in hun donker bestaan. Het zal evenals in 1919 een zegen blijken te zijn, waardoor die honderdduizenden arme oudjes nog langer de schande wordt bespaard de hand te moeten ophouden voor een uitkering van liefdadigheid. Staatspensioen is recht ! De tweede ronde is gewonnen, en daarvoor zijn we dankbaar maar …. niet voldaan. Want de noodregeling geldt slechts voor een paar jaren en wat zal er dan gebeuren? Er gaan weer stemmen op die tegen die tijd weer een systeem van verplichte verzekering willen invoeren, en daartegen zullen wij ons met hand en tand dienen te verzetten. Geen verzekering maar uit de belasting naar draagkracht. Het is niet meer dan billijk dat zij die rijk met aardse goederen zijn gezegend, hun deel naar evenredigheid bijdragen in het lenigen van de nood der ouden van dagen. De noodvoorziening-Drees heeft haar uitkering gebaseerd op een 5-tal klassen. In de 5e klasse (waaronder onze gemeente valt) kan de uitkering voor ongehuwden f. 432.— per jaar bedragen, en voor gehuwde mannen f. 792. —. De leden van de Bond voor Staatspensionnering zullen d.m.v. het Maandblad alle nadere inlichtingen en gegevens nog verder ontvangen. Wie het maandblad geregeld wenst te ontvangen en nog geen lid is, kan zich alsnog opgeven. Het lidmaatschap is f. 1..— per jaar, waarvoor men het maandblad gratis ontvangt. Meerdere personen uit één huisgezin kunnen lid worden tegen een jaarlijkse contributie van slechts 50 cent. zij ontvangen echter geen maandblad. Zoals we boven reeds zeiden is de tweede ronde gewonnen en nu begint de derde en laatste ronde. Wij willen hetgeen nu in de noodregeling-Drees is neergelegd als wet gewaarborgd zien, opdat ook in de toekomst het staatspensioen voor iedereen, zonder premiebetaling worde gehandhaafd. Lezers, misschien profiteert gij of uw ouders of vrienden straks met ingang van 1 Oct. van het staatspensioen. Zijt gij daarvoor dankbaar? Toont dit dan, door lid te worden van onze bond. De Bond is strikt neutraal en streeft geen enkele politiek na; alleen het doel: een wettelijke regeling voor premievrij staatspensioen. Er kan dus voor niemand een belemmering zijn, als lid toe te treden. De tijd is thans gekomen. De laatste ronde is begonnen. Alleen door ons aantal zullen wij ons doel bereiken. De Bond telt thans ruim 100.000 leden, maar dit moet veel en veel meer worden. Ook uw steun is onmisbaar. Zijt gij nog geen lid? Geeft u dan nu op! Staatspensioen is het dragen van elkanders lasten, het is een eis van Christelijke naastenliefde en sociale gerechtigheid. De komende 3 jaren moeten ons de zege brengen! Ouderdomsverzorging — geen aalmoes maar recht! Wij rekenen op uw medewerking. Ruurloseweg 46 GL

Graven in de vreemde 
Onvermoeide nasporingen van het Nederlandse Rode Kruis hebben in de Russische zone van Duitsland tot de ontdekking van graven van 2800 Nederlanders geleid, die voor het merendeel na hun bevrijding door uitputting in ziekenhuizen zijn gestorven.

Reclame 5 juli 1947

Conferentie (gedicht)
Molotof, Bidault en Bevin,
Kwamen in Parijs bijeen.
Wat ze daar precies bespraken,
Weet er eigenlijk geen een.

Gingen ze er ruzie maken,
En wat kibb’len met elkaar?
Rookten ze een vredespijpje,
Of een lekkere sigaar?

‘k Zou een kwartje willen geven,
Als ik in Parijs kon zijn.
Want de kansen van een ruzie,
Werden dan bedenk’lijk klein.

‘k Zou een plan daar uit gaan voeren,
Wat nog niemand heeft gehoord.
‘k Wil het u wel vast verklappen,
Het is enig in z’n soort.

Ik zou al die hoge heren,
Zonder aarz’len of gezeur.
Allen in één kamer zetten,
En het slot ging op de deur.

Ik zou zeggen: „Mijne Heren,
Confereer maar wat je kan,
Doch de deur gaat dan eerst open,
Als je klaar bent met een plan”.

M’n idee is veel te simpel,
Maar … ’t gaf beter resultaat.
Of vindt u, dat ’t in de wereld,
Nu zo goed en prettig gaat?

Pioniers van pijnloze operatie 
Het eeuwfeest van anaesthesia, dat in Engeland en in de Verenigde Staten werd gevierd, is de herdenking van de grootste vooruitgang van de medische wetenschap. De anaesthesia — het geheel of gedeeltelijk gevoelloos maken van mens of dier – zijn niet door één man of in één land ontdekt. Toen de chirurgie voer de 1e maal werd toegepast, heeft men reeds pogingen gedaan, om de pijnen op de operatietafel te verminderen of weg te nemen. Een Amerikaanse ’tandarts A. T. G. Morton uit Boston (V. S.) begon ze ruim honderd jaar geleden te gebruiken. Chloroform werd het eerst gemaakt door een Duitse scheikundige, Lieberg. Deze stof werd geprobeerd door James Young Simpson, professor in de Verloskunde aan de Edinburgse universiteit, die het verdovingsmiddel op zich zelf en twee collega’s toepaste. Hoewel beide medici bewusteloos waren, was Simpson verrukt over deze ontdekking. Hij gebruikte nadien het nieuwe middel voor zijn operaties en bevallingen, hoewel hij daarbij om godsdienstige redenen enige tegenstand ondervond bij het gebruik van het verdovingsmiddel bij geboorten. Een belangrijke stap voorwaarts in de pijnloze chirurgie maakte men in het laatst van de vorige eeuw, met de invoering van plaatselijke verdovingsmiddelen. Deze worden in een begrensd vlak van hel lichaam ingebracht en veroorzaken verlamming van de gevoelszenuwen van (het deel, dat moet worden behandeld, zonder dat de patiënt zijn bewustzijn verliest. Men gebruikte daarvoor ‘hoofdzakelijk cocaïne, van de cocao-struik uit Peru. Moderne scheikundigen hebben ook synthetische verdovingsmiddelen geproduceerd, die een even grote inwerking hebben en veiliger zijn. Vooral gedurende de eerste en tweede wereldoorlog heeft de wetenschap der anaesthesia belangrijke vorderingen gemaakt en nog steeds worden nieuwe verdovingsmiddelen ontdekt.

Door bliksem gedood
In de nacht van 30 Juni werd een schaap van de heer G, J. J. Niesink aan de Kerkstraat te Keijenburg door de bliksem gedood.

Reclame 12 juli 1947

Hier met die haring (gedicht)
In rederskringen werd overwogen, de haringvisserij stil te leggen. Te grote aanvoer – gebrek aan koelhuisruimte en de neiging tot dalen der prijzen, zouden de oorzaak zijn. (Krantenbericht)

Hoeveel maal heb ik met vreugde,
Bij een haringkar gestaan.
Liet ik, met een sneltreinvaartje,
’t Visje door m’n keelgat gaan.

Haring, met of zonder uitje,
Haring zuur of haring zout .
Is er wel één Nederlander,
Die niet van zo’n visje houdt ?

Heeft er niet een Nederlander
Ons klein land beroemd gemaakt?
Beukelszoon heeft als de eerste
Vele haringen gekaakt.

Als hij dit bericht kon lezen,
(Ik stond zelf ook even paf!)
Nu, dan draaide WillemBeukelszoon.
Zich een paar keer in z’n graf.

Als de Nederlandse visser,
Nog meer vis naar binnen haalt,
Bestaat een grote kans, zo lees ik,
Dat de haringprijs dan daalt.

Niks hoor, geen goedkope haring,
Want de winst moet eerst gered!
Dan maar zónder vitaminen en.
Het vissen stop gezet.

Heb je ’t ooit zó zout gegeten?
Echt iets Hollands, onvervalst.
En ik kom tot de conclusie:
Dit is Neêrland op z’n (s) malst!

2,5 Jaar internering 
De Hengeloër A. G. J. Peters die in 1943 vrijwillig in dienst getreden was bij het opleidingsbataljon te Schalkhaar en wie ten laste gelegd werd lidmaatschap der N.S.B., lid van het rechtsfront, vrijwillige dienstname bij de arbeidscontrole te Amsterdam en vanaf October 1944 schrijver bij de Deutse Ordnungs-Polizei, moest deze week voor het tribunaal verschijnen. Met enkele leden van de hulplandwacht had hij een huiszoeking gedaan bij de heren Hulshof én Veldkamp tengevolge waarvan een radiotoestel bij de heer Hulshof in beslag werd genomen en beide heren werden gearresteerd en geruime tijd van hun vrijheid zijn beroofd, werd door het tribunaal veroordeeld tot 2’/2 jaar internering met aftrek en ontzetting uit de kiesrechten, zodat hij 20 October 1947 weer vrijkomt.

Rechtsherstel Ambtenaren
De ambtenaren in dienst dezer gemeente, die in Sept. 1944 in overeenstemming met de opdracht van de toenmalige Nederlandse regering te Londen hun werk hebben neergelegd, zijn daarop door N.S.B.-bestuur met ingang van 21 September 1944 ontslagen. Deze ontslagen zijn door de Nederlandse regering als rechtsgeldig erkend, en tot heden nog niet ongedaan gemaakt. Om nu de betrokkenen weer in hun functie te herstellen is eindelijk de wet van 28 Dec. 1946 (Wet rechtsherstel overheidspersoneel 1946) tot stand gekomen. Waar deze wet l Mei 1947 in werking is getreden en de voorschriften tot uitvoering zijn vastgesteld, kan dan eindelijk tot het rechtsherstel worden overgegaan. (Ruim 2 jaar na de bevrijding.) In verband daarmee moeten verschillende maatregelen worden genomen. Waar de herziening moet geschieden door het gezag, dat bevoegd is tot het verlenen van ontslag, stellen daarom Burgemeester en Wethouders voor dit rechtsherstel te willen nemen t.o.v. de gemeente secretaris, de gemeente ontvanger en de bezoldigde ambtenaren van de burgelijke stand.

De vrouw en de stembus
Zaterdag j.l. was het 25 jaar geleden, dat de Nederlandse vrouw voor de eerste maal ter stembus toog.

Foto’s onder water
De heer P. N. Windmeyer te Delft heeft een onder-water-camera geconstrueerd, waarmee hij aan de Algerijnse kust een speciale reportage zal maken van het leven beneden de zeespiegel.

Reclame 19 juli 1947

Toekomst in Blik of Blik in de toekomst (gedicht)
Nauw’lijks is de Willem Barentszoon,
Aangekomen met de traan.
Of wij zien in vele winkels,
Walvisvlees in blikken staan.

Dat had onze dikke walvis
Naar ik meen, toch niet gedacht:
Dat-ie netjes in een blikje
Op uw tafel werd gebracht.

’t Is tenslotte geen sardientje,
Maar het scheelt toch niet zo veel,
Sardientjes gaan er helemaal in,
Van hem slechts een miljoenste deel.

Iemand, die het heus kon weten,
Zei: „het smaakt zo gek nog niet.
Je kunt het, denk ik, beter eten,
Dan een stukje suikerbiet.”

’t Zal nog even moeten wennen,
Maar voor ’t eind van deze eeuw,
Eten wij of onze kinders,
Wellicht ingeblikte leeuw

Nijlpaard, met of zonder uitje,
Gefileerde krokodil.
Als je maar op ’t idee komt,
En … de mens het eten wil.

Deel Raadsverslag HENGELO (Gld)
In de Maandag gehouden raadsvergadering waren alle leden aanwezig. De voorzitter herdacht met enkele woorden de dezer dagen overleden heer J. Weide, die vele jaren als persverslaggever de raadsvergaderingen heeft bijgewoond…….. De voorzitter zegt, dat het verzoek zich richt tegen sprekers weigering van vergunning, niet om het concours, maar voor het houden van kermisvermakelijkheden op Zondag. Spreker heeft geadviseerd, het conconcours op één dag te houden, maar daaraan zijn volgens het bestuur bezwaren verbonden. Over de kermisvermakelijkheden op Zondag wil spreker niet discussiëren, omdat dit behoort tot het terrein van de burgemeester. De bespreking kan dus alleen lopen over het verzoek tot deelneming in het garantiefonds. De heer Weenink erkent dat de burgemeester te beslissen heeft over het houden van kermisvermakelijkheden op Zondag, maar is toch van mening, dat er niets tegen is vergunning te verlenen, Het is beter dat de mensen hier blijven, dan dat ze elders gaan dansen. De voorzitter herhaalt dat hij hierover niet wenst te discussiëren. Hij zal geen andere beslissing nemen. De heer Tijdink (K.V.P.) zegt dat deze zaak in B. en W. besproken is en dat de voorzitter sprekers standpunt kent. Spreker vraagt en verkrijgt van de voorzitter toestemming tot het afleggen van een verklaring namens de R.K. raadsfractie. De raadsleden en wethouders zitten met de moeilijkheid, dat hun van alle zijden vragen worden gesteld en daarom heeft sprekers fractie het gewenst geacht een verklaring op te stellen opdat de voorzitter kan horen welk standpunt die fractie in neemt ten opzichte van culturele belangen. Spreker leest de volgende verklaring voor: ,,De R.K. raadsfractie verklaart bij deze, dat voor de katholieken een gepaste ontspanning ook op Zondag toelaatbaar is, zonder dat er van ontheiliging van de dag des Heeren sprake behoeft te zijn b.v. zang en toneeluitvoeringen. Aangezien naast de katholieken, welke 40% der bevolking van onze gemeente uitmaken, zeker nog 30% diezelfde mening deelt, is het gemakkelijk uit te maken dat bij weigering zich 70% der bevolking zich ergert aan de houding van de betrokken magistraat. De R.K. raadsfractie heeft gemeend deze verklaring in een openbare raadsvergadering kenbaar te moeten maken”. Namens de P. v. d. A. verklaart de heer Harwig volkomen met de verklaring van de R.K. fractie in te stemmen. Spreker heeft met leedwezen vernomen, dat de voorzitter heeft gemeend de kermis vermakelijkheden op Zondag te moeten weigeren.

Hulp van Militairen bij de oogst 
Voor de aanvang van de oogst heeft welhaast iedere landbouwer zich afgevraagd op welke wijze hij aan de benodigde arbeiders moet komen. Dit vraagstuk is naast de zovele anderen een na-oorlogs verschijnsel, waarmee de boer dagelijks te kampen heeft. De landbouwproductie mag niet stagneren. Het graan, de aardappelen en de suikerbieten enz. zijn onmisbaar en moeten op tijd geoogst worden. De boe-r, die ondanks deze grote moeilijkheden veel aardappelen en suikerbieten geteeld heeft in ons aller belang, moet geholpen worden, Zo nodig, met krachtdadige middelen. Op grond van deze overwegingen zullen in de komende weken alle beschikbare arbeiders gemobiliseerd worden. Uit de interneringskampen en gevangenissen zullen allen die werken kunnen, aantreden. Daar gebleken is, dat deze maatregelen nog onvoldoende zijn, zullen enige duizenden militairen op de plaatsen, waar de grootste behoefte aan arbeiders bestaat, worden ingeschakeld.

Reclame 26 juli 1947

De dwaze wereld (gedicht)
Als je zo eens in de krant kijkt
En je leest van dat of dit,
Lijkt het af en toe wel
of je In een mallemolen zit.

Lees, hoe daar in onze polders,
Neêrlands leger helpen moet,
Wijl meneer-de-bunker-bouwer,
In het kamp z’n dutje doet.

Lees hoe er de groente-teler,
Mooie smoesjes u vertelt.
Onderwijl gaat ’t goede voedsel,
Op een grote vuilnisbelt.

Hoeveel duizend Nederlanders,
Wonen nu nog in een krot?
Maar café’s en danslokalen,
Zijn het eerste steeds aan bod.

’n Mooie, nieuwe, gladde dansvloer,
Wordt maar zonder meer besteld,
Want wat moet je anders kopen
Van je zwart verdiende geld?

Geen vergunning is er nodig,
Alles koop je zonder bon.
In veel Nederlandse huizen,
Zit in plaats van glas …. karton.

Hier een beeld van grote weelde,
Daar van armoe, ongekend.
Voor Neêrlands kar staan dolle paarden;
’t Is de dwaasheid, die ze ment.

Grote radioprijsvraag voor de militairen in Indië
In het „Programma voor de Nederlandse Strijdkrachten” van Zondag 27 Juli a.s. om 18.30 uur over Hilversum 1 wordt een luisterwedstrijd gehouden in de vorm van een hoorspel, dat een beeld geeft van het leven op een militaire buitenpost „ergens op Java”. In dit hoorspel is een vijftal vragen verwerkt, waarop de luisteraar het antwoord moet geven. Deze antwoorden moeten uitsluitend per briefkaart (met minstens 25 cent en maximaal f 1.— extra gefrankeerd) voor 15 Aug. a.s. worden gezonden aan het „Programma voor de Ned. Strijdkrachten”, Hoge Naarderweg 10, Hilversum. Een heruitzending van deze luisterwedstrijd vindt plaats op Donderdag 31 Juli a.s , eveneens in het „Programma voor de Nederlandse Strijdkrachten” over Hilversum 1 om 18.30 uur.

Plaatselijk nieuws: Blikseminslag
In de nacht van Woensdag op Donderdag, brandde tengevolge van blikseminslag de boerderij van de heer Moorman op het Zelle af.

Concert
Zondagavond gaf de muziekvereniging „Concordia” haar eerste zomeravondconcert in de muziektent. Het concoursnummer waarmee de vereniging te Varsseveld zo’n succes had moest op verzoek van de aanwezigen tweemaal worden gespeeld.

Brand
Bij de landbouwer J. Heerink te Bekveld brandde een stroberg af

Reclame 2 augustus 1947

Vacantie (gedicht)
Nou. gedag hoor schrijfmachine,
Want de baas trekt er op uit;
Als je mij straks weer terugziet,
Heb ‘k een bruingebrande huid.

„’t Beste kinders”, zegt de meester,
„Je geniet maar van de zon”
En hij zit een weekje later,
In z’n Veluwse pension.

De bewoner uit de badplaats ,
Trekt een weekje naar het Gooi .
En de bos- en heibewoners,
Vinden weer de zee zo mooi.

Met een hengel in ’n bootje,
Zit een dikke metselaar.
In de heide ligt de melkboer,
Met een boek en een sigaar.

Ja, geniet maar van de zomer,
Profiteer zolang je kunt.
Zo’n vacantie, brave zwoegers,
Is van harte je gegund.

Ook al laat je vrouw je zweten,
Met de rugzak …. op je rug.
Ook al kom je van vacantie,
Vaak vermoeider nog terug.

Zo’n vacantie zorgt dat ieder
Weer eens heel iets anders doet
En je gaat met meer vertrouwen
Straks de winter tegemoet.

Neomist A. Niesink hartelijk verwelkomd
Zaterdagavond werd de neomist A. Niesink, zoon uit de parochie Keijenburg, feestelijk ingehaald. Aan de grens van de parochie bij Nieuw Bloemendaal in de Reigersvoort, had zich een hele groep ruiters, verkenners, verschillende groepen van de K.A., jeugdvereniging, met versierde wagens en rijwielen, het Kerken Armbestuur en verschillende Geestelijken opgesteld, om de Neomist te verwelkomen, met de muziekver. St. Jan voorop, toog de stoet naar de Keijenburg. In de Kerk werd de Weleerw. door de Zeereerw. Heer Alfring, pastoor der Parochie verwelkomd, waarna door hem een plechtig Lof werd gecelebreerd. Zondagmorgen betrad de jonge priester, door een schare bruidjes omgeven, de Kerk, om aldaar de plechtige Hoogmis op te dragen, geassisteerd door de Zeereerw. Heer Frater J. Dolphijn, missionaris van Mill. Hill (priester uit deze parochie) en een klasgenoot van de Neomist. Het zangkoor, in samenwerking met een jongenskoor, zong een prachtige meerstemmige mis, onder leiding van de heer Strik uit Doetinchem. Dit prachtig gezongen werk liet niet na een diepe indruk bij velen achter te laten. De Weleerw. ‘Heer A. Loman, kapelaan te Zutphen, vroeger alhier, hield de feestpredicatie, waarin spreker getuigde van een diep inzicht in het zieleleven der mensen, het grote werk, en de vele teleurstellingen die voor een jonge priester in het verschiet liggen. Na de hoogmis werd door het zangkoor op verdienstelijke wijze een Priestercantate ten gehore gebracht. Op de gehouden receptie kwamen velen de Neomist en zijn familieleden gelukwensen. ’s Namiddags werd wederom een plechtig Lof gecelebreerd, waarna de jonge priester in een korte toespraak uiting gaf aan het bijzondere van deze voor hem zo mooie dagen, en dankte voor het grote medeleven van de Parochianen. Waar de klok van de Kerk alhier door de Duitsers is geroofd, kon niet geluid worden. Nu werd door de firma A. Winters langs radiografischen weg klokgelui ten gehore gebracht, waardoor aan de feestelijkheden meer luister werd bijgezet. Voor dit feest was de Kerk smaakvol versierd, zomede de ingang van de Kerk.

Reclame 9 augustus 1947

Twee stoute jongetjes (gedicht)
Er waren eens twee jongetjes,
Die woonden in een straat,
Waar vele mooie plekjes zijn,
En meen’ge vruchtboom staat.

Het ene jochie, dat was blond,
Het and’re zwart van haar.
Het waren vriendjes en die twee,
Ze speelden met elkaar.

Maar op een zeek’re kwade dag,
Sloeg iemand, sterk en woest,
Het blonde joch …. dat toen een tijd
Naar ’t Ziekenhuis toe moest.

Een and’re sterke kerel, met,
Een heel ongure kop,
Gaf ’t and’re joch een flinke klap
En sloot hem drie jaar op.

Een aantal flinke kerels kwam,
Er eindelijk toen bij.
De boze mannen liepen weg,
De jochies kwamen vrij.

Maar of ’t nu kwam door ’t ziekenhuis,
Of door gevangenschap,
Bij ’t eerste weerzien gaven ze
Elkaar een flinke trap.

Ze vochten als twee tijgertjes,
Men hield ze niet in toom.
Toen kwam daar plots’ling in de straat,
Hun goede suikeroom.

Die joeg de jochies uit elkaar,
Met vriend’lijk zachte drang.
Ze willen nu weer vriendjes zijn,
Och lieve – – voor hoe lang?

Vergadering PAX 
Maandag j.l. vergaderde de voetbalveren. PAX. De voorz. v. Suntenmaartensdijk heette allen hartelijk welkom. De jaarverslagen der Secr.-Penningm. B. Demming worden onder dankzegging goedgekeurd. Uit het financieel verslag blijkt dat de inkomsten f 7442.53 zijn tegen de uitgaven f 7373.32. Batig saldo f 69.21. De totale aanlegkosten van het nieuwe terrein waren f 5126.52 welke geheel voldaan zijn. Besloten wordt de contributie die momenteel f 10.— per jaar bedraagt te brengen op f 6.— Het bestuur wordt na stemming in het geheel herkozen terwijl in de elftalcommissie de heer M. Voskamp als lid wordt benoemd. De juniorencommissie werd uitgebreid. Bij de ingezonden stukken is o.a. een verzoek van de contactcommissie voor jeugdige politieke delinquenten om A. Peters wederom als lid te willen aannemen. Na uitvoerige besprekingen bleek de stemming 23 voor, 7 tegen en 13 stemmen blanco te hebben opgeleverd, zodat hij zal worden aangenomen. Er werd een commissie benoemd die de voorbereidingen zullen treffen voor het a.s. 20-jarig jubileum. Hierin hebben zitting de heren Weideman, Burghardt, H. Voskamp, Knol, Winkelman, Geurtsen en Jansen. Na de rondvraag waar diverse punten naar voren kwamen sloot de voorzitter onder dankzegging voor de opkomst de vergadering.

Reclame 16 augustus 1947

Steeds sneller (gedicht)
Als ik net zo goed kon schrijven
Als een Jules Verne deed,
Dan zou ik met een boekwerk komen,
Dat u niet zo gauw vergeet.

‘k Zal de titel u verklappen,
’t Doet u denk ik wel plezier.
En ze luidt ook heus zo gek niet:
„Een wereldreis in twee kwartier”

Eerste hoofdstuk: start op Schiphol;
De raket staat kant en klaar.
Mensen op een grote afstand,
Wegens onverwacht gevaar.

Tweede hoofdstuk: de piloot komt,
Uitgeleid door al z’n maats
En dan neemt-ie onverschrokken,
Lachend in de cockpit plaats.

Even nog een paar atomen
En dan is-ie ém gesmeerd.
Drie minuten later hoor je:
Hij is Moskou gepasseerd.

Derde hoofdstuk: Vlotte landing
Op een veld in Tokio,
Wegens een klein mankementje
Aan z’n nieuwe radio.

’t Laatste hoofdstuk luidt: de aankomst
En ’n kiek van de piloot.
Maar als dit eens wordt bewaarheid,
Ben ik, net als Verne …. dood.

Schoenenbonnen 
Personen van wiens het laatste cijfer van de Distributiestamkaart een 9 is en die nog in het bezit zijn van een inlegvel waaraan zich het bonnetje 612 bevindt, kunnen op Donderdag 21 Augustus en Vrijdag 22 Augustus, telkens van 9 tot 1 2 uur in het bezit worden gesteld van een schoenenbon. Tevens kan dan aan kinderen geboren in de maanden Juli en Augustus van een der jaren 1932 tot en met 1945 een schoenenbon worden verstrekt, alsmede aan kinderen geboren in de maanden September en October 1946, tegen inname van het bonnetje 604 van het inlegvel.

Aanvragen Transportbanden 
In het tijdvak van 18 t/m 22 Augustus des voormiddags van 9—12 uur bestaat er wederom gelegenheid tot het aanvragen van transportbanden en carrierbanden voor die bedrijven, welke daarvoor in aanmerking komen.
Personen en instellingen, die tot dusver geen bonnen voor banden voor hun invalidewagen ontvingen, kunnen in het tijdvak van 18 t/m 22 Augustus des voormiddags van 9—12 uur een aanvraag indienen voor toerbinnen- en toerbuitenbanden.

Extra bon voor versnaperingen
Ter gelegenheid van de verjaardag van H.M. de Koningin op 31 Augustus a.s. zal voor alle leeftijdsgroepen een extra bon voor 100 gram versnaperingen worden aangewezen. Deze bon geeft ook recht op het naar keuze aankopen van 100 gram suiker of 200 gram jam in plaats van versnaperingen. Behalve deze algemene extra-verstrekking zullen voor de viering van deze dag geen bijzondere toewijzingen kunnen geschieden. Verzoeken daartoe van feestcommissies enz. aan officiële instanties zullen zonder uitzondering moeten worden atgewezen en kunnen dus beter achterwege blijven.

Reclame 23 augustus 1947

Bij de Bakkersstaking (gedicht)
De stedeling verkeerd’ in nood;
De bakkers bakten haast’ geen brood
Meer voor hun clientèle.
’t Was moeilijk voor de stedeling,
Ze eisten allen slechts één ding :
Ze eisten …. brood (ge)en spelen.

De. bakker legde d’arbeid neer,
Hij trof daarbij nog prachtig weer,
Hoe komt-ie aan zo’n pretje?
Maar hij heeft maling aan ’t publiek
De burgerman at driemaal kliek;
De bakker een …. cadetje.

Er ging één pan de oven in,
Die was voor ’s bakkers huisgezin,
Wat heus nog niet zo mal was.
Gevangenis en ziekenhuis,
Die kregen wél hun broodje thuis
Dus …. als ik een zwaar geval was
Of bunkerbouwer in het groot,
Dan had ik geen gebrek aan brood
Het zijn toch wond’re zaken.

Straks leg ik ook het dichten neer
En ga als dichter ook een keer
Een maandje fijn aan ’t staken.
Maar ’t gekke is, als dat geschiedt:
Een dichtersstaking helpt me niet,
Men zegt dan tot elkander:
Die rare vent is zeker dol,
Zij gunnen mij m’n stakerslol,
En nemen gauw een ander.

‘k Dicht voor mijn brood,
o lezerschaar,
Maar och, wat is de mensheid raar ….
Hoe kan ‘k haar wijzer maken?
Want door die rare bakkersstunt
Wordt mij dat broodje zelfs misgund,
Omdat die kerels staken.

Een bon voor 100 gram vlees extra
Als gevolg van de langdurige droogte is er onvoldoende voeder voor het vee. De laatste weken is er dan ook een toenemend aanbod van slachtvee waar te nemen. Aangezien dit vee eigenlijk zou moeten dienen voor de vleesvoorziening in de wintermaanden, wordjt zoveel mogelijk vlees ingevroren. De vries- en opslagcapaciteit is echter niet voldoende om het gehele aanbod weg te werken. Daarom is besloten deze week aan personen van de leeftijdsgroepen A., B. en C. (5 jaar en ouder) een extra rantsoen van 100 gram toe te wijzen. In verband hiermede maakt het Centraal Distributiekantoor bekend, dat voor personen geboren in 1942 en vroeger van 19 tot en met 30 Augustus a.s. op bon „K-03 vlees” 100 gram vlees verkrijgbaar is.

Coloradokever
Gunstige Engelse indrukken over de bestrijding van de Coloradokever in ons land. De Engelse phytopathologen, die dezer dagen Nederland hebben verlaten na studie te hebben gemaakt van de bestrijding van de coloradokever in ons land, hebben gunstige indrukken opgedaan. De Engelse deskundigen zijn overtuigd van de kracht van de bestrijding en waren onder de indruk van de in Nederland bereikte resultaten. De bezoekers hebben gelegenheid gekregen zich een goed beeld van de situatie te vormen, waarbij hun volkomen opening van zaken is gegeven. Zij hebben de Plantenziektenkundigen Dienst te Wageningen bezocht, sproeidemonstraties bijgewoond, kennis genomen van de gang van zaken in het bloembollenbedrijf en hebben het gehele proces van de export van groenten, van de trein tot de controle bij de uitvoer, gevolgd, waarbij zij zich konden overtuigen van de zorg, waarmede tegen verspreiding van de kever in Nederland wordt gewaakt.

Reclame 30 augustus 1947

 

Koninginnedag 1947 (gedicht)
Ik zie wimpels vrolijk wap’pren,
‘k Hoor de vlaggen lustig klap’pren.
Nauw’lijks als de dag begon,
Zie ik blijde jongens, meisjes,
Klinken vaderlandse wijsjes .
Van het oude carillon.

Op de grote zilte baren,
Overal waar schepen varen,
Wappert statig Neêrlands vlag.
Daar waar Nederlanders wonen,
Klinken plechtig er de tonen
Van ons volkslied op deez’ dag.

Is het om herkregen vrijheid?
Deze ongekende blijheid,
Deze vreugde, zonder jool?
Overal klinkt het je tegen.
Van die vrijheid eens herkregen
Is Wilhelmina het symbool.

OPROEPING
Allen die iets te vorderen hebben van – of verschuldigd zijn aan de onder het voorrecht van boedelbeschrijving aanvaarde nalatenschap van mej. Klaartje Engers, wed. van S. Fortuin, gewoond hebbende Kerkstraat 5 te Hengelo (Gelderland), en op 27 April 1943 te Westerbork overleden, wordt verzocht daarvan opgave of betaling te doen ten kantore van Notaris van Baliegoijen de Jong te Hengelo (Gelderland), vóór 17 September 1947.

Reclame 6 september 1947

Zon en schaduw (gedicht)
Eenmaal zal ook deze zomer
Wederom historie zijn.
Nimmer was er zulk een weelde,
Zulk een kwantum zonneschijn.

Bruin gebrande stedelingen
Keren naar de stad terug,
Met door zon gebruinde koppen
En de vellen op hun rug.

Och wat hebben ze genoten
Van de zee- en dennenlucht,
Even waren ze de drukte
Van de grote stad ontvlucht.

Maar ook deze grote zomer
Heeft alweer zijn schaduwzij,
Zie de afgebrande bossen
En de zwart gebrande hei.

Daar, waar vogels vrolijk zongen
In de prachtige natuur
Zijn nu grote, zwarte plekken
Door het alverwoestend vuur.

Daar, waar die vacantieganger
In de hei gelegen heeft,
Is de aarde woest en ledig,
Waar geen enkele plant meer leeft.

Is ’t verwoestende gebeuren
Door onachtzaamheid geschiedt?
Het zal wel een raadsel blijven,
Zeker weten doen we ’t niet.

Wat we wél zien, is de dorre,
Droge, zwart gebrande hei,
Door het vuur, in enk’le uren,
Gemaakt tot grote woestenij.

‘k Weet, ons landje snakt naar regen,
Na dit tropische klimaat,
Hier in Holland kan het wezen,
Dat er morgen water staat.

Zó hoog, dat je er in kan zwemmen
Maar. … of dit wél of niet geschiedt,
Een ding wil ik ieder vragen:
WEES VOORZICHTIG! anders niet.

Oranjefeest
Op 31 Augustus maakte de Athletiekvereniging „Achilles” en de Voetbalvereniging „PAX” een rondgang door het dorp naar het Paxterrein. Hier werden door Achilles enige fraaie nummers gedemonstreerd. Hierna kregen we de wedstrijd PAX 1 Keyenburgse Boys 1 welke met een 3-1 overwinning voor Pax eindigde, ’s Avonds gaf de Muziekvereniging „Concordia” een concert ir. de muziektent, waarvoor veel belangstelling bestond. Op l September werd al vroeg op verschillende plaatsen in het dorp het reveille geblazen en het traditionele klokgelui gedurende een half uur te beluisteren viel. In de morgenuren werden de kinderspelen gehouden waarvoor veel animo was. Veel bekijks had ook de singeloop „de ronde van Hengelo”. Het ruim 4 K.M. lange traject bleek voor verschillende ongeoefende deelnemers te zwaar. De strijd om de eerste plaats ging voornamelijk tussen Kuipers en van Neck en werd tenslotte door Kuipers gewonnen. De volledige uitslag luidde: l G. Kuipers, 2 G. van Neck, 3 G. Gerrits, 4 J. Harwig, 5 H. Roenhorst, 6 A. Hartelman, terwijl van de dames deelneemsters l J. Knol en 2 A. Jolij werd. De volksspelen ’s middags werden voorafgegaan door een muzikale rondgang door het dorp van de beide muziekverenigingen „Concordia” en „Crescendo”. De volledige uitslagen der volksspelen luidden: Ringsteken te paard: l H. Maalderink, 2 E. Harmsen, 3 Joh. Kraassenberg, 4 M. Arendsen, 5 G. Bretveld. Dogcarrijden (ringrijden dames) l Gerda Jansen, 2 mej. Lubbers-Jansen, 3 Jozien Knol, 4 D. Wagenvoort, 5 mej. Derksen, 6 mej. Langeler. Ringsteken per fiets voor heren met hindernissen: l G. van Neck, 2 W. Knol, 3 G. Gerrits, 4 J. Wijnbergen, 5 J. Momberg. In de namiddag vondt onderleiding van HAMOVE op het voormalige tramtrein de motor-behendigheidswedstrijd met hindernissen plaats. Er waren 27 deelnemers en er was veel belangstelling. De uitslag luidde: l G. J. Harmsen, 2 B. Pardijs, 3 H. Boerman, 4 G. J. Willems, 5 J. Bolvoort, ’s Avonds werd op de historische Bleek een prachtig vuurwerk afgestoken. De belangstelling hiervoor was buitengewoon groot. Uit vele plaatsen uit de omtrek was men naar Hengelo gekomen en het was een machtig gezicht bij het licht van het Bengaals vuurwerk de duizenden rondom de bleek geschaard te zien.

Reclame 13 september 1947

De stropende Juf (gedicht)
Lieve deugd, wat ben ‘k geschrokken,
Toen ik het berichtje las,
Dat er in de buurt van Haarle,
Een juffrouw aan het stropen was.

Echte man’lijke beroepen,
Zijn er eigenlijk niet meer,
En bij die emancipatie,
Legden wij ons zuchtend neer.

Vroeger vonden wij zo’n manvrouw,
Iets belach’lijks, ja, iets mals,
Tegenwoordig lopen dames,
Net zo goed in overals.

Maar het stropen was iets man’lijks ,
Dat is jaren zo geweest.
Het was een kwestie van geluk en,
Tegenwoordigheid van geest.

’s Nachts door bos en hei te dwalen,
Met een lichtbak en geweer,
Ook al was het dan verboden,
Er zat iets in van mannen eer.

Maar nu een tweede juffrouw Kenau
Het tot stroopster heeft gebracht,
Gaan wij mannen straks behoren
Tot het zwakkere geslacht.

Nu de vrouwen ook gaan stropen,
Ben ‘k m’n zelfvertrouwen kwijt.
Daarom ga ik solliciteren:
“Zoekt u soms een keukenmeid?”

Raadsverslag HENGELO (Gld). (gedeeltelijk)
In de onder voorzitterschap van Burgemeester F. van Hoogstraten gehouden raadsvergadering werd mededeling gedaan van goedkeuring van het raadsbesluit tot deelneming in de gemeenschappelijke regeling tot instelling van een schoolartsendienst voor de kring Borculo. Aan Burgemeester en Wethouders werd ter afdoening gezonden een verzoek van G. Klein Zessink alhier om aan het gezin van zijn schoonzoon A. J. Luimes een betere woning te verschaffen. Naar aanleiding van dit verzoek vestigde de heer Harwig de aandacht erop, dat het gezin Luimes na de brand van Zaterdag j.l. de woning weer betrokken heeft. Met het oog op de bouwvalligheid van dit huis vindt hij dit een verkeerde toestand en hij hoopt, dat het gemeentebestuur er in zal slagen de voormalige synagoge aan te kopen om dit gebouw als woning voor bedoeld gezin in te richten. De heer Tijdink zegt dat Luimes op eigen gelegenheid weer in de woning getrokken is, hoewel de burgemeester intussen de timmerschuur van Lebbink aan de Ruurloseweg voor dit gezin gevorderd heeft. Spr. zou het betreuren als van deze omstandigheid gebruik werd gemaakt om deze woning weer op te knappen en hij meent dat B. en W. tot taak hebben de totstandkoming van dit prutswerk te voorkomen. Spr. heeft medelijden met dit gezin, maar men moet ook de belangen van het dorp in het oog houden en dit brengt mee, dat de Kerkstraat wordt verbreed. Enige eigenaren hebben zich reeds tot medewerking bereid verklaard en daarom moet worden voorkomen dat deze woning wordt opgekalefaterd. De Voorzitter zegt dat de toestand van de woning zo is, dat oplappen onmogelijk moet worden geacht. Zonder vergunning van B. en W. zal dit trouwens niet mogelijk zijn. De heer Tijdink zou de eigenaren van percelen aan de Kerkstraat willen uitnodigen tot een bespreking met B. en W. om te komen tot een regeling voor verbreding van die straat.

Kerstpakket onze jongens in Indië
U.V.V. Hengelo (Gld). Door de medewerking van vrijwel alle ingezetenen zijn de dames van de U.V.V. in staat gesteld voor onze Hengelose jongens in Indië, een Kerstpakket te verzorgen. Bovendien kon nog een radio-toestel beschikbaar worden gesteld. Nu is vanaf Dinsdag 16 Sept. de inhoud van zo’n pakket in de etalage v. d. firma Berendsen alhier tentoongesteld, ieder is dus in de gelegenheid dit te gaan bezichtigen.

Reclame 20 september 1947

Wat veurbi’j geet en wat blif deur DERK VAN DEN DÖKER.
Zoo heit ’n ni’j boek doar ze met an ’t maken bunt, en dat ze midden October kloar denk te hemmen. De lange oavonde komp zoo weer an. Dan is ’t gezellig met ’n boek an ’t huuksken van den heard. en te leazen van ’t Achterhoeksche landleaven in de eigen tale van de streek. I’j kont et bestellen bi’j: Boekhandel Arnold „Stevord” Kastanjelaan Boekhandel Wolters

Reclame 27 september 1947

Woningnood (gedicht)
Wil je tegenwoordig trouwen,
Wat toch heus zo gek niet is,
En je wilt een huis bewonen,
Grijp je meestal lelijk mis.

Wil je soms een woning hebben,
Je hoeft niet in de rij te staan,
Nergens vind je thans meer huizen,
Met een bord „te huur” er aan.

Toen men las, dat er een consul,
Eind’lijk met pensioen wou gaan,
Heeft de bel bij d’ excellentie,
Heel de dag niet stil gestaan.

Massa’s pas getrouwde paartjes,
Kwamen daad’lijk in ’t geweer,
„Gaat U weer terug naar Zweden?
Mag ik dan Uw huis, meneer?”

‘k geef de luidjes een ideetje,
Hoewel ’t naar „haat’lijk worden” ruikt,
Verhuur maar het paleis des vredes,
Dat wordt tóch niet meer gebruikt !

Brieven uit Indonesië
IV Bat. Stoottroepen voert haar taak uit. Zet en tegenzet.
In de dagorder van Kolonel Scholten lazen wij op 21 Juli 1947: „Thans is de dag aangebroken waarop wij onze taak uitvoeren.” Dit was dus ook voor de Stoters in Medan. Ergens buiten Medan maakten de Stoters zich gereed om ook haar deel van de actie bij te dragen. Men kan zo’n militaire actie vergelijken met een wedstrijd van een schaakmeester, die het spel op de speelborden kan nagaan. Bedachtzaam overziet hij de toestand om dan zijn tegenzetten uit te voeren. Een vernielde brug vertraagde de opmars van de 1e Compagnie Stoters in aanzienlijke mate. De Genie wordt hiervan radiotelegrafisch in kennis gesteld. Maar het slaan van een brug van een overspanning zoals hier vereist wordt, kan men niet in twee drie tellen klaar krijgen. Toch moet Tebing op tijd bereikt worden, daarom geeft de Commandant de order dat de Stoters door de kali moeten trekken en dan weer voorwaarts naar Tebing. (Plaatsnaam door ons afgekort). De pantsers en carriers zullen langs een andere weg en met omtrekkende beweging moeten volgen. Zet op tegenzet volgen elkaar snel op. Na een inleidende beschieting der lichte artillerie werd het steunpunt om half twaalf in de middag bereikt. De eerste fase was achter de rug, maar nu het zwaarste en tweede. Na een korte rustpoze die benut werd om de ménage naar het front te sturen, werd de tweede fase ingezet die eindigen moest in de bezetting van Óebingtingi. Twee colonnes infanteristen rukten op in Zuidelijke richting, terwijl de derde colonne het contact met het hoofdkwartier had verloren. Een verkenningscarrier trok moeilijk over de zwaar overgroeide weg, die de colonne genomen had en kwam heel langzaam vooruit, om daarna terug te keren en daardoor het contact niet kon herstellen. Patrouilles van andere colonnes der 1e Cie waren eveneens het zijterrein ingestuurd om voeling te krijgen met de vermiste colonne, maar hadden hiermede evenmin succes. De eerste colonne was reeds in Tebing aangekomen en kreeg hevig vuur van het station, zo erg zelfs dat de colonne-Cmdt. om steun van de pantsers en carriers vroeg. Er kwam hulp van de pantsers die in Oostelijke richting doorstootten en zodoende contact kreeg. Het stadje werd tijdig bezet nog voor de Laskars brand konden stichten. De brand werd beperkt tot aan de hoofdweg, maar net genoeg om de toko’s van de Chinezen te doen verdwijnen Om half 7 kwam ook de vermiste colonne opdagen en had een zeer zware tocht achter de rug. Ongeveer 200 Chinezen waren dakloos geworden. Dit noemen wij „verschroeide aarde politiek” welke de Laskars ook op eigen bevolking toepast. We werden door achtergebleven bevolking met gejuich ontvangen. Dit deed ons goed. In verschillende steden, kampong’s en dessa’s hebben we dit meegemaakt. De ene keer moeilijker dan de andere keer. Doch als we zien wat de bevolking heeft geleden en nog armoede heeft zeggen wij tegen elkaar: „Hiervoor vechten wij.” N. G. T. Korp. I-IV Regt. Stoottr.

Reclame 4 oktober 1947

Wandeltocht V.V.V.
Zaterdag 27 Sept. startten onder begunstiging van prachtig herfstweer een 120 deelnemers(sters) waaronder 4 groepen. De tocht ging ditmaal over 20 en 30 KM, door de binnenwegen van Hengelo. De uitslag was dat de 1e prijs plus Ereprijs verwierf de Jeugdgevangenis Zutphen met 131 punten, Rijkspolitie Hengelo met 117 punten eveneens 1e prijs (30 KM) Hessegroep (padvinders) Hummelo en Keppel 121 punten 1e en Ereprijs. Gymnastiekver. Achilles 1e prijs (20 KM).

Reclame 11 oktober 1947

Wekkertjes (gedicht)
Amerikaanse geleerden hebben een automatische wekker uitgevonden

Elke dag opnieuw weer lees je,
Een of and’re nieuwigheid.
Zou de mens machine worden,
Binnen afzienbare tijd ?

Nu weer hebben de geleerden
Iets bijzonders uitgedacht.
Straks wordt een volmaakte wekker
Op de wereldmarkt gebracht.

Heb j’ een slaperig karweitje,
Waarbij je bang bent, dat je maft;
Maak je maar niet langer zorgen,
Gauw zo’n wekker aangeschaft.

Juist wanneer je in wilt slapen,
Vangt het ding die neiging op.
Krijg je van die kleine wekker
Heel bescheidenlijk een schop.

Voor chauffeurs en voor piloten
Is het speciaal gemaakt,
Opdat je achter stuur of knuppel
Niet in Morpheus’ armen raakt.

Een Nederlandse koopcommissie
Heeft Amerika bezocht
En heeft voor de Tweede Kamer
Een honderdtal reeds aangekocht.

Wij bouwen mee aan het monument op de Dam
In de eerste week van November begint de Nationale Monumenten commissie een grootscheepse actie, tot verkoop van 12 miljoen vierkante centimeter van het midden Damterrein (Krantenbericht)

Iedereen grootgrondbezitter !
Deze moog’lijkheid bestaat.
Tevens doet g’ als Nederlander,
Onbetwist een goede daad.

Ook u wilt natuurlijk weten,
Hoe je dat dan wel moet doen.
Nu, in ’t Hart van Neerlands hoofdstad,
Ligt het grote Damplantsoen.

Allerhande plannen had men :
Och, u weet het ook nog wel,
Plannen voor een grote feestzaal,
Plannen voor een groot hotel.

Maar de Dam was ’t allen tijde,
Neerlands beste stukje grond.
Als je soms na vele jaren,
Weer eens op het Damplein stond,

Was het, of je dan pas voelde,
Dit is ’t hart van Amsterdam.
Zou het dan een wonder wezen.
Als iets Nationaals daar kwam?

Men is overeengekomen,:
Hét Nationale Monument,
Zal men op die plek gaan bouwen,
Die elk Nederlander kent.

Men gaat nu die grond verkopen,
Nederlanders, koopt Uw deel !
Voor twee kwartjes grondbezitter;
het is werk’lijk niet te veel.

Als u weer in Amsterdam komt,
En dat monument aanschouwt,
Kunt u met voldoening zeggen :
Daar heb ik aan meegebouwd !

Reclame 18 oktober 1947

Sijmen betaalt (gedicht)
D’ Algemene Rekenkamer
Is aan ’t rekenen gegaan.
Ik heb samen met die heren
Eventjes versteld gestaan.

Honderdduizend goede guldens
Zijn voor ’t Rijk een habbekras.
Ze betalen zo’n bedragje
Of het maar een kwartje was.

Dure borrels en dinertjes
Voor een hand van ’t aardse slijk.
Toe maar jongens, ’t kan wel lijden
’t Gaat op kosten van het Rijk.

Als het Rijk te veel te kort komt,
Wordt de duimschroef aangehaald.
Veel dinertjes, veel belasting
Want de kleine man betaalt.

Leren officierenstokjes
In het buitenland besteld
’t Zal bepaald wel nodig wezen;
Hup, daar gaat je goeie geld.

Als „Reveille” opgevoerd wordt,
Ook op kosten van de staat,
Kost die revue een vijf en twintig
Goede guldens per soldaat.

Ja. Reveille dient geblazen
Door het Nederlandse volk.
Zij daarvan dit kleine rijmpje
Reeds bescheidenlijk de tolk.

Blaas die heren van het stoeltje,
Die niets beters kunnen doen.
Dan de vrije Nederlander
Te behandelen als citroen.

’t Zal me denk ik, niet veel helpen;
Da’s helaas de grote strop.
Zulke mensen lopen meestal
Met een bordje …. voor de kop!

Aanpassing Kerkstraat ter verfraaïng van het dorp
Donderdagavond kwamen in café v.d. Weer diverse eigenaren en aanwonenden van de Kerkstraat, alsmede aanwonenden om het plein bij de Kerk, bijeen om de verbreding en verfraaiing van dit gedeelte van het dorp te bespreken. De vergadering stond onder leiding van de heer Harwig en werd bijgewoond door de beide Wethouders en de gemeente-opzichter. In zijn openingswoord deed de voorzitter uitkomen de redenen waarom hij het initiatief voor deze bijeenkomst had genomen. Het tegenwoordige verkeer eist nu eenmaal dat een dorpskom zich daarbij aanpast, ook ai zouden in de naaste toekomst de ringwegen om het dorp tot stand komen moet toch het dorp in deze met zijn tijd mee en het doel van deze vergadering is om de meningen te horen en wat meer zegt de betrokken eigenaren te animeren de nodige gronden welke voor dit doel nodig zijn ter beschikking te stelten. De vergadering droeg een geanimeerd karakter en de indruk was dat de aanwezigen niet alleen de noodzakelijkheid betoonden maar ook dat men tenvolle de practische kant begreep. Tenslotte werd een voorstel van Wethouder Tijdink aangenomen om door de gemeente-architect een plan en begroting te laten maken om met deze gegevens de betrokken eigenaren een definitieve beslissing gemakkelijk te maken.

Reclame 25 oktober 1947

Vooruitgang (gedicht)
Tijdens het Roscarch-congres te Utrecht werd medegedeeld, dat de mogelijkheid bestaat, papier te vervaardigen uit stro.

Het Proefstation voor Stroverwerking
Komt weer met een nieuwtje aan,
’t Heeft met stro een proef genomen,
’t Stro, dat overblijft van ’t graan

Waar de bakkers brood van bakken
Tot ons aller groot plezier ….
Stro blijkt nu ook heel geschikt voor
Fabricage van papier.

’t Is om van te watertanden
Voor de mensen van de krant.
Strakjes geen papier te kort in
Ons deviezen – arme land.

Vóór uw brood als snee of hapje.
Op uw bord is aangeland,
Heeft het eerst papier geleverd
Voor uw eigen, goeie krant.

Als u dus eens van de zomer,
Langs een korenveld moogt gaan,
Kunt u daar het blad „De Waarheid”,
Broederlijk naast „Trouw” zien staan.

Het „Handelsblad” staat even verder,
Bij een stukje land met kool,
Groeit de „Groene Amsterdammer”,
Naast „De Volkskrant” en „Parool”.

Aankoop Synagoge
Als gevolg van de uitspraak van de raad in zijn vergadering van 5 Sept. j.l. stellen Burg. en Weth. thans voor tot aankoop van de Synagoge voor de. som van f 2000.— over te gaan. Dit bedrag ligt nog f 100.— beneden de hoogst toelaatbare prijs door het Prijzenbureau voor onroerende zaken vastgesteld. In hun toelichting zeggen B. en W. dat het van groot belang is om het gebouw in eigendom te krijgen aangezien het als noodwoning kan worden ingericht. Bovendien kan het als magazijn en bergplaats voor de dienst van gemeentewerken worden bestemd, terwijl hiermede verder de mogelijkheid groter wordt om op de duur de Korte Hofstraat te verbreden.

Reclame 1 november 1947

Brood en bier (gedicht)
Wij gaan in Neetland weer eens raar doen,
U moogt ook zeggen: «idioot!
Want wij sukkelen een beetje,
Met het dagelijkse brood.

Meel uit piepers wordt verwerkt nu,
Da’s iets bijzonders en iets fraais.
Verder komt er ook wat graan in,
En het ov’rig deel is mais.

Het zal heus wel nodig wezen,
Wegens het te kort aan graan.
Maar ik zag nog een berichtje,
In hetzelfde dagblad staan.

Want ik las daar, dat ons biertje,
Binnen zeer afzienbare tijd,
Net als vroeger weer zal wezen,
Dus : van goede kwaliteit.

Kijk, daar kan dus graan voor groeien,
Aan bier wordt grond en tijd besteed.
Wat kan ’t de heren verder schelen,
Wat de kleine burger eet.

Bier betekent weer deviezen,
Brood is eigenlijk een strop,
Want dat eet die Nederlander
Met z’n kind’ren zélf maar op.

ESPERANTO
De oorlog maakte een einde aan bijna elk verenigingsleven. Zo ging het ook met de vele Esperanto-clubs in de achterhoek. Wel werden in het land de Esperanto-verenigingen weer opgericht, doch de afdelingen in de Achterhoek keerden niet weer. Toch wonen in Oostelijk Gelderland vrij veel Esperantisten die behoefte gevoelen aan persoonlijk contact. Dat deed enige Winterswijkse Esperantisten besluiten een bijeenkomst uit te schrijven. Velen gaven aan de oproep gehoor en daar werd de Esperanto organisatie in Oostelijk Gelderland gesticht onder de naam „Konkordo”. De organisatie is geen vereniging met statuten, contributie, enz. Ieder die belang stelt in de wereldhulptaal Esperanto is welkom. Ieder die de verbreiding van de taal wil bevorderen kan zich beschouwen als „Konkordano” (lid van Konkordo). Men kwam reeds enige malen bijeen en bij elke bijeenkomst bleek het aantal deelnemers groter te zijn. Dus kan worden verwacht dat de volgende bijeenkomst een belangrijke zal zijn. Deze bijeenkomst wordt gehouden op 14 Dec. ter herdenking van de geboortedag van Dr Zamenhof de ontwerper van Esperanto in Het Hart van de Achterhoek, in Hengelo (Gld).

Reclame 8 nov. 1947

Herfstwind (gedicht)
Dan komt in eens de wind de straat in hollen,
De straat waar alles zo rustig lijkt,
en menig deftig naambord prijkt.
’t Is, of een woeste vent daar zo uit volle hand,
Een grote massa goud uitreikt.

Al schaterlachend, als een dolle,
Steeds verder rent; voor niemand wijkt.
O, hoe bewonder ik zijn woeste grollen,
’t Is of die. boom zijn komst verwacht,
En laat zich rustig blad voor blad ontrukken.

Hij kent natuurlijk wel zijn nukken,
En vreest misschien zijn grote kracht.
Hoor, hoe die kerel honend lacht!
Er valt een dode tak aan stukken.

Brieven uit Indonesië
Geachte Lezer(essen). Menigmaal reeds heb ik de Hengelose Reclame ontvangen door ’t thuisfront in ons plaatsje. Ik vind het reuze mooi, omdat we altijd graag iets horen van onze plaats, waar we vrienden en fam. hebben achtergelaten. Nu zal ’t U allen ook wel eens interesseren hoe ’t leven van ons in Indië is. Velen van mijn dorpsgenoten zitten hier in Indië waarvan ik er nog slechts een heb getroffen n.l. Groot- Wassink. Vorig jaar de 18e Nov. ben ik hier gearriveerd per M.S. „Indrapoera” en sindsdien heb ik steeds in en om Batavia gezworven. Ja zwerven kan ik wel zeggen, want ik ben n.l. chauffeur en dan zwerf je steeds. Nu zal ik U iets over Batavia en omgeving gaan vertellen. Batavia is een behoorlijke grote stad en telt plm. 4 miljoen inw. In de stad zien we dan ook een druk verkeer van allerlei soorten voertuigen, zoals trams, auto’s, fietsen, karretjes en vooral wat hier in ’t Oosterse gezien wordt, de bedja (driewielige fiets met van voren een zitbankje voor twee personen). Dan zie je hier de tani (boer) die zijn waren naar de pasar (markt) brengt. Zo kennen wij in Batavia veel pasars, waarvan de bekendsten wel zijn: Pasar Baroe, Senen en Gloedok. Deze laatste pasar, is een uitsluitend Chinese pasar, dat wil niet zeggen dat de Chinezen op de andere pasars niet zijn, want die vind je overal tot in Holland toe, denk maar eens aan ’t pindamannetje. De Pasar Glodok is ook de duurste, maar daartegenover ook de zindelijkste pasar van Batavia. Chinezen zijn nu eenmaal zo, als zij je bij de benen kunnen krijgen en geld uit je zakken kunnen kloppen voor een prul van een ding, doen ze dit. Trouwens over het algemeen is alles hier duur, onverschillig wat of je koopt. Neem b.v. een filmrolletje, wat in Holland misschien 80 cent kost, vragen ze hier gewoon f 5 voor en zo is ’t met alles. Op andere pasars precies hetzelfde, maar er is zoveel verschil, dat je van een inlander nog wat af kunt pingelen en van een Chinees daarentegen niet. Batavia is mooi en lelijk van allebei. Batavia kan onderscheiden worden in twee delen n.l. de oude en de nieuwe stad. De oude stad bestaat voornamelijk uit goedangs (loodsen) en banken. Dit is om zo te zeggen de handelsstad en de nieuwe stad daarenentegen is de woonplaats van de Europeanen en dit gedeelte is werkelijk zeer mooi. Ik moet nu eindigen en hoop U allen de volgende keer iets te vertellen over de levenswijze hier van de inlander en de Europeaan als burger. Uw plaatsgenoot Soldaat Evert Ankersmid.

Oprichting v.d. Nederlandse Vrouwen Electriciteits Vereniging
Donderdag 28 October werd alhier in de zaal Concordia een afdeling opgericht v.d. Ned. Vrouwen Electriciteits Vereniging. Sinds enkele jaren waren hier al plm. 60 algemene leden en door het actief optreden van Mevrouw van Hoogstraten zijn er reeds verscheidene prettige en leerzame middagen geweest. Op deze bijeenkomst was een kookdemonstratie, waarvan de resultaten zeer smakelijk waren en hield het hoofdbestuurslid, Mevr. Otte-Arnolli een causserie over het doel v.d. V.E.V. n.l. voorlichting op alle mogelijke gebied van elektriciteit. Nu er zoveel leden zijn kon meteen worden overgegaan tot het oprichten van een afd. Het voordeel hiervan is dat er nu geregeld demonstraties of lezingen kunnen worden gehouden. De contributie bedraagt f 3.— per jaar waarvoor men maandelijks een tijdschrift ,,het Bulletin” ontvangt. Geeft men zich nu op bij een van de Bestuursleden dan ontvangt men tot Januari gratis het Bulletin en wat er verder zal worden geboden. Het voorlopig bestuur bestaat uit de dames ter Bals, Geertsma, Arends, v. Hoogstraten en Stunnenberg

Reclame 15 nov. 1947

Aanbesteding melkritten
Door het bestuur der Coöp. Zuivelfabriek alhier werd dinsdagavond in Hotel Langeler, het melkvervoer aanbesteed over 1948. De tussen haakjes geplaatste cijfers zijn over 1947.

A.J. Bobbink 2,80 (3,00);
D. Schuerink 2,95 (3,40);
A.J. v. d. Berg 3,60 (3,60);
G. E. J. Berendsen 3,50 (2,90);
T. Momberg-J.B. Ibink 2,09 (3,00);
A.J. ten Have 2,50 (1,90);
G. J. Domhof 3,65 (3,70);
G. Beulink 2,85 (3,30);
D.J. Ligterink 3,36 (3,50);
W. Heerink 4,40 (4,50);
H.W. Berendsen 4,30 (4,50);
R. Fokkink 2,75 (2,75);
K.A. Salebrink 3,40 (4,40);
J.R. Weenink-Langeler 3,35(3,70);
J.A.Eulink 6,20 (6,50);
J.W. Lenselink 6,30 (6,50);
A.W. Enzerink (Maandagsrit) 4,00 (4,95);
H. v. Zuilekom-G.H. Wormgoor 4,95 (4,50);
J. Weenink 3,30 (3,50);
D.J. Teunissen 4,80 (4,90);
R. Röling 3,85 (3,95);
A.H. Roelvink 3,40 (3,70);
H. Klein Gotink 5,50 (5,60);
J.H.M. Memelink 6,00 (6,00);
G.H. Scholten 4,95 (5,10);
H. Radstake 3,50 (3,00);
L. Maalderink 3,30 (3,65);
A. Bijenhof 4,00 (3,40);
H. Bulten 3,25 (3,70);
A.J. Bobbink 3,20 (2,75);
H. Stapelbroek 3,95 (4,50);
J.T. Eikelkamp 3,85 (3,95);
W. Th. Lamers 2,65 (3,00);
D. Harmsen 5,30 (6,90);
Totaal 132,55 (138,20).

22 november 1947

Woningnood en naastenliefde (gedicht)
Weet u nog hoe in de oorlog,
Nederland een eenheid bleek,
Waarvoor zelfs een wrede vijand ,
Machteloos zijn bloedvlag streek?

Neérland was onoverwinbaar.
Die eenheid was zijn grote kracht.
En de zon- begon te schijnen,
Na het duister van de nacht.

Nog zijn echter de gevolgen,
Van die oorlog niet voorbij.
Hoeveel jonge mensen zijn er,
Moedeloosheid reeds nabij?

Maanden na een huisje zoekend;
Steeds geen enkel resultaat.
Nergens meer een vrije woning,
Waar een bord „te huur” op staat.

Wél zijn er nog vele mensen,
Met een woning ruim en groot,
Maar met even kleine harten,
Niet begrijpend and’ren nood.

Hebt ge zelf een grote woning,
Beseft ge beter hun gemis.
Laat daarom aan anderen blijken,
Wat de naastenliefde is.

Vanaf heden verschijnt „De Reclame” óók in Steenderen, Wichmond en Baak.
Wij verzoeken de Secretarissen van alle verenigingen dringend ons opgave te zenden van de te houden uitvoeringen en belangrijke vergaderingen, daar deze dan in de agenda kosteloos worden geplaatst. Abonnementen en Advertentie’s voor Steenderen worden aangenomen door H. A. Rikkert en G. J. Lijftogt. Voor Wichmond door H. J. Klein Kranenbarg en voor Baak door Joh. A. Schooltink. De advertentie’s moeten uiterlijk Donderdagmorgen 10 uur en de eventuele verslagen van vergaderingen moeten uiterlijk Woensdagmorgen 10 uur in ons bezit zijn.

29 november 1947

Zwart georganiseerd (gedicht)
In Italië werd een verbond van zwarte handelaren opgericht. (Krantenbericht)
Elke keer als ik de krant zie,
Valt het mij meteen weer op,
Heel die grote, dwaze wereld,
Staat voortdurend op haar kop.
Zijn „vandaag de dag” de mensen,
Slechter dan in vroeger tijd?
Is de oorlog dan de schuld van,
Al die dolle malligheid?
led’re dag opnieuw een staking,
Hier of in een ander land.
Overal tiert zwarte handel,
Goed fatsoen gaat aan de kant.
Nu weer in het zonnig Zuiden,
Blijkt ’t zo zonnig niet te zijn.
Want de zwarte handelaren,
Krijgt men er niet spoedig klein.
Ja, daar ging die zwarte bende,
In een soort van vak verbond,
‘k zou het zelf haast niet geloven,
Als ’t niet in de kranten stond.
Elk fatsoenlijk mens, die schudde,
’t Arme hoofd toen hij dit las.
Het is om je naar te lachen,
Als het niet zo droevig was.

GEBRUIK VAN WOONRUIMTE
De aandacht wordt gevestigd op art. 1 van de Woonruimtewet 1947, waarbij het verboden is een woongelegenheid in gebruik of medegebruik te nemen of te geven, tenzij voor het in gebruik nemen schriftelijk vergunning is verleend door Burgemeester en Wethouders. Bij overtreding zal procesverbaal worden opgemaakt en zal de woongelegenheid van gemeentewege kunnen worden ontruimd. Hengelo (Gld), 26 November 1947. Burgemeester en Wethouders van Hengelo (Gld), F. van Hoogstraten, Burgemeester. H. C. Arends, Secretaris

6 december 1947

De ramp van Hellendoorn (gedicht)
Het stadhuis van Hellendoorn,
Is een muizen paradijs,
Maar nu maakt dat grijze volkje,
Het toch werk’lijk wat te grijs.
Want ze kropen in de lade
Van een eerzaam ambtenaar.
Juist had deze harde werker,
De begroting kant en klaar.
Uren lang had-ie gecijferd;
Cijfers dansten door z’n kop.

En zie daar : de kleine knagers,
Aten zijn begroting op.
Schielijk kwam de raad bijeen,
en (Zo heeft men het mij verteld)
In een speciale zitting,
Werd een katje aangesteld.
Men moet nu opnieuw begroten,
Wéér diezelfde razernij,
En de kosten van het poesje,
Komen er nu óók nog bij! . . . .

Witte lonen
Aannemers uit de bouwvakken hebben op een vergadering te Nijmegen besloten, geen „zwarte lonen” meer uit te keren.

Schenking koeien

Wij zijn royaal. In het kader der Nederlandse schenkingen van 500 koeien, is een schip, vol dragende vaarzen, uit Amsterdam met bestemming Engeland vertrokken.

13 december 1947


De weg Terug. (gedicht)
Ik heb tot de pessimisten,
Vele malen reeds gezegd:
Weest gerust, want na de oorlog,
Dan komt alles weer terecht.
Strakjes kan je alles kopen,
Bonloos eten, goed textiel.
Hoe heb ik toen kunnen weten,
Dat het ons zó tegenviel!
Als ik cijfers moest gaan geven,
Net zoals op school geschiedt,
Geloof ik dat ’t rapportenlijstje,
Ongeveer er zó uitziet:
Sigaretten onvoldoende;
Twijfelachtig voor Biscuits.
Margarine krijgt een tweetje;
En de suiker krijgt een drie.
De belasting gaat steeds beter:
Krijgt het hoogste cijfer dus.
Distributie ook een tweetje;
Zwarte handel negen plus.
Hoe het zij, de Nederlanders,
Zijn die nare bonnen moe!
Nog een rukje en we zijn weer
Aan de suikerbieten toe! … .


Aangifte Woonruimte
Het gemeentebestuur van Hengelo (Gld) brengt ter kennis, dat ingevolge de Verordening aangifte woonruimte iedere verhuurder van een woning of een woonruimte verplicht is, binnen 24 uur nadat a. hem de woning is opgezegd;
b. hem gebleken is, dat de woning zonder opzegging is verlaten;
c. een woning, van welke hij als verhuurder is te beschouwen, is voltooid,
daarvan schriftelijk aangifte te doen aan de burgemeester. Verzuim van deze aangifte is strafbaar.
Hengelo (Gld), 10 December 1947

20 december 1947


Om het halfje (gedicht)
Ten einde een verschil van een halve cent af te ronden’, werd te Zwollerkerspel een wijziging der begroting voorgesteld. (Krantenbericht)
Goed zo Zwollerkers!
Zo’n besluit is eminent.
Een begroting hoort te kloppen,
Zelfs tot op een halve cent.
En als dat niet het geval is,
Leg je het bijltje er niet bij neer;
Ga je .weer opnieuw begroten,
Ook al kost het zoveel meer.
Nederland is Ambtenaar-land,
En een beetje excentriek.
Daarin past dan ook volkomen,
Kruideniertjes-politiek.
Urenlang maar debatteren,
Over slechts een halve cent.
Zulke muggenzifterij was,
Zelfs in Neêrland onbekend.
Met miljoenen wordt gesmeten,
En men kijkt niet op een cent.
Hoeveel duizend gulden kost het,
Ambtenaren-regiment ?
Zet de Zwollerkers
In het Haagje op een stoel.
En die heren torpederen,
In een mum de hele boel.
‘k Denk dat dan de staatsbegroting,
Nimmer een goed einde haalt;
Waardoor tevens mijn belasting,
Door mijn kleinzoon wordt betaald

Dank uit de tropen
Hoewel ik nog slechts korte tijd in Hengelo (G.) hebt gewoond, doet het mij een groot genoegen, m’n dank te kunnen betuigen voor het schitterende Kerstpakket hetwelk ik van de Gemeente Hengelo (Gld) heb mogen ontvangen. Uit dit alles blijkt hoezeer U allen met ons medeleeft, in deze moeilijke dagen, nu wij de plicht voor God en Vaderland in het verre Oosten vervullen. Het Vaderland zo ver van hier, leeft met ons mede op waardige wijze, En ook de gemeente Hengelo (Gld) heeft laten zien, wat zij voor haar zonen waard is. Daarvoor is een woord van hulde zeer zeker op z’n plaats, aan allen die hebben medegewerkt aan het tot stand komen en slagen van dit prachtige initiatief. Verder wens ik U allen vanaf deze plaatst een Gelukkig Kerstfeest en een Gelukkig Nieuwjaar, Soldaat E. v. d. Kolk 3-9 R. I. 1e Div. 7 Dec.

31 december 1947


Oud en nieuw. (gedicht)
Het oude jaar stond stijf en stram,
Op het nieuwe jaar te wachten.
Daar sloeg de klok, het Nieuwjaar kwam,
Z’n jonge ogen lachten.
,,Hier ben ik”, sprak hij ,Jong en sterk”,
Gij zijt aan ’t eind der dagen,
vooruit, pak aan, ik ga aan ’t werk,
Laat mij uw last maar dragen.
De oude zweeg, keek droevig toe;
Eens had hij zo gesproken,
nu was hij afgeleefd en moe,
Zijn rug welhaast gebroken.
,,Zie”, sprak hij, Deze zware last,
Was haast niet meer te dragen.
De zorg zit hierin opgetast,
‘k Droeg hem tot ’t eind der dagen.
Rapporten van de Grote Vier,
Al zijn ze zonder waarde,
de stakingen, de oorlogsgeest,
De nood van heel de aarde.
Dit alles droeg ik met mij mede,
plus duizenden andre zaken.
Het brak mij, vriend,
Tracht gij nu maar, er nog iets van te maken.
Het Nieuwe Jaar gaat blij op weg,
Zijn last gaat met hem mede,
De laatste snik van ’t Oude Jaar,
Was nog een zegebede.

Dank van onze militairen uit de Tropen
De Kerstpakketten van Hengelo’s burgerij voor de jongens in Indië zijn bijna alle aangekomen, de U.V.V. kreeg 37 brieven, om de goede aankomst te melden. De meeste pakketten zijn dus te vroeg gearriveerd, doch we zullen maar denken: „beter te vroeg dan te laat.” ‘t Is nu eenmaal moeilijk om op zo’n grote afstand precies te voorspellen, hoeveel tijd het zal nemen vóór de pakketten ter bestemder plaatse zijn. Het voornaamste is : ze zijn goed aangekomen en de jongens waren er blij mee! Ik zou U allen graag de enthousiaste brieven laten lezen, brieven waaruit blijdschap, kameraadschap, dankbaarheid en vertrouwen sprak. Dit is echter onmogelijk en daarom ben ik blij, dat „de Reclame” mij in de gelegenheid stelt een uittreksel te geven van al deze brieven.
Zie voor de rest DE Reclame van 31 december.

Tricotage Confectie atelier ten Hoopen