8 Januari 1949
Bescheiden wens (gedicht)
Het jaar is weer wat dagen oud,
De lei wordt weer beschreven,
Het einde is weer uitgefeest,
Herin’ring is gebleven.
Herinnering aan goed en kwaad.
Veel goed’en kwade dagen,
Een jaar met weinig antwoord en
Een jaar met zeer veel vragen.
We hopen op een beter jaar,
Voor U en andere mensen,
En als ik alles zo bezie,
Blijft er nog veel te wensen.
Vooreerst hier geen corruptie meer,
En minder ambtenaren,
Dat ieder, ondanks Lieftinck,
toch een beetje kan gaan sparen.
Vergadering in Lake Success,
Met grotere successen,
Dat men geen enkel land dit jaar,
Tot vrede hoeft te pressen.
Dat men een kwade stemming,
daar gemoedelijk kan sussen,
Begrijpende Wisjinki’s en
Geen veto’s van de Russen.

Lichtpunt in Varssel (gedicht)
Laats mos Gat Jan naor Varssel,
Hee had niet volle tied,
Hee ging mar op de fietse,
Want lopen was te wied.
Wat was het ak’lig duuster,
Daor bie dat meistershuus !
Het was merakel kroeldrig
’t Was warkelijk een kruus.
Hee mos dat „kruus”-punt over
Mar ’t fietserad ston stil
Hoe hard Gat Jan ok trapten,
Hee ploften, gaf een gil !
Daor ston ‘e in ’t donker,
Fo’j toch, hee zag niks meer.

Noe kon ‘e wel hard reer’n
Dan heur’n z’m wel ’n keer
Mar hoe Gat Jan ok raozen
Het hielp ‘m toch gin zier.
Gin mense kwam ‘m helpen,
Waor was ‘e dan toch hier?
Hee tast’n met de handen
Veurzichtig op de grond.
En viel, smaks, in de graven
En told’n in ’t rond.
Mar noe rid ‘e geregeld,
Wat veur ’n weer ’t ok is,
In volle vaart deur Varssel,
’t Geet daor noe nooit meer mis.
Noe brent er elke aovond
An den lanteernpaol
Een mooie grote lampe,
Veur ons daor allemaol.
Noe gif Gat Jan een pluumken
Aan de Gemeenteraod,
Dat bint heel beste kerels,
Die niet allenig „praot”!

Jaarwisseling
Van oud op nieuw speelde de Chr. Muziekver. „Crescendo” enkele toepasselijke liederen, besloten met het Wilhelmus. Er was zeer veel belangstelling. Doordat het afschieten van vuurwerk tijdens de muziek niet plaats vond, konden de aanwezigen rustig van de muziek genieten.

50-jarig bestaan der Ds. Piersonschool
Dinsdagmiddag werd onder grote belangstelling dit feit herdacht. De Voorz., Ds Kwint, opende de herrdenkingssamenkomst, heette allen hartelijk welkom, inzonderheid de Weth. J. H. Tijdink en de inspecteur van het Lager Onderwijs, memoreerde de geschiedenis en het doel der school met de bijbel, n.l. de kinderen te onderwijzen volgens Ps. 119. Tevens werd met dankbaarheid herdacht de oprichters der school wijlen de Hr. Ds Pierson, J. W. Lubbers en H. J. Hiddink. Ds J. Barbas sprak de herdenkingsrede uit, waarin hij memoreerde dat de grote strijd die gestreden is om te komen tot oprichting van een Chr. School met zegen is bekroond. Met grote dankbaarheid moeten we hen gedenken die met vele opofferingen zich hebben gegeven voor de zaak van het Chr. onderwijs, het stekje toen geplant is uitgegroeid tot een grote school zoals we ze nu kennen. Na gememoreerd te hebben dat de Moederschool 2 dochterscholen kent 1 te Bekveld en 1 te Varssel, besprak hij de grote financiële moeilijkheden waarmede men in die dagen had te kampen, zo erg zelfs dat het eerste schoolhoofd, de hr Boegborn genoodzaakt was te vertrekken naar Ned. Indië. Boegborn werd door de hr v.d. Lugt opgevolgd, de grote ijveraar voor de School met de Bijbel, die 32 jaar lang het onderwijs heeft mogen dienen, terwijl thans de hr J. Dorgelo als hoofd der school fungeert. Dit jaar hoopt de hr Dorgelo zijn 12,5 jubileum te herdenken. Spr. bracht in herinnering de eerste onderwijzer,’ de hr Broekhuize thans rustend hoofd der Groen van Prinstererschool te Doetinchem en Mej. Wentink, die vele jaren als handwerkonderwijzeres de school heeft gediend. Spr. eindigde zijn gedocumenteerde rede door te zeggen dat we ons moeten bezinnen hoe verder te gaan opdat het geen aftakeling wordt, maar het woord van Nehemia tot het onze maken: „Wij zijn dienstknechten en zullen ons opmaken en bouwen”, Nadat de Voorz. ds Barbas dankte voor zijn rede en was gepauzeerd sprak de hr J. Dorgelo die de samenwerking prees tussen bestuur en personeel. Spr. zeide dat de school de sporen draagt van ouderdom zodat met verlangen wordt uitgezien naar een nieuwe school. Verschillende spr. voerden hierna nog het woord o.a. namens het gemeentebestuur Weth. Tijdink, die het Bestuur feliciteerde met dit jubileum en toen gesproken werd over een nieuwe school hij de verzekering gaf dat het Gemeentebestuur achter de Ver. staat. Oud-leerling D. Ruesink sprak namens de oud-leerl. en bood een feestgave aan voor het kopen van een filmtoestel.

Per troepentransportschip naar de tropen 2)
Djampangkoelon, Java. Soms, als er mist hangt, hoor je onophoudelijk onze misthoorn sombere stoten geven. Je kunt urenlang door de patrijspoort hangen en de zee over turen zonder dat het je verveelt, terwijl je toch niets dan water ziet. Als de zon schijnt zie je doorlopend een regenboog bij de boeg, Dat komt omdat het water daar in allemaal kleine druppeltjes omhoog spat en eigenlijk een „spatterboog” vormt. Misschien is het wel eens aardig om een paar afmetingen en dergelijke van het schip te horen. Het is 185 m lang, 22 m breed en 53 m hoog, van de mast tot de kiel. Het heeft 2475 man aan boord plus nog de bemanning van 400 koppen. Dan hebben we ook nog 20 3 tonners en 20 jeeps onderin.
Het is al weer een paar dagen geleden dat ik geschreven heb. We hebben van Algiers en Tunis niet veel gezien dan een oneindige hoeveelheid pinkelende lichtjes in de donkere nacht. Sinds Gibraltar hebben we steeds langs de Afrikaanse kust gevaren, ik wou dat jullie dat ook eens konden zien, zo iets enorm groots en mooi als dat is. Je ziet geweldig steile rotspunten oprijzen als witte puntjes tegen de heuvels geplakt. We hebben Kaap St. Vincent van heel dichtbij gezien, een sprookje’ Morgen moeten we de post inleveren voor Port Said. Hier blijven we één dag liggen om te tanken. Het is avond als we voor de lange pieren liggen te dobberen en het is nacht als de loods eindelijk aan boord komt en we de haven binnen draaien. Zelfs in donker kon je nog zien dat het water vuil grauw werd en eenmaal in de pieren begon het steeds viezer te ruiken, riet standbeeld van Lesseps was nauwelijks te onderscheiden in het donker. We varen steeds meer de haven in en zien weer verlichte winkels, en vurige neonreclames tegen de hemel kondigen het stadsleven van Port Said aan. Dieper de haven in passeren we tranen en schepen. We zien kleine mensjes lopen en komen langs een groot gebouw met het opschrift: .K.L.M. Dutch Airlines”, totdat we aan de ingang van het Suez-kanaal stilliggen, ook grote tanks zien we „Esso”. Bekende namen voor ons. We passeren andere grote boten van allerlei nationaliteiten en we worden door de opvarenden van een grote passagiersboot uitbundig toegezwaaid, sommigen al in nachtgewaad, ondertussen zijn al van alle kanten kleine roeibootjes op ons afgekomen met schreeuwende en druk gesticulerende Arabieren er in. Het is alsof ze zo uit iet water oprijzen, bij tientallen komen ze aanroeien, en je hoort ze van ver al hun koopwaren aanprijzen in hun mengelmoesje van Hollands en Engels: „moje tasjen!” „lekken- pinda!” „Englisch cigaretten!” Het is een gejoel en geschreeuw van belang. De Joh. van Oldenbarneveldt laat heel welwillend zijn schijnwerpers langs het schip op de kooplui vallen en dan kan de handel beginnen. Eerst gaat het nog wat weifelend want we zijn goed ingelicht over hun handelsmanieren en durven nog niet goed te bieden. Een lid van de bemanning zal ons eens laten zien hoe je ze het beste aan kunt pakken. Hij hangt over de railing en begint: „Hei moefti, hoeveel voor die tas daar?” De koopman grijpt de tas en schreeuwt terug: „Moje tasje dertigvijf gulden!” De matroos roept tot onze verbazing zonder meer: „Allright!” Een mand wordt aan een touw gebonden en omhoog gegooid met de bedoeling dat de koper het geld er in zal doen en daarna de gekochte tas
kan ophijsen. Maar de matroos bindt rustig de mand aan de railing en biedt 10 gulden. De Arabier en heel het bootje worden woest! Razend tiert de man in zijn drijvende winkeltje, zodat hij moeite heeft niet over boord te kieperen. Hij spuugt omhoog en krijgt zelf alles weer in zijn gezicht, wat hem zo mogelijk nog woedender maakt. Als de matroos het mooi genoeg vindt maakt hij de mand weer los en gooit hem in het bootje dat nu verderop zijn heil zoekt. Zo wordt er overal drie- vierdubbele prijs gevraagd boven waarvoor uiteindelijk wordt verkocht. Een enkele heeft een flinke strop als hij groot geld neerlaat in de veronderstelling nog wisselgeld terug te krijgen, maar over het algemeen valt het nog al mee en worden we maar een klein béétje belazerd. De hele nacht duurt de handel voort. Bij de statietrap hebben twee stoere Port-Saidse politieagenten post gevat om al te brutale kooplieden tegen te houden. Ze wekken de indruk van soldaten uit Napolions leger met hun machtige snorren en hun geweren die veel op ouderwetse voorladers lijken. De jongens tonen schijnbaar veel interesse voor hun wapens, en één van de wachters laat zich verleiden om uitleg te geven van zijn geweer. Als hij het echter op een gegeven ogenblik met de loop naar beneden houdt, rolt er allerhande rommel uit, als peukjes, kauwgommetjes, propjes papier enz. De jongens gieren van de lol en de man kijkt even heel  verbouwereerd, dan doorziet hij het hele geval en betrekt grimmig weer zijn post.
Ondertussen is er een grote uitstalling van „Simon Artz,” een bekend koopman in Port-Said blijkbaar, op het dek. Meest lederwaren. Er wordt daar ook druk gehandeld. Op het achterdek is een goochelaar neergestreken, die in zijn witte kleed gehuld, de rode fez op het hoofd, fantastische staaltjes laat zien. Om van één levend kuiken er 10 of 20 te maken is voor hem geen kunst, evenmin als van achter het overhemd van een oude grimmige adjudant een stel levende kuikens te voorschijn te halen. Als zijn voorstelling is afgelopen en ieder wil weggaan, doet je plotseling een zeer kernachtige uitdrukking nog even omkijken. Het is de adjudant die nog een levend kuiken achter zijn hemd vindt. De goochelaar kijkt eerst stom verwonderd en mompelt dan: „alle mense, stark sag!” We bulderden het uit. Zo vermaakt iedereen zich, en als de post vanuit Holland aan boord komt is dat het hoogtepunt.

15 Januari 1949
Tot Heil des volks (gedicht)
Blijkbaar hoort het oorlogstuig,
Nog tot de duurste spullen,
Uncle Sam besteedt dit jaar ‘n,
Getal met negen nullen.
Jagers zullen van dit geld,
Straks door het luchtruim flitsen,
Tevens zal die Uncle Sam,
Nog méér atomen splitsen.
„Wij bewap’nen ‘zegt men nu,
Toch heus niet zonder reden.
‘k Vind’het toch wat griezelig,
Zo drie jaar na de vrede.
Als men alles heeft besteed,
Zouden dan die heren,

Het niet voor de aardigheid,
Straks stiekum gaan proberen ?
Stel eens dat men zo’n bedrag,
Om een humane reden,
Nu eens enkel voor het heil,
Van ’t mensdom zou besteden.
D’aarde zou dan in ’t heelal,
Een grote, goede plek zijn,
Maar vraag je dat, dan zeggen zei :
,,Je denkt zeker dat we gek zijn.”
Een wereld zonder oorlogstuig,
Is blijkbaar erg onhandig,
Maak straks weer van de aard een hel,
Dan ben je pas verstandig.

Overzicht jaarmarkten 1948
Op de 16 grote jaarmarkten welke in 1948 zijn gehouden werden aangevoerd 4968 paarden en 445 veulens, of in totaal 5413 stuks paarden. Verder werden nog aangevoerd 14 runderen. 14 schapen en 718 biggen; geplaatst werden 854 kramen enz. Op de weekmarkten werden 349 biggen aangevoerd. Alle markten kenmerkten zich door een druk bezoek en een vlotte, vlugge handel in paarden. Uit alle delen van het land en ook uit het buitenland, werden de markten door bekende paardenhandelaren bezocht. Voor wat de kwaliteit der aangevoerde paarden betreft was er een stijgende lijn te bemerken. De markten hebben de reeds eeuwen gevestigde bekendheid van als „de paardenmarkten” ook in 1948 weder ten volle gehandhaafd.

22 Januari 1949
Griep gedicht
Grote groepen griepbacillen,
Vieren feestelijk hun feest.
Laat ik het U maar bekennen:
Ik ben in hun greep geweest.
’t Is toch heus geen grap, zo’n griep-greep,
Griep grijpt gretig in ’t geniep.
‘k Wou de dokter laten komen,
Maar hij kwam niet, hij had griep!
De familie gluurt om ’t hoekje,
Kijkt je dom-meewarig aan ….
En ze zeggen bijna plechtig:
,,’k Blijf maar wat bij je vandaan.”
Zelfs de buurman komt eens kijken,
En z’n stem klinkt bijna blij,
Als hij zegt: „jij mag niet roken,
Heb je soms een bon voor mij?”

Om je op te laten knappen,
Zet men dan nog in de krant,
Dat griep gretig om zich heen grijpt! . . . .
Maar ik kreeg nog meer het land,
Toen ik na wat aspirine,
Eindelijk een beetje sliep,
En een luide telefoonbel
Mij plotseling weer wakker riep,
En een kerel van de krant vroeg:
„Schrijf een rijmpje, over griep'”
Met griep-groeten. O. P. A.

Levering van eieren
Vele pluimveehouders verkeren in de veronderstelling dat zij de geproduceerde eieren, nu de distributie daarvan is opgeheven, vrij aan een ieder mogen verkopen. Dit is niet het geval. Zij mogen de eieren alleen aan erkende verzamelaars of handelaren afleveren. Er bestaat thans een vervoerverbod voor niet-gestempelde, resp. niet van kwaliteitsaanduiding voorziene eieren, met dien verstande, dat erkende eierenverzamelaars daarvan ontheffing hebben, voorzover het betreft het vervoeren van eieren van de pluimveehouders naar pakplaats. Het hiervoor bedoelde “Vervoer verbod houdt verband met de onlangs in werking getreden kwaliteitscontrole op eieren.
Particulieren mogen geen eieren rechtstreeks van de pluimveehouders kopen. Zij dienen deze van detaillisten te betrekken. De levering van exporteieren. De daarvoor in aanmerking komende pluimveehouders zullen voortaan voor elke voederperiode een kleine aanslag voor levering van exporteieren krijgen. Als bewijs dat zij aan hun verplichting voldaan hebben, moeten zij aan het eind der periode, voor een overeenkomstig aantal eieren, exportzegels bij hun P.B.H, inleveren. De pluimveehouder die aan zijn verplichting niet, of niet op tijd voldoet, komt het gehele seizoen niet meer voor voedertoewijzing in aanmerking. Een tekort aan zegels, voor een bepaalde periode kan niet worden ingehaald door een volgende maal meer zegels in te leveren, terwijl een overschot aan zegels van een vorige periode niet wordt meegeteld voor een volgende periode. Het beste is om telkens precies het voorgeschreven aantal af te passen. De grootte van de toewijzing wordt n.l. niet berekend naar het aantal eieren dat geleverd is — d.w.z. niet: „hoe meer eieren, des te groter voedertoewijzing” — doch naar het aantal dieren dat voor voedertoewijzing in aanmerking komt.
Deze vaststaande hoeveelheid voeder wordt echter alleen gegeven als er voldoende zegels zijn ingeleverd. De zegels zijn verkrijgbaar bij de verzamelaars. Ook het kopen van zegels is toegestaan. De zegels zullen voorzien worden van opdruk, die voor elke periode verschillend zal zijn. De pluimveehouders dienen er derhalve op toe te zien dat zij telkens de zegels ontvangen die voor de betreffende periode zijn aangewezen. Omtrent het voorgaande kan de P.B.H, zo nodig nadere
inlichtingen verstrekken. De P.B.H.


Per troepentransportschip naar de tropen
3) Djampangkoelon, Java.
Bij alle drukte liggen de tankers rustig langszij en pompen ons weer vol water en brandstof. De bemanning van de tankers heeft alleen maar een broekje aan en is zó intens zwart dat ze het er nooit weer afkrijgen. Mensen langs het water, bijna alleen mannen, zijn hopen stinkende vodden met een paar sandalen er onder en een fez of tulband er boven op. De enkele vrouwen die je ziet maken vooral geen betere indruk. De politie, Simon Arzt en de goochelaar zijn de enigen die nog een
dragelijk figuur slaan wat dat betreft, ’s Middags gaan we weer varen we zien aan weerszijden de kale dorre zandvlakten liggen. We glijden het Suezkanaal in. Je ziet telkens langs de kanten afweergeschut opgesteld en soldaten patrouilleren. Overigens is er weinig te zien, vlak zand, rechts nog een spoorlijn en een weg, dat is alles. Eén keer, bij een pont, staat een karavaan ; baardige kerels, in hun lange donkere kleden, met een 25-tal kamelen. Een paar keer liggen we nog een half uurtje stil, dan komen er andere schepen voorbij, want er zijn plaatsen waar geen twee zeeschepen elkaar kunnen passeren. Als het donker begint te worden zijn we in Suez en wordt het ruimer; de woestijnvlakte verdwijnt al meer, totdat je alleen nog maar een verre horizon ziet. We komen in de Rode Zee. Dinsdagmorgen zie je aan bakboord de Sinaï, aan stuurboord de oliepomptorens. ‘s Middags is het hier in de Rode Zee erg heet, alles wat je aan hebt plakt op je lichaam, al is het nog zo weinig. Er worden zeilen gespannen over de achterdekken, zodat er wat meer schaduw komt. In de Indische Oceaan is de temperatuur heel redelijk. Dagenlang varen we dan weer zonder land te zien. De stemming aan boord is goed, al hoort men hier en daar al stemmen dat het wel wat erg lang duurt.
Een boot is voor een 2800 man toch maar een heel klein wereldje, als je er een maand op moet doorbrengen. Het passeren van de „Oranje” en de „Grote Beer” zijn welkome afleidingen; het doet je goed een stukje Holland tegen te komen op de wijde zee. Het eerste punt van belang is nu Sabang, waar we zullen gaan passagieren. We komen er tegen de avond en zien de eerste palmbomen als donkere silhouetten zich tegen de sterrenlucht aftekenen. Als we de volgende morgen wakker worden liggen we in de baai. De indruk van Sabang’s baai is in één woord prachtig; een groot meer, omringd door groen begroeide bergen. De haven zelf had ik me heel wat meer als een echte haven voorgesteld. Dat viel erg tegen, het is maar een provisorisch haventje van planken steigers. Er kunnen hoogstens 2 a 3 zeeschepen liggen aan de kade. Enkele loodsen en  kranen staan als verwrongen gedrochten tegen de bergen, helemaal door oorlogsgeweld uit hun voegen gerukt. De Joh. van Oldenbarneveldt lag er als een vorstelijk paleis, een stuk cultuur van groot formaat in een wereldje van inlandse rommeligheid. (Wordt vervolgd)

29 Januari 1949
Voorlichting of…. (gedicht)
‘k Luister altijd zeer aandachtig,
Naar het daag’lijks nieuwsbericht,
Want ik word om zo te zeggen,
Graag een beetje voorgelicht.

’t Interesseert me heus een beetje,
Wat er elke dag geschiedt,
En ‘k verwerk het dan ook dikwijls,
In een versje 0f een lied.
Uit den Haag komt een berichtje,
Maar een dag of wat erna,
Horen we weer heel iets anders,
Uit Londen of Batavia.
Nauw’lijks heb je iets gelezen,
Weet je ’t fijne van de zaak,
Of er volgt een dagje later,
Door een nieuwsdienst tegenspraak.
‘k Krijg de laatste tijd de indruk,
Dat er ’t een en ander schort,
Dat men ons niet langer voorlicht,
Maar …. dat men bedrogen wordt.

Tijdelijk minder vlees
Extra kaas als compensatie De levering van slachtvee op de binnenlandse markten alsmede de invoer uit het buitenland (met name Argentinië en Denemarken) blijven nog steeds beneden de gestelde verwachtingen. Aangezien onder deze omstandigheden het handhaven van het tegenwoordige rantsoen vlees een te sterke aantasting zou betekenen van de voorraden, wordt met ingang van 28 Januari het vleesrantsoen uitsluitend voor de A-, B- en C groepen tijdelijk verlaagd tot 300 gram per 14 dagen. Ter compensatie zal aan dezelfde groepen een extra kaasrantsoen van 200 gram per 14 dagen worden verstrekt. In verband met de bevoorrading van de detailhandel dient het publiek er op bedacht te zijn, dat niet overal deze extra bon aanstonds volledig gehonoreerd zal kunnen worden.

Loop der bevolking gedurende het jaar 1948
Op 1 Januari 1948 waren in de gemeente 2896 mannen en 2729 vrouwen of in totaal 5625 zielen. Door geboorte werd dit vermeerderd met 70 mannen en 66 vrouwen, in totaal 136 zielen; door vestiging kwamen er bij 86 mannen en 143 vrouwen, in totaal 229 zielen, zodat de totale vermeerdering bedroeg 156 mannen en 209 vrouwen, of 365 zielen. Door overlijden verminderde het zielental met 23 mannen en 16 vrouwen, in totaal 39 en door vertrek met 83 mannen en 136 vrouwen, in totaal 219. zodat de totale vermindering 106 mannen en 152 vrouwen of 258 zielen bedroeg. Dientengevolge telde de gemeente op 1 Januari 1949, 2946 mannen en 2786 vrouwen, of in totaal 5732 zielen, derhalve een stijging van 50 mannen en 57 vrouwen, of in totaal 107 zielen. Deze vermeerdering is verkregen door een geboorteoverschot van 97 zielen en meerdere vestiging dan vertrek van 10 zielen. Naar onderscheidene godsdienstige gezindheden is de bevolking verdeeld als volgt: 3987 Ned. Herv.; 2198 R.K.; 9 Ev. Luth.; 2 Herst. Luth.; 8 Doopsgez.; 5 Remonstranten; 36 Gereformeerden; 25 Chr. Gereformeerden; 6 Ned. Israëlieten; 19 H.A.Z.E.A.: 1 Dev.; 1 W. Gem. en 35 geen godsdienst. Gedurende het jaar 1948 werden 49 huwelijken voltrokken.

Bond van Oud-strijders
Maandagavond hield de Bond van Oud-strijders alhier haar jaarvergadering in „Concordia”. Door afwezigheid met kennisgeving van de Voorz. opende de Secr. H. J. Vruggink deze verg. en heette allen hartelijk welkom. Na ’t lezen der notulen welke onveranderd werden goedgekeurd, kwam het jaarverslag, waaruit bleek dat de ver. in ’t afgelopen jaar niet stil heeft gezeten, o.a. door het houden van lezingen, medewerking verlenen aan de collecte voor het Oorlogsmonument alhier, medewerking aan ’t uitzenden van kinderen der Mil. Oorlogsweduwen, waarvan ook een achttal kinderen hier zijn ondergebracht geweest, enz. Uit het jaarverslag v/d Penningm. bleek, dat de kas nog een klein batig saldo bevat. Het bestuur kwam een kleine wijziging, in plaats van H. J. Seesing en D. J. Langwerden werden gekozen H. Bovenkerk, en C. Schoots. Na de pauze werden de huishoudelijke zaken afgehandeld en werd besloten om dit jaar weer een excursie te maken n.l. naar Amsterdam en Schiphol. Na de rondvraag sloot de Secr. deze vergadering. Aanwezig waren 24 leden.

Per troepentransportschip naar de tropen 4) DjampangkoeJon, Java.
Als we van boord gaan en weer vaste wal onder de voeten hebben, staan we dan eindelijk op een stukje Indië, al is het onze bestemming nog niet. Een van de eerste dingen die je opvallen is het geweldig groot aantal kinderen dat overal rondscharrelt. Van alle kanten word je aangevallen met de vraag: „Toean bonbon ?” en als je dan wat pepermunt of chocolade geeft, staat er in minder dan geen tijd een enorme schare om je heen. Heel de stad Sabang lijkt niet zo heel veel groter dan ons Hengelo. Je kunt het je het best voorstellen als b.v. de Spalstraat en nog iets met zijweggetjes als Tramstraat en Ikink, maar dan zand en geen gewone huizen maar allemaal houten gebouwen, sommige weinig meer dan krotten. Veel er van zijn winkels, waar je zo in kunt lopen. Zon winkel lijkt veel op een kleine houten garage maar dan zonder deuren. Daar hangt dan van alles aan de wand. Tegen elke deurpost of elke paal een vrouw die een kindje sleept! Kleding speelt slechts een zeer kleine rol bij hen. De mannen zitten gehurkt voor hun winkeltje of verkopen druk pinda’s, klappers en bananen; de laatste heb je trouwens maar voor het plukken als je even de moeite neemt om tot buiten de dorpsstraat te lopen. Van prijsbeheersing merk je niets. Kinderen en nog eens kinderen; honderd is maar één. De meesten verwonderlijk knap, maar veel met zweren aan hun beentjes. Ze maken zich schijnbaar nergens zorg over. Een heel kleine peuter trapte in een glasscherf dat het bloed uit zijn blote voetje droop. Hij peuterde het glas er uit en slofte een paar maal flink met de wond door het zand. Genezen!
Schurftige honden en kippen dwarrelen rond of vluchten haast-je rep-je voor een van de drie voorwereldlijke auto’s die Sabang telt en er rond hobbelen. U zult wel geen hoge dunk krijgen van het plaatsje, er is ook weinig moois en ordelijks op te merken. Een enkel vrij behoorlijk gebouw staat er hier en daar nog tussen, als: het bureau van de Mij Nederland, een schooltje, postkantoor en dergelijke. Het hele eiland kun je in een halve dag omlopen. Meteen als je de bewoonde plaats uit
bent begint er de dichte bebossing van alle mogelijke boomsoorten en planten. Als ’s middags alles weer aan boord is hebben we allemaal een gezellige dag gehad en kunnen er weer voor een paar dagen tegen. We gaan nu onze laatste etappe in en zetten koers naar Tandjong Priok. Als de kust van Java opdoemt is iedereen opgelucht dat de reis er eindelijk op zit. Het is een mooi moment als de eerste Hollandse jongens je in motorbootjes tegemoet varen en de watervliegtuigen van de marine over je hoofd scheren als groet. De kade staat vol met soldaten en iedereen die bekenden denkt te ontmoeten speurt zoekend rond. De kwartiermakers verwelkomen ons onderdeel met een groot spandoek: Welkom 41 R.V.A. — Het is een vrolijke begroeting. We blijven die dag nog aan boord en als we ’s avonds voor het laatst rustig aan dek zitten, halen we de hele reis nog eens weer op. We komen tot de conclusie dat we een maand lang in een luilekkerland hebben geleefd.
Het is een reis geweest, die je, als ze onder andere omstandigheden plaats had, niet graag zou willen missen. Hoewel je daar op de boot nog weinig bij denkt, eenmaal in Indië dringt het meer en meer
tot je door waarvoor je eigenlijk de reis moet maken. Het belangrijke punt in de toekomst wordt nu de terugreis! G. J. S.

Voetbal (iets overdreven) (gedicht)
Ik ben een Pax-supporter,
‘k Heb langs de lijn gestaan;
’t Publiek heeft staan te juichen,
En ik heb meegedaan.
‘k Heb Tee’tje goals zien maken,
Dat ging verbazend vlug.
Van zoiets heeft natuurlijk,
Geen keeper weer terug.
‘k Heb Reintje fors zien trappen;
Nog altijd even fel.
’t Gezegde ,,klein maar dapper”
Dat past hier wonderwel.
‘k Heb Jaap zien „overhalen”.
Hoe hij die kunst verstond!
’t Publiek viel in verbazing,
En Jaap viel op zijn k …
‘k Heb Kuiperij zien rennen.
Verbazend, wat een vaart!
Om naar zo iets te kijken,
Dat is de moeite waard.
En werd de bal gevaarlijk,
Gaf Hein ‘m van katoen.
Wie dacht om door te breken,
Moest dat weer over doen.
‘k Heb Herm de bal zien grijpen,
Zoals de kat een muis.
Juist als men dacht: daarzitie!
Gaf Herman weer: niet thuis.
Ik zag de andere spelers;
‘k Noem al de namen niet.
Zij delen in de hulde,
Die ‘k hun bij deze bied.
Er rollen vele ballen.
Veel clubs zijn in de weer.
Zij die het spel verliezen,
Die noemt men straks niet meer.
Ik ben een Pax-supporter,
‘k Heb langs de lijn gestaan.

Maar ‘k heb het al bekeken ;
Ik weet hoe het zal gaan.
Aan ’t eind der competitie,
Dan noemt ons volk alleen,
En in één adem samen:
De wijd vermaarde namen,
Van Pax en Heerenveen!

5 Februari 1949
Niet praten maar doen (gedicht)
Zou het er nu toch van komen,
Dat ze samen praten gaan ?
Stalin. Russische dictator —
Truman, de Amerikaan.
Zes en dertig uur te voren,
Had hij, met zeer weinig tact,
Nog zijn „veto” laten horen,
Tegen het Atlantisch pact.
Noren in het hoge Noorden,
Zitten nu in zak en as ;
Stalin was vergeten dat hij,
Ook nog vredesengel was.
Hier een grauw en daar een glimlach,
Hier een hand en daar een trap,
Stuurt ze straks een ultimatum,
Eig’lijk zo maar voor de grap.
Blijkbaar hebben zelfs de Russen,
’t Een en ander wel geleerd.
Hitleriaanse dwangmethodes,
Worden hier gecopieerd.
Plots’ling wil hij nu gaan praten,
Als een kerel van fatsoen …..
Stalin, spreek niet over vrede,
Ga nu eens aan vrede doen !

Hengelose Winkeliersvereniging
Maandagavond kwam genoemde vereniging in ledenvergadering bijeen en werd verslag, uitgebracht omtrent de gehouden St Nicolaasactie. Hieruit bleek dat de inkomsten bedroegen f 1185.52 en de uitgaven f 944.48 ; batig saldo f 241.04. Besproken werd daarna deelneming aan de a.s. te houden Tentoonstelling op 18, 19 en 20 Aug. a.s. Besloten werd om de deelneming zo algemeen mogelijk te doen zijn, opdat Hengelo goed voor de dag zal komen. Hierna werd in grote trekken door de secr. het voorontwerp der nieuwe winkelsluitingswet behandeld, zoals deze door de minister van economische zaken bij de Tweede Kamer zal worden ingediend, wanneer er van de zijde der Middenstand op enkele punten geen bezwaren naar voren worden gebracht. Met algemene stemmen werd besloten de heer H. Weevers, die 17 jaar de belangen der Hengelose winkeliers heeft behartigd, doch wegens overdoen van zaken aan de heer Putman bedankte, als erelid te benoemen.

Wit-Gele Kruis
In café Maresch vergaderde Zondag genoemde vereniging onder voorzitterschap van de heer P. Smeenk, die het doel dezer buitengewone vergadering uiteenzette. Aangezien de te Keyenburg dienstdoende wijkzuster te zwaar belast is, moet naar middelen worden gezocht om haar werk te verlichten en gaf men de voorkeur aan de benoeming van een tweede wijkzuster. Daar dit financiële consequenties met zich medebrengt, werd er op aangedrongen dat alle katholieken uit Hengelo en
Keyenburg zich zouden aansluiten bij het Wit-Gele Kruis. Pastoor Alferink, geestelijk adviseur van het WitGele Kruis, gaf een uiteenzetting van het doel dezer vereniging en had grote waardering voor het werk van het Groene Kruis en haar wijkzuster, die veel voor de volksgezondheid in deze gemeente heeft gedaan. Besloten werd in een gecombineerde vergadering met het Groene Kruis het r.k. standpunt en de toekomstige splitsing te motiveren. De mogelijkheid tot samenwerken met het
Groene Kruis in de vorm van wederzijds uitlenen van goederen werd besproken. Tot leden van de commissie die de plannen verder zal uitwerken, werden gekozen voor Hengelo: Egberts en W. Besselink, en voor Keyenburg: Seesing, Overmaat en Kelderman.

Zuigelingenverzorging
In samenwerking met het provinciale “Groene Kruis, organiseerde het Groene Kruis van Hengelo een cursus zuigelingenverzorging te Varssel. Zr Fokkens zocht contact met de beide hoofden van scholen en zo kon de cursus, die 10 weken zou duren, op 5 October 1948 beginnen. Daar het grote aantal deelneemsters aan het einde van deze 10 weken vrijwel niet was verminderd en de belangstelling zeker niet was afgenomen, besloot Zr Kaastra die de cursus leidde, het niet bij de verzorging van de zuigelingen te laten, maar ook nog de kleuterverzorging te behandelen. Om alles nog eens te verduidelijken werd vorige week een film vertoond, die de ontwikkeling weergaf van een zuigeling van 5 dagen tot een kleuter van 3 jaar. Deze filmvertoning, die ook werd bijgewoond door mevr. van Hoogstraten en de beide artsen uit Hengelo, had veel belangstelling. En zo kwam dan op Woensdag 2 Februari de slotles. Aan het einde daarvan dankte mevr. Peters Zr Kaastra voor de prettige lessen en bood haar namens de cursisten een geschenk aan.

Wat is de grens van de coöperatie
Hoewel de coöperatie zonder enige twijfel voor de welvaart van de landbouw van buitengewone betekenis is, geloven wij toch, dat men de coöperatie niet kan en niet mag uitbreiden tot in het oneindige. Het platteland is in de ware zin van het woord een „samenleving”, wat wil zeggen, dat de verschillende groepen van de plattelandsbevolking voor elkander werken ‘en dus ieder hun taak en hun plaats hebben. “Het zou niet aangaan, dat de coöperatie van de boeren de andere groepen van
die plattelandssamenleving zou verstikken. Zo goed als aan de boer een zelfstandig bedrijf toekomt, hebben tal van ambachten in het dorp hun bestaansreden en dus hun bestaansrecht. Zou de land-, bouwcoöperatie er naar gaan streven ook deze op te slokken, dan zouden we hard hollen naar het coöperatieve dorp, waar een paar bestuurders alles te zeggen zouden hebben, en dat is nu niet bepaald het ideaal van onze boeren en tuinders. De aanleiding tot deze ontboezeming is een plan
van het Centraal Bureau te Rotterdam om vliegende colonnes in te stellen voor het onderhoud en de reparaties van coöperatief gekochte landbouwmachines. Deze reparatiedienst zou een soortgelijke taak vervullen als de Wegenwacht van de A N.W.B., zo zegt men, doch wij menen dat de vergelijking niet op gaat. De Wegenwacht patrouilleert langs de wegen en helpt autobestuurders die in moeilijkheden verkeren, op plaatsen waar geen hulp van een garage beschikbaar is. Maar meer dan Eerste Hulp geeft de Wegenwacht niet; het eigenlijke reparatiewerk blijft evenals vroeger de taak
van de   reparatiebedrijven. Bij de landbouwmachines is de zaak geheel anders. Hier lebben we niets te maken met voertuigen, die zich in een lange rij langs enkele gemakkelijk te controleren routes bewegen, doch met machines die overal op het land verspreid zijn. Wanneer een dergelijke machine defect raakt, zal het lukraak zijn als juist wanneer de storing optreedt zo’n reparatiewagen van het Centraal Bureau in de buurt is. Doorgaans zal het heel wat minder tijd en moeite kosten om even naar de dorpssmid te gaan.
Bijna alle boerderijen liggen immers gegroepeerd rondom dorpen, zodat ook de verst afgelegen plaats betrekkelijk dicht bij een smederij is gelegen. In vele gevallen beschikt de smid zelf over een jeep of een motorfiets, of heeft de boer een motorvoertuig, zodat onderdelen snel kunnen worden aangevoerd. Kan de schade niet ter plaatse hersteld worden, dan wordt de machine naar de nabij gelegen werkplaats gebracht en daar onder handen genomen. Dit systeem is normaal, gezond en afdoende en er is geen enkele reden om rijdende colonnes te gaan instellen, teneinde te gaan concurreren met de smeden.
Wij vermoeden dan ook, dat dit gehele plan een gevolg is van het bekende conflict tussen het Centraal Bureau en de importeurs van landbouwmachines met hun agenten (deze laatste ,zijn meestal de dorpssmeden). Het Centraal Bureau wilde zelf machines invoeren en sloot daarmee de smeden van de levering uit, waardoor deze hun provisie missen. Alleen het reparatiewerk zou dan nog door de smeden kunnen worden uitgevoerd. De smeden antwoordden daarop door het
repareren van coöperatief gekochte machines te verbieden. Van beide zijden ging het dus hard tegen hard. Het Centraal Bureau deed een volgende zet door het projecteren van een net van centrale herstelwerkplaatsen voor het onderhoud van de coöperatief geleverde machines, doch aangezien het vrijwel ondoenlijk is, genoeg van zulke werkplaatsen te stichten, wil men hun diensten blijkbaar verruimen door middel van rijdende colonnes.
Wordt het geen tijd, dat er aan deze strijd een einde komt ? Wanneer beide groepen fel tegenover elkander blijven staan, zal het platteland zelf daarvan de dupe worden. Het moet toch mogelijk zijn dat er een overeenstemming wordt bereikt, wanneer beide partijen weten te geven en te nemen. Het is onjuist, dat het Centraal Bureau op niets ontziende wijze als een grootkapitalistische instelling de gehele machinemarkt aan zich tracht te trekken en het is ook onhoudbaar, dat de smeden de coöperatie negeren. Wanneer men van beide zijden beseft, dat er ook nog zoiets bestaat als een dorpsgemeenschap, die niet ontwricht mag worden, dan moet het mogelijk zijn een vorm van samenwerking te vinden.

12 Februari 1949
Godsdienstigheid bij de Sovjets (gedicht)
Heeft er altijd door bestaan. Zo iets heeft er in „De Waarheid” Vele malen reeds gestaan.
Van vervolging is geen sprake!
Deez’ propaganda heeft gefaald,
Sedert lang zijn deze leugens
Door de waarheid achterhaald.
’t Is voor Stalin toch wel prettig
Als je veel discip’len hebt
Die nu ook gaan procederen
Volgens ’t Russisch vredes-recht.

Alle middelen zijn geoorloofd
Want de kerk moet murw gemaakt
Juist omdat die kerk voor vrijheid
En voor recht steeds heeft gewaakt.
Waar de communist zijn voet zet
Wordt dit recht nog steeds verkracht.
En wordt elke soort van vrijheid
Altijd weer om hals gebracht
Maar Mindszenty heeft bewezen
Hoe het communisme raast en tiert
Dat die kerk toch nooit op zij gaat
Recht en waarheid zegeviert.

Keyenburgs Belang
Onder voorzitterschap van de heer Seesing Sr. vergaderde j.l. Zaterdag genoemde ver. In café „De Smid”. Uit het jaarverslag van de secr. bleek de activiteit der ver. O.m. werd genoemd, de verbetering der brug in de Reigersvoort, de bemoeienissen aangaande de woningbouw, hierbij zijn teleurstelling uitsprekend, dat, ofschoon in 1947 twee woningen waren toegezegd, deze er nog niet zijn. Dank werd gebracht aan de commissie tot verharding der Uilenesterstraat en aan allen die daadwerkelijk steun hebben verleend, alsmede aan de heer Jansen-Halfman voorz. der comm. Medegedeeld werd dat door de P.G.E.M. zes lichtpunten zullen worden aangebracht. Verder werd medegedeeld dat de Hogenkampweg tot aan de Gooise School nog dit jaar zal worden verhard. Wantoestanden in het distributiebedrijf.

Een janboel op het distributiekantoor te Hengelo (Gld). Wie Maandag of Dinsdag het distributiekantoor moest bezoeken om even de nieuwe bonkaarten te halen, werd wel danig teleurgesteld in zijn verwachtingen. Het was er zo’n gedrang en geduw dat de politie regelend moest optreden. Wat was hiervan de oorzaak ? De leiding van het distributiekantoor zou eventjes in de record-tijd van twee dagen een kleine 6000 bonkaarten uitreiken. En als dit nu maar in b.v. alfabetische volgorde zou zijn gebeurd en enige dagen van te voren bekend was gemaakt welke bescheiden door het publiek moesten worden meegebracht, zou o.i. een chaos zoals er nu is geweest voorkomen zijn. Ons kwam ter ore dat er mensen zijn geweest, die na uren gewacht te hebben — en die ruim een half uur fietsen van het dorp wonen — onverrichter zake konden terugkeren omdat zij de tabakskaart niet bij zich hadden. Iemand die Maandagmorgen geweest was doch niet aan de beurt kwam en weer vóór 1 uur aanwezig was en moest wachten tot 2 uur, kreeg op haar verzoek om geholpen te worden, van een „ambtenaresse” ten antwoord: „Wees maar niet zo brutaal, anders krijg je niets”. In de gehele periode van het distributiestelsel is het niet zo’n janboel geweest als nu. We vragen ons af: waarom heeft het distributiekantoor te Doetinchem niet gezorgd voor plaatselijke publicatie, zoals dat vroeger steeds is gebeurd. Dit is een grove nalatigheid, en de directie treft dan ook de grootste schuld voor de onaangenaamheden die het Hengelose publiek heeft ondervonden. Wij hopen dat een volgende keer de uitreiking beter zal worden georganiseerd. Thans leek het wel een Poolse landdag.

Uit de schatkamer der wijsheid
„Ik zou voor mijn overtuiging willen sterven”, zeggen sommigen; maar hebben diegenen wel eens bedacht dat het veel zwaarder en veel verhevener is om voor die overtuiging roemloos te blijven leven ? Het leven is een som, die niemand kan overmaken. Werk dus nauwkeurig ! Iets te bezitten dat men meer lief heeft dan zich zelf, is het grote geheim om gelukkig te zijn. Dankbaarheid is wel een plicht, die men moet betrachten, maar niet een recht dat men kan eisen.

19 Februari 1949
Naar de eindstreep (gedicht)
Zullen wij het nog beleven,
Zien wij heus nog eens het eind?
Is het dra zover gekomen,
Dat de bonnenkaart verdwijnt?
Bijna tien jaar bonnen knippen;
Elke week weer deze last,
Kan het doosje voor de bonnen,
Strakjes in de speelgoedkast ?
Hoe lang zal het nu nog duren,
Voordat boter bonloos wordt?
Geef desnoods een paar pond minder,
Voor deviezen en export.
Als de prijzen dan wat zakken,
En de boel niet zwaar belast,
Krijgt de huisvrouw ook tenminste,
Nog wat linnen in haar kast.
Sigaretten echter worden,
Blijkbaar niet genoeg gemaakt,
Want wij krijgen dadelijk minder,
Als er één dag wordt gestaakt.
Als die eenmaal zonder bon zijn,
Dan is alles opgeruimd,
Maar dan zal het wel zo ver zijn
Dat ons wiegkind rookt en pruimt.

Nieuws voor boer en boerderij. Waarschuwing!
Enkele mededelingen voor de geregistreerden. In 1947 richtte ik een persoonlijk woord tot de Gelderse boeren en tuinders om hen erop te wijzen dat door administratieve slordigheden en nalatigheid vaak moeilijkheden voor hen ontstaan. Zo worden voor varkens, welke zij overigens mogen hebben, niet op tijd de vergunningen, contracten enz. gehaald; registratiekaarten worden niet op tijd ingeleverd of onvolledig ingevuld enz. enz. Ik meen het vorenstaande nog eens in herinnering te moeten brengen, temeer daar door de P.B.H. geen waarschuwing tot het in orde brengen kan worden gezonden. In Uw eigen belang raad ik U dan ook aan, Uw verplichtingen nauwgezet na te komen. Het is mij bekend dat op vele plaatsen de peulvruchtenoogst slecht uitvalt. Vooral de kwaliteit der erwten is minder goed. Dit heeft vele geregistreerden er toe gebracht deze erwten, zonder dat hiervoor toestemming is gegeven, te vervoederen. Het gevolg is moeilijkheden met de C.C.D. In verband hiermede wijs ik er op, dat alle erwten moeten worden geleverd. Zijn zij volgens de teler ongeschikt voor consumptie, dan dient hij hiervan kennis te geven aan zijn P.B.H. Pas nadat de teler in het bezit is van een verklaring van ongeschikt, mag hij tot vervoedering overgaan. De Provinciale Voedselcommissaris voor Gelderland, Ir W. Kooy.

Afwijkend veevoeder weer op de bon
Met ingang van 21 Februari a.s. mag „afwijkend veevoeder” door veevoederhandelaren niet meer vrij worden verhandeld. Veehouders, die genoemd product wensen te ontvangen, dienen voortaan dus eerst bij de P.B.H. een bestelbon aan te vragen. De P.B.H.

Boontje komt om zijn loontje! (gedicht)
Toen het oorlog was,
Werd de bonkaart gehaald;
Maar wat heeft Jan Publiek,
Op de vele ambtenaren gesmaald.
Toen de minister De klacht had gehoord,
Heeft ie gezegd: „Vooruit dan,
De helft over boord!”
Maar nu, bij het halen,
Men uren moet wachten,
Leest men in de bladen
Tal van klachten.
Nu wordt men „netjes”
In een rijtje gedrild;
Nu komt boontje om ’t loontje —
Men heeft niet anders gewild !

26 Februari 1949
Lof der zotheid (gedicht)
Af en toe dan lijkt mijn krantje,
Een gezellig moppenblad;
Waarvan steeds ons kleine landje,
Talloos velen er bezat.
Lees maar, hoe de kamerleden,
Somtijds hikken van de pret;
Speeches van die heren zijn vaak,
Zeer geschikt voor ’t cabaret.
Niet alleen in ons klein landje,
Viert de dwaasheid dikwijls feest,
In Amerika is altijd,
Groter dwaasheid nog geweest.
Wat ik nu weer las, dat vond ik,
Werkelijk wat al te grijs:

Voor zijn Nazi-propaganda,
Krijgt een dichter daar een prijs.
Zélf kan hij die prijs niet innen,
’t Is met zijn hersens nóg niet pluis;
Want meneer zit al sinds jaren,
In een heel groot gekkenhuis.
De heren die de prijs hem gaven,
Zijn nog ééns zo gek als hij;
Berg die heren ook maar op en,
Laat de dichter dan maar vrij.
Nederland moet nu maar volgen;
Trouwens, ’t scheelt zo veel niet meer:
Schreieder is weer vrijgesproken,
Nu al voor de tweede keer ….
Laat nu Rauter ook genieten,
Van zijn vrijheidsparadijs,
En beloon hem voor zijn daden,
Dan maar met de Nobelprijs.


Ontslag nachtwacht
Wegens het bereiken van de 65-jarige leeftijd heeft A. Kroesen, nachtwacht, ontslag aangevraagd. B. en W. stellen de raad voor, hem met ingang van 1 April 1949 eervol ontslag te verlenen en hem dank te betuigen voor de diensten die hij 35 jaar als zodanig de gemeente heeft bewezen. Verder menen zij, dat nu het rijkspolitiekorps uitbreiding heeft ondergaan, het geen doel meer heeft de functie van nachtwacht in stand te houden. In verband hiermede stellen zij tevens voor om met ingang van 1 April 1949 tot opheffing van de functie van nachtwacht te besluiten.

Gait Jan Kruudmoes kump
De Hengelose Bestuurdersbond (N.V.V.) geeft op Zaterdag 19 Maart een cabaretavond in het feestgebouw „Concordia”. Het programma zal worden verzorgd door het gezelschap Kees Schilperoort uit Apeldoorn, bekend door zijn optreden als Gait Jan Kruudmoes voor VARA en KRO. Voor nadere bijzonderheden zie men t.z.t. de adv. en de raambiljetten.

Gekraakt
Aan de Hummelose weg werd bij het kappen van bomen een uit Lochem komende auto door een vallende boom getroffen en zwaar beschadigd. Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor.

Gevaar geweken
Onze plaatsgenoot A. Hulstijn, die enige tijd geleden in Indonesië gewond werd, is van de lijst der ernstige zieken afgevoerd.


Beloning vakonderwijzeres
Ingevolge art. 101 der l.o.-wet 1920, zoals dit nog in zijn ongewijzigde vorm voor 1948 moet worden toegepast, moet het gemiddelde bedrag dat per leerling aan de o.l. school wegens beloning voor een vakonderwijzeres is uitgegeven, door de raad worden vastgesteld. Het uitgegeven bedrag voor de vakonderwijzeres aan de o.l. school Ruurlose weg, zijnde f 261. —, komt als grondslag voor de berekening in aanmerking. Waar het gemiddeld aantal leerlingen aan die school 1052/3 over 1948 bedroeg, stellen B. en W. de raad voor, het bedrag dat per leerling over 1948 is uitgegeven vast te stellen op f261.- : 1052/3 = f2.47

5 Maart 1949
De doofpot (gedicht)
Er moet ergens in de wereld,
Wel een grote doofpot staan.
Daar wordt dan door vele Heren,
led’re dag wat in gedaan.
Blijkbaar is die grote doofpot,
Voor die mensen van veel nut,
Want hij is zo reuze handig . .
”t Is een bodemloze put!
Stalin heeft, nog kort geleden,
’t Vredesplan erin gestopt.
Even had-ie daar de mensheid,
Taam’lijk handig mee gefopt.
Niets meer hoor je van z’n plannen,
Verdwenen zijn ze in een wip,
En het vredesduifje blijkt nu,
Een geplukte ouwe kip.
Als er even maar iets goeds is,
En de mensheid het gelooft,
Is ’t het deksel van de doofpot,
Die het hele zaakje dooft.
En die doofpot wordt heel dikwijls,
Met vieze zaakjes opgeknapt.
Onderwijl wordt handig uit een,
Ander vaatje weer getapt ….

Oudste inwoner overleden
De oudste inwoner van Hengelo, H. Hendriks te Keyenburg, is in de ouderdom van 92 jaren overleden.

Beverfokkerij
Evenals in andere plaatsen begint men zich ook in Hengelo met de beverfokkerij bezig te houden; wij vernamen althans dat de heer H. J. Eilander zich een aantal bevers heeft aangeschaft. Ondeugdelijke sera en entstoffen voor vee in omloop. De laatste tijd worden verschillende ondeugdelijke sera en entstoffen, waarvan de herkomst dikwijls niet is na te gaan, tegen zeer hoge prijzen aan veehouders te koop aangeboden. De Rijksseruminrichting te Rotterdam heeft dergelijke producten op hun werkzaamheid onderzocht. Een z.g. vlekziekteserum, dat onder de naam „Fadoga” in de handel wordt gebracht, werd op een aantal duiven beproefd. Generlei beschuttende werking van dit serum tegen vlekziekte kon echter worden aangetoond.
Van een ander vlekziekteserum, dat volgens het etiket uit Gembloux (België) afkomstig zou zijn, was de werkzaamheid onvoldoende. Voorts ontving de Rijksseruminrichting nog een product, dat als vaccin tegen borstziekte der varkens werd verkocht. Een veehouder had er enige varkens mee ingespoten, die daarna spoedig onder vergiftigingsverschijnselen stierven. De flesjes bevatten een heldere geelbruine vloeistof. Het etiket luidde: „Vaccin tegen borstziekte der varkens, genezend en voorbehoedend”, en was over een ander etiket geplakt, waarop „Reizvaccin E 10-4″ stond vermeld.
Proeven toonden aan, dat zich geen giftige bestanddelen in dit z.g. vaccin bevonden. Voorts was het preparaat steriel, bevatte dus geen bacteriën, zodat men mag aannemen, dat het niet de minste genezende of voorbehoedende werkzaamheid heeft. De doodsoorzaak der varkens kan dus ook niet aan dit „vaccin” worden toegeschreven. Een flesje abortuscultuur voor immunisatie tegen het besmettelijk verwerpen der runderen was van een drogist betrokken. De herkomst van deze entstof kon niet verder worden nagegaan. Abortuscultuur moet niet alleen een reincultuur van levende abortuskiemen bevatten, doch deze kiemen moeten tevens in groot aantal aanwezig zijn. Het bewuste flesje entstof bevatte inderdaad een reincultuur van abortuskiemen. Echter bij telling bleek het aantal levende kiemen slechts 10.000 per ccm te bedragen, terwijl de abortuscultuur die de Rijksseruminrichting maakt, ca. 500.000.000 levende bacteriën per ccm bevat, derhalve 50.000 maal zoveel levende kiemen als dit monster „drogistenentstof”. Enige waarde voor voorbehoedende enting heeft dit laatste vaccin dan ook in het geheel niet. De directeur der Rijksseruminrichting raadt dan ook aan dergelijke waardeloze rommel niet te kopen.

Raadsverslag Hengelo (Gld)
In de Vrijdagmiddag gehouden raadsvergadering, die onder leiding stond van burgemeester F. van Hoogstraten, werd mededeling gedaan van een beschikking van de Minister van Sociale Zaken, tot intrekking met ingang van 1 Mei a.s. van de ontheffing van de verplichting tot keuring van huisslachtingen. In verband met hetgeen in de vorige vergadering werd besproken met betrekking tot onteigening van een perceel grond aan de St janstraat te Keyenburg voor woningbouw, delen B. en W. mede, dat de kerkeraad er prijs op stelt de beschikking over dit terrein te behouden met het oog op zijn plan het in de toekomst zelf te bebouwen. B. en W. kunnen dit motief geheel billijken en geven daarom de raad in overweging geen verdere stappen tot onteigening van deze grond te doen, waarmee de raad accoord gaat. Wat de grond van het Burgerweeshuis betreft, zegt weth. Tijdink, dat B. en W. voornemens waren twee gedeelten van dit terrein, n.l. een stuk aan de St Janstraat en een stuk aan de Poelsweg, te onteigenen. Vanwege het Onteigeningsbureau is echter de raad gegeven de gehele strook langs de Poelsweg te nemen. Het voordeel hiervan zal zijn, dat men voorlopig met bouwterrein te Keyenburg klaar zal zijn. Zolang niet het gehele gedeelte voor woningbouw nodig is, zal het overblijvend gedeelte verpacht kunnen blijven. Spr. deelt verder mede, dat heden bericht is ingekomen, dat de bouw van 4 woningen aan de Teubenweg te Keyenburg gegund kan worden. Met deze bouw zal dus dezer dagen een begin kunnen worden gemaakt. Weth. Luesink merkt op, dat wanneer de gemeente kan beschikken over de grond van het Burgerweeshuis, daarvan ook gedeelten voor particuliere woningbouw kunnen worden verkocht. De heer Oldenhave vraagt of B. en W. geen tegenstand van het Burgerweeshuis verwachten, wanneer tot onteigening wordt overgegaan. Weth. Tijdink antwoordt, dat het Burgerweeshuis de grond reeds in orde heeft laten maken met het doel deze aan particulieren ie verkopen. Dit is naar sprekers mening de oorzaak, dat tegenstand wordt geboden.
Op voorstel van B. en W. wordt besloten de weekmarkt Dinsdag (biggenmarkt) voortaan te houden op Woensdag, nadat deze wijziging de goedkeuring van Ged. Staten zal hebben verkregen. Deze verzetting achten B. en W. gewenst met het oog op de weekmarkt te Doetinchem, die ook op Dinsdag wordt gehouden. Bij de rondvraag bepleit weth. Leusink nogmaals de electricificatie van enkele delen der gemeente, waarover nog dezer dagen opnieuw aan de P.G.E.M. is geschreven. Het treft spr., dat in de gemeente Steenderen nog onlangs een 40-tal percelen is aangesloten, terwijl de pogingen tot uitbreiding in deze gemeente nog steeds zonder resultaat blijven. De heer Hiddink wijst in verband hiermede op een tweetal percelen in de Noordink, waarvoor ook ondanks herhaalde aandrang nog geen aansluiting is verkregen. De heer Ruesink verzoekt opvulling van een laagte in de berm van de Vuile straat op de hoek bij Tolkamp, welke laagte gevaar voor het verkeer oplevert. Het is nodig zegt spreker, dat deze weg onderhanden wordt genomen; hij is de slechtste van de verharde wegen in de gemeente. De heer Heerink dringt er op aan de Zelhemseweg te verbeteren met de reeds aanwezige puin, nu de wals in de gemeente is. Weth. Tijdink zegt, dat dezer dagen puin voor deze weg is gekocht en dat het de bedoeling is, dit werk in de a.s. zomer uit te voeren. Te Doetinchem is te allen tijde een wals beschikbaar. De heer Stegerman vraagt naar de uitvoering van de reeds aanbestede verbetering van de Gooise school en verneemt van de voorz.. dat de benodigde materialen nog niet zijn toegewezen, De heer Oldenhave vraagt naar de plannen voor woningbouw in dit jaar, waarop weth. Tijdink antwoordt, dat nog geen zekerheid bestaat omtrent hetgeen dit jaar kan worden gebouwd, maar dat B. en W. in dit opzicht diligent blijven. De heer Oldenhave informeert naar de plannen tot aankoop van grond van de heer Smeenk aan de Ruurloseweg. Weth. Tijdink deelt mede, dat Smeenk tot verkoop bereid is en verwacht dat hierover spoedig een definitieve beslissing kan worden genomen. De heer Oldenhave zal het op prijs stellen dat de gewone arbeiders niet aan hun werk worden onttrokken voor het walsen van de Uilennesterstraat, waarop de voorz. zegt dat dit niet zal geschieden, maar dat voor dit werk los personeel in dienst zal worden genomen. Aan de heer Oldenhave wordt toegezegd, dat de Broekstraat onder Bekveld enigszins zal worden bijgewerkt, terwijl op verzoek van de heer Ruesink een arbeider naar de Riefelerdijk zal worden gezonden, om deze enigszins op te ronden, met welk werk niet meer dan een dag gemoeid zal zijn. Hierna sluiting.

12 Maart 1949
Amor in de politiek (gedicht)
’t Is toch soms nog wel gezellig,
Op dit grote wereldrond;
Maar wat zou ’t droefgeestig worden,
Als vriend Amor niet bestond.
’t Is nu pas weer voorgekomen,
Dat die tijdens het debat,
Van wat heren in de Kamer,
Stil op de tribune zat.
Die Amerikaanse heren,
(’t Is natuurlijk daar gebeurd) ,
Werden tijdens de debatten
Door vriend Amor goedgekeurd.
Er zat ook een lieve dame,

Plus een leuke vrijgezel ,
Amor had ze in de gaten,
Vond het wel een aardig spel.
Tijdens de begrotingsrede,
Kwam het aapje uit de mouw:
Zo maar tussen neus en lippen;
Vroeg meneer juffrouw tot vrouw.
Onder het applaus der leden,
En een luid, spontaan „hoera”,
Sprak het lieve meisje blozend,
Maar toch goed verstaanbaar: „ja”.
Nuchter Holland glimlacht even,
Over zoveel malligheid.
Maar het is toch heus zo gek niet;
Het is toch een heug’lijk feit.
Dat de heren Kamerleden,
Toch geen saaie Pieten zijn.
Vindt men ’t aantal Kamerleden,
Daarom soms hier veel te klein ?
Veel meer dames in de Kamer,
En wat minder politiek,
In de wandelgang een kusje,
In de Kamer …. romantiek.

Voor onze militairen
Op het jaarfeest van de Meisjesvereniging en de Jeugdclub te Toldijk gehouden aan de Bremer is een verloting gehouden ten bate van de militairen in Indonesië. Het resultaat is geweest dat voor dit doel kon worden afgedragen f 81.31.

Subsidie herbebossing en herbeplanting
De directeur van het Staatsbosbeheer te Utrecht brengt nogmaals ter kennis van belanghebbenden, dat aanvragen tot het verkrijgen van subsidie in de kosten van herbebossing en herbeplanting uiterlijk op 1 Mei 1949 bij hem moeten zijn ingediend om nog in behandeling te kunnen worden genomen.

Huisslachtingsseizoen
Belanghebbenden worden eraan herinnerd, dat op 31 Maart a.s. het huisslachtingsseizoen 1948/49 eindigt. Zij, die nog een varken of een schaap voorhanden hebben, hetwelk zij gedurende dit seizoen in huisslachting mogen slachten, dienen tijdig de vereiste machtiging bij de plaatselijke bureauhouder aan te vragen. Alleen instellingen met een liefdadig karakter, die in de zelfverzorging voor vlees zijn opgenomen, worden in de gelegenheid gesteld ook na 31 Maart a.s. een huisslachting
te verrichten.

Room weer verkrijgbaar
Tot dusver bestaat in ons land een algemeen verbod tot het bereiden en afleveren van room. Blijkens de publicatie van de desbetreffende verordeningen van het Bedrijfschap voor Zuivel in het Voedsel Voorzieningsblad van Zaterdag 5 Maart 1949 zijn thans de beperkende bepalingen ingetrokken, zodat room, bereid uit volle melk (koffieroom met tenminste 20% vet en slagroom met tenminste 40% vet) evenals voor de oorlog weer vrij verkrijgbaar zal zijn. Ook het verbod tot verwerking van room in ijs, zgn. ijscompositie of ijsmix, is ingetrokken. De beschikbaarstelling van room is mogelijk geworden door de gunstige melkpositie, waarbij tevens van invloed is, dat thans het laagste peil in de productie van melk in de winter voorbij is. Door deze maatregelen kan tevens een einde komen aan het ongewenste verwerken van boter tot „room”.

Zij die vielen
Volgens de cijfers van het ministerie van Overzeese Gebiedsdelen zijn er van 15 October 1946 tot en met 5 Maart 1949 in totaal 1608 leden van de Nederlandse Strijdkrachten in Indonesië gevallen.

19 Maart 1949
Vredeswerk (gedicht)
Driehonderd atoomgeleerden komen 28 Maart in Engeland bijeen, om de atoomenergie voor vredelievende doeleinden te bespreken. (krantenbericht)
Het zal strakjes nog wel blijken,
Of de heren iets bereiken,
Met hun grondig onderzoek.
Nu ze daar gaan confereren,
Komen wellicht deze heren,
Met iets aardigs uit de hoek.
Door de splitsing der atomen,
Tracht men tot iets goeds te komen.
Het werd langzaamaan wél tijd ….
Men zal nu z’n tijd besteden,
Meer ten dienste van de vrede,
En der vredelievendheid.
Strakjes gaan ze ijv’rig zoeken,
Om een groot succes te boeken;
’t Levert, hopelijk, iets op.
Zo zullen wij de vruchten plukken.
Mocht het echter niet gelukken,
Zitten wij weer met de strop.
Cijfers, cijfers, hele ritsen,
Men gaat vredelievend splitsen;
Zó bekeken is ’t niet dom.
Schiet men echter grote bokken,
Zitten wij straks met de brokken,
Want dan wordt het wéér een bom!

Knolzaadverbouwers opgepast
De ervaringen van het vorig jaar met knolzaad waren slecht. De meeste planten werden vernield door de larve van de koolvlieg. Het is wel niet zeker, dat deze ramp zich herhaalt, maar toch is het veilig om tijdig maatregelen te nemen. De bestrijding kan het best als volgt worden uitgevoerd : a. Giet rondom elke plant 1/6 liter van een D.D.T. bevattende vloeistof, die men verkrijgt door 25 c.c. (25 gram) van een20% D.D.T. emulsie te mengen met 10 L. water.

Sanatorium verpleging
Het is voldoende bekend dat de tuberculose nog steeds veel slachtoffers maakt. Een doeltreffende bestrijding heeft veelal opneming in een sanatorium tot gevolg. Door een langdurig en slepend verloop dezer ziekte zijn de verplegingskosten zo hoog (ongeveer f 2500.— per ziektegeval) dat vrijwel niemand in staat is deze uit eigen middelen te betalen. De leden van het ziekenfonds O.G.Z.O. zijn verzekerd voor sanatoriumverpleging tot f 4.50 per dag. Zij die tevens staan ingeschreven in het z.g. aanvullingsfonds zijn verzekerd voor sanatoriumverpleging tot f 6.— per dag (onbeperkte verpleegduur). Voor hen die thans nog niet bij dit fonds verzekerd zijn heeft O.G.Z.O. een gelegenheid geopend om voor een contributie van f 2.70 per jaar zich te verzekeren voor sanatoriumverpleging voor een uitkering a f 6.— per dag, duur onbeperkt. Personen beneden 16 jaar betalen geen contributie. Nadere inlichtingen worden gaarne verstrekt door de Stichting Nederlandse Sanatorium-Verzekering, Bezuidenhoutseweg 253, ‘s-Gravenhage; door het ziekenfonds O.G.Z.O., Hengevelderstraat l te Goor en door de plaatselijke bode, de heer B. Grootbod, Kerkstraat, alhier, waar tevens inschrijfformulieren verkrijgbaar zijn.

Actie inzake demobilisatie van in Indonesië
Er wordt een landelijke actie gevoerd, als protest tegen de door de regering genomen maatregelen om de in Indonesië verblijvende Ned. militairen aldaar langer dan 2 jaar in dienst te houden. Ouders die hun jongens in Indonesië hebben kunnen deze actie steunen. Zij kunnen hun instemming betuigen door hun handtekening te plaatsen op een biljet dat zij kunnen afhalen bij Wansink, Spalstraat, of aanvragen bij B. Greep, Callunastraat 57 te Arnhem. Voor nadere mededelingen zie men het volgend nummer van dit blad.

Een apparaat voor het kunstmatig verlengen van het leven
Een Franse geleerde heeft een apparaat gemaakt, dat kunstmatig het leven van organen en weefsels kan verlengen, en dientengevolge een dier – of mens – langer kan laten leven door middel van een werkelijke bloedsomloop, die geheel gelijk is aan de natuurlijke bloedcirculatie van een levend wezen. Na meer dan 10 jaar werken en experimenteren werd deze prestatie bereikt door Dr J. André Thomas, professor aan de Sorbonne en directeur van het laboratorium voor experimentele celbiologie.

26 Maart 1949
Het oude werd weer nieuw (gedicht)
Haast 4000 jaar geleden,
Dat is nog maar ruw geschat,
Was er eens een koninkrijkje,
Dat de naam van Shoena had.
Dat is door professor Goetze,
Uit Amerika gezegd.
Die heeft in de buurt van Bagdad,
Het een en ander bloot gelegd.
En het bleek, dat er in Shoena,

Reeds een prijsbeheersing was;
Daar hij op wat stenen tafels,
Allerhande prijzen las.
Koren mocht niet duurder kosten,
Dan de vastgestelde prijs.
Blijkbaar maakten toen die heren,
Net als nu, het wel eens grijs.
Het systeem van de belasting,
Was krek als in Nederland;
In dat Shoena was men hevig,
Op de dubbeltjes gebrand.
’t Is wel aardig, dat dit moois nu,
Allemaal is uitgelekt;
Misschien heeft professor Lieftinck,
’t Een paar jaar vroeger reeds ontdekt.

Overdracht Herbouwplicht Boerderijen
Voor diegenen, die voornemens zijn een zgn. herbouw plicht voor een boerderij over te dragen resp. over te nemen, is het volgende van belang: De financieringsregeling voor de herbouw van verwoeste boerderijen kan slechts worden toegepast, indien de herbouw van de boerderij voor de uitoefening van het bedrijf noodzakelijk wordt geacht. Wanneer de gronden, behorende bij de verwoeste boerderij, zijn vervreemd, zodat niet meer van een landbouwbedrijf kan worden gesproken, dan wordt de herbouw van de boerderij niet meer als noodzakelijk beschouwd. Overdracht van de herbouwplicht heeft dan uiteraard geen zin. Ook wanneer de eigenaar, ondanks de verwoesting, nog voldoende ruimte heeft overgehouden om zijn bedrijf uit te oefenen, wordt herbouw niet nodig geacht. In dergelijke gevallen kan het doel van het overdragen van een herbouwplicht, nl. het bouwen van een nieuwe boerderij volgens de geldende financieringsregeling, niet worden bereikt. Dit houdt dus in, dat practisch alléén overdracht van herbouwplicht mogelijk is, wanneer met de verwoeste boerderij tevens de daarbij behorende gronden worden overgedragen.

Subsidie-regeling voor het stomen van aardappelen
In het kader van de maatregelen, welke beogen een bestemming te geven aan de aardappelen van oogst 1948, heeft de minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening ter stimulering van een spoedige afzet van voorraden niet meer consumptiewaardige aardappelen uit bepaalde gebieden des lands (speciaal de kleistreken) tot de volgende subsidie-regeling besloten : Aan stomers van de uit bedoelde gebieden gekochte en aangevoerde aardappelen zal een subsidie worden uitgekeerd van f 1.— per 100 kg verse aardapp. met een normaal tarragehalte, onder voorwaarde, dat voor eigen rekening en risico wordt gestoomd en het gestoomde product aan derden wordt verkocht, dan wel, dat in loon wordt gestoomd voor handelaren in (gestoomde) voederaardappelen. Het stomen door of -in loon- voor telers geeft geen recht op deze subsidie. Voorts gelden de voorwaarden, dat een contract met het Aan- en Verkoopbureau voor Akkerbouwproducten (A.V.A.) moet worden afgesloten en dat vóór 1 Mei a.s. een minimum-hoeveelheid aardappelen moet zijn gestoomd.
Nadere bijzonderheden verstrekt het A.V.A., Hoofts
.

Actie inzake demobilisatie van in Indonesië verblijvende militairen
Het Initiatiefcomite van deze actie schrijft ons: het is vanzelfsprekend dat onze mannen en jongens hun plicht tegenover het vaderland moeten vervullen. Maar de dienstplicht is bij de wet vastgesteld op 2 jaren en dus moet het niet mogelijk zijn, dat deze termijn met één handomdraai met een willekeurig tijdvak-wordt verlengd. Want wie weet hoeveel maanden er voor iedere groep afzonderlijk zullen bijkomen ? Maar het ergste is, dat onze mannen en jongens al die tijd maar in onzekerheid blijven. En tegen deze schending van belofte gaat ons eerste protest! Er is evenwel méér. Waarom b.v. geen bindend demobilisatieschema, waarop onze mannen en jongens kunnen rekenen, en de nog uit te zenden militairen vertrouwen in kunnen hebben? De dienstplichtigen welke in Holland hun taak vervullen, kunnen normaal „afzwaaien”; zij immers gaan op de vastgestelde datum met groot verlof en kunnen hun plaats in het maatschappelijk leven weer innemen. Wij misgunnen deze jongelui dit voorrecht niet, maar vinden dit een grote onbillijkheid en een zeer onevenredige verdeling van te brengen plichten. Bovendien zou deze gelijke verdeling ook met zich meegebracht hebben dat geen maatregelen waren nodig geweest voor invoeging van buitengewoon-dienstplichtigen, terwijl dan de dienstplichtigen van de lichtingen 1941 t/m 1944 een gelijk offer hadden moeten brengen. Wij, in welk verband ook, relaties van militairen in Indonesië, menen dat zij het volste recht hebben als Nederlandse staatsburgers, behalve hun plicht naar beste weten te vervullen – met alle gevolgen en gevaren daaraan verbonden – ook te mogen eisen, dat geen beloften geschonden worden en zij op tijd, dat is dus zoals toegezegd, de militaire dienst kunnen verlaten. Regelmatig worden nieuwe lichtingen opgeroepen en nieuwe troepen gerecruteerd. Wat is nu logischer, dan dat déze jongelui ónze mannen en jongens op tijd aflossen ? Want evengoed als zij na een vooropleiding hier te lande of in Engeland, hetzij als oorlogsvrijwilliger of als gewoon dienstplichtig soldaat naar Indonesië zijn vertrokken, moet het toch mogelijk zijn, dat dit met alle verdere lichtingen ook zo gaat. Daarom hebben wij ons voorgenomen een gemeenschappelijk request aan te bieden, hetgeen wij ons voorstellen per deputatie te doen, respectievelijk te overhandigen aan de Minister van Oorlog, eventueel aan de Directeur van de Demobilisatieraad. Ouders die hun jongens in Indonesië hebben en dit request willen tekenen, kunnen hiervoor een biljet halen bij Sigaren magazijn Wansink (Spalstraat) of dit aanvragen bij B. Greep, Callunastraat 57 te Arnhem.

2 April 1949
Waarom ze tegen zijn (gedicht)
O, wat zijn de heren woedend,
In ’t geannexeerd gebied.
Blijkbaar brengt die annexatie,
Voor die mensen veel verdriet.
Dertien duizend lieve Duitsers,
Zijn nu plots’ling Duitser af.
Ik zou wel eens willen weten,
Waarom vinden ze ’t zo’n straf?
‘k Ben eens wezen informeren,
Aan de and’re kant der grens,
‘k trof er daar een dikke Duitser,
Zo gezegd; „ein tüchtig Mensch”

„Hör’s mal an, mein lieber Junge,
Sprak hij met commandostem,
„Door die tolle annexatie,
Kom ik lelijk in de klem”.
„Unsere Tabak ist ohne Bonne,
‘k Heb mijn ’t paradijs gewaand.
Maar nu ik geannexeerd word,
Krijg ‘k acht pakjes in de maand.

Opnieuw brand
Maandagmiddag brak andermaal brand uit. Thans werd de z.g. „oude school” bewoond door de gezinnen Roordink en Thuis, en eigendom van „Huize Baak” in-de as gelegd. Een pink en een varken kwamen in de vlammen om. De inboedel kon voor het grootste deel gered worden. Een nabijstaande schuur bleef behouden. Oorzaak vermoedelijk kortsluiting.

9 April 1949
Opbouw of afbraak (gedicht)
Lees de kranten, hoor de nieuwtjes,
Als je hoor’n of lezen kan,
Toch kan ik het heus niet helpen,
‘k Word er soms wat krielig van.
‘k Lees wat over wederopbouw,
En ik denk: wat heb j’er an?
Want men spreekt met optimisme,
Van een dertig jaren plan.
Vijftig duizend nieuwe huizen,
Zijn gebouwd nu, volgens plan,
Om ’t maar ronduit hier te zeggen:
‘k Geloof er geen sylabe van.
Elke kleine boerenwoning,
Met op ’t dak een nieuwe pan,
Wordt er rustig bijgerekend,
Ik denk, dat ik het óók zo kan.
Jonggehuwden . . . even wachten,
Nog een kleine dertig jaar,
En voor U en voor Uw kinderen,
Staat het besjeshuis al klaar.
D’overheid zal voor ons zorgen,
Ieder krijgt op tijd zijn deel,
Dertig jaar te moeten wachten,
Dat is heus toch niet zo veel.
En de opbouwambtenaren ?
Die zijn dag en nacht op sjouw,

Of ze werken aan die opbouw,
In het mooiste flatgebouw.
Veertig mensen kunnen wonen,
In ’t door hen bezette flat,
Dat had ik niet moeten zeggen,
Dat is nu weer minder net.
Maar ’t is toch de konsekwentie :
d’Overheid een keurig flat,
En een arme boer in Ede,
Wordt maar zó op straat gezet.
‘k Geloof, dat ik voor zulk een opbouw,
Wel een beter naampje weet,
Daar in alle woordenboeken,
Zo iets steeds nog afbraak heet !

Een lage daad
Door tot nog toe onbekend gebleven personen zijn in de nacht van Vrijdag op Zaterdag van de loonsproeier R. alhier, de slangen van de achter zijn woning staande sproeimachine stukgesneden en een der banden doorstoken. De politie stelt een onderzoek in naar de bedrijvers van deze lage daad.

De oogst is binnen
Een jonge boer, wiens huis en hof in de oorlog door inundatie zijn vernield, slaagt erin opnieuw te beginnen in een van de polders, die nog maar kort geleden aan de zee zijn onttrokken. Vol vertrouwen in de toekomst gaat hij zijn land bebouwen, hoofdzakelijk met tarwe ; de vruchtbare klei leent zich hier uitstekend voor. Het gewas groeit voorspoedig en het laat zich aanzien, dat de komende oogst hem er geheel bovenop zal brengen. Een opmerking van een van zijn buren, dat hij moet oppassen voor de talrijke veldmuizen, die op zijn land voorkomen, gaat geheel aan hem voorbij. Hij kent slechts één verschrikking : inundatie; wat is een veldmuis daarbij vergeleken? Maar alras leert de jonge boer dat het niet om één veldmuis gaat maar om duizenden en nog eens duizenden. De diertjes vermeerderen zich onrustbarend en in enkele weken tijds staat het als een paal boven water dat het dit keer de veldmuizen zullen zijn die zijn bestaan bedreigen. Op het laatste ogenblik echter grijpt de plantenziektenkundigen Dienst te Wageningen in. Deze organiseert een verdelgingsactie op grote schaal, bijgestaan door de buren van de getroffen boer. Het resultaat is niet ongunstig. Hoewel een groot deel van het graan is vernietigd, is de oogstopbrengst nog van die aard, dat de jonge boer zijn bestaan kan redden. Hij heeft bovendien uit het gebeurde de les getrokken dat een landbouwer niet te lichtvaardig over de veldmuis moet denken.

Voor klompjes en molentjes mag je vrij uitvoeren
Buitenlandse toeristen zullen binnenkort souvenirs, die zij in ons land kochten, vrij mogen uitvoeren.  

16 April 1949
De schoonmaak (gedicht)
Ieder jaar komt met de lente,
Ook de schoonmaak in het land,
En dan heeft bij elke huisvrouw,
Razernij de overhand.

Ze schrobben, boenen, plassen, wrijven,
Attributen: doek en dweil,
Waar de tafel eerst haar plaats had,
Staan een emmer en een teil.
Nergens is een rustig plekje,
Voor de opgejaagde man,
D’echtgenoot komt in de schoonmaak,
Altijd op het tweede plan.
Even gauw een blikje open,
’t Eten is dan vlugger klaar,
Want mevrouw is aan de schoonmaak,
Dus vooruit je eet het maar.
Lieve dames, luister even,
Wat bij Ede is geschied,
’t Plaatsje mag wel Ede heten,
Maar een Eden was het niet.
Zeker niet voor d’arme kerel,
Die z’n pap kreeg voorgezet,
Even had het lieve vrouwtje,
Niet nauwkeurig opgelet.
In de haast had onze Eva,
Het verkeerde pak gepakt,
Nam geen gries, maar ’t spul waarmee men
Als behang de muur beplakt.
’t Scheen de man nog goed te smaken,
Dat was wel een typisch ding,
Maar na enk’le uren had-ie,
Toch nog een vergiftiging.
Laat u, dames, dit tot les zijn,
Moet er extra hard gewerkt,
Laat het zo zijn, dat uw manlief,
Dat niet aan z’n maag bemerkt.

Vergadering Steun Wettig Gezag
Het S.W.G. beoogd samen te bundelen alle goede Nederlanders, welke op de bres staan voor het Huis van Oranje. Te leven in vrijheid van geloof, in vrijheid van handelen, in vrijheid van instelling voor onze kinderen en vrije menings-uiting. Wij hebben in vrijheid geleefd tot Mei 1940 toen kwam het totalitaire regiem in ons land. De jaren ’40—’45 zijn ons welbekend. Een nieuwe dreiging komt thans op uit het oosten, wij moeten zorgen het kostbare goede vrijheid en het Huis van Oranje te behouden. De toestand in Joego-Slavië en andere landen zijn ons welbekend. Het doel van deze avond is stil te staan en te overdenken de toestand ’40—’45 en de toekomst onzer tegenstanders, hoewel klein in getal, paraat en goed bewapend. De gevolgen hebben wij gezien in andere landen. Het Atlantisch Pact is getekend, dit kan niet tot resultaat komen, als het gehele Ned. volk niet achter de regering staat. Wij hebben allen de plicht de regering te steunen. De regering vraagt aan al die Nederlanders, die daartoe in staat zijn, een gedeelte van hun tijd te willen geven om de weerbaarheid te verhogen, zowel militair als geestelijk. Het S.W.G. wil dat alle goeddenkende Nederlanders zich zullen aansluiten, zowel man als vrouw. Wij zijn vredelievend, maar als ze willen komen aan onze vrouwen en kinderen, dan wordt het te erg. Als het zover is, is het te laat. Nu is het tijd u te organiseren verenigd met de democratische landen kunnen wij de jaren ’40—’45 in de toekomst voorkomen. De tweede spr. Kolonel Geels, gewest. Commandant S.W.G., besprak de noodzakelijkheid van aansluiting bij het S.W.G. Het grootste deel onzer troepen, is in Indonesië.
Alleen de opleidingstroepen zijn in Nederderland. Hiervan moet een kleine afdeling paraat worden gemaakt voor de bestrijding der luchtlandingstroepen enz. De aanvaller moet zoveel mogelijk Oostelijk worden tegengehouden. De diverse afdelingen res. Rijks- en Gemeentepolitie, Grensbewaking, en Nat. reserve worden een 1e rangs leger, ten volle gekleed en bewapend. Hoe groter de afweer, hoe meer de aanvaller zich zal bedenken om aan te vallen. De Ned. bevolking is ingeslapen. Nu bent u gewaarschuwd, als Rusland komt gaan wij allen naar Siberië. De Nat. reserve is noodzakelijk. De sociale verzekeringen en verdere voorzieningen worden geregeld. Ik doe een beroep op ieder weldenkend Nederlander, zich aan te sluiten. Nu is het nog tijd. Van de gelegenheid tot vragen stellen werd door enkele bezoekers gebruik gemaakt, welke vragen tot volle tevredenheid
konden worden beantwoord. Hierna werd nog vertoond de film „de Jeep”. De voorz. de heer Geertsma dankte allen voor de goede opkomst en de spr. voor hun leerzame uiteenzetting. Een groot aantal belangstellenden gaven zich op als lid van het  S.W.G.

Coöperatieve Boerenleenbank 40 jaar
Op 3 april j.l. was het 40 jaar geleden dat de Coöperatieve Boerenleenbank ,,Steenderen” werd opgericht. Klein begonnen is de Bank uitgegroeid tot een instelling die er wezen mag, en in het Dorps- en Plattelandsleven een grote plaats inneemt. Als kassiers fungeerden achtereenvolgens de heren H A. Eggink, H. J. Koerselman en sinds 1941 diens zoon H. Koerselman, Het nieuwe bankgebouw werd gesticht in 1939. Inzonderheid is de naam van de heer H. Breukink verbonden aan de Bank. Vanaf de oprichting tot nu toe is hij werkzaam geweest als bestuurslid, en vanaf 27 Juni 1921 tevens als voorz. Het ledental bedraagt ongeveer 300, terwijl de spaargelden gestegen zijn van f 18594,89 op 1 December 1909 tot f 2.316.559.94 op 31 December j.l. Dinsdag is dit 40 jarig jubileum op gepaste wijze herdacht. Van de gelegenheid om Bestuur en Raad van Toezicht te  complimenteren werd een druk gebruik gemaakt.
 

23 April 1949
Verboden voor vandalen (gedicht)
Weer een bord Verboden Toegang,
Weer een bord met Eigen Weg.
Is er echt een prachtig plekje,
Heb je elke keer weer pech.
Netjes op de paden blijven,
Want dat mooie stukje hei,
Daar mag u niet bivakkeren:
’t Is niet voor u en niet voor mij.

Waar je werkelijk kunt genieten,
Altijd weer zo’n bordje staat,
Is er geen bord, nou dan is het,
Afgezet met prikkeldraad.
Zou daar heus niets aan te doen zijn,
Aan die bordjes met verbod ?
Al die hatelijke dingen
Vergallen dikwijls ons genot.
Heden — — — — — — — — —
Wéér een grote bos- en heibrand,
Weer een groot stuk kaalgebrand,
Door de stommiteit van mensen :
Een geschonden Nederland.
Als een grote groep vandalen,
Kwam men naar de hei en bos.
Pa ging lekker liggen tukken,
Maar de kinderen liepen los.
En ze rukten en ze plukten,
Aan het nog zo jonge groen,
Laat ze maar eens flink ravotten,
In de stad kun je ’t niet doen.
Als de takken afgeknapt zijn,
Jonge boompjes zijn geveld,
’t Stukje hei is omgetoverd,
Tot een soort van vuilnisbelt.
Gaat men uitgeraasd naar huis toe,
(Hoop’lijk zonder bandenpech),
En als laatste groet gooit vader,
Zijn nog brandend peukje weg.
Toekomst — — — — — — —
En een bord Verboden Toegang,
Staat daar dan het volgend jaar,
Één ding moet me van het harte,
Jullie maken het ernaar.

Honderd jaar Geneeskunst
De Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst bestaat 22 October honderd jaar, doch het feest zal reeds in Juli worden gevierd.

Vleesrantsoen weer 200 gram per week
Vooral ook met het oog op de naderende jaarlijkse moeilijke periode in de vleesvoorziening acht de Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening het raadzaam met ingang van 22 April het vleesrantsoen weer op 200 gram per week per persoon te brengen. Het verhoogde rantsoen van 250 gram zal verlaten worden om zo lang mogelijk het basis-rantsoen van 200 gram te kunnen handhaven.

30 April 1949
Koninginnedag 1949 (gedicht)
Het is niet alleen traditie,
Dat de rood-wit-blauw vlag,
Haast uit alle huizen wappert,
Op de Koninginnedag.
Het was niet alleen traditie,
Dat men op Oranje-dag.
In de steden en de dorpen,
Overal Oranje zag.
’t Is de liefde voor Oranje,
En het is d’onzichtbare band,
Die er is sinds vele jaren,
Tussen Vorstenhuis en Nederland.
Daarom waait van vele huizen,
En de schepen in de vaart,
Onze nationale vlag weder,
Nu de Koningin verjaart.

Moederdag 1949
8 Mei a.s. zal deze, de laatste jaren ingeburgerde, Moedergedenkdag wederom gevierd worden. Zijn Moeder te eren, te verwennen of tenminste een genoegen te doen, is dan ereplicht. Prettig is het te vernemen, dat ter gelegenheid van Moederdag 1949 een boekwerk zal verschijnen, gewijd aan moeder en het gezin en o.m. handelende over de dagelijkse problemen der huisvrouw. De titel „MOEDERS WERELD” spreekt voor zichzelf. Het boek is een nuttige en passende steun voor de Vrouw en Moeder van thans. Wonderen van toewijding en geduld worden van de leidster van de kleine gemeenschap, die het gezin is, geëist, maar ook onderscheidingsvermogen, begrip, werklust en fantasie. Inderdaad, de huisvrouw heeft een zware taak, haar wereld is tegelijk beperkt en eindeloos wijd! Alleen aandacht en inzicht kunnen hier de gewenste oplossing brengen. Daarvoor nu dient mede bovengenoemd boek.

Bakkerij en Lunchroom Tijdink annex ijsbedrijf verbouwd
De verbouwing van het pand Spalstraat 21, waarin Tijdink zijn gemengd bedrijf exploiteert, is bijna voltooid. Het oude pand is aan de voorzijde vernieuwd en het beneden gedeelte voor de zaak ingericht. Onder leiding van architect Kuipers hebben de uitvoerders Leemreis, Besselink en Reugebrink; de fa Gebr. Rondeel; de schilders Wansink en Winkelman en het TechnischBureau Winters een goed werk opgeleverd welke een aanwinst voor het dorp is. In het ijsbedrijf, wat de laatste jaren in omvang is toegenomen is naast de ingebruik zijnde Bokvriezer van de fa Zeedijk uit Rotterdam een moderne ijsvriesmachine opgesteld van de Koeltechnische Installatie Service „Utrecht” te Hilversum, met een capaciteit van 500 liter per dag. Deze outillage van het ijsbedrijf heeft tot gevolg dat op topdagen steeds ijs vervaardigd kan worden en zelfs mogelijkheden opent voor de verkoop aan afnemers voor wederverkoop. We wensen deze firma succes met de uitbreiding van hun zaak welke in de 70 jaar van haar bestaan steeds getracht heeft goede kwaliteiten te leveren en welke na de verbouwing reeds geruimen tijd op volle toeren werkt. De officiële opening dezer zaak heeft plaat gehad op 18 Februari 1879.

De Nieuwe Koninginnedag
Wij weten het allen en toch doet het wat vreemd aan, dat wij in stede van de laatste Augustus reeds de laatste April onze Koninginnedag zullen vieren. Er zijn er velen onder ons, die hun hele leven het niet anders hebben gekend: op 31 Augustus huldigde Nederland zijn jarige vorstin. Vooral in de tijd der bezetting, toen geen vlaggen van de torens en uit de huizen deze blijde dag luister mocht bijzetten — toen Koninginnedag tot een gewone werkdag werd „gedegradeerd” — toen wij des ochtends niet door carillon-spel of vrolijke fanfareklanken werden gewekt — juist in die tijd bleek, dat deze datum in onze harten stond gegrift. En wij zeiden tot elkaar: vandaag is de Koningin jarig. En met diepe ontroering luisterden wij, heel in het geheim naar het Wilhelmus dat uit Engeland tot ons kwam . . . Hoewel wij 31 Augustus nog vele malen als de jaardag van Prinses Wilhelmina hopen te vieren — het grote Oranjefeest met de gebruikelijke kinderspelen en optochten — haar eerste verjaardag als Koningin. Met haar gezin . . . met haar volk. Zou er één volk zijn, dat zo nauwkeurig op de hoogte is van hetgeen er in het vorstelijk gezin omgaat? Juliana als Moeder – Juliana als vorstin . . . Hoe kort is het nog maar geleden, dat Koningin Juliana haar taak als regerend vorstin aanvaardde. Doch in die korte spanne tijds is reeds bevestigd, dat zij haar naam — die van de moeder van de Vader des Vaderlands — met ere draagt. Een welverdiende vacantie, door te brengen met het gezin, werd uitgesteld, toen het belang van het vaderland dit vroeg. Het was destijds maar een kort bericht in de bladen: H.M. de Koningin had haar reis naar Sankt Anton, waar de overige leden van haar gezin reeds vertoefden, uitgesteld. Doch uit deze korte mededelingen bleek, dat het belang van het vaderland onze Koningin boven alles gaat — zelfs boven haar gelukkige gezins- en familieleven. Het zijn deze „kleinigheden”, die tot ons volk spreken .— die de liefde van dit volk voor het Oranjehuis doet groeien en die de band met Oranje verstevigen. De grote verdiensten van ons Oranjehuis voor Nederland worden algemeen erkend, doch het was Koningin Wilhelmina, die hiertegenover verklaarde : Oranje kan nooit genoeg voor Nederland doen. Gedachtig aan dit laatste devies heeft Koningin Juliana haar taak aanvaard — gedachtig aan dit devies neemt zij haar besluiten. Boven alle partij-politiek en boven klein politiek gedoe vaak staat, als een lichtend aureool ons Vorstenhuis, dat alle schakeringen in ons volk overkoepelt en ons in heilig vertrouwen doet opzien naar Haar, wier jaardag wij thans vieren. Oranje schonk ons vol liefde — Oranje toonde ons vol trouw, een trouw, die niet alleen in het verre verleden bleek, doch ook in een tijd, die wij ons allen nog maar al te goed herinneren en die wij thans herdenken. Trouw en liefde . . . Ons volk betoonde deze wederkerig aan zijn vorstenhuis. Voor een deel werden deze trouw en deze liefde reeds in de tijd, dat wij nog spraken van .Juliaantje” als het enige geliefde kind van Koningin Wilhelmina, overgedragen op Haar, die thans verjaart. In de jaren, die volgden werd het nu Koninklijke gezin ons tot een symbool van alles wat goed en mooi was in Nederland. Daarom vieren we thans feest. Laat luiden dan de klokken — laat het fiere rood-wit-en-blauw, gesierd met de Oranjewimpel wapperen in de heldere lentelucht.
Lang leve Koningin Juliana

7 Mei 1949
Moederdag 1949 (gedicht)
Moeder is de stille werkster,
Z’is de kracht van het gezin ;
„Moeder”…. ’t is zo’n simpel woordje,
Maar wat schuilt er toch véél in!

Moeder is steeds aller toevlucht,
Moeder, och, weet altijd raad!
Z’is de vraagbaak van ons allen,
Want bij Moeder vindt elk baat.
En geen enkel mens kan troosten
Zoals dat een Moeder doet;
Al je leed aan haar te zeggen,
Och dat doet je vaak zo goed.
Moeder leeft slechts voor haar plichten,
Moeder maakt nooit onderscheid,
Zij is immer, altoos bezig ,
Moeder let nooit op de tijd;
Moeder kent geen acht-uur-werkdag,
Moeder werkt vaak dag en nacht,
Moeder’s handen ruw van d’arbeid,
Zijn voor ons toch altijd zacht!
Moeder is ’t die voor ons ploetert,
Die slechts leeft voor kind en man;
Niemand kan daarvoor zó zorgen,
Zoals dat een Moeder kan!
Moeder heeft ’t in deze dagen,
Moeilijk als welhaast geen een,
Maar ze slaat zich ondanks alles,
Er toch moedig steeds doorheen.
Distributie, rantsoenering,
Schaarste, bonnennarigheid,
Zij moet ’t maar zien op te lossen,
In deez’ moeitevolle tijd.
Voeding, kleding, ’t zijn problemen,
Waar elk mee te kampen heeft,
Maar een Moeder zorgt er voor dat,
Zij toch steeds het beste geeft.
Moeder, ja, je bent onmisbaar,
Juist in deze somb’re tijd,
En op Moederdag is daarom,
Juist mooi een gelegenheid.
Om je daarvoor dank te zeggen,
Want wat doen we zonder jou?

Daarom past een woord van hulde,
Thans wel aan : Moeder de Vrouw!

Decoratie Mej. J. C. M. Maalderink
Bij Kon. Besluit van 22 April 1949, no. 118, is aan Mej. J. C. M. Maalderink, Banninkstraat 20, alhier de Eremedaille, verbonden aan de Orde van Oranje-Nassau, in Zilver verleend, wegens het vervullen van 42 jaar dienst, als onderwijzeres aan de Ned. Herv. Zondagsschool te Hengelo Gld. De versierselen zijn haar op 29 April 1949, door de Burgemeester persoonlijk ten huize uitgereikt.

Geen zwarte lonen meer?
De campagne tegen het uitbetalen van zwarte lonen heeft in het stucadoorsbedrijf tot stakingen geleid, welke echter niet de steun hebben van de bonafide vakbonden, welke het resultaat der besprekingen van Rijksbemiddelaars met bedrijfsraad over de lonen willen afwachten.

Wederopbouwplannen
Als er gebouwd moet worden. Minister In ’t Veld oefende critiek op de wederopbouwplannen van het Nijmegente gemeentebestuur, welke een tekort aan burgergezin zouden verraden, doch het Nijmeegse gemeenteraadslid Beeken verzekerde, dat er nu reeds te Nijmegen bouwvakarbeiders werkloos waren en dat hun aantal zou vermeerderen, indien  de bestaande Rijksregeling niet zou worden gewijzigd.
 

14 Mei 1949
Berliner bollen (gedicht)
Als ze niet aan ’t staken zijn,
Rijdt de eerste kolentrein,
Donderdag weer naar Berlijn :
Einde der blokkade.
Na een jaar gesabotteer,
Van de dikke sovjetbeer,
Rijdt de trein weer heen en weer,
Men kan weer lossen, laden.
De Berlijners gróót en klein,
Zullen in hun nopjes zijn,
Met zo’n extra lange trein,
Men kan weer tegen een stootje.
Een luchtbrug — een gesloten stad,
Een koude oorlog noemt men dat,
Het leek meer op „wie doet me wat’ ,
Rusland legt het loodje.
’t Vliegen wordt nu stopgezet,
Is dat ’t einde van de pret ?
Nee, we plagen tot en met,
We blijven plagen, kijven.
We storen nu de radio,
De ene contra, de andere pro,

Het is wel wat goedkoper zo,
En de krant heeft wat te schrijven.

Zomermelkprijs voor de Veehouder
De Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening heeft bepaald, dat de periode waarin de zgn. wintermelkprijs wordt betaald dit jaar verlengd wordt tot 22 Mei 1949. De zomerprijs van 16,5 cent Per kg melk bij 3.3% vet gaat dus eerst op 22 Mei 1949 in. De verlenging van de periode, waarin de wintermelkprijs van 19,5 cent geldt, houdt verband met een verhoging van de kostprijs van de melk door een stijging van de bedrijfskosten tengevolge van de betaling van de premie voor het bedrijfspensioenfonds voor de landbouw.

Amerika complimenteert Nederlandse boeren
In een brief aan Dr Alan Valentine, het Hoofd van E.C.A.-missie in Nederland, geeft de heer W. A. Rex, een van de E.C.A.-autoriteiten in Washington ten aanzien van de 33 jonge Nederlandse boeren, die in Amerika de landbouwmethoden bestuderen, o.m. te kennen, dat hij zich verplicht acht de Nederlandse Regering en Dr Valentine geluk te wensen met de keuze van de jonge boeren, die in het schema van de technische bijstand van het Marshall-plan naar Amerika zijn uitgezonden. Volgens de heer Rex kent ieder voldoende de Engelse taal om van zijn verblijf in Amerika volledig te kunnen profiteren. De heer Rex besluit zijn brief met de opmerking: „Het is beslist een plezier en een voorrecht met deze fijne jonge kerels te kunnen werken”. Het E.C.A.-bureau in Washington tracht zoveel mogelijk te bevorderen dat het contact tussen de jonge boeren, die op verschillende landbouwbedrijven in 12 staten zijn ondergebracht, bewaard blijft. Het geeft daartoe een speciaal krantje uit, waarin de deelnemers hun ervaringen kunnen weergeven. De naam van het krantje is „Dutch Treats”, een woordspeling van een Amerika gebruikelijke uitdrukking voor het betalen van eigen kosten.

Bosbrandweer
Vorige week had ten Gemeentehuize de officiële installatie plaats van de Bosbrandweer afd. „’t Zand” als onderafdeling van de Bosbrandweervereniging „Achterhoek en Liemers”, door de heer Koster, Inspecteur dier vereniging. Het betrof de complete in ’t begin van de oorlog aldaar opgerichte bosbrandweerafdeling, die thans bij de bovengenoemde vereniging is overgegaan. De burgemeester hield een korte, inleidende rede, waarna de heer Koster het woord verkreeg. Als warme voorstander voor het behoud van het natuurschoon in onze Achterhoek, betreurde hij elke brand die telkens ons weer van een groter of kleiner brok daarvan berooft. Het behoeft nog niet altijd een misdadige brandstichting te zijn, maar het publiek is er zich nog te weinig van bewust dat een gedachtenloos weggeworpen lucifer of achterloos wéggeworpen sigarettenpeukje tot eenzelfde betreurd resultaat kan lijden. Inmiddels zijn een aantal schoppen bij de plaats. Commdt. de heer Jaaltink, gedeponeerd en zullen nog bijlen, hieps en drinkbekers volgen. Als vergoeding voor het zware en  vermoeiende blussingswerk is een behoorlijke uniform tarief ingesteld. De groepscommdant der Rijkspolitie, mede aanwezig en de Commdant. van de beroepsbrandweer bepleitten een alarmeringssysteem – liefst door een sirene, daar die bosstreek practisch zonder telefoon zit. Diverse belangstellende vragen werden door de Inspecteur beantwoord, die  eindigde met zijn dank uit te spreken jegens de afd., die er na de oorlog herhaaldelijk in touw geweest is.

Verordening bespuiting vruchtbomen
Door het bestuur van de Bijenvereniging „De Vooruitgang”, te Hengelo (Gld) is verzocht te bevorderen, dat een verordening wordt vastgesteld, waarbij wordt bepaald, dat het verboden is tijdens de bloeitijd van vruchtbomen, bessenstruiken of land- en tuinbouwgewassen te bespuiten. Deze bespuiting heeft een massale vernietiging van bijen tengevolge. B. en W, zijn van mening, dat instandhouding van de bijenvolken een groot algemeen belang is en stellen daarom aan de raad Voor een dergelijke verordening vast te stellen.

Uitbreidingsplan
In verband met het verstrijken van de wettelijke termijn (10 jaar) waarvoor het uitbreidingsplan van kracht was en mede in verband met het feit, dat volgens de provinciale planologische dienst de omvang te groot is waardoor de bebouwing in de naaste toekomst een te verspreid karakter zal verkrijgen, delen B. en W. de raad mede, dat een herziening nodig is.
Ook moeten tijdig maatregelen worden genomen, die een doelmatige, bij de bestaande kernen aansluitende bebouwing verzekeren, terwijl bovendien met een andere omstandigheid, n.l. de totstandkoming van de Gelderse verordening tot bescherming van natuurschoon, die verbied, dat niet voor agrarische doeleinden gebouwen worden geplaatst in gebieden die als natuurmonumenten zijn aangewezen. Verder moet er nog rekening gehouden worden geschonken aan het nieuwe
parkeerterrein en gronden die voor industrieterrein zullen worden bestemd. Tenslotte menen zij, dat tengevolge van de zich steeds uitbreidende bebouwing in de „Veldhoek”, het nodig is dat dit gedeelte van de gemeente ook in het uitbreidingsplan wordt opgenomen.
Gezien al deze motieven zijn B. en W. tot de conclusie gekomen — en hiermede zijn deskundigen het eens — dat een gewone kleine herziening van het uitbreidingsplan niet voldoende zal zijn. Het wil hen daarom voorkomen, dat het noodzakelijk is dat het bestaande uitbreidingsplan wordt ingetrokken en in afwachting van de vaststelling van het nieuwe plan ingevolge art. 64 4e lid van de Woningwet te bepalen, dat een plan tot herziening van het plan van uitbreiding wordt voorbereid. Met het maken van een nieuw uitbreidingsplan, waarvan de kosten op f 3000.— worden geraamd, stellen, B. en W. voor te belasten Ir G. A. van Straten, te Arnhem, die het thans nog van kracht zijnde plan ook heeft ontworpen.

De Willem weer thuis
NEERLANDS WALVISVAARDER „Willem Barendsz’ is van zijn derde expeditie, welke 17.507 ton walvistraan opleverde (v.j. 13.033 ton) te Amsterdam teruggekeerd.
 

21 Mei 1949
Vredesvoorwaarden (gedicht)
Ha, men heeft het lek gevonden,
Men weet nu wat er aan schort,
Wat er zo al moet gebeuren,
Voor het werk’lijk vrede wordt.
’t Veto-recht moet eerst verdwijnen,
Heeft minister Spaak beweerd,
Daar het veto-recht de plannen,
Van den ander torpedeert.
Nummer twee: geen Duits probleem meer,
Want ook dat geeft heel veel pech,
Dit probleem staat nu al jaren,
’n Echte vrede in de weg.

Nummer drie: een hechte eenheid,
Van Europa’s vaste land,
Geen gezeur om kleinigheidjes,
Voortaan slechts nog hand in hand.
Nummer vier: men moet ontwaap’nen,
Echter allemaal tegelijk,
Als dat allemaal gebeurd is,
Ligt de vrede in ’t bereik.
Door die kleine kleinigheidjes,
Zo bereiken wij de top,
En mijn enig commentaar is:
Nou, je noemt nogal wat op!

Onttrekking weg aan het openbaar verkeer
Door G. E. Bloch, eigenaresse van het Kervel, echtg. van B. de Graaf, is een verzoek ingediend, om de weg naar het Kervel aan het openbaar verkeer te onttrekken. Aangezien genoemde weg een voorname schakel vormt in de verbinding Hengelo (Gld)—Baak, via de Baakse Dijk, en mede uit het feit dat Vereniging Rijwielpaden in Oost-Gelderland, deze weg op  rijwielpaden/ plan heeft geplaatst, geven B. en W. dan ook te kennen dat niet zonder grote bezwaren deze weg kan worden gemist en stellen zij daarom de raad voor afwijzend op het verzoek te beschikken.

Parkeerterrein paardenmarkten
Tengevolge van de vele moeilijkheden die zich reeds jaren in meer of mindere mate voordeden bij het parkeren van de vele auto’s bij de 16 grote paardenmarkten in de gemeente, waren in de loop van het vorige jaar voorbereidingen getroffen tot het oplossen van dit vraagstuk. De reeds bestaande toestanden van het huren van terreinen voldeden niet en bleken telkens niet meer geweest te zijn dan noodmaatregelen. De enige oplossing bestond dan ook hierin, dat de gemeente over een eigen terrein, voor dit doel geschikt, de beschikking kreeg.
B. en W. delen de raad mede, dat zij in verband daarmede, contact hebben opgenomen met de heren J. H. Klem en J. H. Wansink, eigenaren van een geschikt terrein gelegen ten zuiden van de Tramstraat en liggende aan de Zuivelweg. Deze heren verklaarden zich spontaan bereid dit terrein groot 1.40 H.A. voor de prijs van f 12.000.— te willen verkopen; een koopsom die zeer billijk mag worden genoemd. Ook het bestuur van Coöp. Stoomzuivelfabriek zag het nut van een dergelijk
terrein in en was genegen door middel van ruiling van grond een gedeelte van de aan haar toebehorende terreinen af te staan. Hiermede won het terrein aan doelmatigheid en kreeg de Zuivelfabriek een beter terrein voor het bouwen van woningen voor haar personeel. Voor het maken van een toegangsweg tot het terrein zal een verharde weg moeten worden aangelegd, lopende van de hoek Spalstraat-Kastanjelaan, langs en over de laak. De benodigde grond hiervoor is verkregen
van de heer J. Stapelbroek, die de toezegging van de vorige eigenaar daarvoor, had overgenomen. De benodigde grond zal een lengte hebben van de gehele diepte van het terrein en een breedte van ten hoogste 10 M. en een koopprijs moeten doen van f 2.75 per M2. Zijn al deze plannen tot uitvoering gekomen, dan zal dan ook een toestand zijn verkregen, die voorgoed alle moeilijkheden opgelost heeft.
De totale kosten van de uitvoering van dit plan worden door de gemeente-architect geraamd op f 50.000—. Waar de zekerheid is verkregen dat de benodigde gelden voor rente en aflossing van de voor het werk te sluiten geldleningen beschikbaar zullen zijn. stellen B. en W. aan de raad voor om
nu reeds enige besluiten tot het aankopen en ruilingen van gronden te nemen. Zodra de plannen definitief uitgewerkt zijn zullen deze nader ter goedkeuring worden aangeboden.

28 Mei 1949
Zonder moraal. (gedicht)
Als je, zoals ik, erg veel,
Moet lezen en moet schrijven.
Moet je altijd actueel,
En dikwijls netjes blijven.
Als burgemeesters in ’t land,
Wat gekke sprongen maken,
Hou je dan maar rustig want :
Dat zijn precaire zaken.
Als kleine Piet een broodje gapt,
Kan hij zijn rug wel krommen.
Want wordt hij er dan bijgelapt,
Dan kan-ie maanden brommen.
Als grote Pietje tonnen steelt,
Zó één wordt niet verbannen.
Dan wordt er nuchter meegedeeld :
Meneer is overspannen.
Verwacht van mij geen nuchtere taal,
‘k Ga niet moraliseren.
Dit lied heeft heden geen moraal,
Wil ’t zó dus accepteren.

Uitbreidingsplan
Daar het uitbreidingsplan te groot van omvang is en bovendien de termijn van 10 jaar, waarvoor volgens de Woningwet dit plan van kracht is, onlangs is verstreken, stellen B. en W. voor dit plan in te trekken en in afwachting van de opmaking van een gewijzigd plan te bepalen, dat de vaststelling van een plan tot herziening van het plan van uitbreiding wordt voorbereid. Verder adviseren zij de raad goed te keuren, dat de opmaking van het herzieningsplan wordt opgedragen aan Ir G. L. van Straaten te Arnhem, die ook het bestaande plan heeft samengesteld. De kosten hiervan zullen f 3000 bedragen.
In verband met opmerkingen, die door enige leden met betrekking tot dit voorstel worden gemaakt, zet weth. Tijdink uiteen, dat B. en W. zich aanvankelijk tegen inkrimping van de grenzen van het plan hebben verzet. Men moet echter rekening houden met de omstandigheid, dat, wanneer in de naaste toekomst slechts op beperkte schaal wordt gebouwd, een groot uitbreidingsplan oneconomisch is in verband met de grote uitgaven voor allerlei voorzieningen, als electriciteit, riolering, enz. Het is nu de bedoeling in het dorp de uitlopers van het plan af te snijden, terwijl voor Keyenburg alleen het gedeelte tussen Hummeloseweg en St Janstraat behouden zal blijven. Ook zullen de gemeentelijke bouwterreinen aan de Ruurloseweg in het plan worden gehandhaafd. Weth. Luesink vestigt de aandacht er op, dat het voornemen bestaat in het plan ook een voorziening te treffen voor het bebouwde gedeelte van de Veldhoek, terwijl ook het gedeelte van Varssel rondom de school in het
plan zal worden betrokken, Weth. Tijdink zegt, dat B. en W. zich aanbevolen houden voor mededelingen van de leden omtrent andere delen der gemeente, die voor opneming in het plan in aanmerking komen, in verband met de omstandigheid, dat straks langs verschillende wegen uitsluitend agrarische bebouwing kan worden toegepast. Het voorstel van B. en W. wordt hierna aangenomen. Mevr. G. R. de Graaf-Bloch heeft zich tot de raad gewend met het verzoek, enige wegen op het landgoed „Het Kervel”, die volgens haar bij de opmaking van de wegenlegger ten onrechte daarop zijn aangelegd, overeenkomstig art. 9 van de wegenwet aan het openbaar verkeer te onttrekken B. en W. geven de raad in overweging dit verzoek af te wijzen, niet alleen omdat ze van oordeel zijn, dat de plaatsing op de legger geheel in overeenstemming met de wettelijke bepalingen is geschied, maar ook omdat de weg langs „Het Kervel” een schakel vormt in de verbinding tussen Hengelo en Baak en als zodanig uit verkeersoogpunt niet kan worden gemist. De raad toont unaniem dit standpunt te delen, zodat besloten wordt niet tot onttrekking van het openbaar verkeer over te gaan. De door B. en W. aangeboden ontwerp verordening tot voorkoming van bijenvergiftiging tengevolge van bespuiting van vruchtbomen tijdens de bloeitijd, geeft aanleiding tot enige discussie, omdat verschillende leden zich bezorgd maken, dat de vrijheid van spuiten te veel aan banden zal worden gelegd. Volgens hen was het gewenst geweest eerst het advies van de voorlichtingsdienst in te winnen. Andere leden achten de instandhouding van de bijenvolken een zo groot algemeen belang, dat ze onveranderde vaststelling noodzakelijk vinden, waartoe de raad dan ook besluit. Ten slotte komt in behandeling het voorstel van B.en W. om de weg, lopend van „Het Hogenkamp” langs „Het Lee kuil” naar „Het Kervel” in eigendom en onderhoud over te nemen. Belanghebbenden hebben voor verbetering van deze weg een bedrag van plm f 1150 bijeengebracht en zijn bereid de weg met zoveel grond als benodigd is om de weg op een breedte van 7 meter te brengen, aan de gemeente af te staan. De raad acht in het belang van het onderhoud van deze weg, die ook als verbindingsweg van betekenis is, overneming gewenst en besluit daarom tot aanneming van het voorstel.

Inbraak
Dinsdagnacht hebben dieven gepoogd hun slag te slaan op de Coöp. Boerenleenbank „Landbouwbelang”. Door middel van een uitgesneden ruit verschaften zij zich toegang tot het gebouw. De weg naar de kluis is echter door een gang gescheiden. De deur was goed gesloten, zodat de dieven de 2 kamers als hun operatieterrein gebruikten, alles werd goed nagezocht, maar daar het de dieven blijkbaar om „klinkende munt” te doen is geweest en dit niet werd gevonden, moesten zij
onverrichter zake weer vertrekken.

 

4 Juni 1949
Tegenstelling (gedicht)
In een serie krantberichten,
Heeft men ons nu weer ontvouwd,
Hoe in Frankrijks zonnig Zuiden,
Rita Hayworth is getrouwd.
Ziet de foto van ’t bruid je.
Bij een metershoge taart;

Hoe ze dit gebak gaat snijden,
Met een goud Oost-Indisch zwaard.
Zóveel tienmaal duizend gulden,
Werd er aan ’t feest besteed.
En wij smullen van de nieuwtjes,
’t Is wel prettig als je ’t weet.
Alle journalisten denken,
Dat het ons wel interesseert,
Dat het hele grote zwembad,
Heerlijk werd geparfumeerd.
In een weggemoffeld hoekje,
Van diezelfde grote krant.
Stond een klein gedrukt berichtje,
Niet zo vreselijk interessant.
Er was hongersnood in China,
Op de keper toch beschouwd,
Is het veel, véél interessanter,
Dat Rita Hayworth is getrouwd.

Hengelaars moeten voor het komende seizoen 50 cent bijdragen
Telkenjare wordt van overheidswege vastgesteld hoe groot de bijdrage zal zijn, die hengelaars en beroepsvissers moeten betalen ter storting in het zgn. Pootvisfonds. Deze gelden worden gebruikt voor het kweken, aankopen en uitzetten van pootvis, het doen van proefnemingen, verbetering van viswater, bestrijding van water-verontreiniging enz. Daardoor beoogt binnen de productiviteit van het viswater te verhogen. Voor het komende seizoen, dat op 1 Juli 1949 aanvangt, is de bijdrage voor hengelaars vastgesteld op 50 cent. Voor een hengelakte moet – boven de normale kosten – eveneens 50 cent worden betaald. Aanvragers van een grote visakte A of B en van een kleine visakte moeten f 1.— extra storten. (Afgekondigd Ned. Staatscrt van 12 Mei 1949, no 92.)

Geef hem weer een kans (collecte)
11 Zaterdag 18 Juni 1949 Dat is een belangrijke datum in dit jaar, want dan wordt in de meeste plaatsen van ons land de Nationale Reclasseringsdag gehouden; elders vindt die dag op een andere datum plaats. Wat is die Nationale Reclasseringsdag die in de loop der jaren een traditie is geworden? „Een landelijke collecte” zegt men. Inderdaad, een collecte, die dit gemeen heeft met alle andere collecten: dat gestreefd wordt naar een zo goed mogelijk resultaat. Maar niet alleen een collecte. Het is de dag, waarop de reclassering, die gewoonlijk haar werk onopvallend en bescheiden doet, aan de weg timmert, de dag waarop de reclassering apelleert aan het beste wat in ons is: een broeder of zuster te zijn voor de medemens, en dat niet om gewin of ander eigenbelang, maar alleen uit het besef dat hij, die onder zoveel gunstiger omstandigheden staande is gebleven, hem die door welke oorzaak dan ook „gevallen” is moet helpen. „Het is niet hetzelfde, alleen te zijn en op zichzelf aangewezen — of dat er iemand naast u staat, die zich om u bekommert. In deze enkele woorden ligt de reclasseringsgedachte . . . .” schreef dr N. Muller onlangs. De reclassering heeft vele taken. Eén daarvan is: het toezicht na het ontslag uit de gevangenis. Wat zou alle gevangenishervorming, de sociale verzorging incluis, baten, indien zij, die daarvoor in aanmerking komen, niet na hun ontslag opgevangen zouden worden, indien hun niet enige leiding kon worden gegeven, opdat zij de kans krijgen weer als een gewoon burger te leven ? De Nederlandse reclassering is gedifferentieerd naar levens- en wereldbeschouwing, ten dele ook naar de aard van de delinquentie, ten dele is er zelfs een geografische differentiatie. Maar het beroep wordt gezamenlijk gedaan, het doel is gelijk. Het staat vermeld op de affiche van dit jaar: „Geef hem weer een kans.” Bijdragen kunnen ook worden gestort* op postrekening 160150 ten name van: Nationale Reclasseringsdag te ‘s-Gravenhage.

Opening Uilennesterstraat
Het was voor de aanwonenden van genoemde straat j.l. Woensdag een dag van grote betekenis. Toen werd n.l. de weg, die een lengte heeft van 3,5 km en een breedte van 4 m, heropend. De voorz., de heer H. B. Jansen, sprak een inleidend woord, waarin hij dank bracht aan het gemeentebestuur en aanwonenden der weg, voor hun eensgezind samenwerken, waardoor zo’n mooi resultaat is verkregen. Hierna sprak de burgemeester eveneens waarderende woorden voor de eendrachtige samenwerking, en deelde mede, dat dit navolging verdiende. Vervolgens knipte hij het lint door. Het dochtertje van S., geheel in het wit gekleed, bood hem daarvoor een schaar aan op een zwart fluwelen kussen, waarop het wapen der gemeente was geborduurd, welke schaar met kussen aan de burgemeester ten geschenke werd aangeboden. Hierna trok men in optocht de weg over. Voorop „De Bosruiters” van Keyenburg, de muziekver. „St Jan” en verder de talrijke  anwezigen, waarna een koffietafel stond aangericht in de tent. Hier werd nog het woord gevoerd door Weth. Tijdink, die in het kort de geschiedenis van de weg schetste en waarderende woorden sprak aan het adres van de heer Jansen, die van deze weg zijn levenswerk heeft gemaakt.

11 Juni 1949
Russische zuivering (gedicht)
‘t Is een eigenaardig boeltje,
Achter ’t ijzeren gordijn,
Wat daar al niet kan gebeuren,
Noemt een Westerling „niet fijn”,
T’ruggeroepen of verbannen,
Dat ligt in der Russen lijn.
O, ze nemen graag de benen,
Uit dat Oosters paradijs,
En wij vinden de trawanten,
In ons land . . , niet al te wijs,
Wie uit Rusland weg kan komen,
Doet dit graag . . . tot elke prijs!
Stalin is nu weer aan ’t zuiv’ren,
Is wat angstig voor verraad,
Drie maal honderd duizend leden,
Staan nu zo gezeid op straat,
Drie maal honderd duizend leden,
Zijn niet zuiver op de graat.
Als de Russische dictator,
Weer eens wat bijzonders doet,
Doet hij, het blijkt ook weer hieruit,
In het groot bijzonder goed,

Gaan die driemaal honderd duizend,
Allemaal in de petoet?
Maalt die grote zuivermolen,
Hier en daar ook nog wat fijn?
Blijft hij met z’n zuiveringen,
Achter ’t ijzeren gerdijn?
Zou vriend Gortzak met de zijnen,
Niet een beetje angstig zijn?

Rede van Prinses Wilhelmina
Prinses Wilhelmina hield Donderdagavond een Pinksterrede in het Nederlands, Engels en Frans, welke ook in het Hebreeuws werd uitgezonden.

Dodenherdenking
Het 8ste Regiment Infanterie herdacht op het kerkhof de Grebbeberg zijn 230 gevallenen. Voor het Rode Kruis. De Rode Kruis-collecte bracht te ’s Gravenhage f J 38.000.— op (hoogst bedrag per inwoner), te Amsterdam f 53.000.— en te Rotterdam was de opbrengst £33.000.—.

Benelux-lijst op komst
Benelux-deskundigen stellen thans definitieve lijsten op van de producten, die per l Juli voor het handelsverkeer tussen de drie landen worden vrijgegeven.

Voor onze jongens
Met de Drente werden drie autobussen en 5000 kilo boeken voor de Niwin naar Indonesië vervoerd.

In rabarber hoeft niet zoveel suiker
De rabarber is goedkoop; laten we daar gebruik van maken, want het is een gezonde groente met een heerlijke vruchtensmaak. We kunnen ze gebruiken zoals appelmoes: bij de aardappelen, als fris nagerecht of als broodbelegging. En dat ze zoveel suiker vraagt, daaraan is ook wel iets te doen. We kunnen bij de drogist een ons of een half ons gezuiverd krijt halen; één theelepeltje daarvan neemt, als het wordt meegekookt met een kilogram rabarber, de ergste wrangheid daarvan weg. (Meer dan een theelepel per kg zou de rabarber grauw van kleur en minder smakelijk maken.) Ook een ei kan de smaak verzachten al betekent dit natuurlijk geen besparing. Daarvoor roert men de dooier door het hete rabarbermoes (voorzichtig, bij kleine beetjes, om schiften te voorkomen), klopt het wit stijf en schept ook dit er tenslotte door. Men kan ook compöte van de rabarber maken: in water (ruim 2 kopjes voor 1 kg rabarber) wat sinaasappefschil, kaneel en suiker doen en dit even laten trekken. De in stukjes gesneden rabarber daarin zachtjes gaar (niet stuk) laten koken en met een schuimspaan in een schaal scheppen. Het vocht dan binden met aangemengd aardappelmeel, sago of maizena en over de rabarber gieten. Dit bespaart eveneens suiker. U schilt de rabarberstelen toch niet ? Het is veel beter, ze alleen goed schoon te wassen (b.v. met een borstel). Ook moeten zij maar kort gekookt worden (tot de stukjes zacht zijn) en in weinig of geen water. Zo komt ze het best tot haar recht als een gezond en geurig gerecht.
 

18 Juni 1949
De Barbier van Arnemuiden (gedicht)
Als berichten weer wat schaars zijn,
Voor uw dagelijkse krant,

Gaat men maar op zoek naar nieuwtjes,
In ons kleine Nederland.
Die Parijse Conferentie,
Moet -vervelen op de duur,
En het nieuws dat daar vandaan komt,
Ruikt bedorven, muf en zuur.
Maar de kleine kleinigheidjes,
Geven aan het leven fleur,
Ha, er gaat wat groots gebeuren,
Nederland heeft de primeur.
Geen Parijse conferentie,
Is vandaag belangrijk meer.
Nee, we gaan naar Arnemuiden,
Dat is zeer belangrijk . . . zéér.
Hoor die kapper daar vertellen,
„Al m’n messen worden bot….!”
Figaro kan niet meer scheren,
Welk een tragisch, droevig lot.
Ongeschoren mannenkinnen,
Ruwe wang en stoppelbaard,
Zou ’t de geest van „’t Klokkelied” zijn,
Die door Arnemuiden waart?

Onderzoek naar het grondgebruik
In de gemeente Hengelo zal de Consulent voor Gronden Pachtzaken een onderzoek instellen naar de veranderingen in het grondgebruik. Van deze veranderingen, zoals bijv. uitbreiding of inkrimping van bedrijven, splitsing en verdeling, veranderingen in pacht etc. heeft men wel globale indrukken maar de nauwkeurige kennis ontbreekt. Daarom zal nu getracht worden deze kennis aan te vullen. In de eerste plaats is nu de gemeente Hengelo gekozen, omdat deze gemeente in verschillende opzichten zoals bijv. de vorm van het grondbezit, hoeveelheid ontgonnen grond, verdeling bouwland-grasland”
etc. ongeveer een gemiddeld beeld geeft voor vele zandstreken terwijl er toch bedrijven voorkomen van zeer uiteenlopende grootten. Voor het onderzoek zijn nauwkeurige gegevens nodig waartoe wij de medewerking van de Hengelose landbouwers verzoeken. Iedere landbouwer zal even persoonlijk bezocht worden. Met het bestuur van de plaatselijke Stichting voor de  landbouw is in deze zaak overleg gepleegd.

Kermis 1949
In café Wolbrink vergaderde de Kermiscommissie. Voorzitter R. M. Jolij heette de aanwezigen welkom en memoreerde de kermisviering van 1948. Uit het verslag van de penningmeester bleek dat 1948 een tekort had opgeleverd. De boeken werden hierna gecontroleerd en in orde bevonden. Het bestuur trad in zijn geheel af. Als nieuwe leden werden gekozen R. M. Jolij, D. Kamperman, H. A. Knol, A. H. Wolbrink, G. Brekveld, H. Langeler, H. Hulstijn, C. J. C. Slotboom en M. Voskamp. De heer H. G. v. d. Weer werd pachter van de Bleek en het Knollenbal, voor de som van f 140.—. De post voor kapitein en bielemans werd vastgesteld op f 15. —. De voorz. hoopte dat dit jaar de kermis weer met opgewektheid zal gevierd worden en sloot de vergadering.

De StijkeL-groep-verraders
De twee verraders der Stijkel-groep, tegen wie de doodstraf was geëist, werden tot 20 jaar gevangenisstraf veroordeeld.

Neem uw radio op
Philips begon met de vervaardiging van draagbare radiotoestellen, die slechts 7 kg zullen wegen.

Met elkaar weer thuis vanuit Indonesië
De Waterman, het troepentransportschip dat de eerste repatriërende gesloten onderdelen uit Indonesië naar Nederland brengt, zal 19 Juni te Rotterdam aankomen.
Schaarse vangst
De reders betoonden zich over de hoeveelheid haring die tot dusver werd gevangen, niet bijster tevreden.

„De Waarheid”
Op het matje? Dr Beel was van plan, een klacht in te dienen tegen het communistisch dagblad De Waarheid in verband met het: Geruchten over dr Beel, welke geruchten over de Haagse burgemeester affaire zouden handelen.

Ondeugdelijke worst
Te Rijnsburg kregen ongeveer 300 personen uit 60 gezinnen paratyphus, nadat zij bedorven leverworst hadden gegeten.

Van het rechte pad af
Een stoomsneltrein uit het noorden ontspoorde Zondagnacht bij Hilversum, waardoor grote materiële schade werd aangericht.

25 Juni 1949
Zomervacantie. (gedicht)
‘k Intresseer me tegenwoordig,
Veel voor praatjes over ’t weer,
Mijn vacantie is begonnen,
Dus het komt er hier op neer.
Dat ik als maar zit te praten,
Over hoger lucht gebied,
Over regen en depressies,
Iets anders interesseert me niet.
Wat kan mij die staking schelen?
Ik heb maling aan Parijs,
Lekker zonnig in de kuststreek,
Dat is nu de eerste eis.

Lekker niet aan politiek doen,
Duitsland heeft nu afgedaan,
Josef Stalin mag voor mijn part,
Ook wat met vacantie gaan.
Bevin, dinges en Wisinski,
Mogen praten lang of kort,
Maling aan hun holle praatjes,
Als het eerst maar warmer wordt.
Die Parijse nieuwsberichten,
Zullen wel WEER PRAATJES zijn,
Maar het WEERpraatje belooft me,
Wellicht vreugd en …. zonneschijn!

Verbouw o.l. school dorp
Naar wij vernemen hebben Ged. Staten dezer dagen de uitgaaf voor de reeds geruimen tijd door de gemeenteraad aangenomen verbouwing van de o.l. school aan de Ruurloseweg goedgekeurd. Het gemeentebestuur is voornemens binnenkort dit werk aan te besteden.

Smokkelaars in het groot
Twee Tilburgers werden in de kuif gepikt omdat zij in goed 3 maanden tijd voor een bedrag van f 300.000, — aan horloges en zilver naar Nederland hadden gesmokkeld.

2 Juli 1949
Generale repetitie (gedicht)
Van kostbare levens
Hoor het dend’ren der motoren,
Door de stille zomernacht,
Heeft men soms in alle vroegte,
Duitsland een bezoek gebracht?
Zijn het Russische machines,
Vliegend over d’ oceaan,
Om met tien of duizend tonnen,
Naar Amerika te gaan ?
Moeten we nu wéér verduist’ren,
Wat is er eigenlijk aan de hand?
Men is wat aan ’t repeteren,
Hier en boven Engeland.
En ze vliegen -weer met drommen,
’t Vliegen wordt een lieve lust,
Maar … ze vliegen zonder bommen,
Maakt u zich niet ongerust.
’t Is generale repetitie,
Ook al is ’t een eng gezicht.

Als het menens weer gaat worden,
Krijgen we nog wel bericht.

Nieuwe regeling voor de eierexport, heffing per kip
Naar het Ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening bekend maakt, hebben de bij de eierexport belanghebbende groepen overeenstemming bereikt over een nieuwe regeling met betrekking tot de export van eieren, welke regeling de instemming van de Overheid heeft. Ook deze regeling is gebaseerd op de noodzaak tot verkrijging van voldoende eieren voor de export, die een levensbelang is voor de pluimveehouderij. De nieuwe regeling belast iedere pluimveehouder financieel naar verhouding tot de grootte van zijn kippenstapel. Met ingang van 2 Juli 1949 is iedere pluimveehouder verplicht een heffing te betalen van in totaal f 1.50 per kip, waarvan f 1.— dient te worden betaald vóór 15 Augustus a.s., terwijl de resterende f 0.50 per kip vóór een nader te bepalen datum, vermoedelijk in October a.s., zal moeten worden voldaan.

10 Juli 1949
Laagvliegende luchtpiraten (gedicht)
Velen zochten weer verkoeling,
Aan het frisse Noordzeestrand.
’t Was tenminste de bedoeling,
Van een deel van Nederland.
Kuiltjes scheppen, pootjes baden,
Krasse ouderdom en jeugd,
Werden lekker bruin gebraden,
Strandgenoegens, badersvreugd.
Wie zal voor die duizendtallen,
Op zo’n echt, fijn zomerfeest,
Al die vreugde gaan vergallen?
Wie is er zo klein van geest ?
‘t Zijn de dolle Lucht piraten,
Branieschoppers op en top.
Op de mensheid losgelaten,
Met de kolder in de kop.
Joggies, die voor „held” studeren,
Horen hier toch heus niet thuis.
Laat ze eerst fatsoen gaan leren,
En daarna…. naar ’t gekkenhuis.

Het Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw
Vlotte aanmelding van belanghebbenden gewenst. Een belangrijke sociale maatregel is ongetwijfeld de Wet van 17 Maart 1949, die de mogelijkheid van verplichte deelneming in een bedrijfspensioenfonds inhoudt. Op verzoek van de Stichting voor de Landbouw is deze Wet door de  Minister van Sociale Zaken thans voor de eerste maal toegepast op arbeiders, werkzaam in de land- en tuinbouw. De Directeur van het Bedrijfspensioenfonds voor de Landb., J. C. Schröder, heeft in een vraaggesprek, dat onder auspiciën v.h. Ministerie van Sociale Zaken op Maandag 20 Juni j.l. in het Landbouwkwartier van de Afdeling Voorlichting van het Ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening werd uitgezonden, het een en ander verteld over deze pensioenregeling voor de landbouw. Het voornaamste doel van de regeling, aldus de Heer  Schröder, is een ouderdomspensioen op 65-jarige leeftijd, dat – na tenminste 40 jaar premiebetaling – f 12.— per week zal bedragen. Voor arbeiders, die de 65-jarige leeftijd hebben bereikt en dus geen 40 premiejaren kunnen hebben, is een belangrijke overgangsbepaling in het leven geroepen. De oudsten, dus zij die de 65-jarige leeftijd al dicht zijn benaderd, ontvangen een uitkering van f 6.—per week. De jongeren ontvangen méér naarmate zij nu nog verder van het 65e jaar af zijn. Ook aan degenen, die door invaliditeit geheel of gedeeltelijk ongeschikt zijn om te werken, wordt een pensioen verstrekt, dat twee derde zal bedragen van het ouderdomspensioen, waarop zij recht zouden hebben gekregen als zij tot aan hun 65e jaar onafgebroken hun premie hadden kunnen betalen. Het bedrijfspensioenfonds verstrekt verder aan de weduwen van hen, die bij hun overlijden in landbouwdienst waren, een direct ingaand pensioen van f5.— per week, dat eindigt bij het bereiken van de 60-jarige leeftijd. Sterft de vader dan ontvangen de kinderen tot hun 17e jaar f 1.— per week; voor wezen bedraagt de uitkering f 2.— per week. De premiebetaling is als volgt geregeld. Voor volwassen arbeiders bedraagt de premie f 2.50 per week. De helft komt voor rekening van de werkgevers, terwijl dé andere helft door de arbeider zelf wordt betaald. De lonen van de in de regeling opgenomen arbeiders zijn dan ook van 1 Mei 1949 af verhoogd met een bedrag ter grootte van hun aandeel in de premie. Dat er in de kringen der land- en tuinarbeiders begrip bestaat voor het grote belang van deze zaak, blijkt wel uit het feit, dat zich reeds verleden jaar ruim 100.000 arbeiders vrijwillig voor het fonds hebben aangemeld. Nu de deelneming verplicht is gesteld, zullen naar schatting 200.000 deelnemers in het fonds moeten worden opgenomen, zodat zich nog .een groot aantal moet aanmelden. De heer Schröder sprak zijn vertrouwen uit, dat de betrokkenen hun volle medewerking zullen verlenen, opdat de aanmelding een vlot  verloop zal hebben.

16 Juli 1949
Binnen en buiten (gedicht)
Als de politieke heren,
Nijdig op elkander zijn,
Spuien ze per krant of ether,
Al hun politiek venijn.
Doch er zijn nog meer methodes,
Dikwijls komt men uit de hoek,
Met wat steken onder water,
Via camera en doek.
Zo draait nu in bioscopen,
De film Het ijzeren Gordijn,
Is ’t een wonder dat de heren,
Communisten nijdig zijn?
Rusland geeft nu het consigne,
Men moet protesteren gaan.
Heintje Gortzak en z’n jongens,
Doen dat heftig en ….. spontaan.

En als goede democraten,
Nemen ze dan dingen mee.
Om de boel te gaan vernielen,
En oom Joseph is te vree.
Binnen draait er nu een film,
Waar een hele boel aan schort.
Maar, die, dank zij ome Joseph,
Tot een prachtig kasstuk wordt.
Buiten dient dan de politie,
Deze heren van repliek,
En vertoont een mooie knokfilm,
Gratis toegang voor ’t publiek.

Een belangrijke sociale maatregel (?)
In het vorige nummer van dit blad was een artikel opgenomen over het bedrijfspensioenfonds voor de landbouw, dat interessant genoeg is om hierover eens het een en ander te zeggen. De eerste alinea spreekt n.l. al direct van „een belangrijke sociale maatregel”. Is dit echter in wezen wel juist?
Met sociale maatregelen is het volk in zijn geheel als zodanig gebaat. De zaak wordt hier wel wat al te simplistisch voorgesteld. De werknemers betalen f 1.25 per week en de werkgevers betalen de andere helft. De werknemers krijgen die f 1.25 vergoed als loonsverhoging en betalen dus niets. De werkgevers verrekenen het via richtprijsverhoging en betalen dus ook niets. Maar wie betaalt dan de premie? De consument, i.c. het publiek, de volksmassa. Zo gaat het niet alleen met het
bedrijfspensioenfonds in land- en tuinbouw, doch met alle andere bedrijfspensioenfondsen die zijn of worden tot stand gebracht. Wij vragen ons dan ook af: is dit nu werkelijk een belangrijke sociale maatregel ? Dat iemand die zijn gehele leven gewerkt heeft op zijn oude dag niet aan zijn lot wordt overgelaten, maar pensioen krijgt, is niet alleen billijk maar ook een recht. Niet alleen voor personeel in overheidsdienst, maar ook voor de werkers uit het vrije bedrijf en niet te vergeten de kleine zelfstandigen. Ook zij deden hun plicht tegenover de samenleving en mogen door de gemeenschap op hun levensavond niet worden overgeleverd aan Maatschappelijk Hulpbetoon of andere instellingen van liefdadigheid wanneer zij niet in de gelegenheid zijn geweest voor hun oude dag te zorgen. En welke sociale maatregel zorgt voor hen ? Neen, er is hier maar één afdoende oplossing, n.l. premievrij staatspensioen en de kosten hiervan te vinden uit de opbrengst van belasting naar draagkracht. Dan betaalt ieder naar zijn vermogen, maar wordt het grootste gedeelte betaald door hen die het meeste bezitten, en betalen de minder gesitueerden weinig of niets, terwijl bij de bedrijfspensioenfondsen juist de grootste lasten moeten worden gedragen door de brede massa der minst draagkrachtigen. Daarom is het premievrij staatspensioen technisch-organisatorisch het meest eenvoudige, sociaal het ‘meest rechtvaardige en economisch het meest verantwoorde stelsel. Wij willen dan ook in de eerste plaats het premievrij staatspensioen als bodempensioen, dat wil zeggen dat aan elke Nederlander op zekere leeftijd  pensioen wordt gewaarborgd, zodanig dat hij hiervan eenvoudig kan leven. Wat men zich dan bovendien uit bedrijfspensioen, V.Q.V. of andere hoofde kan verwerven onverkort hierbij te genieten. Wij staan op het standpunt, dat men de premie voor zijn oudedagsverzorging betaalt met zijn arbeid, de huisvrouw evengoed als de arbeider, landbouwer of neringdoende. De noodwet Drees bewijst dat het zonder premiebetaling kin. Als dus deze wet, ontdaan van hinderlijke en o.i. onbillijke obstakels, haar tijdelijk karakter zou prijsgeven en als vaste basis zou dienen voor bovengenoemd bodempensioen, dan pas zullen we kunnen zeggen: er is een belangrijke sociale maatregel tot stand gebracht ! Aan U, lezers en lezeressen, de taak ons hierbij te helpen. Zie de advertentie in dit nummer. G. Langwerden.

Bond voor Staatspensionnering Afd. HENGELO (Gld)
De contributie over 1949 zal dezer dagen worden opgehaald door de heer W. Jansen (Waenink). Zoals bekend bedraagt de contributie f 1.— vóór het hoofd van het gezin of degene die het maandblad ontvangt, de verdere gezinsleden betalen slechts f 0.50. Er zijn nog vele gezinnen waar nog gezinsleden zijn, die geen lid zijn van onze Bond. Geeft hen meteen op. Ook zij kunnen helpen onze Bond groot en sterk te maken. In ons aantal ligt onze kracht! De heer Jansen zal ze gaarne noteren. Gezinnen die nog geen lid zijn, kunnen zich eveneens opgeven. Helpt ons alle in onze rechtvaardige strijd, die wij ook voor U voeren. Het is Uw morele plicht ons daarin te steunen. Zie het artikel in dit nummer. U kunt zich verder ook opgeven bij het bestuur: W. Jansen, Hummeloseweg 39 G. Langwerden, Ruurloseweg 46 H. Oldenhave, D 80 W. Jansen, Hummeloseweg 11 J. W. Langwerden, E 93 C. Moorman, F 17 D. Spelhofen, B 68

23 juli 1949
De zestienhonderd (gedicht)
Bij d’aankomst van een grote boot,
Vol stoere oud-soldaten,
Heeft Mr Schokking eventjes,
Genoeglijk staan te praten.
Ze mochten niet direct naar huis,
Men moest in quarantaine,
Dit gaf natuurlijk hier en daar,
Een hatelijke scène.
Men deelt die grote groep in vier,
Dan worden die soldaten —
Vier honderd man is dat per dag —
Als ’t ware losgelaten.
Minister Schokking heeft beloofd,
Dat hij van al die groepen,
Per radio per man de naam,
Nu om zal laten roepen.
Hij toonde heel veel medelij,
Met hem die ’t op moest knappen,
Die man, dacht hij, zal menig keer,
Naar adem zitten happen.
Na al die namen zal die man,
Misschien nog kunnen fluist’ren,
Maar heeft-ie dan geen medelij,
Met ons die moeten luist’ren?
Familie aan de radio,
Hoort 1600 namen,
En eind’lijk zegt de goede man:
„Hier komt de laatste amen”.

Waarom geen telegram gestuurd?
Dan zou er niemand zuur zijn,
Behoefde niemand medeli,j
Of zou dat nu weer te duur zijn?

Reisverslagje v/d leerlingen der School met de Bijbel te Varssel
De auto kwam in Varssel aan,
Om op 14 Juli uit te gaan,
We zijn er allen ingestapt,
En hebben een broodje opgehapt.
In Vorden gingen we in de trein,
Dat vonden we geweldig fijn!
Wat ging die Jumbo vliegensvlug,
We reden over Zutphens brug,
De Veluwe, toen Amersfoort,
Met de mooie oude Koppelpoort.
In Woerden was de ranja fijn,
Dat deed ons keeltje heel geen pijn,
En met de tassen in de hand,
Ging ’t nu naar Leidens waterkant.
De Kagerplassen waren groot,
Wij voeren prettig in een boot.
Een rit werd nu per tram gemaakt,
Naar ’t water, dat zo ziltig smaakt,
We trokken onze kousen uit,
En maakten heel veel schelpen buit.
Het water was verschrik’lijk nat,
En zelfs ons hoofd werd flink bespat,
Ik zag daar Meester’s natte been,
En ook nog Juffrouws kleine teen.
Een schip voer op de grote zee,
Wij gingen in gedachten mee !
We moesten nu naar huis terug,
En ook dat ging verbazend vlug,
Wat heeft de trein toen hard gestoomd!
Ik heb, in bed, van zee gedroomd.

Paarden tegen sinaasappels
En dan is er de kwestie van de uitvoer van paarden naar Spanje, die in België veel kwaad bloed heeft gezet. Men zal zich afvragen, wat Spanje er mee te maken heeft, maar de verklaring is eenvoudig genoeg. Zowel Nederland als België leveren paarden aan Spanje, waarbij voor dieren van 3 tot 5 jaar prijzen werden bedongen van f 1100.— of ruim 18.000 Belgische francs. Enige tijd geleden begon Nederland paarden aan Spanje aan te bieden voor f 800.— per stuk. wat overeenkomt met 13.000 franc. Als tegenprestatie leverde Spanje ons, volgens het bovengenoemde blad sinaasappels tegen een belangrijk lagere prijs. Tot zover kan men er nog moeilijk bezwaar tegen maken, want dergelijke transacties komen in alle landen thans dagelijks voor. Maar de goedkope verkregen Spaanse sinaasappels worden volgens „De Boer” door Nederland naar België uitgevoerd en daar tegen de volle wereldmarktprijs verkocht.
 

30 juli 1949
Van twee kanten. (gedicht)
„Puf, wat warm,” zo zegt de werker,
Die nog geen vacantie heeft.
En hij zucht terwijl zijn boordje,
Aan zijn Adamsappel kleeft.
„Ga ik strakjes met vacantie,
Heb ik vast en zeker strop,
Komt er vast weer een depressie,
Is het mooie weer weer op!”
„Wel verdraaid,” zo zegt de werker,
Die vacantie heeft gehad,
„Nu de zomer gaat beginnen,
Zit ik juist weer in de stad.”
Het is toch wel uitgerekend,
Zegt hij met een boos gezicht,
En hij luistert uit protest,
Dan niet meer naar het weerbericht.
„Lekker weertje,” zegt de werker,
Die nu juist vacantie heeft.
„Want geloof me, bij zulk weertje,
Voelt een mens pas, dat hij leeft.”
Terwijl de één zo zit te vitten.
Voelt een ander zich verrijkt.
Zo is het altijd in de wereld,
’t Is maar hoe je het bekijkt.

Ernstige waarschuwing voor alle aardappeltelers Verdelg de Coloradolcever!
Tengevolge van de warme periode is de situatie met betrekking tot het optreden van de Coloradokever thans zo ongunstig geworden, dat aantasting van het gewas op vele plaatsen ernstige gevolgen heeft aangenomen. Gebleken is, dat, ondanks de waarschuwingen, vele aardappeltelers te weinig aandacht schenken aan de verdelging van deze kever. De Plantenziektekundige Dienst wijst er daarom nogmaals met nadruk op, dat iedereen verplicht is kevers of larven zo goed mogelijk te verdelgen. Tegen nalatige telers zal thans strenger worden opgetreden. In gevallen van verwaarlozing zal zonder voorafgaande waarschuwing worden overgegaan tot het opmaken van procesverbaal. Indien nodig, zullen tevens op kosten van de teler de nodige verdelgingsmaatregelen worden uitgevoerd.

Demonstratie brandspuit
Maandagavond werd de nieuwe brandspuit gedemonstreerd aan het Bronkhorsterveer. Deze was gebouwd op de Hub-auto der gemeente. De spuit, die aan alle eisen voldoet, werkt met een capaciteit van 6 stralen, waarvan één abnormaal grote straal, die een hoogte bereikt van 45 meter. Uit omliggende plaatsen toonden verschillende brandmeesters hun belangstelling.

6 augustus 1949
Het grote bevel (gedicht)
Staakt het vuren, staakt het vuren,
Klinkt op nieuw nu het signaal.
Als ‘k het goed heb bijgehouden,
Klinkt het voor de derde maal.
Bij een kopje thee in Djokja,
Kwam dan eind’lijk het accoord.
Maar we zouden willen vragen:
Houden ze nu ook hun woord?
Wordt het straks weer een debacle?
’n Kwestie van vermeende moed?
Moet men straks de eer weer redden?
Vloeit er straks wéér kostbaar bloed ?
Zal de oorlogsgesel zwepen,
Over ’t schone Indisch land?
Is de hand nu toegestoken,
Werkelijk een vriendenhand ?
Laat men een ding slechts bedenken,
Al zijn de zaken zeer verward,
Vrede is nooit een verstandszaak,
Vrede komt slechts uit het hart.

Raadsverslag Hengelo-GId
De gemeenteraad vergaderde Donderdagmiddag onder voorzitterschap van burgemeester F. van Hoogstraten. Alle leden waren present. Bij de ingekomen stukken was het besluit van Ged. Staten waarbij de jaarwedde van de weth. met ingang van l jan. 1949 werd vastgesteld op f 400.— Een verzoek van de Tuchtunie om een bijdrage voor eenmaal in verband met haar 40 jarig bestaan wordt zonder hoofdelijke stemming op voorstel van B. en W. afgewezen, omdat de raad van oordeel is dat voor steun uit de gemeentekas geen aanleiding is, terwijl het verzoek bovendien niet op zegel is gesteld. De voorz. deelt voorts mede, dat de aanbesteding van het plan voor de verbouw van de openbare school aan de Ruurloseweg is uitgesteld, omdat intussen gebleken is, dat nog enige andere verbeteringen urgent zijn n.l. een elektriciteit, watervoorziening ten behoeve van de closetinrichting, nieuwe vloeren in alle leslokalen en het bouwen van een rijwielbergplaats. B. en W. hebben een gewijzigd plan dat f 8500.— meer zal kosten om advies gezonden aan de Inspecteur voor het Lager Onderwijs. Zij achten het gewenst eventueel deze verbeteringen tegelijk met het gehele plan uit te voeren en wachten nu het advies van de rijksinspectie en de goedkeuring van Ged. Staten af. Om de zaak te bespoedigen stellen zij voor reeds thans de begrotingspost met genoemd bedrag te verhogen. De heer Oldenhave juicht het gewijzigd plan toe, doch hoopt dat de uitbreiding niet zal leiden tot langdurig uitstel. De zaak mag niet op de lange baan geschoven worden. Weth. Tijdink zegt dat het hoofd der school uitstel op prijs stelt, wanneer daardoor bereikt kan worden dat het plan ineens kan worden uitgevoerd. Op een vraag van de heer Otten of redelijke kans bestaat op goedkeuring van het gewijzigd plan, antwoordt weth. Tijdink bevestigend, omdat het nuttige verbeteringen betreft. Ook de heer Ruesink is voor- gelijktijdige uitvoering. De raad keurt dan zonder hoofdelijke stemming de uitbreiding goed. In verband met de slechte toestand waarin de vroegere onderwijzerswoning bij de voormalige O.L. school te Gooi verkeert en de mogelijkheid om door toepassing van de regeling betreffende het verlenen van overheidspremie voor verbetering en splitsing van woningen twee volwaardige woningen te maken, stellen B. en W. aan de raad voor deze woning te verbouwen. Blijkens het bouwplan zal elke woning bevatten beneden een kamer, keuken en bergplaats en op de bovenverdieping 3 slaapkamers en een overloop. De bestaande gang blijft bij de woning aan de straatzijde, de bestaande deur in de oostelijke gevel, die toegang geeft tot de keuken, zal de ingang worden van de andere woning. De kosten van de verbouwing zijn geraamd op f 7300.—. Bij beschikking van de Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting van 16 Juli j.l. is een rijkspremie verleend van ‘ 1890.—, zodat de kosten voor de gemeente f 5410.— zullen bedragen. Het ligt in de bedoeling van B. en W. de tweede woning ter beschikking te stellen van de schilder W. J. Derksen.
 

13 augustus 1949
De ronde tafel conferentie (gedicht)
Ik ben ook maar een profeet,
Die z’n daag’lijks broodje eet,
Ik heb heus niet de pretentie,
Dat ik iets bijzonders weet,
Over deze conferentie.
Gaat het strakjes in Den Haag,
Extra vlug of extra traag …..
Krijgt de vrede assistentie ?
Dat is ook voor mij de vraag,
Omtrent deze conferentie.
Wordt er straks iets gepresteerd?
Wordt er dan geconfereerd,
Echt naar eer en de consciëntie ?
’t Is de tijd die dat ons leert …..
Ook van déze conferentie.
‘k Geloof, dat het toch heus wel kan,
‘k Hoop er maar het beste van,
Ook van deze conferentie.
‘k Wens dat ‘k na een poosje dan,
Hiervan ook een happy end zie !

Brand- en stormschade aan herbouwde boerderijen.
Het risico van storm- en brandschade aan door het Bureau Wederopbouw Boerderijen gebouwde boerderijen werd voor rekening van het Rijk genomen tot de tweede oplevering. Het Hoofd van genoemd Bureau vestigt er de aandacht op, dat sinds 1 Aug. j.l. bovenbedoeld risico door het Rijk slechts zal worden gedragen tot de eerste oplevering. Indien de eigenaar de boerderij eerder gaat bewonen, hierin zijn oogst onderbrengt of anderszins de gebouwen geheel of gedeeltelijk in  gebruik neemt, zijn de gemelde risico’s voor rekening van de eigenaar van het moment der ingebruikneming af.

27 augustus 1949
De opening van de Ronde Tafelconferentie in de Ridderzaal te ‘s-Gravenhage.
(Van een speciale N.N.P.-verslaggever)
De „kelen Liebaart ” van Holland en de spitsruiten van Beieren, hoog tegen de wanden van de Grafelijke Ridderzaal, herinneren aan de dagen toen Floris de Vijfde daar banketteerde temidden van een kleurig uitgedorste schaar ridders en edelvrouwen en zich waarschijnlijk verbeelde dat niemand op heel de wereld zoveel zorgen aan ’t hoofd had als hij, die altijd moest proberen het evenwicht te bewaren tussen zijn ridders en zijn „keerlen”. Bij lange na niet zulk een romantische aanblik biedt de statige zaal onder het hoge spitsboogdak en de stralende kroonluchters, nu daar de afgevaardigden van Oost en West bijeen zijn om in een wekenlange conferentie te beslissen over de toekomst van Nederland en Indonesië, Hoe gewichtig de bijeenkomst ook mag zijn, hoe plechtig ook de gelegenheid, plechtstatigheid is niet het in het oogspringend kenmerk van de openingszitting der Ronde Tafelconferentie.
De mensen, die hier zitten, zijn gekomen om „zaken te doen” en onwillekeurig beïnvloed dit de sfeer, waarin deze zitting wordt gehouden. Daar troont Minister-president Drees, helemaal alleen op zijn hooggerugde staatsiezetel. Hij is plechtig in jacquet, maar hij is één der weinigen. Oost en West. Als een solide, strijdbaar blok zit daar aan zijn rechterhand de Republikeinse delegatie, met Dr Mohamed Hatta in het midden. Bijna zonder uitzondering zijn de leden in donkerblauw colbertcostuum gekleed en de enige fleurige noot daartussen vormt het goudgele gewaad van Mevrouw Mr Maria Ulfah,  oudminister van Sociale Zaken der Republiek en secretaresse van de minister-president.
Links zitten in rijen de Nederlandse afgevaardigden met de „Negen Mannen” Mr van Maarseveen, de voorzitter, eveneens in plechtig zwart in het midden, daarnaast, als om het contrast te vergroten, Mr Stikker, de minister van Buitenlandse Zaken, in een gewoon colbertje en getooid met een rode das. Wat khaki van officiersuniformen en een zwakke sterrenglans, het goud op de mouwen van een marine-uniform, zetten een weinig luister bij aan dit wel zeer huiselijke gezelschap. Het centrum van de delegatie der Bijeenkomst Federaal Overleg, de afgevaardigden der verschillende deelstaten, vormt Zijne Hoogheid Hamid II, Sultan van Pontianak. Integenstelling met Hatta, de typische Aziaat, gesloten, ondoorgrondelijk en toch omgeven door een sfeer van strijdbare activiteit, is deze vorst van het land-op-de-evenaar een veel meer Westerse figuur. Zijn uiterlijk neigt naar het Semietische (zijn moeder was een Arabische), hij heeft een aantrekkelijk, open en vriendelijk gezicht. Hij spreekt het Maleis ook niet vloeiend en monotoon als Hatta, maar stotend en minder goed gearticuleerd, als iemand die de taal van zijn land maar weinig gebruikt.
Achter de zetel van de Minister-president, als werd hun positie daardoor officieel bepaald, zitten de minderheden, die op deze conferentie ook hun stem zullen mogen verheffen, de vertegenwoordigers
van Nieuw Guinea, van de Protestants-Christelijken en de Katholieken en van de Indische Nederlanders. En schuin tegenover de presidentszetel is het „eilandje” van de UNCI, en daar zitten ze, de corpulente, goedig uitziende Belg Herremans, de Amerikaan Cochran en de Australiër Chritchley. En achter hen hun respectieve secretarissen, met lege plicht-gezichten. De lange tafel met de zorgvuldig afgeronde hoeken staat daar in het midden van de lichtovergoten Ridderzaal. En terzijde van het thans met palmen opgevulde podium, onder de troonhemel, zitten de genodigden. Leden der Staten-Generaal en andere regeringspersonen, Professor Anema met z’n walrussnor valt op naast de intelligente kop van de Indische specialist der Vrijzinnigen, Joekes, het markante profiel van Minister Van Kleffens, nuchter en waakzaam ; en Mr van Schaick, nimmer te miskennen, zit onaandoenlijk en volkomen beheerst, als. een Westerse Boeddha, in stemmig zwart vooraan. Aan de andere kant van het podium valt de Patriarchenkop van de Amerikaanse Ambassadeur, Mr Baruch op. Woorden, woorden, De zaal is nu geheel gevuld. Een leger persfotografen schaart zich rondom Hatta,, die vriendelijk opstaat, het papier met zijn rede in de hand, en geduldig wacht of er nog meer liefhebbers komen. Maar dan klinken hamerslagen: de Ronde Tafelconferentie is begonnen! Minister-president Drees leest zijn rede voor, effen en gelijkmatig. Dan rijst Mohammed Hatta van zijn zetel. Even is de algemene aandacht geconcentreerd op de kampioen der Republiek, maar al spoedig verslapt ze. Bladzij na bladzij wordt voorgelezen zonder enige stemverheffing, in vloeiend-rad Maleis. De Sultan van Pontianak is de volgende spreker. Zijn woorden zijn scherper gearticuleerd, hij spreekt het Sumatraans-Maleis, harder, minder vloeiend van klank. De Indonesische afgevaardigden waaieren zich koelte toe met hun papieren, aan de overkant, tussen de Nederlandse delegatie, wappert zo hier en daar ook iets wits. Een dame in het „parlementaire blok” kijkt, als bij een spannende  detectieve, tersluiks in het boekje, dat de tekst der redevoeringen (in het Nederlands, het Maleis en het Engels) bevat, hoelang het nog duren kan. Dan rijst, aan de andere zijde van de tafel, de lange gestalte van Minister van Maarsseveen. En terstond verandert de min of meer slaperige aandacht. Want de Minister spreekt niet alleen met een onmiskenbaar „haegs” accent, maar ook duidelijk geaccentueerd en met gevoel. Hij is de enige, die niet de indruk wekt, dat hij zijn rede voorleest. Hij spreekt kort ; Hatta luistert — aandachtig? Zijn gezicht verraadt niets. Sultan Hamid zit voorovergebogen over de tekst van de rede en streept nu en dan met potlood een gedeelte aan. Het valt op, dat deze Oosterse Vorst en de Nederlandse Minister de enigen zijn, die uitdrukking geven aan de overtuiging, dat Hoger Bijstand nodig is om deze conferentie te doen slagen. Minister Van Maarsseveen is gaan zitten. De laatste spreker is Critchley de Australiër, het lid van de Commissie der Verenigde Naties; het driemanschap heeft in de Nederlandse pers niet immer onverdeeld gunstige critieken op zijn werkzaamheden gekregen en vooral de vroegere bondgenoot Australië scheen het verleden vergeten te zijn. Daar staat Critchley, het donkere, scherp besneden gezicht gewend naar Minister Drees, die vaderlijk zetelt op zijn eregestoelte. Daar staat hij, tussen de Nederlanders Indonesiërs, tussen Oost en West. En onwillekeurig rijst de vraag: waar staat Critchley ? Ook zijn woorden zijn verklonken. De Voorzitter geeft het sein, dat de vergadering een korte poos zal worden verdaagd, zodat de regeling der verdere werkzaamheden daarna kan worden besproken. De filmoperateurs, die gedurende de ganse zitting in actie zijn geweest en hun apparaten lieten snorren, de fotografen, die de aanwezigen telkens weer opschrikten door het geflitst hunner lampen, de journalisten, die hoog van de perstribune neergezien hebben op die mensen, die daar beneden geschiedenis gaan maken…. hun werk is gedaan. De genodigden zoeken hun auto’s op. Slechts enkele belangstellenden blijven op het zonnige plein vóór de Ridderzaal een ogenblik toeven om een glimp van een bekende persoonlijkheid op te vangen. Buiten de poort raast het verkeer, gaat het leven zijn gang. De grote strijd-zonder-wapenen om de toekomst van miljoenen in Oost en West is begonnen.

3 september 1949
De Sympathieke Staking (gedicht)
Te Napels staken de belastingambtenaren. (Krantenbericht)
Dat zijn nog eens reuze kerels,
Zo iets is wel haast uniek.
Zulk een staking maakt de fiscus,
Daar is Napels sympathiek.
Heus, ik ben niet zo voor staken,
Werk, wanneer je werken moet.
Maar ik kan toch niet verhelen,
Zulk een staking doet je goed.
Napels zien en niets betalen,
Fiscus, kruip maar in je bed.
Voor het eerst bezorgt dit heerschap,
Me een fijne tijd, vol pret.
Lieve, Nederlandse fiscus,
Vind je dat geen goed idee?
Doe ons ook eens een pleziertje,
Voor één jaartje en…. staak mee.
‘k Wil een stakingsfonds gaan stichten,
Zo dat jij geen cent ontbeert.
Ik sta borg dat jou salaris,
Maandelijks wordt uitgekeerd.
Later zal ik dan nog kijken,
Wat ik méér voor je kan doen.
En blijf heel je leven staken,
Krijg je belastingvrij pensioen.

Nieuw kerkorgel
Deze week is een aanvang gemaakt met de bouw van het nieuwe orgel in de R.K. Kerk alhier. De firma Pels en Zonen uit Alkmaar is de vervaardiger van dit nieuwe orgel. Het instrument zal bij de inwijding worden bespeeld door een zeer bekend en deskundig musicus, wiens naam nog niet kan worden bekend gemaakt.

10 September 1949
Het verjaardagscadeau (gedicht)
Nederlandse communisten,
Hebben centen opgespaard,

Voor een aardig klein cadeautje,
Als oom Joseph straks verjaart.
’t Zal een bronzen beeldje worden,
Van één meter dertig hoog,
’t Is nu niet bepaald gigantisch,
En het valt niet in het oog.
Wat moet Joseph nou wel denken ?
Welk idee krijgt hij van ons ?
Even groter dan een meter,
Wat een prutsfiguur in brons.
Straks leert men in Sovjet-boeken,
Want u weet hoe Russen zijn,
Daar in Holland zijn de mensen,
Allemaal zo raar en klein.
Of heeft Gortzak willen doelen ,
Op de kleinheid der partij ?
‘k Zou hem deze raad nog geven
Stuur er maar een briefje bij :
„Lieve Stalin, hier dit beeldje
Als cadeautje Bovendien
Merkt U dat de communisten
Voor zo ver ze ’t zelf niet wisten
Voor vol niet worden aangezien.”

Prijsregeling tarwe en rogge oogst 1949
Alhoewel voor tarwe en rogge van oogst 1949 geen garantieprijzen zijn vastgesteld, zal er toch naar gestreefd worden, dat voor tarwe van gezonde doorsnee kwaliteit, met vochtgehalte van 17% bij levering franco pakhuis handelaar, door de teler een prijs kan worden gemaakt van f22,50 per 100 kg, met dien verstande, dat deze prijs bij levering in Augustus 1949 f 21,50 per 100 kg zal bedragen en voor iedere maand, dat later wordt geleverd f 0,20 per 100 kg meer, zodat in Juni 1950 een prijs gemaakt kan worden van f 23,50 per 100 kg. Voor rogge van dezelfde kwaliteit en vochtgehalte zal de doorsnee prijs plm. f2,25 per 100 kg lager liggen dan voor tarwe. Mocht naar de mening van het bedrijfschap op een bepaald moment, de dan geldende prijs door de telers niet gemaakt kunnen worden, dan zal door het Aan en Verkoopbureau van Akkerbouwproducten een zodanige hoeveelheid tarwe en rogge op basis van de dan geldende telersprijs, verhoogd met een bepaalde marge voor de handel, uit de markt worden genomen, dat de in het vooruitzicht gestelde prijzen weer kunnen worden gemaakt.

Gedeelte uit het raadsverslag
De heer Brus dringt aan op het schoonmaken van het water van de dorpsbleek. Er is wel een arbeider aanwezig, maar voor een grondige schoonmaking is meer personeel nodig. Weth. Tijdink zegt dat het plan bestaat in 1950 het schoonmaken aan te besteden. Thans bepaalt men zich tot het schoonmaken van het gedeelte dat vorig Jaar verbeterd is. De begroting van 1949 laat niet toe dit jaar verder te gaan. De heer Kelderman dringt er op aan in elk geval een klein gedeelte bij de spoelbrug schoon te maken. Bijna overal in het dorp is slecht water, zodat vele genoodzaakt zijn voor het spoelen van hun was van het water van de Bleek gebruik te maken. Weth. Tijdink zegt dat reeds opdracht in deze zin is gegeven. De heer Oldenhave vraagt of reeds iets bekend is omtrent het verbeteren van zandwegen, waarop de Voorz. antwoordt dat de HeideMij. heeft toegezegd een plan voor een tiental zandwegen te zullen opmaken. De heer Jansen betuigt de Voorz. dank voor de woorden gesproken tot de raad en in het bijzonder tot de nieuwe leden. Hij hoopt dat de goede wensen ten opzichte van het beleid der gemeente in vervulling zullen gaan. In de eerste verg. heeft spr. nog niet veel gezegd. Hij heeft er de voordeur aan gegeven een afwachtende houding aan te nemen en zich eerst te oriënteren. Hij constateert echter dat deze eerste bijeenkomst hem goed is bevallen en dit ligt voor de hand. De mens is een ijdel wezen en het gestoelte der ere lokt hem.

De foute Leraren
Het ,,Genootschap van Leraren aan Nederlandse Gymnasia”, dat met verbazing kennis had genomen van de ministeriële mededeling, dat er van de 5859 docenten bij het V.H. en M.O. 38 expolitieke diliquenten werkzaam waren, nam een motie aan, waarin werd gezegd, dat personen, die door hun houding in de bezettingstijd hebben bewezen, ongeschikt te zijn voor het leraarsambt, niet bij het onderwijs mogen worden herplaatst, tenzij een daarvoor in te stellen commissie goede gronden aanwezig acht om een andere beslissing te nemen.

17 September 1949
Het mooiste nieuws (gedicht)
Nieuwsberichten zijn geen nieuws meer
Wat is eig’lijk van belang?
Elke keer hetzelfde liedje,
Nu al vele maanden lang,
Tito’s naam komt alle dagen,
In de nieuwsberichten voor,
En in nette woorden zegt-ie,
Nou, oom Jozef, ‘k heb je dóór.
Duitsland krijgt weer verse groenten,
Plus een nieuwe president,
En er heerst nog dollar schaarste,
Op ons oude continent.
Daarna komen wéér-berichten,
Plus ’t een of ander sportverslag,
En we gaan gewoon weer over,
Tot de orde van de dag.
Als er nu eens in de wereld,
Niet meer van die nieuwtjes zijn,
Als de aarde eens verlost van,
Alle leugens, valse schijn,
Slechts tot opbouwen bereid was,
Dan werd eerst iets goeds verricht.
Als het zover eens zou komen,
D’at was pas een NIEUWSBERICHT!

De Mechanisatie in de landbouw
Het enorme tekort aan arbeidskrachten tijdens en na de oorlogsjaren heeft het toenemend gebruik van machines in de landbouw in de hand gewerkt. Op dezelfde gronden heeft de mechanisatie ook in de Nederlandse landbouw een  belangrijke ontwikkeling ondergaan. Naast de voordelen — men denke alleen maar aan de economische aspecten, welke de mechanisatie voor het landbouwbedrijf biedt — zijn aan deze ontwikkeling echter ook nog vele problemen verbonden, welke in de bedrijfsvoering vooral tot uiting komen. In hoeverre men aan deze moeilijkheden het hoofd zal kunnen bieden, zal de Heer Ir C. S. Knottnerus, Directeur van het Bureau Grondstoffen van ‘het Ministerie van Landbouw. Visserij en Voedselvoorziening in een radiolezing, welke hij op Maandag 19 September a.s. van 19.45 19.55 uur voor de zender Hilversum 1 zal houden, in een algemene beschouwing uiteenzetten. De titel van de desbetreffende voordracht luidt: „De Mechanisatie in de Landbouw”. In deze uitzending, welke is voorbereid in samenwerking met de Afdeling Voorlichting van het Ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening, zullen tevens nog enkele aanwijzingen worden gegeven in het belang van de dagelijkse landbouwpractijk.

24 September 1949
Het grote nieuws (gedicht)
Mister Cripps: Geen Devaluatie 1-9-49.
Mister Cripps en Mister Bevin,
Zijn gelukkig weergekeerd,
Met het daverende nieuwtje,
Dat het pond devalueert.
,,Kijk”, zei Cripps, voordat we gingen,
Wisten w’er reeds alles van,
Uncle Sam stond reeds te wachten,
Met devaluatie plan.
Ik heb jullie voorgelogen,
Dat het niet gebeuren zou,
Maar een excellentie, neemt het,
Met de waarheid niet zo nauw.
We moeten extra zuinig wezen,
Want daar dient het eig’lijk voor,
Alleen ’t bewapenings-programma,
Gaat op ’t oude voetje door.
Eén ding vind ik wel gezellig,
want we „zakken” niet alleen,
Nu we toch devalueren,
Is ’t zo’n beetje algemeen.
Houd je haaks hoor, oud Europa,
Samen delen we de strop,
Eerst gezellig samen zakken,
en straks saam’ er boven op.

Leggen jullie je voorlopig,
Bij dit kleinigheidje neer,
Als ik later weer ga liegen,
Nou dan merk je het wel weer”.

Plaatselijk Nieuws Onderwijs
Zaterdag 1 October zal het 25 jaar geleden zijn, dat de Heer J. Kolenbrander als Hoofd der Openbare School in dienst trad. Het zal de jubilaris die dag zeker niet aan belangstelling ontbreken! Het ligt in de bedoeling om voor schoolgaande kinderen, Ouders van schoolgaande kinderen, oudleerlingen en belangstellenden voor openbaar onderwijs een huldigingsmiddag en een feestavond te houden op woensdag 5 October in zaal Langeler.

Hoo es effen! (gedicht)
Ha’j las van de moeze,
en gien katten in huus,
Dan weas d’r moar bi’j,
of ’t word o’w ’n kruus,
Bi’j ons he’w van joar
jonge katten met tröppe,
Mirakelse mooien
met zeldzame köppe,
Wi’j biedt ze ö’w an,
i’j heb keuze uut tiene,
Nee, zökke dierkes
ha’j nargens eziene!
Zinnige katten;
Bonten en zwatten,
Zeldzame griezen;
keer’l zökke wiezen!
Katten, die bunt
met gien geld te betalen,
Ze kost ow gien cent
want i’j heb ze veur ’t halen,
Sprink op de fietse
met ’n deuze of doek:
Haalt o’w zo’n katte
bi’j Jan in et Broek!
J. W. Wagenvoort, D 64 Hengelo-Gld

Postzegels kopen een zinvolle daad!
Tot de beste eigenschappen van de mens, en zeker ook van ons, Nederlanders, behoort gelukkig nog altijd de spontane bereidheid, de helpende hand uit te steken naar noodlijdende of verzwakte kinderen, zelfs over alle politieke en godsdienstige grenzen heen. Daarom zal iedere Nederlander in deze weken met des te meer liefde en geestdrift ,.VERGEET-HEN-NIET”-Postzegels kunnen en willen kopen, nu bekend is gemaakt, dat een deel van de opbrengst dezer speciale postzegels met-het zonnebloem-embleem uitsluitend zal worden besteed aan het herstel van 10.000 verzwakte kinderen
in Indonesië, met name ook in Nieuw Guinea en de Minahassa, op Ambon en Timor. Talloze kleinen werden hier reeds van een wisse hongerdood gered, maar veel méér talloze anderen dreigen nog steeds te zullen omkomen. Grote hoeveelheden speciaal gefabriceerde melkpreparaten werden al verscheept, maar om slechts enigermate in de ergste nood te kunnen voorzien, is er nog oneindig veel méér nodig.
Welke moeder of vader van gezonde, levensblije kinderen, of welk waarachtig levende mens, zal niet met liefde desnoods z’n hele kamer met zonnebloem-zegels willen behangen, als hij weet, daarmee een beetje gezondheid te kunnen brengen aan kinderen, die ziek, verzwakt en uitgemergeld, schier onafgebroken schreiend, op hun dood liggen te wachten ? En als U de vreugde gezien had op die ouwelijk—vermagerde kindergezichtjes op Ternate, toen daar op Koninginnedag, 30 April j.l., kinderfeesten werden georganiseerd met allerhande geschenken, dan zou U zonder mankeren morgenochtend om 8 uur voor de deur van het dichtsbijzijnde postkantoor staan om een flinke partij „VERGEET-HEN-NIET” postzegels te kopen !
Deze bestemming van een deel der opbrengst dezer speciale postzegels spreekt wellicht het meest tot ons hart, maar ook de beide andere doeleinden zijn sympathiek. Wie is niet bereid, slechts enige weken achtereen enkele onnozele centen toeslag te betalen op zijn postzegels, als hij daarmee de gelegenheid geeft wat extra hulp te bieden aan hen, die door ziekte krijgsgeweld of uitputting lijden? En wie zou niet willen helpen bij de aankoop van gereedschapskisten, waarmee onze ,,jongens”, die straks zullen demobiliseren en wier handen wellicht vat „scheef” zijn komen te staan, zich kunnen
oefenen bij het onderricht in elementair technisch onderwijs? En wij „VERGEET-HEN-NIET” postzegels plakkende Nederlanders kunnen voor de gereedschapskisten zorgen, zodat onze demobiliserende militairen straks een betere kans krijgen voor plaatsing in de burgermaatschappij. Daarmee helpen wij tevens onszelf, want aan geschoolde arbeiders heeft onze samenleving nog altijd gebrek !

1 October 1949
De grote klap (gedicht)
Eind’lijk is ’t zover gekomen
Rusland splitst nu ook atomen
Truman heeft het zelf ontdekt.
Jozef had het stil gehouden
Maar nu is ie zwaar verkouden
Dat het tóch is uitgelekt.
Iedereen is er vervuld van,
Straks krijgt Tito er de schuld van,
Maar geloof me, op m’n woord Beste Jozef,
’t is waarachies
Atomen splits je toch niet „zachies”
Ik heb zelf de knal gehoord.
Maar je mag nu wel verzinnen,
Wat je verder wilt beginnen,
Want, wat heb j’er eig’lijk aan?
ieder heeft je in de gaten,

Nu wordt al je doen en laten,
Heel nauwkeurig nagegaan.
Iedereen spitst nu z’n oren,
Of ze weer zo’n knal-klap horen,
Het vervolgt je als een spook.
Ga je nu de U.N.O. dreigen,
Als je niet je zin kan krijgen,
Door te zeggen ‘k heb ‘m ook?
‘k Weet niet of j’eèn vredesman bent,
Wat je verder nog van plan bent,
Wat er meer wordt uitgekuurd.
Maar mocht je meer successen boeken,
Wil ik één ding je verzoeken,
„Blijf een beetje uit de buurt.”

Autotocht Ouden van Dagen
Onder begunstiging van mooi herfstweer, werd Dinsdag de traditionele auto-tocht voor Ouden van Dagen gehouden. Alle deelnemers waren op tijd aanwezig, zodat om ruim 9 uur de stoet, bestaande uit 20 particuliere auto’s en 2 grote bussen, kon vertrekken. Na een prachtige rit over de Posbank werd gepauzeerd in Burgers Dierenpark, en na versterking van de inwendige mens, een wandeling gemaakt onder deskundige leiding, langs de verschillende goed gekooide dieren, al waren
verschillende afgesloten ruimten zo groot en zo natuur getrouw, dat het scheen als waren zij in de vrije natuur. Door de oorlogshandelingen heeft deze Dierentuin veel geleden. Met zeer veel moeite en zelfs met groot levensgevaar, heeft de directie in de bezettingstijd trachten te behouden wat zij konden. Na de rondgang werden de auto’s weer opgezocht en ging men naar Elten, het stukje Duits gebied door Holland geannexeerd. Hoe mooi het voor de oorlog geweest is kan men nog waarnemen, ofschoon het thans een troosteloze aanblik geeft. De verwoeste huizen en kerk op de Elterberg getuigen hiervan. In hotel Wanders werden daarna verversingen aangeboden, en de stemming zat er goed in, zo zelfs dat een der deelnemers niet kon laten daar een gedicht, op de schoolbanken geleerd,, voor te dragen. Daarna werd de terugtocht aanvaard en arriveerde de stoet om 7.15 uur te Keyenburg, waar de Muziekver. St Jan met een vrolijke mars de oudjes verwelkomde en even daarna te Hengelo-Gld, waar „Concordia” haar opwachting maakte. Het was een goed geslaagde autotocht en het comité is dankbaar gestemd, dat zij deze tocht voor de ouden van dagen weer heeft kunnen organiseren, dank zij de milde bijdragen der ingezetenen en de welwillende medewerking der autobezitters, zonder die steun zou een dergelijke tocht niet te organiseren zijn. Wat deze tocht nog meer veraangemaamde was de wijze waarop de politie haar medewerking verleende. De verkeerspolitie en de ordonnans, J. Klem, zorgden dat de stoet ongehinderd kruispunten en spoorwegovergangen konden passeren. Dat dan ook de voorz. aan het eind allen bedankte voor de steun en medewerking was dan ook wel op zijn plaats. Het comité hoopt dat alle ouden van dagen die nu de tocht hebben meegemaakt, het volgend jaar, bij leven en welzijn, weer mogen doen.

Geen schade door inenten
Reeds van de eerste dag af zullen arbeiders, die zich laten herinenten tegen pokken hun ziekteuitkering van 80% van hun dagloon kunnen ontvangen als zij door de vaccinatie ziek worden.

Reuze pech
De eerste zending schapenvlees sinds 1926, afkomstig van 2043 schapen, kwam bedorven in Engeland aan.

De laatste grenscorrectie,
welke Nederland een stukje grond bij Kleef met 10 bewoners opleverde, was voor de ministerpresident van Noord Rijnland—Westfalen aanleiding, bij de geallieerde hoge commissarissen een protest in te dienen.

Nico ter Kuile en Zonen N.V.
Is een confectie-atelier in HENGELO (G.), dat in haar afdelingen nog een vrij groot aantal vrouwelijke werkkrachten kan plaatsen. En wat heel belangrijk is, dat voor GOEDE werkkrachten ook GOEDE arbeidsvoorwaarden gelden en dat voor UITSTEKENDE werkkrachten, UITSTEKENDE arbeidsvoorwaarden gelden. Bovendien zijn de sociale voorzieningen,  spaarregeling e.d. zeer zeker de moeite van bestudering waard. Dit bedrijf kan er op bogen, dat de sfeer goed is en de moraal van haar personeel de toets van iedere kritiek kan doorstaan.
Fabrikant van het bekende Textielprodukt Holland Flower. Wij stellen U graag in de gelegenheid eerst ons bedrijf eens te komen bezichtigen. Zowel jongeren als ouderen zullen zich zeer snel ingeburgerd voelen. Gaarne willen wij U thuis laten voorlichten. Indien U dit wenst kunt U de strook onder aan dit formulier zonder postzegel in de brievenbus werpen. Reiskosten worden VOLLEDIG vergoed.
 

8 October 1949
Inenting tegen pokken
In verband met het dreigend gevaar van een pokkenepidemie zal ook in deze gemeente gelegenheid gegeven worden tot kosteloze inenting en herinenting tegen genoemde ziekte. Voor inenting voor de eerste keer komen alleen in aanmerking kinderen beneden 2 jaar die nog nimmer zijn ingeënt. Personen van 2 jaar en ouder die nog nimmer zijn geënt komen niet in aanmerking. Inenting zal geschieden als volgt: te Hengelo in een lokaal van de school aan de Ruurloseweg op Maandag 10 October, tussen 15.30 en 16 uur, door de heer A. Meinders; op Dinsdag 11 October, tussen 15.30 en 16 uur, door de heer R. K. Beems; te Keijenborg in het Wijkgebouw aan de Pastoor Thuisstraat op Woensdag 12 October, tussen 15 en 16 uur, door de heer R. C. Dwars; te Varssel in een lokaal van de o.l. school op Woensdag 12 October, tussen 14 en 15 uur, door de heer R. K. Beems. Men wordt verzocht zoveel mogelijk het trouwboekje mee te brengen. Het is van groot belang, dat de ingezetenen van deze gelegenheid gebruik maken. Zij zullen daardoor ertoe medewerken, het uitbreken van de pokken te voorkomen. Indien de pokken eenmaal uitgebroken zijn is er geen middel meer de uitbreiding tegen te gaan 4 van de 5 patiënten sterven dan aan deze ziekte. Het Gemeentebestuur. Hengelo-Gld, 5 October 1949.

Basisprijs Baconvarkens wordt in 1950 gegarandeerd
In de Memorie van Toelichting op de Begroting van het Ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening voor het dienstjaar 1950 deelt Minister Mansholt mede, dat hij ook bij voortgaande uitbreiding van de varkensstapel, een lonende afzet mogelijk acht en dit zeker voor zover betreft de varkens van bacongewicht, aangezien een verdrag met Engeland voor 1950 voorziet in de afname van 35.000 ton en verhoging van dit quantum nog mogelijk is. Ten aanzien van de varkens van zwaarder gewicht is de afzetmogelijkheid evenwel minder zeker. De Minister acht het gewenst, ook voor het komende jaar een basisprijs voor baconvarkens te garanderen. Hij hoopt deze prijs zo spoedig mogelijk bekend te maken. Het garanderen van een prijs voor de zwaardere varkens behoort onder de huidige omstandigheden niet tot het technisch—mogelijke. Een zekere basis hiervoor wordt evenwel gevormd door de voor bacon-varkens te geven prijsgarantie, terwijl de Minister gaarne toezegt, aan een verruiming der afzetmogelijkheden ook voor de zwaardere varkens volledige aandacht te zullen schenken. Op het gebied van het rundvee is geen grote vermeerderdering van het aanbod van slachtvee uit het binnenland te verwachten.

Persbureaux organiseren zich
Ter bevordering van een in economich en sociaal opzicht gezond persbureau wezen werd te Amsterdam de Nederlandse Vereniging van Persbureaux (N.V.P.) opgericht.
Delft groeit. Er zijn plannen de Technische Hogeschool te Delft uit te breiden, zodat er 3500 studenten tegelijkertijd kunnen werken. De mooie maand. De maand September, warmer dan de drie zomermaanden, was tevens de mooiste maand in 250 jaar, de tijd waarin de weerwaarnemingen worden geregistreerd.

Naar de West
Het Vliegkampschip Karel Doorman” zal met Prins Bernhard aan boord 2 Januari van Rotterdam naar de West vertrekken.

Weer een pakhuisbrand
Te Amsterdam, ditmaal aan de Elandsgracht, werd weer een pakhuis een prooi der vlammen, waarbij een 20 jongens het vege lijf slechts konden redden, door uit de eerste verdieping op straat te springen.

Ik heb het gedaan.
De echtgenoot van de vrouw, wier lijk onder verdachte omstandigheden op de spoorlijn Nijmegen— Kesteren werd aangetroffen, heeft bekend, zijn vrouw te hebben vermoord.

Mandaten Overbruggings- en Compensatietoeslag 1947
De Provinciale Voedselcommissaris voor Gelderland deelt mede dat de mandaten Overbruggings- en Compensatietoeslag’47 thans geheel zijn uitgereikt. Voor deze toeslagen kunnen alleen in aanmerking komen diegenen, die in 1947 hun hoofdberoep vonden in het exploiteren van een landbouwbedrijf, groter dan 1 ha. De Overbruggingstoeslag wordt alleen uitgekeerd voor de bedrijven van 1 tot 8 ha. De Provinciale Voedselcommissaris voor Gelderland, Ir. W. Kooy.
 

15 October 1949
Hutspot (gedicht)
Gerrit is er weer van tussen,
Ik bedoel: „De Stotteraar”,
’t Was in Utrecht ook niet prettig,
„Dus”, sprak hij, „ik smeer ‘m maar”,
Als hij nu nog en’kle maanden,
Weer op vrije voeten blijft,
Denk ik, dat hij ook een boekwerk:
„Ik verkoos de vrijheid” schrijft.
In de voor- en achterkamer,

Van het nieuwe Duitse huis,
Is het sinds de laatste dagen,
Ook al niet bijzonder pluis.
’t Zijn kinders met een vreemde vader,
En het duurt wellicht niet lang,
Dat die Duitse kinderruzie,
Uitgeknokt wordt op de gang.
Tito heeft z’n draai gevonden,
Zich van ’t Oosten afgewend,
En nu vind z’n broertje Joseph,
Hem een akelige vent.
Ondanks kleine dreigementen,
Voelt hij zich op z’n gemak,
Uncle Sam, als goeie oud-oom,
Gaf hem een duitje in z’n zak.
De Ronde Tafel Conferentie,
Boekt nog steeds geen resultaat,
’t Blijkt, dat zelfs een ronde tafe,l
Wankel op z’n poten staat!
En maar wachten, en maar wachten,
Op een beetje goed bericht,
Maar we worden door de heren,
Daag’lijks schaarser voorgelicht.
Hier een ruzie, daar illusie,
Hier een nieuwe overval,
Onderhand wacht men in spanning,
Op een nieuw’ atoombomknal.
Churchills paardje won soms prijzen,
Die er werk’lijk mogen zijn,
Kruls zoekt al sinds vele weken,
Naar een groter schietterrein.
Dit’s de nieuwste nieuwtjes hutspot,
’t Recept, dat vond ik in de krant,
Eén ding wil ik er van zeggen:
“t Smaakt een beetje aangebrand.

Eindelijk heeft de jeugd een krant
Jeugdbladen waren er steeds maar al teveel. Het goede, vorminggevende element ontbrak gewoonlijk en vooral van de zijde der onderwijzers kwamen vele klachten. Met vereende krachten zijn wij er echter thans in geslaagd een jeugdkrant samen te stellen, die in alle opzichten voldoet aan de eisen die ervaren opvoeders hieraan stellen. In aardige aantrekkelijke stijl wordt hier lectuur en ontspanning geboden die de sympathie en de goedkeuring van iedereen die kinderen heeft wel moet wegdragen. K.L.M., A.N.W.B., Dierenbescherming, Indisch Instituut een tandarts benevens een keur van schrijvers en schrijfsters, tekenaars en tekenaressen werken hier samen om jong Nederland te voorzien van die lectuur die het nodig heeft. Het sociale, culturele en hygiënische element wordt op prettige en gepaste wijze naar voren gebracht en vooral is ervoor gezorgd dat ook de kinderen zélf kunnen meewerken, o.a. door het inzenden van eigengemaakte verhaaltjes, opstellen o. i. d. De prijs 10 cent per week kan voor niemand een bezwaar zijn en de kinderen zijn er uren mee bezig. Voor op- of aanmerkingen van iedereen houden wij ons ten zeerste aanbevolen. De Redactie.

Goed geslaagde proeven der Hengelose Brandweer
Bij de Woensdag gehouden proeven der Brandweer is gebleken dat de Brandspuit bij een afstand van 600 meter voldoende water gaf. Zelfs bestaat de mogelijkheid in aanjaagverband deze capaciteit op te voeren tot ruim 800 meter. Uit bovenstaande gegevens, ons van deskundige zijde verstrekt, blijkt, dat het materiaal der Brandweer aan zeer hoge eisen voldoet. Een brand tijdig gemeld, kan snel geblust worden.

22 October 1949
Snoepreisjes (gedicht)
’t Zal je toch maar weer gebeuren,
Dat j’als eerzaam ambtenaar,
Plotseling wordt opgedragen:
„Maak uw koffertje maar klaar.
Morgen gaat U met z’n drietjes,
Naar het mooie Zwitserland.
U gaat daar wat onderzoeken,
Want er is wat aan de hand.
Als de grote heren reizen,
Is het heus niet zo verkeerd,
Als er óók eens voor de kleintjes,
Een reisje wordt gereserveerd.
Maar als de hoge heren reizen,
Staan er altijd wel een paar,
Grote buitenlandse pieten,
Met een leuk boeketje klaar.
Maar de kleine ambtenaartjes,
Kwamen tot hun grote schrik,
(Plus hun koffertje deviezen),
Met hun drietjes in de lik.
De minister kijkt reeds somber.
Er komt straks weer gekrakeel,
En …. men kan ze hier niet missen,

Want er zijn er niet zoveel.
Gerrit krijgt nu ook een baantje,
Gerrit de Stotteraar,
Wordt benoemd bij ’t ministerie,
Tot leraar-uitbreek-ambtenaar.

Circus
Dinsdag had Circus Boltini haar 4-master opgeslagen op het Tramplein alhier. Des middags genoten de kinderen van een speciale kindervoorstelling, terwijl des avonds de ouderen de tent vrij goed bezochten. We stonden verbaasd over de paardendressuur, menig frappant staaltje werd zeer correct ten uitvoer gebracht. Daarom alleen al was een bezoek aan dit circus de moeite waard. Wanneer we dan nog vermelden de kunstjes van de gedresseerde en de aangeklede hondjes, het
trapeziewerk en de acrobatiek der amazone, dit alles gekruid met de humor der clowns, dan zeggen we niet te veel dat genoemd circus aan hoge eisen voldoet.

29 October 1949
Alles in minneur (gedicht)
Ligt het aan de storm en regen,
Aan het gure najaarsweer ?
Alles wat de kranten schrijven,
Haalt de stemming steeds weer neer.
Weer mislukte conferenties,
En een toegesmeten deur,
’t Is een wereld zonder lichtpunt,
En een stemming in mineur.
Churchill op verkiezingsveldtocht,
Frankrijk zonder kabinet,
De Chinese burgeroorlog,
Nog intenser voortgezet.
Werkeloosheid, angst voor crisis,
En verkrachting der moraal.
Jachtig zoeken naar vernieuwing,
Achter een gordijn van staal.
Jongens, die geweigerd hebben,
Naar het Oosten toe te gaan,
Wil men met geweld nu dwingen,
Wanneer breekt de zon zich baan?
Zon, die deze aarde tovert,
Tot een tuin vol vree en kleur,
Die een eind maakt aan de stemming,
Aan die stemming in mineur.


R.K. Bibliotheeknieuws
Men deelt ons mede, dat Zondag 30 October weer geopend wordt de R.K. Bibliotheek in zaal Leemreis. Boeken kunnen worden afgehaald elke Zondag na de Hoogmis en elke Woensdag van 6 tot 6.30 uur ’s avonds. De bibliotheek bevat ruim 900 boeken, die alle ten volle verantwoord zijn, daar ze zijn aangeschaft volgens het advies van I. D. I. L. (inlichtingendienst inzake lectuur.) Men vindt er vele van de nieuwste boeken onder. Speciaal vestigt men er onze aandacht op, dat iedereen boven de 12 jaar van harte welkom is.

Wit Gele Kruis
Onder Voorzitterschap van pastoor Alferink vergaderde j.l. Zondag de afd. van het Wit Gele-Kruis te Keyenburg. De agenda vermeldde slechts één punt: Benoeming van een tweede wijkzuster. Bij de bespreking van dit punt moest men hiervan afzien en besloot men na breedvoerige discusie een auto te huren, voor de tijd van 1 jaar, de kosten hiervan werden geraamd op plm f1500 per jaar.
 

5 November 1949
De lichtzij (gedicht)
Ja, we moeten stroom besparen,
En men geeft diverse tips.
Zuinig, zuinig, ook al wonen,
Wij in ’t landje van Philips.
Zelfs de radio moet zwijgen,
Die zo veel te zeggen had.
Maar men moet voor alles wijken,
’t Scheelt weer heel wat Kilowatt.
Zó veel uur per week geen hot jazz,
Ook al lijkt het nu wat saai,
’t Is een soort devaluatie,
Van een dosis hels lawaai.
D’ omroep kan een uurtje tukken,
Het is heus nog niet zo dom.
Wil men meer nog gaan besparen,
Doe het dan nog anders om.
Twee uur zendtijd, da’s voldoende,
Ik deed ’t als ’t van mij afhing.
Als het zó ver eens zou komen,
Was dat pas bezuiniging.
Alle gekheid op een stokkie,
’t Zal wel wennen op de duur.
En er is weer twee uur rust meer,
Voor benee- en bovenbuur.

Landbouwtractoren op verkeerswegen
Vervoer met meer dan één aanhangwagen in beperkte mate toegestaan. Aan de mededeling, dat op grond van het Motor en Rijwielreglement het gebruik van landbouwtractoren met meer dan één aanhangwagen voor wegvervoer is verboden, kan, blijkens een nadere verklaring van de zijde van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat worden toegevoegd, dat dit verbod geen betrekking heeft op trekkers, die zich voor het vervoer van het bedrijf naar het land en omgekeerd op de weg  bevinden.
In dit geval is het gebruik tractoren met meer dan één aanhangwagen wel toegestaan, mits deze voertuigen, met inbegrip van de lading, de breedte van 2,60 mtr. (voor losse veldgewassen 3,50 mtr.) en een maximum snelheid van 6 km. niet overschrijden. Voor de lengte van de aanhang geldt het maximum van vier wielassen, terwijl het maximaal toelaatbare gewicht, inclusief de lading, op 6000 kg. is vastgesteld. Bovendien geldt voor dit vervoer een afstandsbeperking van 5 km. per etmaal. Een trekker daarentegen, die wordt gebruikt voor het vervoer van producten naar stapelplaatsen of fabriek voldoet volgens het Ministerie van Verkeer en Waterstaat niet aan de bestemming, welke aan een landbouwtractor moet worden gegeven en valt derhalve onder de algemene voorschriften, welke voor het wegvervoer zijn vastgesteld. Deze voorschriften houden een verbod in tot het voortbewegen met de tractor van meer dan één aanhangwagen en een maximum-ladingbreedte van 2.40 mtr (voor B-wegen van 2.10 mtr). In dit geval geldt de genoemde snelheids- en afstandsbeperking niet. Voorzoveel het verkeersbelang dit toestaat, is het Ministerie van Verkeer en Waterstaat bereid, bij de beoordeling van aanvragen om ontheffing van het voor het gebruik van tractoren op Rijkswegen gestelde verbod, met de belangen van de landbouw rekening te houden.

Klaproos-collecte
Volgens een adv. in dit nummer wordt er Dinsdag en Woensdag een collecte gehouden voor het onderhoud der oorlogsgraven, in ons land. We wekken allen op deze collecte te steunen, door Uw bijdrage te storten in een collecte-bus. En als ge dan Uw collecte gestort hebt in dé bus dan hebt ge een daad van piëteit verricht tegenover de helden, die hun leven lieten op de slagvelden, om ons te bevrijden van de bezetter. Zeer mooi en terecht schrijft dan ook Geert Aaber in zijn Ballade van de oorlogsgraven deze regels: Mens, die dit leest, vergeet de doden niet Gij hebt het leven uit hun handen gekregen. Doordat zij blind zijn, ziet gij zon en regen, En door hun slaap ontwaakt gij elke morgen, – Zovelen stierven op ons grondgebied, Wij moeten voor hun goede graven zorgen. Er wordt echter ook nog een andere bestemming gegeven aan deze collecte en dat is, dat de familieleden van de oorlogsslachtoffers, uit Canada, Engeland, Amerika, Australië enz. die niet de reis naar Nederland kunnen betalen, in de gelegenheid gesteld worden een bijdrage te ontvangen om de graven hunner dierbaren te bezoeken.

Heropening Buunk
Heden Zaterdag om 2.30 opent de heer H. J. Buunk de verbouwde zaak in Modeartikelen in de Raadhuisstraat. Deze zaak dateert reeds vanaf 1864 en werd tot 1934 gedreven door Bannink-Brinkgreve.  Daarna ging de zaak over aan H. J. Buunk.

12 November 1949
Internationale narigheid (gedicht)
Eng’lands fiscus ligt al weken,
Met de heren over hoop,
Die de eigenaren zijn van,
Studio en bioscoop.
Blijkbaar heeft men daar gelezen,
Wat in Gouda is geschied:
Ook zij willen wel betalen,
Maar zó veel natuurlijk niet.

d’Heren dreigen nu met sluiting,
Van hun grote studio’s,
Blijkbaar maakt de Britse Fiscus,
Ook de Britse burgers boos.
Europese samenwerking,
Zelfs al in belastinggeld!
„Fiscus, Fiscus über alles,
Uber alles in der Welt!”
Dus je merkt wel, brave Britten,
Jullie liggen niet in dons,
Het is daar in Groot Brittanje,
Net zo prettig als bij ons.
„Je maintiendrai”, zegt onze Fiscus,
Maar in Nederlandse taal,
Is ’t voor onze kleine burgers:
Fiscus handhaaft IK betaal!

19 November 1949
Zij en wij (gedicht)
Nu de bonnen zijn verdwenen,
Kijkt geen winkelier meer zuur.
Slechts de klant is niet tevreden,
Want de spullen worden duur.
‘k Heb de Sint al horen mop’ren,
‘k Heb natuurlijk weer een strop,
Vóór ik iets had kunnen kopen,
Waren mijn deviezen op.
Och, waar is de tijd gebleven,
Dat ik blij werd ingehaald,
Dat voor een mooi, geschikt cadeautje,
Slechts een schijntje werd betaald?
Droog je zilte Spaanse tranen,
Hoe belabberd je ’t hier ook vond,
Zeis ministers komen heden,
Met hun centen niet meer rond.
Maar Ministriële tranen,
Worden dadelijk gedroogd,
Hun salaris werd zo-even,
Tot 24 mille verhoogd.
Te bedenken dat ‘k moet smeken,
Voor verhoging met een riks,

Nou dan durf ik hier te zeggen….
‘k Hou maar op, ik zeg maar niks.

Verharde Rijwielpaden
Wie één dezer dagen langs de Scharfdijk naar de Varsselse school fietste, zag daar een aantal mannen bezig met het aanleggen van een verhard rijwielpad. Ook van de molen naar de school zal dit geschieden. Het zal een hele verbetering worden, vooral tijdens de komende vorst- en dooiperiode, die in voorgaande jaren deze paden vrijwel onbegaanbaar maakte. Een woord van dank voor de aangelanden, die dit initiatief namen: „Varssel Vooruit”.

Zingende Jeugd
Als het kinderkoor „Zanglust” te Bekveld haar uitvoering geeft, stroomt de school tot in alle hoeken vol met bezoekers. Dat bleek ook j.l. Vrijdag te zijn. De avond werd begonnen met het gezamelijk zingen van het eerste en zesde couplet van het Wilhelmus. Het kinderkoor voerde allereerst op het zang- en toneelspel in vier bedrijven „Het Gouden Kleedje” van J. Buma. De rollen zaten er goed in en er werd met animo door de jeugdige debutanten gespeeld. Het prachtige bosdecor van het tweede bedrijf trok ieders bijzondere aandacht. Ook de costumering was buitengewoon mooi. Zanglust heeft in dit stuk getoond, dat na ernstige en toegewijde studie veel is te bereiken. Mej. Joke Masselink vulde met haar hoogstaande accordeonmuziek de pauzes. Het kinderkoor bracht hierna de ingestudeerde liederen ten gehore. Er werd een programma gezongen van geestelijke-, natuur- en volksliederen. Het herhaalde applaus der aanwezigen getuigde, dat het gebodene ieders bewondering opwekte. Algemeen werd de zuiverheid en uitspraak geroemd. De afdeling Toneel van het amusementsgezelschap “Tocamudio” uit Oosseld was bereid gevonden deze avond haar medewerking te verlenen. Het blijspel „Papa strijkt de Vlag” wekte ieders lachlust op en de komische toneeltjes werden prachtig vertolkt. Het was gezonde humor, waarvan ieder kon genieten. Tocamudio heeft getoond, dat ook het amateurtoneel, mits goed beoefend, pracht-resultaten kan afwerpen! De heer van Beek dankte alle medewerkers voor hun hulp. Na het zingen van een danklied begaven de wel voldane bezoekers zich huiswaarts.

26 November 1949
Gelukkig Maar! (gedicht)
West-Europa heeft een klein leger maar meer atoombommen dan de Russen (Krantenbericht.)
Och, wat leefden ze gelukkig,
In die kaas en broodvolktijd.
Want toen ging men vaak uit knokken,
Zo maar voor gezelligheid.
Met een grote knots of knuppel,
Eentje van een pond of vijf,
Ging men voor plezier elkander,
In die goede tijd te lijf.
Tegenwoordig doen wij ’t anders,
Want in volle vredestijd,
Worden speciale dagen,
Aan de strategie gewijd.
Veel geleerde heren komen,

Dan gezellig bij elkaar,
Aan de hand van statistieken,
Wijst men op het groot gevaar.
Van een vijand plus atoombom,
Maar men vreest hem niet zo zeer,
Want zo, zegt men, van die bommen,
Hebben wij er tóch veel meer.
Nou bedankt, meneer professor,
Dat U ’t zaakje hebt gesust,
Om de waarheid hier te zeggen,
‘k maakt me al ongerust.

Nederlandse Boerenzoons deden in Amerika een schat van ervaringen op.
De Amerikaanse boer werkt hard
Na ongeveer een half jaar practisch werkzaam te zijn geweest op diverse Amerikaanse agrarische bedrijven, zullen de Nederlandse boerenzoons, die in het kader van het Technische Hulpverleningsprogram van de E.C A. eind Maart, naar Nederland terugkeren. De Amerikaanse gastvrijheid, speciaal die op het platteland, de bereidheid kennis aan anderen mede te delen en voorts de moderne landbouwmethoden, die ter verhoging van de agrarische productie in Amerika worden toegepast, hebben veel indruk op hen gemaakt. Ir van Beckom betoogde op de ter gelegenheid van hun terugkeer gehouden persconferentie te Washington, dat de Amerikaanse boer, in tegenstelling met hetgeen men in ons land dikwijls hieromtrent meent zeer hard werkt. Hij werkt op Zaterdagmiddag en soms ook op Zondag. Voorts prees Ir van Beekom de zg. 4-H clubs, dat zijn verenigingen van landbouwjongeren, die bijdragen tot de practische vorming van de jonge boer en die bovendien een sterk saamhorigheidsgevoel kweken. Hij betreurde het, dat in Nederland dergelijke organisaties niet bestaan. Verschillende leden van de groep jonge boeren zijn echter van plan na hun terugkeer het initiatief te nemen tot oprichting van dergelijke clubs in ons land. Ook kunnen de terugkerende boerenzoons sommige Amerikaanse landbouwmethoden misschien in Nederland ingang doen vinden, hoewel hierbij niet uit het oog moet worden verloren, dat de Amerikaanse methoden niet in hun geheel in ons land kunnen worden toegepast, één en ander als gevolg van de aanzienlijke verschillen in bedrijfsgrootte, bodem én gewassenkeuze. Vervolgens spraken enkele boerenzoons over hun indrukken van de U.S.A. Een hunner, die op een fruitteeltbedrijf werkzaam was geweest, vertelde, dat het Nederlands fruit ’n vergelijking met het Amerikaanse behoorlijk kan doorstaan. In Amerika wordt echter meer aandacht aan de verpakking besteed, waardoor o.a. het fruit houdbaarder wordt. Veelal wordt gebruik gemaakt van was en sorteermachines. Een en ander doet de verkoop van het fruit aanzienlijk stijgen. Een andere boerenzoon, die op het maïsbedrijf had gewerkt, prees de Amerikaanse hybridenmaïs, die tegen ziekten bestand is en een hoge opbrengst geeft. Hij had contact opgenomen met een zaadhandelaar inzake de levering van hybridenmaïs, dat in 65 dagen rijp is. Hij zal trachten deze soort ingang te doen vinden bij zijn Nederlandse collega’s. Tenslotte wijdde een derde boerenzoon, die werkzaam was geweest op een veebedrijf, uit over de verbetering van de Amerikaanse veestapel en zuivelhygiëne. Elke boerderij heeft een melkkoeler, zei hij, hetgeen de kwaliteit van de melk verbetert. Voortdurende controle van de veestapel op tuberculose en de prompte verwijdering van geïnfecteerde dieren hebben o.a. tot resultaat gehad, dat slechts l °/o van het vee uit Wisconsin tuberculeus is.

Kerstpakketten voor Duitsland
De afdelingen van de U.V.V. kregen van de International Refugee Organization te Munchen verzoek om hulp voor de Kerstfeestviering van 12000 „displaced” kinderen, die nog in kampen vertoeven. Men schrijft hierover: In München, in het kinderdorp, zitten 12000 ongelukkige kinderen. Is er iets droevigers denkbaar dan kinderen zonder vaderland, zonder thuis, zonder éénig familielid ? De leidsters van deze kinderen doen een dringend beroep op ons allen hier in Holland, om een inzameling te houden, die het mogelijk maakt deze kinderen de vreugde van een Kerstfeest te geven. ALLES is welkom : Bruikbaar speelgoed, lekkers, kleertjes, een lintje of strikje, een kopje en schoteltje, alles Is waar dat er veel gevraagd wordt, en ook waar dat alles te duur is, maar dit behoeft als bijdrage niets te kosten. Het bestaan van deze kinderen is zóó onveilig, zóó vreugdeloos en droevig, zóó precies het tegenovergestelde van wat wij allemaal voor onze kinderen wensen, dat wij er meestal maar liever niet aan denken omdat het zóó erg is. Maar laten we dan nu een keer wel aan ze denken en door een kleine daad meewerken aan een feest en hen met een kleinigheid gelukkig maken. Niemand mag hier achterblijven; Allen moeten we helpen. Mevrouw van Hoogstraten, Presidente v/d U.V.V. en ook de andere leden zullen gaarne een en ander in ontvangst nemen en voor de verzending zorg dragen. Vóór 8 December 1949 moet alles binnen zijn. N.I.W.I.N. In dank ontvangen huwelijksgiften voor de jongens over zee: 40-j. Huwelijk Harmsen-Esselenbroek f 16.28
Bruiloft Hesselink-Brinkman f 14.60

Stevord

3 December 1949
Sint Nicolaas (gedicht)
’t Blijde kinderfeest is komend,
’t avondje van Sinterklaas;
’t feest van pakjes, rijmpjes, liedjes,
marsepein en speculaas.
Dag van angstige verwachting,
in het kleine kinderhart:
zou het koek zijn en wat lekkers,
of een boze Piet met gard ?
Maar uiteind’lijk grote blijdschap,
bij de ganse kinderschaar,
want ze weten het toch allen:
Sint komt, ondanks al’: elk jaar!
Blijde kind’ren, blijde ouders,
(trots de lege port’monnaie!),
want al hoor je bij de „groten”,
je doet toch wat graag nog mee !
Och, zet weg maar eens je zorgen ,
in dit bange tijdsbestek;
‘k weet het ook wel. deze wereld,
lijkt van tijd tot tijd haast gek.

Alles wordt gedurig duurder,
en je zucht schier elke dag;
maar moet dit de oorzaak wezen,
dat het kind niet blij zijn mag ?
Laat het kind nog zorg’loos blijven,
Want zijn jeugd gaat snel voorbij ;
voor U ’t goed en wel beseft heeft,
staat ’t ook in de maatschappij,
’t Heeft zo gauw z’n eigen zorgen,
als ’t op eigen benen staat ;
’t ziet zo gauw deez’ harde wereld
in ’t boosaardige gelaat
Daarom: wees kind met de kind’ren,
geef z’ een blij Sint Nicolaasfeest,
Of bent U ’t soms al vergeten,
dat U ook jong bent geweest ?
Nee? Vooruit, dan weg je zorgen,
morgen komt er weer een dag;
viert het feest saam met de kind’ren
en met blijde, gulle lach ?
JO SPIEGELS

Kinderpostzegels
Het plaatelijke comité voor kinderpostzegels zal de gehele maand December in het postkantoor een stand houden voor de verkoop der kinderpostzegels 1949. De sortering van prentbriefkaarten is grooter dan de voorgaande jaren. Behalve aantrekkelijke Kerst-, en Nieuwjaars-, bloemen- en felicitatiekaarten, zijn er nu ook kinderkaarten, als attractie, originele sprookjeskaarten, die nu al niet meer na te bestellen zijn! Door alle medewerking rekent het comité op een ruim debiet.

Benoemd is met ingang van 1 Februari 1950
Als hoofd der Chr. School te Andelst de heer J. J. van Beek, hoofd van de Chr. School te Bekveld. Gedurende een lange reeks jaren heeft de heer J. J. van Beek als hoofd de Chr. School te Bekveld gediend. Hij mocht zich de sympathie van geheel Bekveld deelachtig maken. Het zal daarom zwaar, vallen om de heer van Beek te zien vertrekken. Wij feliciteren hem met de benoeming en hopen dat hij met evenveel vrucht zal mogen arbeiden te Andelst als hier te Bekveld.

Feestdag voor de kinderen
De Winkeliersver, heeft Woensdagmiddag voor de kinderen voor een prettige middag gezorgd. Van alle scholen waren de kinderen in ’t Feestgebouw „Concordia ‘ en zaal Langeler opgekomen om te genieten van Poppenkast en Goochelaar. Bij het vertrek werden alle kinderen een zakje met snoep uitgereikt. Des middags had dit kinderfeest te Keyenburg plaats in het Patronaatsgebouw. Inderdaad een goede gedachte van de Winkeliers van van Hengelo en Keyenburg om vooral de kinderen in het Sint Nicolaasfeest te betrekken.

De oorzaak (gedicht)
Wat zijn wij toch maar kleine mensen,
Als ik alles zo bekijk.
Want niets kunnen wij verand’ren,
In ons grote wereldrijk.
Als de hoge heien spreken,
Zijn we, zeer bescheiden stil,
Want wij, kleine kriebelmensen,
Hebben toch geen eigen wil.
Als de heren gaan beslissen,
Over ons en zonder ons,
Zitten wij steeds op de planken,
En zij liggen in het dons.
Ten hoogste worden wij betiteld,
Als een lastig mopperaar,
Ook al mógen we wat zeggen …..
Luist’ren doen ze er niet naar.
Soms hebben ze ons even nodig,
Dan verbergen ze hun ergenis,
Doch dat is alleen in tijden,
Als er gauw verkiezing is.
Zit men dan weer op het stoeltje,
Drinkt men rustig weer een glas.
Heeft men maling aan het vulgus,
Blijft de zaak zoals het was.
‘k Ben wat in een somb’re stemming,
Maar U snapt toch zeker wel,
Dat ‘k geen lofgedicht kan schrijven,
Na ontvangst van dwangbevel?

10 December 1949
Wie Wie Wie (gedicht)
Nu de winter weer gaat komen,
En de kachel lustig snort,
Krijg ik af en toe van vrouwlief,
Snert met kluiven op mijn bord.
Ah, ze kan zo heerlijk koken,
Wordt de snert op ’t vuur gezet,
Loop ik al te watertanden,
Snert, zo dikkig en zo vet!
Varkensoren, vette kluiven,
Gooi maar in, ’t kan niet op,

Kleine vette varkenspootjes,
Soms een halve varkenskop.
Het is een familiefeestje,
Als we kluiven kluiven gaan,
Snert die moet je kunnen kauwen,
Lepels moeten blijven staan. .
Dank zij Mansholt zijn er varkens,
Nu alweer in overvloed,
Mansholt heeft een nieuwe slagzin,
Voed je duur en voed je goed.
’t Varkensvlees gaat duurder worden,
Dat is eigenlijk te grijs,
„Maak je niet bezorgd” zegt Mansholt,
„Suiker wordt verlaagd in prijs”.
Zal er nu in plaats van kluiven,
Wat anders in de snertpot gaan?
Mansholt heeft, geloof ik,
suiker In de erwtensoep gedaan.

Een laatste getuigenis
Nadat we China verloren hadden, hebben we nu Moskou de gelegenheid gegeven, waarop het gewacht en waarvoor het gewerkt heeft, om door te dringen in Indonesië, een gebied, dat de sleutel zou kunnen worden tot een grote oorlog in de Pacific. Rechtstreeks en door de verenigde naties hebben wij Nederland gedwongen Indonesië zo vlug mogelijk en plotseling vrij te laten, dat er in de eerste vijf jaar, gedurende welke Wereldoorlog III óf onafwendbaar of onwaarschijnlijk zal worden,
daar geen stabiele regering zal zijn. We hebben onze van ganser harte gegeven steun weggegooid aan de minst democratische, minst Westers georiënteerde politieke groep van deze eilanden, haar daarbij een overheersende positie gevende in de toekomstige nieuwe regering. Militairen en zakenlieden zijn ervan overtuigd, dat Washington bekend moet zijn met de strategische betekenis van Indonesië in een mogelijke oorlog tussen Rusland en de democratieën. De twee voornaamste redenen hiervoor zijn: 1. Deze eilanden zijn een snijpunt van de luchtwegen van de zuidelijke Pacific. Van Batavia naar Australië is het slechts 1600 mijl; naar de Philipijnen is het ongeveer 14OO mijl; naar Singapore slechts 500 mijl. Vanuit Java, Borneo, Sumatra en Celebes kunnen moderne langeafstandsbommenwepers de Philipijnen, Australië de zeeroutes over de Indische Oceaan, de Zuid-Chinese Zee, in het algemeen de Zuid-Pacific voortdurend bedreigen. 2. De eilanden zijn rijk aan aardolie. Velden met voorraden tot een miljard barrel zijn al bekend. Volgens de bedrijfsdirecteur van de Standard Vacuüm A. Wright bestaat er geen twijfel aan, dat er zo nodig een 2e miljard kan worden ontdekt. China is thans geheel in handen van Moskou. Sowjet-agenten zijn ijverig aan het werk in Indo-China, Birma en Malakka. Waarnemers, die dit gebied kennen, zouden verwonderd zijn indien de communistische druk niet verder van China naar het Zuiden zou worden voortgezet naar Indonesië. Deze vrees wordt versterkt door uitlatingen, onlangs in Moskou gedaan door Evgency Zhukow, corresponderend lid van de Sowjet-Academi voor Weten schappen. In een korte-golf uitzending over dit gebied gaf hij een verslag van de rol, die de Sowjet-Unie heeft gespeeld bij de onafhankelijkheidsbewegingen in China, op Malakka, in Birma en Vietman en elders. Verscheidene niet-Nederlandse waarnemers geloven, dat de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en andere Westerse democratieën hier zeer groot belang hebben bij de handhaving van een standvastige
regering. Zulk een regering zou bereid en in staat zijn Sowjetagressie te weerstaan, en, bij een werkelijk gewapende . inval zou men erop kunnen vertrouwen, dat zij een beroep zou doen op de Westerse militaire krachten om bijstand. Er was een kans om hier zo’n regering te krijgen. De Verenigde Staten keerden deze gelegenheid opzettelijk de rug toe en gaven hun volle steun aan een groep, welker bedoelingen verdacht en welker bekwaamheid nog twijfelachtiger is. Batavia, Juli 1949

De kinderbijslag voor zelfstandigen
Het Kon. Ned. Landbouwcomité, het Ned. Verbond van Middenstandsverenigingen, de Ned. Kath Boeren- en Tuindersbond en de Ned. Kath. Middenstandbond richten een gezamenlijk adres tot de Tweede Kamer met het verzoek, te bevorderen, dat op korte termijn een noodvoorziening voor kinderbijslag aan zelfstandigen tot stand komt.

17 December 1949
Zure suiker (gedicht)
Excellentie uw berichten,
Lees ik altijd in de krant,
Van minis’striële dingen,
Heb ik niet zo veel verstand.
U hebt ook een huishoudboekje,
Van uw groot departement,
‘k Hoop dat u ook straks kunt zeggen,
Alles klopt tot op een cent.
Maar als ik mijn huishoudboekje,
Zo eens eens per week bekijk,
Zeg ik elke keer weer zuchtend :
„Ik word denk ik ook niet rijk.”
‘k Was zo blij met uw berichtje,
Van verlaagde suikerprijs,
’t Besluit die prijs te gaan verlagen ,
Vond ik kort gezegd : zeer wijs.
Zal ik u eens wat verklappen,
U hebt het nu bij ons vergokt.
Want de prijs blijft nu t zelfde,
De minister ….. heeft gejokt.
Heus, we zullen wel weer zoet zijn,
Ook al, blijft de suiker duur,
Maar zo’n zuurzoet krantberichtje,
Vind ik toch wel extra zuur.

Een laatste getuigenis
Wat de Amerikaanse Actie in INDONESIË BETEKENDE Door S. BURTON HEATH, winnaar van de Pulitzer-prijs NEA Staff-Correspondent. De Republiek, uitgeroepen in het Japanse hoofdkwartier door twee oorlogscollaborateurs, zal slechts één ,,Negara” .deelstaat, zijn van de Verenigde Staten van Indonesië, die dit najaar in Den Haag zullen worden gevormd. Er zullen er nog zes of acht anderen zijn. Hun aantal en hun grenzen moeten nog worden vastgesteld. Deze en andere details van de constitutie moeten worden besproken door een voorlopig parlement, dat bijeengeroepen zal worden nadat de onafhankelijkheid zal zijn verleend. Maar omdat de Verenigde Staten deze Republiek in al zijn controversies met zowel de Nederlanders als de rest van Indonesië krachtig en zonder ophouden hebben gesteund, zal de Republiek, en president Sukarno en vice-president Mohammed Hatta, in een zeer sterke positie naar deze constitutionele vergadering gaan. De Republiek heeft nooit een verkiezing gehouden voor enige functie, uitvoerend of wetgevend, gedurende bijna vier jaren van haar bestaan. Aan de andere kant heeft de negara Oost-Indonesië geheime verkiezingen gehouden voor alle plaatselijke ambten en zal in September bij geheime stemming een negara-parlement kiezen. En Borneo is bezig met de voorbereidingen voor de vestiging van een het eiland omvattende negara met democratische verkiezingen. Zodoende heeft de Amerikaanse actie gediend om, in het plan voor de oprichting van de Verenigde Staten van Indonesië, een eenzijdige invloed te schenken aan de minst democratische van alle grotere groepen van de eilanden. Dit schept de mogelijkheid van verwarring in het komende jaar, wat juist datgene is, wat iedere communistische groep met welgevallen ziet. De Federalisten, gepresenteerd door de Oost-Indonesiërs en de Borneoërs en de Republiek ontmoeten elkaar op een inter-Indonesische conferentie, om tot overeenstemming te komen over een voorlopige regering, aan welke de Nederlanders, in Den Haag, de souvereiniteit kunnen overdragen. Waar beide groepen vrijheid wensen, zijn sommige waarnemers van mening, dat zij elke mogelijke reden tot meningsverschil zullen vermijden, om die te verschuiven naar de constituerende vergadering. Volgens deze waarnemers zullen de Nederlanders in Den Haag bijna alles willen tekenen om buiten deze verwikkelingen te blijven. De Indonesiërs zullen hun onafhankelijkheid krijgen zonder dat zij de vraag hebben opgelost, die sinds 1945 tot zoveel bloedvergieten en oproerigheid aanleiding heeft gegeven In hoeverre kan de Sukarno-Hatta regering haar wil aan de rest van Indonesië opleggen? Daarna, waarschijnlijk het volgend jaar, zal de constituerende vergadering bijeenkomen, wanneer beide partijen van goeden wil zijn, dan is er geen vraagstuk, dat niet kan worden opgelost. Maar, als de Nederlanders eenmaal zijn vertrokken, dan zal de Republiek met de enige gewapende macht van betekenis, de T.N.I., een argument in handen hebben, dat buiten alle proporties is tot haar positie. Zij zou zeer goed in staat kunnen zijn haar wil aan de rest van Indonsië op te leggen, of een langdurige periode van burgeroorlog als alternatief stellen. Batavia, Juli 1949. (Overgenomen uit de uitgave van de V.V.D. te Amsterdam).

Brutale Inbraak
In de nacht van Donderdag op Vrijdag hebben dieven kans gezien de brandkast van de heer B. Seesing te Keyenburg van zijn voetstuk te lichten en deze geheel mede te nemen. Ofschoon de politie direct tot onderzoek overging, is het haar tot heden nog niet gelukt ook maar een spoor van de daders machtig te worden. De heer S. was niet tegen inbraak verzekerd.
 

24 December 1949
Ode aan minister Lieftinck (gedicht)
Strakjes is dit goede jaar weer,
Zo gezegd : verleden tijd.
Daarom even op de valreep,
Mijn beste vriend een lied gewijd.
In de afgelopen maanden,
Heb ik vaak z’n naam genoemd,

Is er eig’lijk één minister,
Zo berucht en zo beroemd ?
Nu is er met de belasting,
Iets bijzonders aan de hand,
Volgens Zijne Excellentie,
Is er grote achterstand.
Gróót en kleine geldbedragen,
Dienen strakjes nog betaald,
Dit wordt volgens de minister,
Langzaamaan weer ingehaald.
Zó lang zijn we schuldenaren,
Van het Nederlandse rijk,
Daarna zijn we, volgens Lieftinck,
Met die schulden weer gelijk.
De Minister wil wel wachten,
Tot de tijd wat beter wordt,
Soepelheid wil hij betrachten,
Want de burger komt te kort.
Inderdaad minister Lieftinck,
’t Zij volkomen toegestemd,
Als ’t zó doorgaat, Excellentie,
Staan wij allen in ons hemd.

Een laatste getuigenis Hoe Indonesische rapporten verdraaid werden, Door S. BURTON HEATH, winnaar van de Pulitzer-prijs NEA Staff-Correspondent. Twee jaar geleden konden de Ver. Staten nog tussen twee dingen kiezen in Indonesië. Een stabiele, sterke vriendschappelijk gezinde regering wensend als een bolwerk tegen het communisme, konden zij de Republiek kiezen, wat zij deden, of de Federalisten. Ons Departement van Buitenlandse Zaken schatte de Republikeinen op hun eigen nominale waarde. Het negeerde de rapporten over collaboratie in oorlogstijd over president Sukarno en vice-president Mohammed Hatta. Het rekende de zeer sterke infiltratie van door Moskou getrainde communisten niet, die nu bijna allen dood of vertrokken zijn, maar die toen allen hoge posten bekleedden. Het accepteerde als democraten een door zichzelf benoemde oligarchie, die zelfs nooit het voorwendsel van een democratische handelwijze gebruikte en dit tot op vandaag nog nooit gedaan heeft. Het Departement van Buitenlandse Zaken en de Verenigde Naties onder leiding van Amerika weigerde te  luisteren naar een delegatie van vier zeer vooraanstaande Indonesiërs, die naar de Verenigde Staten gingen om de wereld te vertellen, dat de Republiek niet geheel Indonesië vertegenwoordigde, doch slechts een deel. Een groep Amerikaanse journalisten, die zich vrij over de eilanden kon bewegen, heeft zonder succes getracht te ontdekken wie aan het Departement van Buitenlandse Zaken de informaties verstrekte, waarop deze gedragslijn was gebaseerd. Slechts twee dingen konden zonder twijfel worden vastgesteld : 1. dat de vertegenwoordigers van het Departement van Buitenlandse Zaken in Indonesië de komst zeer betreuren van de Amerikaanse journalisten, die bijna unaniem de Indonesische politiek van het Departement van Buitenlandse Zaken veroordelen als een bedreiging voor de Amerikaanse veiligheid. 2. Jonge Amerikaanse en Australische officieren, aangewezen als militaire waarnemers voor de Verenigde Naties, zijn ervan overtuigd dat hun feitelijke rapporten werden verdraaid, voordat ze naar Washington, Canberra en Lake Success worden doorgegeven. Zij zeggen, dat het doelloos is anti-Republiekeinse of pro Nederlandse rapporten in te sturen. Deze rapporten gaan door de handen van de Australische Brigadier C. E. Prior en de Amerikaanse kolonel W. B. Carlock, tot wier verantwoordelijkheid het behoort deze rapporten samen te vatten tot een homogeen beeld van wat er gebeurt. Er bestaat geen twijfel aan voor degene, die over deze eilanden heeft gereisd, dat alle Indonesiërs de onafhankelijkheid wensen, zo snel mogelijk. Er bestaat geen twijfel aan, zelfs de Nederl. hier geven dit toe, dat de Nederlanders zich niet bekwaam hebben getoond in het hanteren van een gevoelige situatie en in het duidelijk maken aan de wereld van hun standpunt in het geschil. Het vraagstuk, voor Indonesië, was eenvoudig: Zou de door zichzelf benoemde Republikeinse olichargie, die hoofdzakelijk Java vertegenwoordigt, aan de andere 39 nationaliteiten, verspreid over een gebied bijna zo groot als de Verenigde Staten, één alles omvattende staat opdringen ? Zelfs zonder de andere kant te horen, antwoordden de Verenigde
Staten hierop „ja”. Het vraagstuk was voor de Verenigde Staten eveneens eenvoudig : Moest de overdracht geschieden in handen van een gematigde groep, vrij van Japanse collaboratie en van Stalinisme, die gaarne raad zou aannemen en hulp, bij het op eigen benen gaan staan? Of zou deze geschieden in handen van Sukarno-Hatta, die alle Nederlanders er direct uit willen hebben en die zich niet voor kunnen stellen, dat ze hulp van de Verenigde Staten nodig zouden hebben? Het Departement van Buitenlandse Zaken koos Sukarno en Hatta. (Overgenomen uit de uitgave van de V.V.D. te Amsterdam).

Plaatselijk Nieuws De Rimboekist
Het bestuur der U.V.V. kreeg deze week bericht, dat de Rimboekist, bijeengebracht door de burgerij van Hengelo-Gld, in Indië is aangekomen en wel op een buitenpost bii Tempeh. De brief is geschreven door A. S. Suurland sold. 1e kl., hij schrijft o.a.: „Eén dezer weken mochten wij een Rimboekist ontvangen, geschonken door de burgerij van Hengelo-Gld en wij brengen onze hartelijke dank aan deze burgerij voor de milde gaven, waardoor het mogelijk was deze kist te zenden. Hij werd met groot gejuich ontvangen, en we hebben door het ontspanningsmateriaal al vele gezellige uren gehad. De gramofoon was ook prachtig, we hebben al menig plaatje gedraaid en we genieten er nog dagelijks van. Wilt U zo goed zijn de hartelijke dank van ons allen over te brengen aan de burgerij van Hengelo-Gld?

Geldlening
Gedurende de laatste jaren zijn diverse kapitaalswerken uitgevoerd, zonder dat ter dekking van die uitgaven een vaste geldlening was gesloten. Al deze kosten werden uit kasgeldleningen betaald. B. en W. delen de raad mede, dat het nodig is dat deze kasgeldleningen worden omgezet in een vaste lening, waarin dan tevens kan worden opgenomen het nadelig saldo van de laatste jaren tot en met 1947. Met de Coöp. Boerenleenbank „Landbouwbelang”, te Hengelo-Gld is overeenstemming bereikt tot het verstrekken van een geldlening van f 220.000.— tegen een door de Ministers van Binnenlandse Zaken en Financiën vastgesteld rentepercentage van 3%. De bank heeft zich het recht voorbehouden om de lening, op haar kosten, eventueel om te zetten in een obligatielening met stukken van tenminste f 500.—, terwijl de gemeente het recht heeft om na een looptijd van 5 jaar tot versterkte aflossing over te gaan. B. en W. stellen de raad voor te besluiten tot het aangaan van die geldlening.

Verdeling bouwvolume
Blijkens mededeling van Ged. Staten, is het bouwvolume voor deze gemeente vastgesteld op 2791 m3 klassificatie inhoud, terwijl bovendien is toegewezen een bouwvolume van 560 m3 in verband met industriële ontwikkeling van deze gemeente. Na verschillende overwegingen delen B. en W. aan de raad mede, dat het hun bedoeling is van de totale inhoud 1130 m3, dit is voor 4 woningen, aan particulieren, die met rijkssteun wensen te bouwen, toe te wijzen. Het resterende gedeelte zal dan kunnen worden bestemd voor het bouwen van 2 woningen op de Keyenburg en 2 woningen in Hengelo (z.g. middenstandswoningen), zodat het overschietende gedeelte beschikbaar blijft voor 2 arbeidswoningen aan de Zuivelweg. Het bouwen van duplex-woningen in deze gemeente menen zij momenteel nog niet te kunnen aanbevelen. De extra toewijzing voor industriële doeleinden, hebben zij momenteel nog geen bestemming gegeven, doch het is echter vrijwel zeker, dat een van de hier gevestigde bedrijven daarvan gebruik wil maken en indien dit het geval mocht zijn het hun bedoeling dan is hierin een gunstige beslissing te nemen. B. en W. koesteren de hoop, dat de raad zich met deze verdeling zal kunnen verenigen.

Het Brood zal weer bezorgd worden
Naar we vernemen, hebben de bakkers alhier besloten met ingang van 15 Maart a.s. het brood weer bij hun klanten te bezorgen. Voorts is in de vergadering van November j.l. de prijszetting van diverse artikelen vastgesteld.

31 December 1949
De laatste Daad (gedicht)
Het jaar had haast de lange weg,
Ten einde toe volbracht en,
Bij d’andere mijlpaal stond alreeds,
Het nieuwe jaar te wachten.
Het oude jaar droeg met zich mee,
Het lijvig boekwerk van zijn leven,
Nog weinig tijd en ’t laatste blad,
Werd dan door hem beschreven.
Dit boek bevatte zeer veel goeds,
Veel eerlijk goede daden,
Maar daarbij had ook dit boek weer,
Nog vele zwarte bladen.
’t Bevatte de geschiedenis,
Van dagen vol van glorie,
De laatste bladen meldden,
zelfs Een mijlpaal der historie.
Op deze bladzij schreef hij nog,
De wens en zegenbede:
Laat dit uw daad van vrijheid zijn,
Want zij betekent vrede.
Moge in de toekomst deze daad,
De vredesheil versterken,
De nieuwe unie t’ allen tijd,
In vrede samen werken.

Raadsverslag Hengelo-GId
Bij de ingekomen stukken bevonden zich goedgekeurde raadsbesluiten tot het verwijderen van de tramrails  in de straat en Raadhuisstraat met daarmede verband houdende bestratingswerken, het aanleggen van een parkeer voor de paardenmarkten en het bestralen van de Zuivelweg in verband met de woningbouw, alsmede de goedgekeurde begrafenisrechten. In een uitvoerig schrijven deden B. en W. mededelingen van het toegewezen woningbouwvolume voor 1950 en de wijze waarop daaraan een bestemming is geven. Daaruit bleek dat de gemeente de beschikking krijgt over een volume van 2791 m3 en bovendien over 560 m3 voor woningen ten behoeve van industriepersoneel. Hiervan is aan particulieren toegewezen 1130 m3 voor 4 woningen terwijl aan het industrie contingent nog een bestemming moet worden gegeven. Het restant zal worden gebruikt voor 2 middenstandswoningen aan de Ruurloseweg en 2 te Keyenburg en voor 2 arbeiderswoningen aan de Zuivelweg. Van hun aanvankelijk voornemen over te gaan tot het bouwen van enkele Duplexwoningen  hebben B. en W. afgezien omdat zij deze bouw mede met het oog op de geringe toewijzing voor deze gemeente voorlopig geen juiste oplossing vinden. De voorz. spreekt de hoop uit dat de beslissing van B. en W. de instemming van de raad zal hebben hoewel de toewijzing niet ruim is, verheugt het B. en W. toch dat de gemeente, ondanks het feit dat weinig te verdelen viel, wat de toewijzing betreft, niet ongunstiger is behandeld dan het vorig jaar. De heer Oldenhave verklaart eveneens verheugd te zijn over deze mededeling. Het is goed dat de raad weet hoe het met de woningbouw staat. Ieder kan zich nu overtuigen hoe weinig nog gebouwd kan worden want de toewijzing is beslist onvoldoende. Spr. kan met de motivering van B. en W. accoord gaan doch wijst erop dat bij Duplexwoningen enkele gezinnen meer hadden kunnen worden geholpen, waarop de voorz. zegt dat hierover door B. en W. wel uitvoerig is gesproken, doch dat men tot de conclusie is gekomen hiertoe thans niet te moeten overgaan. Nu het mogelijk is, reeds binnen enkele dagen de bouw van 2 middenstandswoningen als onderdeel van bouwplan 1950 aan te besteden, is het nodig bij het Rijk een aanvraag  in te dienen om een bijdrage in het jaarlijkse exploitatietekort van deze woningen, waartoe B. en W. het voorstel doen. De heer Besselink informeert of bij de toewijzing ook rekening is gehouden met het aantal woningzoekenden, daar dit aantal tenminste 80 bedraagt, komt  het spreker voor, dat deze gemeente in verhouding tot andere plaatsen te karig is bedeeld. De voorz.antwoordt, dat de plaatselijke omstandigheden volledig aan het Prov. Bestuur zijn medegedeeld en dat daarop de toewijzing gebaseerd is, waaraan wethouder Tijdink toevoegt, dat het een juiste maatregel is geweest, dat het Rijk de verdeling van het bouwvolume heeft overgeheveld naar het Prov. Bestuur, omdat dit Bestuur beter dan de centrale instantie met de toestanden in de provincie bekend is. Tot het aanvragen van de bijdrage werd besloten. Van de omstandigheid dat het bestuur van de kleuterschool aan de Regelinkstraat enkele jaren geleden aan het gemeentebestuur medewerking heeft verzocht tot verhoging van het subsidie voor die school, thans f 150.— per jaar, hebben B. en W. gebruik gemaakt een geheel nieuwe regeling voor die subsidieverlening te ontwerpen, waarin niet alleen is betrokken de R.K. kleuterschool te Keyenburg, maar die ook gelden zal voor de in 1947 opgerichte kleuterschool aan de Spalstraat. Hoewel B. en W. aanvankelijk zijn uitgegaan van het bedrag van f 10.— per leerling per jaar, met welk bedrag ook in de begrotingen voor 1948 en 1949 werd rekening gehouden, bij nader tot de overtuiging gekomen dat een bedrag van f 10.— per leerling volstrekt onvoldoende is om de noodlijdendheid van de kleuterscholen op te heffen, temeer daar bij de subsidieverlening ingevolge eis van Ged. Staten, leerlingen beneden de 4 jaar buiten beschouwing worden gelaten. Zij stellen daarom voor, met ingang van l Januari 1948 het subsidie te bepalen op ten hoogste f 15.— per leerling van 4 tot 6 jaar per jaar, met dien verstande dat het subsidie het werkelijk exploitatietekort niet zal overschrijden. Bij aanneming van dit voorstel zullen de uitgaven voor de gemeente voor het kleuteronderwijs van f 300.— per jaar stijgen tot ongeveer f 1400.— per jaar. De heer Besselink heeft enig bezwaar tegen de bepaling dat de begroting en de rekening van de scholen en de salarisregeling van het onderwijzend personeel aan de goedkeuring van B. en W. moeten worden onderworpen. Hij acht goedkeuring niet nodig en ziet daarin een zekere inmenging van de gemeente in de rechten van de schoolbesturen. Spreker zou willen volstaan met de eis, dat financiële bescheiden aan B. en W. moeten werden ingezonden, terw ijl hij meent dat de salarisregeling reeds door andere instanties beoordeeld wordt, welke mening, naar de voorzitter opmerkt, niet juist is. De heer Kelderman wil, in tegenstelling met de heer Besse» link, nog een stap verder gaan en de begroting en rekening ter goedkeuring doen voorleggen aan de Raad. In verband hiermee merkt hij op, dat de bewoners van de buitenwijken geen gelegenheid hebben hun kinderen naar de kleuterschool te sturen, terwijl zij wel in de financiële lasten moeten bijdragen. Wethouder Luesink merkt op dat subsidieverlening aan de gemeente het recht geeft toezicht te houden op de besteding der gelden. Ook wethouder Tijdink is het niet met de heer Besselink eens. Van ongeoorloofde inmenging in de zaken van de schoolbesturen is geen sprake. Als de besturen uitgaven doen, hebben B. en W. het recht, op grond van financiële steun, te beoordelen of deze uitgaven juist zijn. Het bedrag van f 15.— is niet een maximum. Wanneer blijkt dat bijv. met f 8.— kan worden volstaan, wordt niet meer dan dit bedrag uitbetaald. Naar aanleiding van de opmerking van de heer Kelderman zegt spreker, dat het hem onverschillig is of B. en W. dan wel de Raad de rekening en begroting goedkeuren, en wat betreft het bezoek van leerlingen uit de buitenwijken, merkt hij op de scholen in het dorp ook voor deze leerlingen openstaan en dat het hier betreft een kwestie van saamhorigheid en van het dragen van gemeenschappelijke Kisten. Bovendien is het mogelijk dat ook in bepaalde buitenwijken b.v. te Bekveld, een kleuterschool wordt opgericht, en in dat geval zou men daar in de/elfde positie komen te verkeren als de bewoners van het dorp. Op een vraag van de heer Jansen of de schoolgeldregeling overeenkomt met de aanstaande regeling antwoordt wethouder Tijdink dat de regeling vrijwel overeenkomt met die welke thans voor de school aan de Regelinkstraat geldt en het hierover volledig overeenstemming met de schoolbesturen s bereikt. Het voorstel van B. en W. wordt hierna met algemene stemmen aangenomen.