2017-03 Thuis bij: Groot Kormelink

Uit de Olde Kaste 2017-03

Auteur: Rob Mullink

Thuis bij: Groot Kormelink

We zijn deze keer aangeschoven aan de keukentafel bij Aloys en Lies Groot Kormelink in hun gezellige huis aan de Wilhelminalaan te Hengelo (G).
Aloys Groot Kormelink is geboren in 1935 in Groenlo en is dus een rasechte Grollenaar. Hij kwam uit een groot gezin en zijn ouders hadden een boerderij. Iedereen moest helpen op de boerderij, maar Aloys had hier helemaal niets mee. Als kleine jongen spaarde hij al schroefjes en boutjes en kon hij op heel jonge leeftijd al een horloge of wekker in elkaar zetten. Dat was zijn ding.


Omdat hij alle onderdeeltjes in zijn broekzak “spaarde” kon deze voordat het in de was ging rechtop tegen de muur gezet worden zonder in elkaar te zakken.Toen hij 14 jaar was, begon hij te werken bij horlogerie Moorman in Doetinchem. Er werd overeengekomen dat hij er minimaal 3 jaar zou blijven werken. Het dikste telefoonboek, dat van Amsterdam, moest op de stoel gelegd worden om de goede “hoogte” aan de werkbank te verkrijgen.
In het vierde jaar maakte hij de overstap naar juwelier Bertram in Zelhem. Hier heeft Aloys 1 jaar gewerkt om vervolgens weer terug te keren naar horlogerie Moorman in Doetinchem die inmiddels een tweede zaak had geopend.
Na hier enige tijd gewerkt te hebben vertrok Aloys uit Doetinchem en ging werken bij Juwelier Opticien Heinen in Lichtenvoorde. In 1955 moest Aloys in militaire dienst en daar kwam hij de Hengeloër Benny Waenink tegen. Al snel kwam Aloys er achter dat Benny ook nog een zuster had, Lies. Hij vroeg aan Benny: “Zal ik ze eens schrijven”? waarop Benny antwoordde:
“A’j mooi schrieft, schrif ze terugge” En inderdaad dat gebeurde. Lies werkte in een supermarkt in Ruurlo. Vaak ontmoetten ze elkaar op het station in Ruurlo. De tante van Lies haar baas had nog weleens te doen met soldaat Aloys als hij weer in zijn pakkie net met de trein aankwam. Vaak maakte ze dan een uitsmijter voor hem.
In 1964 gingen Aloys en Lies trouwen. Het was dhr. Bertram uit Zelhem(horlogerie) die tegen Aloys zei: Als je voor jezelf wilt beginnen moet je dat in Hengel doen en niet op de Keijenborg, want daar zit ik al 1 dag in de week.

Foto: Collectie Groot Kormelink

Uiteindelijk werd er medio 1962 een pand gevonden aan de Kerkstraat in Hengelo, het pand van Wenneke. Hier hebben ze 1.5 jaar een winkeltje gehad. Al pratende komen de herinneringen weer naar boven. Het dak van dat pand was zo lek al een zeef. Als er een flinke regen of onweersbui was, moesten soms wel 12 afwasbakken het water opvangen. Maar overal werd een( creatieve) oplossing voor gevonden. Door de groei van de zaak en de daarbij behorende toenemende drukte, werd het pand aan de Kerkstraat te klein. En moesten ze omzien naar een grotere verkoopruimte met werkplaats.
Een kleine anekdote van Aloys: Er kwam eens een boer uit Varssel de winkel binnen. Hij voelde zich in de broekzak en zei:”Ut hef al z’n laeven goed e-gaon maor noe is e gaon staon.” (Hij bedoelde zijn zakhorloge). Aloys zegt: Ik heb er verscheinenden “liekke”ezet. (horloges en klokken). Mooie uitspraken. Maar goed, ze wisten dat er toch naar een ander pand gezocht moest worden. Het was tijdens een wandeling dat ze langs het groentewinkeltje van Taken kwamen. Dit groente winkeltje was gevestigd op de hoek van de Spalstraat en de Iekink. Aloys zei tegen Lies: “dit is een mooie locatie”. Hier zouden wij wel willen wonen en zaken doen. Deze plek lijkt heel geschikt voor ons.
In 1964 was het zover. Na grondige verbouwingen werd de nieuwe winkel geopend.
Een redactioneel stukje uit de lokale krant:
De heer Groot Kormelink opende een nieuwe winkel in een pand aan de Spalstraat (tegenover garage Wolsink). Hierin was voorheen gevestigd de groente- en fruithandel van de fa. Taken.In de winkel staan langs de wanden enkele vitrines opgesteld, waarin de artikelen goed tot hun recht komen. De toonbank is eenvoudig doch smaakvol uitgevoerd naar eigen idee van dhr. Groot Kormelink. De wanden zijn met licht behang overtrokken. Door de grotere ruimte gaat hij zich ook toeleggen op sportbekers en pleet.
Vanaf 1966 begonnen zij ook met brillen. Maar hiervoor moesten Aloys en Lies beiden eerst een vierjarige opticien opleiding volgen. Een opleiding die zij beiden met succes afrondden.
We maken een sprong in de tijd. In het jaar 2000 werd de zaak overgenomen door de kinderen. Uniek is te vermelden dat van de 4 dochters er 3 in het vak van opticien zijn gegaan.

Foto: Collectie Groot Kormelink


De huidige OptiekwinkelFoto: Rob Mullink