2003-01 Het pand van Hulsteijn

Uit de Olde Kaste 2003-01 Auteur: Eddy Geurtsen Een gapend gat in de Hengelose dorpskern, een open vlakte die tot voor enkele jaren nog werd gevuld door een groot pand. Het ‘pand van Hulsteijn’ is gesloopt.

Uit de Olde Kaste 2003-01

Auteur: Eddy Geurtsen

Het pand van Hulsteijn

Een gapend gat in de Hengelose dorpskern, een open vlakte die tot voor enkele jaren nog werd gevuld door een groot pand. Het ‘pand van Hulsteijn’ is gesloopt. Voor het bestuur van de Oudheidkundige Vereniging was de voorgenomen sloop een reden om aan de bel te trekken bij de gemeente Hengelo met de vraag of de 100-jarige gevelsteen gespaard kon worden.


Nader onderzoek leerde echter dat het hier niet om een gevelsteen ging, maar om een aangestreken cementtegel met inscriptie. Een poging om het voorwerp te verwijderen mislukte, het cement liet spontaan los van de bakstenen ondergrond. De gemeente heeft de ‘steen’ op de foto gezet. Naast een afdruk van deze foto heeft de Oudheidkundige Vereniging een lijst ontvangen van alle bewoners over de periode 1820-1939. Hoewel het in principe een tamelijk saaie opsommingslijst betreft, is aan de hand van deze gegevens een goed inzicht te krijgen in de bewoningsgeschiedenis.


De 100-jarige gerestaureerde gevelsteen
Foto collectie OVHG


Op 14 mei 1822 is de ‘Rentenierster’ Geertruida Westerholt de hoofdbewoonster. Ze verhuurt kamers, onder andere aan de jonge notaris Ghym. ln mei 1835 verlaat mevrouw Westerholt het huis, zij gaat naar huisnummer 1, de notaris gaat naar nummer 20.
De nieuwe bewoner heet Sally Fortuin, de joodse koopman uit Lochem met zijn vrouw en een dienstmeid. ln december van dat jaar wordt zoon Maurits geboren, daarna volgen Helena in 1838, Jacob Mozes in 1840 (een paar maand na zijn geboorte overleden), Asser in 1841, Bernard 1844, Antje 1845, Tresa 1847 overlijden al heel snel na de geboorte. Matilda wordt in 1850 geboren en in 1855 komt er nog een nakomertje, Salomon.
December 1859 sterft Sally, de weduwe Fortuin blijft er wel wonen met haar kinderen en aangetrouwde familie. ln 1879 vertrekt ze naar Ootmarsum. In Twente heeft ze blijkbaar nog veel relaties wonen, ze is daar geboren.
Simon Jacobs met zijn gezin is de nieuwe bewoner. Met zijn vrouw Sara Samuels en enkele kinderen betrekt deze joodse koopman het pand. Hij komt in 1881 te overlijden, maar zijn weduwe blijft er wonen tot aan haar dood in 1894.
Abraham Jacobs, zoon van de overleden Simon, van beroep manufakturier, wordt de nieuwe hoofdbewoner. Hij is getrouwd met Roosje de Groot, geboren in Almelo. Als Roosje in 1895 overlijdt, trouwt Abraham met Etje de Groot. Etje is ook in Almelo geboren, dus ze kon wel eens een zuster zijn van Roosje. Om Abraham heen ontstaat een omvangrijke familie; kinderen, kleinkinderen vinden allen een woonplaats in zijn huis.

Lees verder op pagina 2