Uit de Olde Kaste 2015-01
Auteur: Everhardt Lubbers
’t Jûddenstroatjen
Everhardt Lubbers vindt poëtisch werk van zijn tante.
Gedicht ter nagedachtenis aan de Hengelse synagoge. Gepubliceerd: 29-04-2013
Hengelo – “Recent vond ik een gedicht, geschreven door mijn tante mevrouw W(Wil|y) Lubbers-Lubbers”, zo schrijft Everhardt Lubbers de redactie van Contact.
“Dit gedicht heeft mijn tante in november 1979 geschreven en voorgedragen bij de onthulling van het monument ter nagedachtenis aan de Hengelose synagoge.”
ln het gedicht ’t Jûddenstroatjen’ beschrijft mevrouw Lubbers hoe een aantal inwoners van Hengelo het initiatief heeft genomen tot de oprichting van het monument. Vervolgens geeft ze een beeld van het Hengelo rond de jaren dertig/veertig, specifiek gericht op de omgeving rond de Hofstraat (Synagogestraat) waar de de synagoge stond en “waor Jüdden kerkten”.
ln haar gedicht beschrijft ze vervolgens het wegvoeren van de joodse dorpsgenoten “en gin mense wis waorhen”. Haar gedicht eindigt met de woorden:
“De Davidsster, o groots symbool,
De Ster die steeds blif wenken
en die ons wis den kleinen steen,
opdat wi’j zult ”Gedenken”.
Joodse gemeenschap in Hengelo
Op de website van het Joods Historisch Museum is een artikel gewijd aan de joodse gemeenschap in het Gelderse Hengelo:
“Er woonden rond 1750 twee joodse gezinnen. In 1787 was er al een tiental kerkelijk meerderjarige joodse mannen, zodat er in een privé-huis godsdienstoefeningen gehouden konden worden. De gemeenschap groeide in het eerste decennium van de negentiende eeuw zodanig, dat er in 1813 een zelfstandige joodse gemeente opgericht kon worden. Lang duurde deze zelfstandigheid niet, want reeds in 1821 viel joods Hengelo weer onder joods Doetinchem. Toch werd er in 1822 in een bouwvallige schuur aan de Hofstraat een synagoge ingewijd; het gebouw werd in 1837 opgeknapt. Waarschijnlijk werd de joodse gemeente Hengelo pas in de jaren zeventig weer zelfstandig. In 1882 werd in de Korte Hofstraat een nieuwe synagoge gebouwd. Tijdens de bezetting is slechts een klein aantal joden uit Hengelo erin geslaagd onder te duiken. De overigen zijn gedeporteerd en vermoord. Een deel van de Torarollen is door Duitsers en NSB-ers verbrand. Wat behouden is gebleven, is na de oorlog met een deel van de rituele voorwerpen naar Israël gebracht. De overige rituele voorwerpen zijn na de oorlog verdeeld over de joodse gemeenten in Nederland. Na de oorlog is de synagoge verkocht en een paar jaar later afgebroken. De naam Korte Hofstraat werd veranderd in Synagogestraat. De joodse gemeente van Hengelo is in 1947 ontbonden en bij die van Zutphen gevoegd. In Hengelo Gelderland woonden in 1930 39 joden.”
Lees verder op pagina 2