1996-03 Voortekenen en voorgezichten.

Uit de Olde Kaste 1996-03

Auteur: Tienus

Voortekenen en voorgezichten.

De folklore of volkenkunde, de kennis van de zeden en de gebruiken en de opvattingen van het volk, omvat mede het volksgeloof. Tot aan de dag van vandaag is het volksgeloof nog steeds actueel. Zeker niet meer zo sterk aanwezig dan bijvoorbeeld 100 jaar terug, maar helemaal verdwijnen zal het niet.

Elfen, dwergen, demonen, Germaanse godenverering en het mystieke rond de dood zijn onder meer de elementen van dit geloof. Maar ook onder andere sagen en mythen, de duivel, hekserij, de geesten en spoken en niet te vergeten voorspellingen, waaronder voortekenen en voorgezichten (tweede gezicht), maken deel van dit geloof uit. Met name Westfalen, een streek waarin de bewoners rechtstreekse nazaten van de oude Saksers zijn, is verreweg het land van het tweede gezicht. Maar ook de Achterhoek is oud Saksenland. ln de Achterhoek kent men naast de verhalen over de witte wieven, de weerwolven en spoken, dwaallichtjes, ook verhalen over voortekenen en over het “voorgezicht” ook wel “het tweede gezicht” genoemd. De verhalen die zich over “voorgezichten” de ronde doen zijn vaak van weinig rijke inhoud. De “zieners” zagen veelal geen vrolijke zaken maar hadden het vaak over soldaten in slagorde, over kanonnen, of over lijkkoetsen waarin zich silhouetten bevonden met gezichten van buren of andere bekenden. Ze hoorden vaak klokgelui, op plaatsen waar later kerken werden gebouwd. Ze vernamen hamerslagen, waar vijftig jaar later gebouwen kwamen te staan en in de Achterhoek is het verhaal bekend over een stuk grond waar iemand dikwijls vuur over voorbij zag gaan. Later werd hier een spoorlijn aangelegd en beweerde men dat het eerder gesignaleerde vuur hier een voorteken van zou zijn geweest. Dit verhaal zou zich in de omgeving van Zieuwent hebben afgespeeld en de ziener zou ene “Kieke Beerend” zijn geweest.

Voortekenen.
Voortekenen zijn bepaalde zich feitelijk voordoende situaties waaraan de mensen vroeger bepaalde gevolgen aan toekenden. Die gevolgen konden positief of negatief zijn. Een ongelukkig voorteken was bijvoorbeeld, wanneer men bij het op reis gaan:

– een oud “wijf” ontmoette, met name als zij ook nog een spitse kin had (heks);
– op dat moment een blinde, een hinkende of een priester ontmoette. Dit betekende weinig goeds;
– een haas dwars over de weg stoof. Daarentegen: kruiste een zeug met biggen het pad dan was dat een goed voorteken.


Lees verder op pagina 2