2017-02 Thuis bij …..Jan Heijink

Uit de Olde Kaste 2017-02

Auteur: Rob Mullink

Thuis bij …..Jan Heijink

Foto’s: fam. Heijink

Aangeschoven aan de keukentafel bij Jan en Bertha Heijink van woninginrichting De Spannevogel voor een eerste gesprek. Net voor het vervolggesprek werd Bertha kortstondig ziek en overleed afgelopen november. Het echtpaar was 67 jaar getrouwd.


Jan Heijink werd geboren op 23 april 1923 aan de Banninkstraat in Hengelo (G). Hij was 12 jaar en wil de aanvankelijk bakker worden, maar zijn vader, die een boerentimmerbedrijfje had, stond erop dat hij ook timmerman werd. Na de ambachtschool ging hij werken in de timmerfabriek van zijn oom in Leesten. Hier heeft hij het echte ambacht geleerd. Van alles werd er gemaakt van: aken (voor de scheepvaart) tot dressuurkarren voor de paardensport. Het was 1939 dus crisistijd en veel armoede. ln de werkplaats werden zelfs de gebruikte spijkers tijdens de schaft weer recht geslagen. Het weekloon voor 6 dagen arbeid was f. 1,50. Dat is nu niet meer voor te stellen.
Jan weet zich nog te herinneren dat zijn vader in zijn eentje met behulp van een boer, een grote boerderij heeft gebouwd. Een jaar voor de bouw gingen ze samen het bos al in om bomen te verzamelen die dan tot dikke planken werden gezaagd. ln datzelfde jaar werd hij door zijn vader naar huis geroepen i.v.m. grote karweien die hij alleen niet kon uitvoeren. Ruim een jaar heeft hij zijn vader toen geholpen.

In 1940 (tijdens de oorlog) ging hij werken bij Lubbers (meubelfabriek) het “wonderkind” samen met de collega’s Herman Grootbod en Jan Bruggink. Collega Tolkamp werd te werk gesteld in Duitsland en van Sanders ging het verhaal dat hij tijdens een bombardement in een schuilkelder was verdronken doordat een bom de waterleiding had geraakt. De kelder was totaal onder water gelopen. Jan wist dat hij ook ieder moment opgeroepen kon worden door de Duitsers maar wachtte dit niet af en ging onderduiken bij Ome Jan in Leesten. Overdag werkte hij in de timmerfabriek en ’s avonds sliep hij bij zijn grootmoeder die een paar huizen verderop woonde. Overdag kwam hij veelvuldig in contact met de Duitsers, hem is echter nooit gevraagd waar hij vandaan kwam of iets dergelijks. Grote zoeklichten voor nachtelijke droppingen door de geallieerden waren onder de werkbank en achter het timmerhout verstopt.

Met zijn kameraad Gert Meulenbrugge werd menig fietstocht je naar de Veluwe gemaakt. Tijdens een van die tochten ontmoet ten de heren daar een paar meisjes waaron der een zekere Riek. Jan en Riek kregen verkering met elkaar. Riek woonde echter in Krimpen a/d Lek. De afstand vanuit Hengelo naar Krimpen a/d Lek, toch 120 kilometer, vormde geen probleem, dat werd gewoon met de fiets afgelegd.

Lees verder op pagina 2