2019-03 De koster vertelt

Vaak was er in het bos van Vrogten aan de Varsselsweg ook een korte sanitaire stop. In die tijd, 40-50 jaar geleden, kon dat allemaal. Op de begraafplaats werd de dienst geleid door ds. J. Barbas en later door ds. K.G. Kwint. Hierna werden de aanwezigen weer terug verzocht aan het sterfhuis, waar hen dan brood met kaas en koffie werd aangeboden.

Terwijl de familie en belangstellenden naar de begraafplaats waren, was dit alles gereed gemaakt door de buren. De dragers klommen dan op de boerenwagens waarop de kist had gestaan en die bracht hen terug naar het sterfhuis. Voor de begrafenis had men 8 dragers nodig en deze werden aangewezen door het z.g.  “briefjes trekken”. Hierbij werden zoveel briefjes in de “pet” gedaan als er buren waren en op 8 briefjes stond dan “drager.” Degene die zo’n briefje trok, was drager.

In het begin heb ik het gehad over het luiden om 10.00 uur in het dorp en om 11.30 uur voor buiten het dorp. De dorpsgrenzen werden bepaald zoals ze vroeger, vóór 1973/1974 waren: in het dorp en de wijken: A=dorp Hengelo en Keijenborg, B=Dunsborg, C=Gooi, D=Bekveld, E=Noordink, F=Varssel/Veldhoek. In het dorp Hengelo werd een overledene op een houten baar door 8 of 10 dragers op de schouders naar het kerkhof gedragen, voorwaar een hele klus vooral als men wat groot was en de verdeling van de dragers volgens grootte niet helemaal optimaal was.

Dit dragen werd vanaf het Oude Rusthuis aan de Kastanjelaan nog gedaan tot begin jaren 1960.

Na de boerenwagen kwam de lijkkoets en degene die het financieel kon, stapte van de boerenwagen over op de lijkkoets. Deze heeft ook jaren dienst gedaan en was eigendom van de heren Langeler en Wuestenenk en later overgenomen door de diaconie. Men kon zich met deze lijkkoets eerste klas laten begraven. Dan hadden de paarden zwarte kleden over met grote kwasten en op de lijkkoets waren lampen geplaatst welke omfloerst waren met zwarte zijde en de “aanspreker” liep ervoor met een lange sjerp aan de hoge hoed. Op de kist lag een zwart kleed met franje en 4 zwarte kwasten.  Op het kerkhof had men ook een eerste klas graf, dat zijn de 2 blokken links en rechts bij de ingang tot het eerste dwarspad. Werd men tweede klas begraven, dan hadden de paarden zwarte kleden over zonder kwasten en waren de lampen op de lijkkoets niet omfloerst. Het kleed op de kist had alleen geen franje en geen 4 kwasten, terwijl de “aanspreker” geen sjerp aan de hoge hoed had. De tweede klas op het kerkhof zijn de blokken links en rechts tussen het eerste en tweede dwarspad. Bij derde klas begraven hadden de paarden geen kleden over en waren op de lijkkoets geen lampen geplaatst, terwijl het kleed op de kist gewoon glad was zonder franje. De derde klas op de begraafplaats was het blok rechts tussen het tweede dwarspad en het huisje. De blokken links tussen het tweede dwarspad en het huisje waren gedeeltelijk eerste en tweede klas. Eind jaren vijftig, toen men meer overging op auto’s, werd de lijkkoets uit bedrijf genomen. Deze lijkkoets stond gestald bij hotel Langeler. Daar was een grote schuur, naast de plaats waar nu ongeveer de snackbar is. Nadat ze een paar jaar geen dienst meer hadden gedaan, is deze lijkkoets jammer genoeg eind jaren vijftig gesloopt.

Lees verder op pagina 3

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *