1991-04 Het Waerle

Uit de Olde Kaste 1991-04

Auteur: A.W.J. Nieuwenhuis in 1933

Uit de geschiedenis van ‘het Waerle’ te Hengelo (Gelderland)

Menschen van middelbaren leeftijd (45 jaar en ouder), die in Hengelo hun jeugdjaren hebben doorgebracht, zullen zich nog levendig het mooie landgoed “het Waerle” herinneren, een tien minuten gaans buiten het dorp gelegen, aan weerszijden van den stillen Aaltenschen weg, het landhuis rechts.

Het Waerle met zijn bosschen, lanen en vijvers was op mooie Zondagmiddagen in den zomer, de geliefkoosde wandelplaats der dorpelingen, waarbij in den regel op den heen- of den terugweg een bezoek werd gebracht aan “Waerlerkamp” 1) (de begraafplaats). En wie, die het Waerle gekend heeft in zijn oude glorie, kan er zich over verwonderen, dat op schoone zomeravonden Amor op de talrijke idyllische plekjes in rijke mate zijn pijlen afschoot, “dood en leven door elkaar.”
Maar ook wanneer “de wintervorst vierde zijn lusten den toom,” en de vijvers met een “marmeren vloer” waren bedekt, was het Waerle een dorado voor elken liefhebber van schaatsrijden 2), al waren er ook andere gelegenheden voor beoefening onzer bij uitstek vaderlandsche sport. 3)
Heeft iemand niet eens gezegd: “de menschen worden op ”t ijs verbroederd, men spreekt elkander onderling toe, waarschuwt elkander voor gevaarlijke plaatsen, men helpt iemand, dien men nooit gezien heeft, aan een mes, een touwtje of
een stuk band. 4)
“Amor op het íjs” is een liedje van Brouwer 5), maar het is tevens een Hollandsch spreekwoord, want nergens ziet men bij ons meer vrijerij dan op ’t ijs. Wat wonder? Nergens elders geeft de gelegenheid meer recht tot onschuldige vrijheden. De minnaar en ’t meisje vormen een paar: zij rijden hand in hand en draaien hier of daar een eenzame vliet in en bevinden zich alleen. Als zij even rusten zullen, vangt hij haar aan zijn borst op: hij moet de schaatsen aan het kleine voetje aan- en afbinden en de schaatsen zitten nooit langer dan vijf minuten goed.

Lees verder op pagina 2