1996-01 Reisjournaal 1845

Een klugtige voorstelling waarin de Heer Peters uitmunte en bijzonder goed bevallen. Om half twaalf de Baangracht langs de Rozegracht op naar huis waar ze mij wachten.

Den vierden September, ’s morgens om negen uur een sigaar aangestoken, opgewandeld naar de buitenkant, over het nieuwe werk langs de zaagmolen met twee spanzagen, gelegen allen in ‘t water. Op het bolwerk staat noch een stoomkorenfabriek, verder tot aan de Willemspoort (een wandeling van twee uuren), de poort heeft een uurwerk naar de kant van de spoorweg, de Haarlemmerdijk over, de Prinschegracht op naar huis. Met neef een glaasje brandewijn gedronken, om een uur wat gegeten, een beetje regenachtig weder, ’s namiddags met de neef naar buiten, een nieuwe R.K. kerk bezichtigd. Verder langs de tuin der Nederlanden, over het bolwerk de stad weerin, toen de molen de St. Victor noch eens bezocht. Om zeven uur poffertjes gegeten en om acht uuren noch eens naar de beide kameraden geweest om afscheit te nemen. Wat gepraat, weer om onderweg noch een glaasje Rum gedronken, om elf uuren naar mijn kamer.

Den vijfden September, ’s morgens met de neef naar het Trippenhuis, hetwelk niet te zien was. Verder op de nieuwe, en vischmarkten bezocht, om twaalf uuren naar huis gewandeld, wat gegeten, en thee gedronken. Afgehaald door J.Retel, afscheit genomen, en vertrokken, de jordaan door naar het station, noch eens aangelegd en om acht uur op de trein welke langzaam ging hebbende negen en 30 minutten werk van de eene hoofstad naar de andre. Hier de ontmoeting van mij 4 kennisen zijnde J. en D.Schoman H.Breuking, en A.Vaupell. Op het Haarlemmerstation onthaalt door de oude Vaupell en een brief ontvangen, verder afgehaald door twee Jans, en Piet, noch wat rondgelopen en toen met ons vijfen naar Qverveen, tien uuren.

Den zesden September naar de grote wetren, in het duin bij Zantvoort, netjes aangelegd en kostbaar enz. Om vijf uur snamiddags naar huis terug, onderweg noch eens aangelegd, bloemkool, bot, en carbonade gegeten, wat gelezen en gefluit, om elf uur naar bed.

Den zevenden September smorgens afscheit genomen, verder bij Wageningen Jan en ik) naar het station, noch wat gepraat en gewandeld, en kwart over elf, agter de locomotief Cirius.
Het eerste dorp na Haarlem is Vogelsang, toen Hillegommerbeek, vijfentwintig minutten over elf te Veenenburg, verder Piet Gijzenburg, half twaalf te Warmond, vijfentwintig minutten over twaalf te Leiden. Alle plaatzen zijn bezeiden de spoorweg, toen Voorschoten, de laan van Oosteinde, tien minutten over een te ’s Gravenhage. Eerst het station bezichtigd, de stad in gewandeld tot op den Groenmarkt. Een borrel gedronken, onderzoek gedaan naar de neef Addink, naar de Molstraat gegaan, mijn pakje neergelegd, weerom de gedempte vaar in bij van Drieten. Wat gepraat, om drie uur gegeten, daarna neef Klaas opgezocht, en daarmede naar Scheveningen. Een fraaije zeeplaats, het strand langs gewandeld naar het prachtige badhuis, Lansziers, Muziek en duizenden wandelaren. Om zeven uur een kruik bier gedronken en toen naar de stad terug langs de basar, om negen uur in huis. Noch wat gepraat en gegeten om elf uur naar bed.

Den achtsten September ‘s morgens om negen uur met de kleine neef Piet eerst buiten om tot aan de Prinsegracht, de Bloemarkt over naar het Voorhoud, de Koninglijke Paleizen bezichtigd, verder het fraaije en net aangelegden Vijverberg, waar ik noch een uur heb gezeten om het aangename gezicht hetwelk men daar heeft, als zwanen, ganzen, en eenden, enz. Toen het oude beroemde Bosch door, waarin een schilder bezig was aan het Copiëren van bomen, de Hertekamp, waarin twee Baterijen geschut, het nieuw gekochte Paleis van zijn Koninglijke Hoogheid de Prins Alexander, van de Heer van den Bosch. De zwarte weg weer over, naar de kamp van de Koning welke voorzien is met Gemzen, geiten en Lama’s. Om twaalf uur naar huis gewandeld, koffij en daarna een glaasje Citroen gedronken.

Lees verder op pagina 6