1996-01 Reisjournaal 1845

Om drie uuren na de middag zijn nichtje en ik naar het Koninglijke Cabinet van oudheden geweest, Chineesche, Javasche, Hollandsche en andere zeltzaamheden, waarin uitmunten het kasje van Cesaar Peter Pomare koning van Ottaheitre, een chineesche stad en toorens, en jongere voorwerpen als van OudenAmsten en anderen, te veel om te beschrijven enz; van oudheden voor de onder en de bovenzalen zijn met schilderijen gevuld allerkostbaarst, op welke drie schilders aan het uitoefenen van hun kunst waren, als een aan de kop van een os, de andere aan een jufvrouw met een kindje en de derde (zijnde een oude schilder) aan het grote en brillante ontleedkundige stuk, voor een liefhebber aangenaam om te zien. Van daar om vijf uur naar huis, zeven uur ben ik naar de zuidmolen geweest, een ontzettend hoge, ronde stenen molen waarop vier paar stenen, goed bezien en wat gepraat. Daarna noch een eind de Loosduinscheweg op gewandeld, om half negen weer naar binnen, negen uur naar het fransche koffijhuis, waarvan de zaal met spiegels, was verder bijzonder mooi gaslicht en veel Heeren, daarvandaan noch naar de oude neef, twaalf uur naar bed.


Den negenden September smorgens om negen uur even over het Binnenhof naar de Loterijzaal, een oud onaanzienlijk gebouw, waarin een theater is, op welke twee ronde kisten die in beweging gebracht kunnen worden, waarvan de eene Nommers en de andere de Prijzen bevat. De trekking geschiet door twee weesjongens, welke ze voort overgeven aan die ze los doen, en de derde roep dezelve af, enz. Daarna de Wagenstraat ingewandeld, naar de oude neef, koffij en gerasp brootje gegeten, koffijhuis gehouden, twee uur naar huis, snamiddags om drie uur met een rijtuig over Loosduinen naar Monster. Een fraai dorp met straatwegen, daarna gewandeld naar Terhei aan Zee. Een armoedig visschersdorp, om half zeven weerom tot Loosduinen, ook een net dorp, met een kruisweg. Een fles wijn gedronken, half tien weer in de stad terug, daarna in bed.

Lees verder op pagina 7