1992-02 Trouwerij en bruiloft

14.
Doorgaans luidden ze ongeveer zo:

“No wol ik oe es dansen van de Driekusman,
De Driekesman. de Driekesman,
No wol ik oe es dansen van de .Driekusman,
De driekesman boh joa.
Vaar en moo dee wilt mien slaon
‘k Magge neet meer met Driekes gaon,
Driekesman, Driekesman, draai iej ow es umme en kiek mien es an.
Met de handjes klap klap klap,
Met de veutjes stap stap stap,
Hadde ik ow, wat zol ik ow
draai iej ow es umme en dans mij too.

No wol ik wel es wetten wat Hendriekske zegt,
Hendriekse zegt, Hendriekske zegt,
No wol ik wel es wetten wat Hendriekske zegt,
Hendriekske zeg boh joa.
Vaar en moo dee wilt mien slaon enz.

Ook de Hakkenschots, was vroeger een geliefde dans. De tekst kon onder meer zo luiden:

“Moder kiek, moder kiek mien es effen an,
Hoo of ik wel de hakkenschots dansen kan.
Hakke en de teen,
Linker en rechterbeen
Moder dat moj es zeen”.

Verder werd er de bekende Hoksebarger gedanst en daarnaast gevarieerde kruispolka’s zoals deze :

“O mijn lieve zwartkop
Hoor eens hoe mijn hart klopt
Voel eens aan mijn linker kant
Hoe mijn hart van liefde brandt

O mijn lieve rooie
Was je maar wat mooier
Had je niet zulk vuurrood haar
Dan pasten we beter bij elkaar

O mijn lieve blonde
Vloeken is een zonde
Meisjes zoenen is geen kwaad
Als het maar uit liefde gaat”.

De reeds genoemde Hoksebarger: “Ik ga met mien meidjen naor Hoksebargen too” gaat terug op de Duitse boemelschots: Es geht nichts über die gemütlichkeit”.

De Polka daarentegen was een Boheemse dans. In het midden van de vorige eeuw kwam deze dans via Wenen (Oostenrijk) ook naar ons land. In het jaar 1845 werd er in Nederland en Belgie honger geleden in verband met het mislukken van de aardappeloogst vanwege de zgn.”aardappelziekte”. In Noord- Brabant meenden de boeren dat de oorzaak van deze ramp lag bij de Polka, die zojuist in deze streek in de mode was geraakt.

15.
Verder hoorde bij het feest uiteraard niet te vergeten de bruiloftswals met het “hoge laoten leaven”. Ook het van het oosten overgewaaide “ein Prosit” burgerde in de Achterhoek in.
De tijd van de tijdens de bruiloft gehouden lange humoristische voordrachten is helaas voorbij. Er waren vroeger “acteurs” die op een volkomen natuurlijke wijze tijdens bruiloften boeiende voordrachten konden houden. Dit komt thans niet meer voor. Wel wordt er nog wel regelmatig onder het aanbieden van het cadeau een rijm voorgedragen, al dan niet met een korte levensschets van de bruid of bruidegom.

Maar aan alles komt een eind. Het feest loopt ten einde. De bruiloftgasten nemen afscheid van het bruidspaar en begeven zich, soms slingerend, op weg naar huis. Jongens en meisjes die elkaar tijdens het feest hebben ontmoet scharrelen gearmd door het donker. De buurt gaat aan de slag om de boel op te ruimen. Bruid en bruidegom zijn na een vermoeiende dag hoog nodig aan hun nachtrust toe. Dat laatste kwam/komt er niet altijd van. Die nachtrust wordt ook nu nog wel eens verstoort vanwege het feit dat de jongelui uit de buurt, danwel vrienden of kennissen het huis van de jonggehuwden op zijn kop hebben gezet. Vroeger was dit ook het geval. Wekkers werden overal in het huis geplaatst. Het bed werd vaak onder handen genomen. Bepaalde dingen werden verplaatst of zelfs verstopt enz. De buren, die als groep zo zorgzaam en met veel inspanning het feest hadden verzorgd, werd veelal door het jonge stel als blijk van dank voor het goede verloop van het feest, een aparte feestavond aangeboden. Hier werd ook gegeten en gedronken en bovendien onder het genot van een flinke sigaar, alles nog eens gezellig doorgepraat. En zo komt de bruiloft dan echt ten einde.

Tienus