OORLOGSHERINNERINGEN – deel 1

Deel 1 - 11 persoonlijke verhalen uit het boek dat door onze vereniging is uitgebracht ter gelegenheid van de 50-jarige herinnering aan de bevrijding. Er zijn nu 5 verhalen beschikbaar.

’t WASSINK GEBOMBARDEERD.

Engelse bommenwerpers vlogen met hun gevaarlijke last over ons heen richting Duitsland. Het Duitse afweergeschut weerde zich danig en schoot op de Engelse vliegtuigen.


Moeder was vreselijk benauwd voor die vliegtuigen zodat ze s avonds alles gereed legde voor het geval er onraad dreigde. Denk daarbij aan verzekeringspapieren, sieraden, etcetera, die konden dan direct mee de schuilkelder in. Ook moesten we onze kleren en schoenen klaarleggen.

Op zondag 14 mei 1944 kwam een verdwaalde bom op 40 meter afstand van onze boerderij Regelink Wassink terecht. Het was zo rond twaalf uur. Het huis werd volledig vernield. We konden niets terug vinden, het was een grote ravage. De eerste stem die ik mij kan herinneren was van dokter Dwars. Ik hoor hem nog vragen: “Hoe is het, allen gelukkig ongedeerd”. In de hele buurt waren de ruiten stuk. Tot Kerstmis heeft de buurt ons onderdak geboden. Eerst moest de stal voor het vee herbouwd worden, daarna het woonhuis.
Een maand voor onze boerderij werd gebombardeerd, is er bij dle familie Hissink vanuit een bommenwerper een benzinetank door het dak gevallen. Alles zat onder de benzine. Ze hebben geluk gehad , dat er geen brand is ontstaan. De Noordink kreeg er wel wat van langs.

In september/oktober moesten de mannen aan het graven. Op zekere dag werden ze op het Zutphen-Emmerikse trammetje gezet. Niemand had een vermoeden waar de rit naar toe zou gaan. Mijn oom en ik zijn in die dagen op een paar oude fietsen naar Terborg gereden. Daar aangekomen bleek dat ze in Zeddam waren. Zijn zoon en een onderduiker zaten daar in een school opgesloten. We zijn naar hen toegereden en tegen de middag zagen wij kans hen die oude fietsen te geven. Vervolgens zijn ze via de weilanden naar Zelhem gefietst, waar ze de eerste dagen bij familie zijn ondergebracht. Wij waren in Zeddam zonder vervoermiddel achtergebleven. Die dag zal ik nooit vergeten. Door middel van binnenwegen en weilanden zijn ook wij richting Zelhem gelopen. De kousen en schoenen zijn onderweg versleten, maar de jongens waren gered.

G. Maalderink-Regelink

BERNARD MOMBARG.

Bernard Mombarg was ondergedoken vanwege de arbeidsinzet naar Duitsland. Hij was thuis ondergedoken. Hij werd gearresteerd in het najaar van 1943, toen hij bezig was op het land aan de Aaltenseweg. Plotseling stonden er twee zwarthemden achter hem. Een van de twee had een hazelip en was een berucht Landwachter uit Winterswijk. Na een enkele vraag werd hij afgevoerd naar de cel op het gemeentehuis. Hij is toen niet verder ondervraagd. Half twaalf diezelfde nacht werd plotseling door een onbekende zijn celdeur geopend en hoorde hij de woorden: “Sodemieter op.” Hij heeft niemand gezien.
Op de vraag of Mombarg nog angst had gehad in de cel zei hij: “Zolang ik nog in Hengelo zit, is er niks aan de hand.” Zonder problemen bereikte hij zijn ouderlijk huis. Van daaruit is hij direct naar een onderduikadres gebracht. Dat was bij de familie Vos, nu Groenendaalseweg, toen omgeven door bos en hei.
Na enkele dagen is hij door de ondergrondse naar een boer in de Heelweg bij Varsseveld gestuurd: Wisselink van de Stampert.
Ds. Knottnerus uit Varsseveld is de enige naam die Mombarg in dit verband gehoord heeft. Na bijltjesdag is hij teruggegaan naar zijn ouders.

J. Groot Roessink

lees verder op pagina 13