OORLOGSHERINNERINGEN – deel 1

Deel 1 - 11 persoonlijke verhalen uit het boek dat door onze vereniging is uitgebracht ter gelegenheid van de 50-jarige herinnering aan de bevrijding. Er zijn nu 5 verhalen beschikbaar.

Na de bevrijding
Onmiddellijk na de bevrijding werd door de Keijenborgse bevolking voedsel geleverd aan de ziekenhuizen te Doesburg, Apeldoorn, Baarn, Otterlo en Amsterdam. Twee volgeladen vrachtauto’s versterkende middelen werden vanuit de noodbehuizing van de A.B.T.B. daarheen gebracht. Na de capitulatie in 1945 keerden de militairen geleidelijk terug vanuit de garnizoensplaatsen en de krijgsgevangenkampen. Gelukkig waren alle Keijenborgse manschappenbehouden gebleven. Spoedig vertrokken ook de evucués en onderduikers.
Als dank voor hun genoten gastvrijheid hebben de mensen die in Keijenborg onderdak hebben weten te vinden een steen laten vervaardigen, waarop hun plaatsnamen staan ingebeiteld. Dat zal een herinneringsmonument blijven aan allen die tijdens de oorlog gastvrij onderdak hebben gevonden in Keijenborg. Genoemde steen is ingemetseld aan de linkerkant van de hoofdingang van de St. Jan de Doperkerk en vermeldt de volgende plaatsnamen:
Afferden, Angeren, Arnhem, Babberich, Bemmel, Doornenburg, Duiven, Gendt, Groessen, Haalderen, Herwen, Huissen, Kekerdom, Lent, Lobith, Millingen, Nijmegen, Ottersum, Pannerden, Siebengewald, Spijk, Velp, Westervoort en Zevenaar.

T. Nieuwenhuis

DE SHORT STIRLING N6045.U

Op de avond van de 6e september 1941 om 21.00 uur stegen er vanaf de basis Wyton in Engeland zeven grote bommenwerpers op van het 15e B.Squadron. Het waren de betrekkelijk nieuwe viermotorige Short Stirlings, de trots van de Royal Air Force. De bommenlast bedroeg per toestel 11 X 500 pound bommen. Aan boord van een van deze vliegtuigen bevonden zich de hoofdrolspelers van ons verhaal.

Het doel van de missie was een van de bunkers van Feldmarschall Goering in Berlijn. De bemanning bestond gedeeltelijk uit ouwe rotten in het vak, namelijk piloot Captain Wallace Tarry, navigator Richard Pape, technicus/boordwerktuigkundige Jock Moir. Ook waren er een aantal nieuwelingen aan boord. Behalve de radiotelegrafist bemanden ze de boordwapens: Sgt. Harper, Sgt. Aynsley, Sgt. Hooley, Sgt. Dodd en Sgt. Dunnet.
Boven Berlijn konden ze rekenen op hevige luchtafweer en de angstdroom kwam helaas uit. Na het afwerpen van de bommenlast op het doel werd de Short Stirling op de terugweg gevangen in de bundels van zoeklichten en door een granaat getroffen in de rechter buitenmotor. Het toestel ging gevaarlijk scheef hangen en Wallace Tarry moest een zeer gewaagde duikvlucht maken om uit de verschrikkelijke lichtbundels te kunnen ontsnappen. Na een duizelingwekkende val van het toestel kreeg de piloot hem weer onder controle en werd de schade opgenomen. Door de snelheid van de duikvlucht was de brandende motor als het ware geblust. Echter het grootste deel van de 1600 liter brand stof was verloren gegaan en de piloot constateerde vervolgens dat de Engelse kust niet meer bereikt zou worden. Het gevecht om zo ver mogelijk weg te komen van Nazi-Duitsland begon. Alle overtollige ballast werd uit de bommenwerper gegooid waaronder ook de boordmitrailleurs en bijbehorende munitie. Op zich een enorme gok, want nu waren ze volkomen overgeleverd aan de Duitse nachtjagers. Dit waren snel wendbare jachtvliegtuigen en de schrik van de logge bommenwerpers.

Lees verder op pagina 16